GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer :200.072.562/01
Zaak/rolnummer rechtbank: 314211/ HA ZA 08-2086
Arrest van 20 september 2011
[Naam],
wonende te [Woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. H.E. Borgman te Rotterdam,
1) de naamloze vennootschap N.V. Nuon Customer Care Center,
2) de naamloze vennootschap N.V. Nuon Energie en
3) de naamloze vennootschap N.V. Liander, voorheen genaamd N.V. Continuon Netbeheer,
geïntimeerden,
hierna afzonderlijk aangeduid als respectievelijk Nuon Customer Care Center, Nuon Energie en Liander. Nuon Energie en Liander zullen gezamenlijk zullen worden aangeduid als Nuon (enkelvoud).
advocaat: mr. J.P. Heering te 's-Gravenhage.
Bij exploot van 15 juli 2010 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 28 april 2010 dat door de rechtbank Den Haag is gewezen tussen partijen. Bij memorie van grieven heeft [appellant] vijf grieven aangevoerd, die Nuon bij memorie van antwoord heeft bestreden. Nadat [appellant] zich bij akte nog heeft uitgelaten over de door Nuon overgelegde producties, hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. Het gaat in deze zaak om de vraag of [appellant] geld verschuldigd is ter zake van de energielevering voor het perceel […] te […] gedurende de periode december 1998 tot medio 2008.
2.1. Nuon heeft gevorderd dat de rechtbank [appellant] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.595,33 aan Nuon Energie voor geleverde energie en een bedrag van € 4.226,48 aan Liander, een en ander vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten.
2.2. Nuon heeft onder meer aan haar vordering ten grondslag gelegd dat ter zake van het perceel […] te […] tussen partijen sprake is van een overeenkomst tot energielevering. Met betrekking tot dit perceel heeft Nuon de jaarafrekening van 16 december 2006 ad € 11.389,14 aan [appellant] verstuurd, welke onbetaald is gebleven. Ook de hierna aan [appellant] in rekening gebrachte voorschotbedragen en jaarrekeningen zijn - grotendeels - onbetaald gebleven.
2.3. [appellant] heeft de vordering bestreden. Hij heeft betoogd dat geen sprake is van een overeenkomst tussen hem en Nuon ter zake van energielevering voor het perceel […] te […]. Voor zover wel een overeenkomst moet worden aangenomen, heeft [appellant] aangevoerd dat het door Nuon gestelde verbruik op de jaarnota onmogelijk juist kan zijn. Volgens hem voorzag de meter slechts een drainagepomp van stroom, die bovendien al sinds 2007 niet meer functioneerde. Indien de door Nuon gehanteerde meterstanden wel juist zijn, is de meter op hol geslagen althans defect, aldus [appellant].
2.4. De rechtbank heeft in haar vonnis van 28 april 2010 de vordering van Nuon toegewezen.
3. [appellant] komt thans op tegen deze toewijzing.
4. Alvorens over te gaan tot bespreking van de grieven, overweegt het hof dat [appellant] geen belang heeft bij het hoger beroep ingesteld tegen Nuon Customer Care Center. Dit deel van de vordering is ter comparitie ingetrokken en de veroordeling van de rechtbank heeft ook geen betrekking op Nuon Customer Care Center. Het hof zal [appellant] niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering tegen Nuon Customer Care Center.
5. Met de grieven I en II bestrijdt [appellant] - samengevat - het oordeel van de rechtbank dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen alsmede dat daarop algemene voorwaarden van toepassing zijn.
6. Het hof overweegt als volgt. [appellant] heeft in de periode van december 1998 tot december 2006 niet geprotesteerd tegen het feit dat de nota's voor perceel […] te […] op zijn naam zijn gesteld. Ook heeft [appellant] nog na ontvangst van de jaarnota 2006 betalingen verricht, althans laten verrichten. Als niet weersproken staat bovendien vast dat [appellant] de op zijn naam gestelde facturen voor het perceel […] ontving op zijn (toenmalige) woonadres aan de […] te […]. Anders dan [appellant] heeft gesteld, staat op de facturen van Nuon het leveradres expliciet vermeld. Tegen deze achtergrond mocht Nuon er op vertrouwen dat [appellant] akkoord was met energielevering door Nuon voor het perceel […] en dat er dus tussen haar en [appellant] sprake was van een overeenkomst met betrekking tot dat perceel. De omstandigheid dat [appellant] op zijn kantooradres (veel) meer facturen ontving, doet daar niet aan af. Hetzelfde geldt voor het betoog dat niet [appellant] zelf, maar een administratief medewerkster van […] B.V., de betalingen verrichtte.
7. Met betrekking tot de vraag of ook algemene voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst, overweegt het hof als volgt. Nuon heeft op geen enkele wijze onderbouwd dát en hoe zij er op mocht vertrouwen dat [appellant] - behalve met de levering van elektra - óók instemde met de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op de overeenkomst met betrekking tot het perceel […]. Nu [appellant] heeft betwist dat dergelijke voorwaarden zijn overeengekomen, is het hof van oordeel dat de enkele stelling van Nuon dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, onvoldoende is om deze vraag bevestigend te beantwoorden. In zoverre slaagt grief II.
8. Met grief III komt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank dat voorbij kan worden gegaan aan het betoog dat de in rekening gebrachte elektriciteit onmogelijk op genoemd perceel kan zijn verbruikt als ook aan het verweer dat de meter defect was. [appellant] betoogt dat de meter slechts zag op energielevering aan een drainagepompje, dat bovendien vanaf begin 2007 niet meer functioneerde en dat hem niets bekend is van 'kabels' die op de meter zouden zijn aangesloten. Het energieverbruik van de meter kan, gelet hierop, volgens [appellant] nooit de door Nuon vastgestelde omvang hebben.
9. Het hof overweegt als volgt. Nuon heeft bij memorie van antwoord een aantal producties overgelegd, waaronder foto's van de onderhavige meter. Nu [appellant] niet heeft betwist dat de overgelegde foto's de onderhavige meter betreffen en op die foto's valt te zien dat er 'kabels' op de meter zijn aangesloten, gaat het hof voorbij aan het betoog van [appellant] dat het in rekening gebrachte verbruik onmogelijk is omdat er geen kabels op de meter zijn aangesloten. Met betrekking tot het standpunt van [appellant] dat in ieder geval niet híj de gebruiker is (geweest) van de geleverde energie overweegt het hof dat dat niet ter zake doet, nu vast staat dat met betrekking tot perceel […] sprake is van een overeenkomst tussen [appellant] en Nuon. Dat gegeven brengt met zich dat [appellant] jegens Nuon aansprakelijk is voor het verbruik op de onderhavige meter, ook wanneer de energie niet door [appellant] maar door derden zou zijn verbruikt.
10. Ook aan het betoog van [appellant] dat sprake moet zijn geweest van een ondeugdelijke meter gaat het hof voorbij, omdat [appellant] dit betoog niet heeft onderbouwd. Hij heeft aangevoerd dat er alleen één pompje op de meter was aangesloten, maar het hof kan daarvan niet uitgaan gezien voornoemde kabels. Daar komt nog bij dat - naar niet is weersproken - vast staat dat Nuon [appellant] in verband met de meter heeft geadviseerd contact op te nemen met de Storings Meld Post, maar dat [appellant] dat advies naast zich neer heeft gelegd. Grief III faalt dus.
11. In grief IV komt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank dat in de gevorderde hoofdsommen geen invorderingskosten zijn begrepen. [appellant] betoogt dat een groot deel van de gevorderde hoofdsommen bestaat uit invorderingskosten, terwijl geen sprake is van een deugdelijke rechtsgrond om dergelijke kosten in rekening te brengen.
12. De grief slaagt. De door Nuon overgelegde productie 12 bevat twee verschillende overzichten van in rekening gebrachte facturen en daarop verrichte betalingen. De in rekening gebrachte bedragen zijn uitgesplitst in termijnfacturen en invorderingskosten. Uit de overzichten volgt dat tot en met 29 augustus 2006 zowel door Nuon Energie als door Liander € 290,- aan invorderingskosten in rekening is gebracht. Nu uit het overzicht niet kan worden afgeleid op welke post verrichte betalingen zijn afgeboekt, kan - anders dan Nuon stelt - ook niet worden vastgesteld dat de posten 'invorderingskosten' zijn voldaan vóór het verschijnen van de jaarnota 2006. Dit brengt met zich dat aangenomen moet worden dat de totale openstaande bedragen - de respectievelijke hoofdsommen 'energie' en 'transport' - ook de invorderingskosten bevatten die nog voor het verschijnen van de jaarnota 2006 in rekening zijn gebracht. Nu Nuon niet heeft gesteld op grond waarvan [appellant] deze kosten verschuldigd zou zijn, moeten de vorderingen voor wat betreft de invorderingskosten worden afgewezen. Het hof zal het vonnis daarom vernietigen voor zover in de te betalen hoofdsommen (2x) € 290,- is inbegrepen.
13. Grief V mist zelfstandige betekenis en hoeft dus niet afzonderlijk te worden besproken.
14. [appellant] zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
- verklaart [appellant] niet ontvankelijk in zijn hoger beroep jegens geïntimeerde sub 1;
- vernietigt het bestreden vonnis voor zover [appellant] daarbij is veroordeeld om aan geïntimeerde sub 2 € 12.595,33 en aan geïntimeerde sub 3 € 4.226,48 met rente en buitengerechtelijke kosten te betalen,
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [appellant] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
- aan geïntimeerde sub 2 een bedrag van € 12.305,33, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de vervaltermijn van de facturen tot aan de dag der voldoening, en met € 452,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
- aan geïntimeerde sub 3 een bedrag van € 3.936,48, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de vervaltermijn van de facturen tot aan de dag der voldoening, en met € 452,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, welke worden begroot op € 480,- aan verschotten en € 894,- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat [appellant] de wettelijke rente verschuldigd is over de proceskosten - zowel in hoger beroep als in eerste aanleg - met ingang van veertien dagen na de dag van deze uitspraak;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A. Dupain, G. Dulek-Schermers en R.G.C. Veneman en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 september 2011 in aanwezigheid van de griffier.