De beoordeling
Vaststaande feiten
1. Geen van partijen heeft bezwaar gemaakt tegen de vaststelling door de voorzieningenrechter van de feiten, zodat ook in appel van deze feiten kan worden uitgegaan. Deze feiten komen, voor zover relevant aangevuld met wat verder nog is gebleken, op het volgende neer.
1.1. PFG is de “doorstart” en formalisering van een in 1999 op initiatief en op kosten van het toenmalige ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot stand gebracht samenwerkingsplatform van de zorgverzekeraar OWM RZG U.A. (een rechtsvoorganger van Menzis), de ziekenhuizen, apothekers, specialisten en huisartsen in de provincie Groningen in het kader van de “Proeftuin Farmaceutische Zorg Groningen”.
1.2. Ook in andere regio’s van Nederland waren dergelijke proeftuinen “opgericht”.
De doelstelling van de proeftuinen (is en) was om in de diverse regio’s te komen tot het doelmatig voorschrijven, afleveren en gebruiken van geneesmiddelen aan de hand van een breed gedragen “formularium” (een verzameling richtlijnen van te gebruiken geneesmiddelen). Doelmatig staat daarbij voor het kiezen van een effectief geneesmiddel voor een bepaalde indicatie tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Nadat eind 2000 voornoemd ministerie bekend had gemaakt te (zullen) stoppen met de financiering van de proeftuinen, hebben vrijwel alle proeftuinen hun activiteiten beëindigd.
1.3. In 2001 zijn op initiatief van Geové RZG (de opvolger van OWM RZG U.A. voornoemd) de mogelijkheden van een doorstart van de Groningse proeftuin onderzocht, uiteindelijk resulterend in de oprichting van de stichting PFG bij notariële akte van 11 maart 2002. De in deze akte opgenomen statuten zijn gewijzigd bij notariële akte van 14 december 2006.
In artikel 2 van de statuten is het doel van PFG als volgt omschreven:
"het bereiken van uniformiteit in het voorschrijven op basis van transmurale richtlijnen zodat patiënten overal in de regio een zelfde, door professionals gedragen goede kwaliteit farmaceutische zorg kunnen krijgen (…) Doelmatigheid in het voorschrijven ligt hierin besloten (…)”.
In artikel 3 van de statuten is vermeld dat de “zogenaamde” deelnemers aan PFG zijn
“de huisartsen in de provincie Groningen (…), de specialisten in de provincie Groningen (…), de openbare- en ziekenhuisapothekers in de provincie Groningen (…), het Universitair Medisch Centrum Groningen, het Martini Ziekenhuis te Groningen, het Delfzicht Ziekenhuis te Delfzijl, het St. Lucas Ziekenhuis te Winschoten, het Refaja Ziekenhuis te Stadskanaal, het RPCP (Regionaal Patiënten/Consumenten Platform Groningen); en de zorgverzekeraar Menzis”.
In artikel 3 lid 2 van de statuten is vermeld dat de deelnemers verplicht zijn jaarlijks aan PFG “een in nader overleg vast te stellen financiële bijdrage te verstrekken”.
Volgens artikel 4 van de statuten kent PFG als enige orgaan het bestuur, dat bestaat uit een onafhankelijke voorzitter (die “geen specifieke vertegenwoordiger” is van één van de deelnemers) en een door deze te bepalen aantal van overige bestuursleden, die door het bestuur benoemd worden uit “voordrachten op te stellen door die deelnemers die een financiële bijdrage aan de stichting verstrekken”. Werkzaam “ten behoeve van” PFG zijn volgens artikel 5 van de statuten: “de beleidscommissie, diverse werkgroepen, en het projectbureau onder leiding van een projectleider”.
1.4. Vanaf 2002 is door PFG, onder meer en met name, gewerkt aan het tot stand brengen van het “Groninger transmuraal formularium” en geactualiseerde edities daarvan. De eerste editie van voornoemd formularium is in 2004 uitgebracht, de tweede editie in 2006, de derde editie in 2008 en de, tot nu toe, laatste, vierde editie (editie 2011/2012) is in 2011 uitgebracht.
1.5. Door het bestuur van PFG is meerdere keren een zogenoemd “meerjarenperspectief” opgesteld met bijbehorende begroting. In september 2004 is het meerjarenperspectief 2005-2007 opgesteld en in april 2008 het meerjarenperspectief 2008-2010.
1.6. De veruit grootste financiële bijdrage is ieder jaar verstrekt door de deelnemende zorgverzekeraar, aanvankelijk Geové RZG U.A. en vanaf 2006 Menzis.
In 2005 heeft Geové een bedrag van € 645.000,-- bijgedragen en in 2006 een bedrag van € 800.000,--, terwijl Menzis in 2007 en 2008 bedragen van
€ 800.000,-- heeft bijgedragen, in 2009 een bedrag van EUR 824.000,-- en in 2010 een bedrag van € 848.700,-- (op een totale begroting van circa
€ 1.038.000,--).
1.7. In 2007 heeft PFG de ten behoeve van haar werkzame personeelsleden van Menzis in (loon-)dienst genomen.
1.8. De Ommelander Ziekenhuisgroep heeft haar bijdrage aan PFG in 2008 stopgezet, terwijl het Martini Ziekenhuis en het Refaja Ziekenhuis hun bijdragen per
1 januari 2011 hebben stopgezet.
1.9. In 2010 heeft PFG de “startnotitie PFG versie 2.1” opgesteld, die betrekking heeft op het meerjarenbeleid voor de periode 2011-2013. Het tweede concept van die notitie is in de bestuursvergadering van PFG van 10 juni 2010 besproken. In de van die vergadering opgemaakte notulen is onder het kopje “Principe uitspraak” vermeld: “De partijen zijn akkoord en stellen het projectplan vast op persoonlijke titel”,
terwijl onder het kopje “Plan van aanpak” is vermeld:
“Het projectplan wordt voorbereid voor aanbieding aan de achterban. Alvorens de definitieve versie wordt deze versie van het plan nog voorgelegd aan de deelnemers. Vervolgens ontvangen alle deelnemers een definitief plan ter voorlegging aan de achterbannen voorzien van een bestuurlijke oplegbrief. In april/mei kunnen alle partijen de plannen terugkoppelen naar achterbannen, in de bestuursvergadering van juni kunnen eventuele opmerkingen worden besproken. In de begroting wordt de opmerking opgenomen dat het fictieve bedragen betreffen (…)”.
1.10. In de bestuursvergadering van 25 november 2010 is voormelde notitie wederom aan de orde geweest. In de notulen wordt onder de kop “Projectplan PFG versie 2.1” en het sub-kopje “Verslag Menzis en [betrokkene]” het volgende vermeld: “(…) Op 3 december a.s. vindt een bespreking plaats met mw. [d[directeur], directeur Cure/Zorg. Zij rapporteert aan de Raad van Bestuur. Menzis wil weten wat de Proeftuin tot dusverre heeft opgeleverd, waarin onderscheid(t) de Proeftuin Regio zich ten opzichte van de overige regio’s waarin Menzis actief is. Doelmatigheid is in alle Menzis regio’s doorgevoerd maar tot nog toe heeft deze regio niet opgebracht wat Menzis in de Proeftuin heeft gestoken. De boodschap is: de komende jaren moeten de bekostigingen terugverdiend worden. (…) Mevrouw [directeur] wil halverwege 2011 kunnen vaststellen of besparingen behaald worden, zo niet dan zal het bureau op de situatie aangepast worden en is de situatie snel weer zoals deze 11 jaar geleden was”.
Onder het sub-kopje “Begroting Proeftuin projectplan” is vermeld:
“mw. [directeur] heeft aan [betrokkene] aangegeven dat er geen geld beschikbaar is voor dit plan en dat de bijdrage voor 2011 gelijk moet zijn aan de bijdrage voor 2010 (…)”.
1.11. Op 3 december 2010 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Menzis, PFG en Zorgbelang Groningen. In het van die bespreking gemaakte verslag is, onder meer, het volgende vermeld:
“(…) In de huidige afspraken levert Menzis tot en met 2011 deze financiële en inhoudelijke bijdrage. In 2010 heeft Menzis aangegeven aan haar financiële bijdrage bepaalde resultaatsafspraken te willen verbinden. Als deze resultaatsafspraken niet gehaald kunnen worden binnen de gestelde termijn, zal Menzis de financiële bijdrage aan de PFG niet langer continueren. (…) Doel van het overleg is het maken van resultaatsafspraken 2011 inclusief de wijze van monitoring voor alle betrokken partijen bij de PFG. Deze afspraken moeten gebaseerd zijn op de Startnotitie PFG zoals vastgesteld door het bestuur van de PFG, in oktober 2010. (…) Uiterlijk 1 oktober 2011 informeert Menzis de PFG over het al dan niet continueren van de financiële en inhoudelijke bijdrage vanuit Menzis aan PFG. (…)”.
1.12. In de notulen van de bestuursvergadering van 21 januari 2011 is onder de kop “Projectplan PFG versie 2.1” onder meer vermeld:
“(…) mw. [betrokkene] stelt a.s. maandag een brief op aan Menzis waarin gesteld wordt dat resultaten in oktober niet haalbaar zijn, dat juli 2012 realistischer is (…)”.
1.13. Bij brief van 11 februari 2011 heeft (de toenmalige voorzitter van) PFG aan Menzis onder meer bericht dat “de eerste resultaten van de monitoring pas in de zomer van 2012 beschikbaar zijn” en dat “ondanks dat de PFG een duidelijke bijdrage aan de realisatie van de prestatieafspraken wil leveren”, het niet zo is “dat zij als (eind)verantwoordelijk voor het resultaat kan worden beschouwd”. Verder is in genoemde brief vermeld:
“Eén van de zaken die in dit kader nog geregeld moet worden is het opnemen van de afspraak over doelmatig voorschrijven in de contracten met de ziekenhuizen. Binnen het bestuur van de PFG is afgesproken dat als de ziekenhuizen hun afspraken met u betreffende doelmatig voorschrijven nakomen, zij hun bijdrage aan de PFG door Menzis gerestitueerd krijgen. Uit onze informatie is gebleken dat deze afspraak bij het sluiten van de contracten op dit moment niet door Menzis wordt meegenomen. Wij stellen het op prijs als hieraan alsnog aandacht wordt besteed. (…). Verder is afgesproken dat u geïnformeerd wordt over de aanpassing van de begroting 2011 van de PFG, waarbij uitgangspunt is dat uw bijdrage over 2011 gelijk blijft aan uw bijdrage over 2010. (…). Om een sluitende begroting voor 2011 te realiseren is besloten twee vacatures niet in te vullen. Dit heeft tot consequentie dat een aantal van de voorgenomen activiteiten stop zijn gezet. In dit kader zijn ondermeer activiteiten die alleen een kwaliteitsimpuls kennen en geen doelmatigheidsverbetering nastreven alsook ondersteuning van de tweedelijns disciplines bij het conform formularium voorschrijven. Daarnaast zal de ondersteuning van huisartsen bij de naleving van prestatieafspraken hierdoor een beperkt karakter kennen.(…)”.
1.14. Bij brief van 11 maart 2011 heeft drs. [directeur], directeur Zorgmanagement bij Menzis, op voormelde brief gereageerd. In die brief is onder meer het volgende vermeld:
“In uw brief dringt u aan op het opnemen van afspraken in contracten met ziekenhuizen over het doelmatig voorschrijven. U schrijft ons dat in het bestuur van de PFG is afgesproken dat als ziekenhuizen hun afspraken over doelmatig voorschrijven nakomen, Menzis de bijdrage van de ziekenhuizen aan PFG aan de ziekenhuizen zal terugbetalen. Menzis zal de ziekenhuizen niet compenseren voor hun bijdrage aan de PFG. Afspraken over bonus/malus ten gevolge van het al dan niet halen van afspraken over doelmatig voorschrijven worden bilateraal gemaakt met de ziekenhuizen. Daarbij is het nooit de inzet van Menzis geweest om de bijdrage van de ziekenhuizen aan de PFG te compenseren. Dit zou ertoe leiden dat Menzis de enige financier zou worden van de PFG, zij betaalt dan immers ook de bijdrage van de ziekenhuizen. (…).
U geeft aan de PFG een bijdrage wil leveren aan de realisatie van de prestatieafspraken, maar geen (eind)verantwoordelijkheid voor het resultaat wil nemen. Wij vragen ons dan af wat de bijdrage van PFG dan wél is aan de doelmatigheid van de zorg.
Het contract met de PFG loopt eind 2011 af. Gelet op bovenstaande overwegen wij onze financiële bijdrage te beëindigen. Wij stellen voor om op korte termijn hierover met u te overleggen. (…)”.
1.15. In de bestuursvergadering van PFG van 8 april 2011 is ook
drs. [directeur] voornoemd namens Menzis aanwezig geweest. In de notulen van die vergadering is onder meer het volgende vermeld:
“Mw [directeur] stelt dat de huidige overeenkomst loopt tot 2011. Zij wil voor 1 juli a.s. aangeven of Menzis al dan niet doorgaat met de financiering van de PFG. Groningen is de enige regio waar nog een Proeftuin actief is. Half januari 2011 hebben de ziekenhuizen aangegeven dat zij gecompenseerd willen worden voor hun bijdrage aan de PFG. Als Menzis de enige financier is van de PFG wil zij sneller een standpunt bepalen. De situatie is sinds 10 jaar geleden veranderd. Menzis betaalt een substantieel bedrag voor de PFG, gelden die in andere regio’s niet worden uitgegeven. (…).
[betrokkene] geeft aan dat de vorig jaar in het bestuur onderschreven bestuurslijn, voor de periode 2011 t/m 2013 is.
Mw. [directeur] blijft bij haar standpunt dat Menzis een overeenkomst met de PFG heeft tot eind 2011 en dat zij uiterlijk in juli 2011 bepaalt wat zij gaat doen. (…)”.
1.16. PFG heeft bij de Raad van Bestuur van Menzis aangedrongen op heroverweging van het voornemen van Menzis om de (financiële) deelneming aan PFG per 2012 te beëindigen, op de nader in de brieven van haar voorzitter van 26 april 2011 en 3 juni 2011 omschreven gronden.
1.17. Bij brief van 10 juni 2011 heeft (drs. [directeur] van) Menzis aan PFG meegedeeld dat Menzis per 1 januari 2012 de financiële bijdrage aan PFG stopzet.
In deze brief is dienaangaande onder meer het volgende vermeld:
“(…) Onze conclusie is dan ook dat we een voortzetting van onze financiële bijdrage aan de PFG niet kunnen verantwoorden, om de volgende redenen:
- de PFG heeft de afgelopen periode onvoldoende effect gehad op het voorschrijven van artsen in de provincie Groningen en is ingehaald door nieuwe ontwikkelingen, deels geënt op het werk van de PFG;
- de huidige meerwaarde van de PFG op het gebied van kwaliteit en doelmatigheid is niet in verhouding tot de gepleegde investeringen vanuit Menzis;
- de toekomstige meerwaarde van de PGF op het gebied van kwaliteit en doelmatigheid is onvoldoende zeker en onvoldoende transparant;
- Menzis heeft de afgelopen jaren door eigen beleid en activiteiten, los van de PFG richtlijnen, veel doelmatigheidsresultaten gehaald;
- ook de landelijke ontwikkeling van indicatoren om doelmatig voorschrijven te bevorderen, te contracteren en te toetsen, bevorderen doelmatigheidsresultaten, los van de PFG;
- het PFG formularium is niet direct noodzakelijk voor het maken van afspraken en het realiseren van de doelstelling van Menzis. Er zijn andere mogelijkheden (deels hiervoor geschetst) om onze doelstellingen te bereiken;
- in Groningen blijft het eerstelijns formularium beschikbaar.
(…)
Wij realiseren ons terdege dat onze beslissing om onze financiële bijdrage aan de PFG per
1 januari 2012 stop te zetten, ingrijpende gevolgen heeft voor alle betrokkenen bij de PFG. De eerste verantwoordelijkheid voor deze gevolgen ligt volgens Menzis bij het bestuur van de PFG. Wij voelen ons uiteraard mede verantwoordelijk voor het zorgvuldig beëindigen van de PFG en de dienstverbanden van de mensen die werkzaam zijn bij de PFG. Het lijkt ons niet meer dan redelijk om een deel van de huidige financiering hier voor in te zetten. (…)”
1.18. Op 15 september 2011 heeft Menzis haar bijdrage voor het jaar 2011 van € 848.700,- aan de stichting PFG voldaan.