ECLI:NL:GHSHE:2013:3058
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- A.R.O. Mooy
- F.J.M. Walstock
- W. van Nierop
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in hoger beroep tegen beslissing tot opheffing van voorlopige hechtenis
Op 11 juli 2013 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak met nummer AVNR. 000750-13, waarin het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. Deze beslissing, genomen op 24 mei 2013, betrof een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank bekeken en de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord. Het hof oordeelde dat er sprake was van een beslissing die op de terechtzitting was genomen, waardoor artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing was. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
Het hof heeft vastgesteld dat, gezien de wet en de ratio van de bepalingen, artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering zo moet worden geïnterpreteerd dat niet alleen de verdachte, maar ook het openbaar ministerie afzonderlijk appel kan instellen tegen een toewijzing van een verzoek tot opheffing van voorlopige hechtenis. Het hof concludeert dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in het hoger beroep. Na beoordeling van de gronden waarop de beslissing van de rechtbank is gebaseerd, heeft het hof besloten het hoger beroep af te wijzen en de beslissing van de rechtbank te bevestigen. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.