Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 1 april 2025
gemeente [X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
Artikel 6. Vergoeding voor inzameling van kunststof
2 Financiën
a. bioafval, b. papier, c. metaal, d. kunststof, e. glas, f. textiel, g. gevaarlijke afvalstoffen en h. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Voor zover hier van belang geldt een uitzondering voor metaal, kunststof en glas indien aan de voorwaarden uit artikel 10, derde lid, onder a, kaderrichtlijn afvalstoffen is voldaan. Dit houdt in dat gescheiden inzameling van metaal, kunststoffen en glas niet hoeft als het niet-gescheiden inzamelen ervan niet van invloed is op het potentieel ervan om overeenkomstig artikel 4 voorbereiding voor hergebruik, recycling of andere behandelingen voor nuttige toepassing te ondergaan en een output van die handelingen oplevert waarvan de kwaliteit vergelijkbaar is met die welke door middel van gescheiden inzameling wordt bereikt.
Oordeel van de Rechtbank
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
1Elke gemeente draagt er zorg voor:
1Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, voor zover het betreft gevallen waarin een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen van meer dan gemeentelijk belang is, regels worden gesteld omtrent de inzameling van die afvalstoffen.
Onderdeel E (wijziging artikel 10.29 Wm)
sui generis,aangezien geen sprake is van bepaalde diensten die ondergeschikt zijn aan een ‘hoofdprestatie’. Van een dergelijke prestatie
sui generisis volgens de rechtspraak van het HvJ EU sprake wanneer de prestatie van de belastingplichtige uit twee of meer elementen of handelingen bestaat, die zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij objectief gezien één niet te splitsen economische prestatie vormen, zodat het kunstmatig zou zijn ze als gesplitst te beschouwen. Het Hof gaat na of dat het geval is door de kenmerkende elementen en daarmee de aard van een handeling vast te stellen vanuit het oogpunt van de ‘modale consument’.
sui generis, die als zodanig niet kwalificeert als een verwerkingsdienst. De verleggingsregeling mist daarom toepassing. Het is niet nodig om de diensten te specificeren, nog daargelaten dat belanghebbende niet heeft aangegeven op welke wijze de diensten gesplitst zouden moeten worden.