ECLI:NL:GHSGR:2011:BU2937
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. de Haan-Boerdijk
- J. Bos
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van omgang tussen biologische vader en minderjarige wegens zwaarwegende belangen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een biologische vader en zijn minderjarige kind. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft verzocht om een omgangsregeling met zijn dochter, terwijl de vrouw en haar partner, verweersters in deze procedure, zich hiertegen verzetten. De man stelt dat er een gezinsleven bestaat in de zin van artikel 8 EVRM, wat hem recht geeft op omgang. De verweersters zijn van mening dat omgang schadelijk zou zijn voor de geestelijke ontwikkeling van de minderjarige, gezien de huidige communicatieproblemen en de patstelling tussen de partijen.
Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar het deskundigenrapport dat is opgesteld na een eerder gelast deskundigenonderzoek. De deskundige heeft geconcludeerd dat de communicatie tussen de man en de verweersters moeizaam verloopt en dat er geen vooruitgang is geboekt in het overbruggen van de verschillen in inzicht. Het hof heeft vastgesteld dat omgang tussen de man en de minderjarige in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kind, omdat er onvoldoende draagvlak is bij de verweersters om de omgang te ondersteunen en er een ernstig verschil van inzicht bestaat over de rol van de man in het leven van de minderjarige.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de man afgewezen, met de overweging dat de man onvoldoende inzicht heeft getoond in zijn rol en de gevolgen van een omgangsregeling voor de minderjarige. De uitspraak benadrukt het belang van de stabiliteit en rust in het leven van de minderjarige, en dat omgang zonder duidelijkheid over de rol van de man niet in het belang van het kind is.