ECLI:NL:GHSGR:2003:AF6082
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. de Wild
- J. Boele
- M. van Waesberghe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnissen van de rechtbank te 's-Gravenhage inzake onrechtmatige daad door de Staat
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 maart 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen vonnissen van de rechtbank te 's-Gravenhage van 13 maart 2001 en 25 juli 2001. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E.Th. Hummels, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vonnissen, waarbij de Staat, vertegenwoordigd door mr. D. Stoutjesdijk, als geïntimeerde is opgetreden. De appellant heeft in zijn memorie van grieven twee grieven tegen het vonnis van 13 maart 2001 en tien grieven tegen het vonnis van 25 juli 2001 aangevoerd. De Staat heeft deze grieven bestreden in een memorie van antwoord.
Tijdens de zitting op 27 januari 2003 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht aan het hof, waarbij zij gebruik maakten van pleitnotities. Het hof heeft vervolgens de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank in haar vonnis van 25 juli 2001 zijn vastgesteld, met toevoeging van relevante informatie over een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 juli 2002.
De grieven van de appellant richten zich met name tegen de beslissing van de rechtbank om zijn verzoek om de zaak te bepleiten af te wijzen. Het hof oordeelt dat de appellant geen belang heeft bij deze grieven, aangezien hij in hoger beroep zijn zaak wel heeft kunnen bepleiten. De kern van de zaak betreft de vraag of de rechtbank zich onrechtmatig heeft gedragen in de voorbereiding van haar uitspraak van 23 december 1997, waarbij de appellant als eiser en de staatssecretaris van Defensie als verweerder optraden. Het hof concludeert dat de appellant niet kan stellen dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld, omdat er een rechtsmiddel openstond tegen de uitspraak van de rechtbank.
Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt de appellant in de kosten van de procedure in appel, die zijn begroot op € 230,-- voor verschotten en € 2.313,-- voor salaris van de procureur. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.