ECLI:NL:GHSGR:2005:AT4361
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. de Wild
- A. Schuering
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Bewijsvoering arbeidsovereenkomst tussen instructrice en ANWB
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of er een arbeidsovereenkomst bestond tussen de appellante, een instructrice, en de geïntimeerde, ANWB B.V. De zaak volgde op een eerder tussenarrest van 3 oktober 2003, waarin de instructrice was toegelaten tot bewijsvoering. Na het horen van vier getuigen, concludeerde het hof dat de instructrice er niet in was geslaagd om het bewijs te leveren dat er een arbeidsovereenkomst bestond. De getuigenverklaringen gaven geen steun aan haar stelling dat er verplichtingen waren om arbeid te verrichten. De verklaringen bevestigden eerder dat er geen verplichting bestond om te werken en dat afspraken over werkdagen flexibel waren. Het hof oordeelde dat de ANWB geslaagd was in het bewijs dat de instructrice haar werkzaamheden niet op basis van een arbeidsovereenkomst had verricht. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij de instructrice werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die op dat moment waren vastgesteld op € 193,00 voor griffierecht en € 2.682,00 voor het salaris van de procureur.