ECLI:NL:GHSHE:2007:BB3459
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Groot-Van Dijken
- A. Huijbers-Koopman
- J. Hofkes
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en verjaring in motorrijtuigenverzekering geschil
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 september 2007, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de aansprakelijkheid in het kader van een motorrijtuigenverzekering. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J. Lauwen-Beerens, heeft een vordering ingesteld tegen Fortis ASR Schadeverzekering N.V., voorheen AMEV Schadeverzekeringen N.V., vertegenwoordigd door mr. J.E. Lenglet. De kern van het geschil draait om de vraag of er sprake is geweest van onderhandelingen die de verjaring van de vordering van de appellant hebben gestuit, zoals bedoeld in artikel 10 lid 5 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM).
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd dat er onderhandelingen hebben plaatsgevonden die de verjaring zouden hebben gestuit. De door de appellant overgelegde brieven van CED Schadeonderzoek B.V. en ARAG zijn niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat Fortis een regeling van de schade zonder meer uitsloot. Het hof concludeert dat de appellant geen enkele brief heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij of ARAG zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming heeft voorbehouden.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 16 februari 2005, onder aanvulling en verbetering van de gronden. De appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Fortis worden begroot op EUR 291,- aan vast recht en EUR 1.788,- aan salaris procureur. Dit arrest is uitvoerbaar bij voorraad.