ECLI:NL:GHLEE:2011:BT5849
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- H. de Hek
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Hoor en wederhoor in hoger beroep bij schriftelijk pleidooi
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de stichting Stichting Woningmaatschap XXXVIII. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een vonnis van de Rechtbank Groningen, sector Kanton, d.d. 18 augustus 2009. Het hof heeft op 2 augustus 2011 arrest gewezen, waarbij het hof oordeelt dat de regels omtrent hoor en wederhoor niet zijn nageleefd. Dit betreft specifiek artikel 4.7 van het Landelijk Procesreglement voor civiele dagvaardingszaken, dat voorschrijft dat advocaten elkaar pleitnota's twee weken voor de roldatum moeten toezenden, zodat er gelegenheid is voor wederzijds commentaar.
Het hof heeft vastgesteld dat de stichting niet tijdig haar pleitnota heeft ingediend, wat in strijd is met het procesreglement. Hierdoor is het hof van mening dat de procedure niet op de juiste wijze is verlopen. Het hof heeft besloten om de stukken in handen van partijen te stellen, zodat zij alsnog de gelegenheid krijgen om op elkaars standpunten te reageren. Partijen zijn verzocht om uiterlijk twee weken voor de nieuwe roldatum hun akten aan elkaar toe te zenden, zodat zij in staat zijn om beknopt op elkaar te reageren.
De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij het hof de mogelijkheid biedt om de procedure op de juiste wijze voort te zetten. De beslissing om de verdere behandeling aan te houden, geeft partijen de kans om hun procesvoering te corrigeren en de zaak op een eerlijke manier voort te zetten.