ECLI:NL:GHLEE:2006:AW1315
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof.mr. E. Aardema
- mr. F.J.W. Drion
- mr. G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voorlopige aanslag vennootschapsbelasting en bewijsvoering door de inspecteur
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 7 april 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen X B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst over een voorlopige aanslag in de vennootschapsbelasting. De voorlopige aanslag, gedateerd op 18 november 2000, betrof een bedrag van f. 159.883,--. De belanghebbende, X B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. X B.V. heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerechtshof.
De procedure begon met de oplegging van de voorlopige aanslag op 30 januari 1999, die later werd verminderd. Na de ontvangst van de aangifte vennootschapsbelasting 1999, werd op 18 november 2000 een tweede voorlopige aanslag opgelegd. De inspecteur handhaafde deze aanslag na het indienen van bezwaar door X B.V. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 november 2005, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
Het geschil draaide om de vraag of de voorlopige aanslag vernietigd moest worden en of het geheven bedrag teruggegeven diende te worden. X B.V. stelde dat de inspecteur niet had aangetoond dat er een definitieve aanslag was vastgesteld. De inspecteur verdedigde dat de definitieve aanslag op 7 december 2002 was opgelegd en dat de voorlopige aanslag daarmee was verrekend.
Het hof oordeelde dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd dat de definitieve aanslag was vastgesteld en dat de voorlopige aanslag was verrekend. Hierdoor had X B.V. geen belang meer bij het beroep. Het hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.