ECLI:NL:GHSHE:2003:AF9533
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- Hendriks
- D. de Jonge
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek schadevergoeding ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering
Op 21 mei 2003 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die domicilie had gekozen ten kantore van mr. D. Duijvelshoff. Het hof heeft kennisgenomen van de conclusie van de advocaat-generaal, die het verzoek tot schadevergoeding afwees. De verzoeker was niet verschenen, maar zijn advocaat was wel aanwezig tijdens de behandeling van de zaak op 23 april 2003.
Het hof overwoog dat het verzoek tijdig was ingediend en dat het hof bevoegd was om het verzoek te behandelen, aangezien er geen andere rechterlijke instantie meer betrokken was bij de zaak. De voorzitter van het hof oordeelde dat de term "zaak" in de context van artikel 591a ook de procedure ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering omvat, omdat deze in rechtstreeks verband staat met de strafzaak. Het hof concludeerde dat een beklaagde die niet wordt vervolgd gelijkgesteld moet worden met een gewezen verdachte.
De zaak tegen de verzoeker was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof oordeelde dat de verzoeker recht had op rechtsbijstand en dat de opgegeven kosten van Eur. 2061,72, die voldoende waren onderbouwd, niet als bovenmatig konden worden aangemerkt. De voorzitter besloot daarom om de verzoeker een schadevergoeding toe te kennen van Eur. 2061,72, inclusief de kosten voor het indienen en behandelen van het verzoekschrift.