ECLI:NL:GHDHA:2025:534
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- H.A.J. Kroon
- P.J.J. Vonk
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken recente schriftelijke machtiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [Y] tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 11 januari 2024. De zaak betreft de waardering van een onroerende zaak, waarbij de Heffingsambtenaar de waarde op 1 januari 2021 heeft vastgesteld op € 743.000. [Y] heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en aanslagen, maar de Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Bij het indienen van het hoger beroep heeft [Y] een machtiging overgelegd die dateert van 28 september 2022. Het Hof heeft echter gerede twijfel aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [Y] geuit, omdat de machtiging niet recent genoeg was. Het Hof heeft [Y] verzocht om een recente machtiging en een kopie van het identiteitsbewijs van de belanghebbende in te dienen, maar dit verzoek is niet opgevolgd.
Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen recente machtiging is overgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van een geldige machtiging voor vertegenwoordiging in hoger beroep en de gevolgen van het ontbreken daarvan. De proceskosten zijn niet toegewezen, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.