ECLI:NL:HR:2007:AZ5578
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof over voorlopige aanslag vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 april 2006, waarin het beroep van belanghebbende tegen een voorlopige aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1999 ongegrond werd verklaard. De voorlopige aanslag, gedateerd 18 november 2000, was opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 456.819. Na het indienen van bezwaar door belanghebbende, handhaafde de Inspecteur de aanslag, wat leidde tot het beroep bij het Hof. Het Hof oordeelde dat het beroep ongegrond was, waarna belanghebbende in cassatie ging en enkele klachten indiende.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep ongegrond, en dit arrest werd uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2007 door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, samen met de raadsheren C.B. Bavinck en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.