Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Arrest van de derde civiele kamer d.d. 21 december 2010
[appellante] .,
de gemeente Vianen,
hierna te noemen: de gemeente,
advocaat: mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam.
Het verdere geding
De verdere beoordeling van het hoger beroep
a. Wat zou het effect op de prijzen van betonpalen in de jaren 1982 tot en met 1988 zijn geweest van een gefaseerde productie-uitbreiding van voorgespannen betonpalen door [appellante] in haar fabriek te Vianen van 1000 m³ per 1 januari 1976 tot 110.000 m³ in 1979, uitgaande van de cijfers van de werkelijke afzet en prijzen, zoals die onder meer blijken uit de in rechtsoverweging 7 van het tussenarrest van 19 mei 2005 bedoelde overzichten, en de situatie dat Oudenallen en/of Bonna, en/of Lodewikus niet tot de betonpalenmarkt was/waren toegetreden en/of IJsselmeer met de productie van (voorgespannen) betonpalen was gestopt.
b. Zou [appellante] door de aanwezigheid van een kartel en/of andere omstandigheden tot de objectief economisch verantwoorde beslissing hebben moeten komen om minder voorgespannen betonpalen te produceren dan haar productiecapaciteit toeliet (hier kort aan te duiden als “bezettingstekort”) en zo ja, welke beslissing zou dat dan zijn geweest en wat betekent deze beslissing voor de beantwoording van de vraag over het effect op de prijzen;
c. Zou de aanwezigheid van een (eventueel) bezettingstekort als hiervoor bedoeld nog andere effecten hebben gehad die van belang kunnen zijn voor de begroting van de schade van [appellante] ;
d. Wat is voor de navolgende perioden de omvang van de totale schade die [appellante] als gevolg van de wanprestatie van de gemeente heeft geleden, lijdt c.q. nog zal lijden:
(i) de periode van 1976 tot en met 1981;
(ii) de periode van 1982 tot en met 1988;
(iii) de periode vanaf 1989;
e. Zijn er verder nog opmerkingen die u vanuit uw deskundig oordeel van belang acht.
Beslissing
[adresgegevens]
RBB Economics,
[adresgegevens]
[adresgegevens]
a. dat de deskundigen partijen in de gelegenheid hebben gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen waarvan de inhoud in het bericht vermeld dient te worden;
b. dat de deskundigen, alvorens een definitief rapport op te maken, partijen een conceptrapport hebben doen toekomen en zij partijen daarbij in de gelegenheid hebben gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, waarvan de inhoud in het definitieve bericht vermeld dient te worden;