ECLI:NL:GHLEE:2008:BG9955
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Arrest over de executie van een echtscheidingsconvenant en de vereisten voor een voor executie vatbare titel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 december 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de executie van een echtscheidingsconvenant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.R. van den Elst, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden, waarin een verzoek tot opheffing van een executoriaal beslag was afgewezen. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. H. de Jong, had beslag gelegd op gelden van de appellant, die voortvloeide uit een echtscheidingsconvenant dat aan een eerdere beschikking van de rechtbank was gehecht.
Het hof oordeelde dat niet elk convenant dat aan een echtscheidingsbeschikking is gehecht automatisch een voor executie vatbare titel oplevert. Dit hangt af van de formulering van het convenant. In dit geval waren de relevante passages niet eenduidig geformuleerd, waardoor nadere uitleg noodzakelijk was. Het hof benadrukte dat de vraag of er een voldoende titel voor het beslag is, van openbare orde is, en dat de rechter deze ambtshalve moet toetsen, ook als partijen hier niets over hebben aangevoerd.
Het hof kwam tot de conclusie dat de primaire vordering van de appellant tot opheffing van het beslag toewijsbaar was. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en beval de geïntimeerde om het beslag op te heffen. Tevens werd bepaald dat beide partijen hun eigen proceskosten moesten dragen, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.