ECLI:NL:GHSHE:2013:3058

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 juli 2013
Publicatiedatum
16 juli 2013
Zaaknummer
AVNR. 000750-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in hoger beroep tegen beslissing tot opheffing van voorlopige hechtenis

Op 11 juli 2013 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak met nummer AVNR. 000750-13, waarin het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. Deze beslissing, genomen op 24 mei 2013, betrof een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank bekeken en de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord. Het hof oordeelde dat er sprake was van een beslissing die op de terechtzitting was genomen, waardoor artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing was. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.

Het hof heeft vastgesteld dat, gezien de wet en de ratio van de bepalingen, artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering zo moet worden geïnterpreteerd dat niet alleen de verdachte, maar ook het openbaar ministerie afzonderlijk appel kan instellen tegen een toewijzing van een verzoek tot opheffing van voorlopige hechtenis. Het hof concludeert dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in het hoger beroep. Na beoordeling van de gronden waarop de beslissing van de rechtbank is gebaseerd, heeft het hof besloten het hoger beroep af te wijzen en de beslissing van de rechtbank te bevestigen. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: AVNR. 000750-13
Parketnummer 1e aanleg: 01-825480-12
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Oost-Brabant van 31 mei 2013, waarbij door de officier van justitie in de zaak tegen:

[verdachte]

geboren [geboortedag] te [geboorteplaats]
[adres]
hoger beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 mei 2013, bij welke beslissing het verzoek tot opheffing van de aan [verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd toegewezen.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van verdachte.
Het hof is anders dan de advocaat-generaal van oordeel dat er ten deze sprake is van een op de terechtzitting genomen beslissing, zodat (mede) artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing is.
De raadsman heeft zich met betrekking tot de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Naar het oordeel van het hof dient - gelet op het systeem van de wet en de ratio van de bepaling - artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering, mede gelet op het bepaalde in artikel 71, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering zodanig gelezen te worden dat niet alleen de verdachte afzonderlijk appel kan instellen tegen de afwijzing van een op de zitting gedaan verzoek tot opheffing, maar dat ook het openbaar ministerie afzonderlijk appel kan instellen tegen een toewijzing van een ter terechtzitting gedaan verzoek tot opheffing.
Het openbaar ministerie is derhalve ontvankelijk in het hoger beroep.
Het hof stemt in met genoemde beslissing en de gronden waarop deze berust.
Het hoger beroep moet daarom worden afgewezen.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beslissing waarvan beroep.
Aldus gedaan op 11 juli 2013
door mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. W. van Nierop,
in tegenwoordigheid van mr. D.E.J. Timmermans, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 11 juli 2013