ECLI:NL:GHSGR:2008:BE9363
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- J.E.H.M. Pinckaers
- J.C. van Apeldoorn
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een vereffenaar na beëindiging van faillissement en de uitkering van resterende baten
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 21 augustus 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een vereffenaar na het beëindigen van het faillissement van Transworld Marine Agency Company N.V. (TWMA). Het faillissement van de vennootschap was op 24 oktober 1995 uitgesproken en eindigde op 7 maart 2007, nadat alle geverifieerde schuldeisers volledig waren voldaan. Na de beëindiging van het faillissement resteerde er een bate van circa € 3.000.000,-. De rechtbank had op verzoek van de curator, mr. G.C. Verburg, een vereffenaar benoemd om deze resterende baten te vereffenen. TWMA, die niet was opgeroepen in de procedure, stelde dat zij tijdig hoger beroep had ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank die de benoeming van de vereffenaar goedkeurde. Het hof oordeelde dat TWMA ontvankelijk was in haar hoger beroep, omdat zij pas in november 2007 op de hoogte was geraakt van de bestreden beschikking.
Het hof overwoog verder dat de curator, mr. Verburg, in zijn hoedanigheid van voormalig curator belanghebbende was in de benoeming van de vereffenaar. Het hof bevestigde dat de vereffening van het resterende vermogen van de vennootschap diende te geschieden door een benoemde vereffenaar, en niet door de curatoren van TWMA. Het hof oordeelde dat de bestuurders van TWMA niet van rechtswege vereffenaars waren geworden, omdat de ontbinding van de vennootschap het gevolg was van insolventie en niet van een vrijwillige ontbinding. De stelling van TWMA dat de curator het resterende vermogen direct aan de aandeelhouder moest uitkeren, werd verworpen. Het hof concludeerde dat eerst de rentevorderingen van de crediteuren voldaan moesten worden voordat er een uitkering aan de aandeelhouders kon plaatsvinden. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank en veroordeelde TWMA in de proceskosten van het hoger beroep.