ECLI:NL:GHSHE:2009:BQ6046

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 103.004.119 T2
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. van Etten
  • W.H.B. den Hartog Jager
  • J. Kleijngeld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in hoger beroep inzake bedrijfshuur en werkzaamheden door vorige huurder

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep tegen een eindvonnis van de rechtbank Maastricht in een geschil over bedrijfshuur. De zaak is voortgekomen uit een tussenarrest van 14 april 2009, waarin het hof had besloten om deskundige voorlichting te vragen over werkzaamheden die in 1992 en 1993 door de vorige huurder zijn uitgevoerd. Het hof heeft de heer H.J. Schotanus benoemd als deskundige om deze vragen te beantwoorden. Beide partijen hebben ingestemd met de benoeming van de deskundige en hebben aanvullende vragen geformuleerd.

De uitspraak van 15 september 2009 bevatte een aantal belangrijke beslissingen. Het hof heeft bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal plaatsvinden naar de geformuleerde vragen en dat de deskundige een schriftelijk rapport moet indienen. Het hof heeft ook een voorschot van € 500,- vastgesteld voor de kosten van de deskundige, dat door appellante binnen vier weken na de uitspraak moet worden overgemaakt. Daarnaast zijn er voorwaarden gesteld aan het onderzoek, zoals het verstrekken van processtukken aan de deskundige en het geven van gelegenheid aan partijen om opmerkingen te maken.

Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol van 2 februari 2010 voor memorie na deskundigenonderzoek aan de zijde van appellante en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer en is een belangrijke stap in de procedure, waarbij de deskundige een cruciale rol zal spelen in het verder verloop van de zaak.

Uitspraak

zaaknr. HD 103.004.119
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
zevende kamer van 15 september 2009,
gewezen in de zaak van:
1. [Appellante sub 1.],
2. [Appellant sub 2.],
beiden wonende te [woonplaats],
appellanten,
advocaat: mr. F.G.F.M. Tripels,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PROJECTONTWIKKELING ST. GERLACH B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. W.C.M. Coenen,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 14 april 2009 in het hoger beroep van het onder zaaknummer 122664 CV EXPL 02-2688 door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Maastricht, gewezen eindvonnis van 14 juni 2006 tussen appellanten – verder te noemen [appellante] (enkelvoud) - als gedaagden, en geïntimeerde - verder te noemen St. Gerlach - als eiseres.
6. Het tussenarrest van 14 april 2009
Bij genoemd arrest is de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van aktes en is iedere verdere beslissing aangehouden.
7. Het verdere verloop van de procedure
Partijen hebben elk een akte genomen. Vervolgens hebben zij de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
8. De verdere beoordeling
8.1. Het hof blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenarrest met dien verstande dat hierbij verbeterd wordt dat een paar keer abusievelijk als naam van appellanten is vermeld [X.] in plaats van [Y.].
8.2. In rov. 4.13 van het tussenarrest heeft het hof nadere deskundige voorlichting gewenst geoordeeld ten aanzien van werkzaamheden in 1992 en 1993 door de vorige huurder uitgevoerd. Het hof heeft voorgesteld de heer H.J. Schotanus als deskundige te benoemen. Het hof heeft vragen geformuleerd.
8.3. Beide partijen hebben ingestemd met benoeming van de heer Schotanus. Zij hebben elk nog een aanvullende vraag geformuleerd. Het hof zal tot benoeming overgaan en de deskundige verzoeken de door het hof en door partijen geformuleerde vragen te beantwoorden.
8.4. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
9. De uitspraak
Het hof:
bepaalt dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht naar de in onderdeel 4.13 van het tussenarrest geformuleerde vragen en naar de nadere vragen door partijen geformuleerd in de aktes van 12 mei en 9 juni 2009;
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer H.J. Schotanus
Bedrijfshuuradviesbureau Limburg
[vestigingsadres]
[postcode] [vestigingsplaats]
[telefoonnummer];
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof;
verzoekt de deskundige tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek zal aanvangen nadat de griffier heeft bericht dat het voorschot is ontvangen;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat het voorschot is ontvangen en dat met het onderzoek kan worden aangevangen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 500,- inclusief btw, tenzij partij/partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt; in dat geval zal het hof op het bezwaar/de bezwaren beslissen en de hoogte van het voorschot bepalen;
bepaalt dat [appellante] genoemd voorschot binnen 4 weken na heden zal overmaken naar rekeningnummer 19.23.25.787 ten name van Arrondissement 536 ’s-Hertogenbosch onder vermelding van HD 103.004.119;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
bepaalt dat [appellante] binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen en dat partijen alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
benoemt mr. W.H.B. den Hartog Jager tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige en partijen zich, door tussenkomst van de griffie kunnen wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
verwijst de zaak naar de rol van 2 februari 2010 voor memorie na deskundigenonderzoek, aan de zijde van [appellante];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Etten, Den Hartog Jager en Kleijngeld en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 15 september 2009.