ECLI:NL:GHSHE:2005:AT3377
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Koens
- M. Kranenburg
- J. Katerberg
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap met pensioenverweer
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de echtscheiding en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen een man en een vrouw. De vrouw had in eerste aanleg verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de nevenvoorzieningen te schorsen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man inzicht gegeven in de opbouw van zijn pensioenrechten, waar de vrouw onvoldoende tegenin heeft gebracht. Het hof oordeelde dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat de situatie van artikel 1:153 lid 1 BW zich voordoet, waardoor haar grief faalt. De man heeft verklaard dat hij niet terminaal ziek is en volledig in staat is om zijn wil te bepalen, wat door de vrouw niet is betwist. Het hof heeft vastgesteld dat partijen al geruime tijd gescheiden leven en dat de man niet wenst te hervatten van de samenleving met de vrouw. De vrouw heeft geen pogingen ondernomen om de huwelijksrelatie te herstellen, wat het hof leidt tot de conclusie dat het huwelijk duurzaam ontwricht is. Het hof heeft de echtscheiding uitgesproken en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap bevolen, waarbij het hof oordeelt dat de vrouw geen belang heeft bij schorsing van de nevenvoorzieningen. De proceskosten zijn gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn. De beschikking van de rechtbank te Maastricht is bekrachtigd.