ECLI:NL:GHLEE:2011:BT5849

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
2 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.058.297/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoor en wederhoor in hoger beroep bij schriftelijk pleidooi

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de stichting Stichting Woningmaatschap XXXVIII. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een vonnis van de Rechtbank Groningen, sector Kanton, d.d. 18 augustus 2009. Het hof heeft op 2 augustus 2011 arrest gewezen, waarbij het hof oordeelt dat de regels omtrent hoor en wederhoor niet zijn nageleefd. Dit betreft specifiek artikel 4.7 van het Landelijk Procesreglement voor civiele dagvaardingszaken, dat voorschrijft dat advocaten elkaar pleitnota's twee weken voor de roldatum moeten toezenden, zodat er gelegenheid is voor wederzijds commentaar.

Het hof heeft vastgesteld dat de stichting niet tijdig haar pleitnota heeft ingediend, wat in strijd is met het procesreglement. Hierdoor is het hof van mening dat de procedure niet op de juiste wijze is verlopen. Het hof heeft besloten om de stukken in handen van partijen te stellen, zodat zij alsnog de gelegenheid krijgen om op elkaars standpunten te reageren. Partijen zijn verzocht om uiterlijk twee weken voor de nieuwe roldatum hun akten aan elkaar toe te zenden, zodat zij in staat zijn om beknopt op elkaar te reageren.

De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij het hof de mogelijkheid biedt om de procedure op de juiste wijze voort te zetten. De beslissing om de verdere behandeling aan te houden, geeft partijen de kans om hun procesvoering te corrigeren en de zaak op een eerlijke manier voort te zetten.

Uitspraak

Arrest d.d. 2 augustus 2011
Zaaknummer 200.058.297/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. M.R. van der Veen, kantoorhoudende te Groningen,
tegen
de stichting Stichting Woningmaatschap XXXVIII,
gevestigd te 's-Gravenhage,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: de stichting,
advocaat: mr. G. Janssen, kantoorhoudende te 's-Gravenhage.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 16 maart 2010 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
De bij bedoeld vonnis bevolen comparitie van partijen is gehouden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
[appellant] heeft, onder overlegging van een productie, de memorie van grieven genomen, met als conclusie:
"het vonnis van de Rechtbank Groningen, sector Kanton, locatie Winschoten, d.d. 18 augustus 2009 tussen partijen gewezen te vernietigen en opnieuw rechtdoende al dan niet onder verbetering en/of aanvulling van de gronden, voorzover wettelijk mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bij arrest, eiseres in eerste aanleg, thans geïntimeerde niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, dan wel deze af te wijzen, één en ander met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van de procedure in beide instanties."
De stichting heeft, onder overlegging van producties, geconcludeerd van antwoord, met als conclusie:
"[appellant] dient in zijn vorderingen niet ontvankelijk te worden verklaard dan wel dient deze hem te worden ontzegd, met bekrachtiging van het vonnis in eerste aanleg en met veroordeling van [appellant] in de kosten van deze procedure zowel in eerste aanleg als in hoger beroep."
[appellant] heeft op 15 februari 2011 schriftelijk gepleit, onder overlegging van producties.
De stichting heeft op 15 maart 2011 schriftelijk gepleit, eveneens onder overlegging van producties.
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling
1. Krachtens het bepaalde in artikel 4.7 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven dienen de advocaten van partijen, als er schriftelijk pleidooi is gevraagd, elkaar twee weken voorafgaande aan de roldatum waarop de pleitnota’s zullen worden overgelegd de pleitnota’s toe te zenden, zodat over en weer op de inhoud daarvan kan worden gereageerd door onder de eigen pleitnota een beknopte reactie op te nemen.
2. Het hof stelt vast dat partijen op 21 december 2010 pleidooi hebben gevraagd en dat zij vervolgens 15 februari 2011 als roldatum hebben gekregen waarop schriftelijk kon worden gepleit. [appellant] heeft op genoemde datum zijn pleitnota overgelegd. Na eenstemmig aanhoudingsverzoek is aan de stichting termijn gegund voor het harerzijds overleggen van de schriftelijke pleitnota, hetgeen uiteindelijk op 15 maart 2011 is geschied.
3. Nu aldus gehandeld is in strijd met het geldende procesreglement en dientengevolge niet op de juiste wijze hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden, zal het hof de stukken in handen van partijen stellen, teneinde een en ander alsnog op de juiste wijze te doen plaatsvinden. Aan partijen zal de gelegenheid worden geboden bij korte akte (te nemen op dezelfde roldatum) op elkaars standpunten, als neergelegd in de pleitnota’s, te reageren, waarbij tevens een korte reactie kan worden gegeven op de te nemen akte. In verband met dat laatste wordt bepaald dat partijen elkaar de akte uiterlijk 14 dagen voor genoemde roldatum toezenden.
4. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Beslissing
Het gerechtshof:
stelt de stukken in handen van partijen en verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 13 september 2011 voor het over en weer nemen van een korte akte (maximaal twee pagina’s A4);
bepaalt dat partijen uiterlijk twee weken voor genoemde roldatum elkaar de akte toezenden , zodat zij in staat worden gesteld in hun uiteindelijk te nemen akte beknopt op elkaar te reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, H. de Hek en
M.C.D. Boon-Niks en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 2 augustus 2011 in bijzijn van de griffier.