ECLI:NL:GHSHE:2003:AF9129
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Feith
- A. de Groot-van Dijken
- H. Hendriks-Jansen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid advocaat voor gemiste wettelijke rente over AAW/WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een advocaat voor het niet aanzeggen van wettelijke rente over een AAW/WAO-uitkering. De appellant, die in 1982 een beslissing van de Bedrijfsvereniging voor Overheidsdiensten aanvecht, stelt dat zijn advocaat, de geïntimeerde, een beroepsfout heeft gemaakt door de wettelijke rente niet aan te zeggen. De Bedrijfsvereniging had de appellant in 1982 geen uitkering toegekend, maar na verder onderzoek werd deze alsnog met terugwerkende kracht toegekend. De appellant ontdekte in 1996 dat hij de wettelijke rente over het ontvangen bedrag had gemist, wat hij toeschrijft aan de nalatigheid van zijn advocaat. De geïntimeerde verweert zich door te stellen dat er geen beroepsfout is gemaakt, aangezien de rechtsopvatting destijds niet duidelijk was en dat de vordering van de appellant is verjaard. Het hof oordeelt dat de geïntimeerde geen beroepsfout heeft gemaakt, omdat de stand van de wetenschap in de relevante periode niet vereiste dat hij de wettelijke rente aanzegde. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Maastricht, waarbij de vordering van de appellant was afgewezen op grond van verjaring. De appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.