Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 13/00727
hierna: belanghebbende,
26 april 2013, nummer SHE 12/778 in het geding tussen
1. Ontstaan en loop van het geding
Het daartegen gemaakte bezwaar is, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Heffingsambtenaar, ongegrond verklaard.
De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
2. Feiten
€ 1.000 opgenomen.
3. Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4. Gronden
Een verdere onderbouwing voor de waarde in goede justitie acht het Hof niet goed mogelijk en, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 15 januari 2010, nr. 07/13305, ECLI:NL:HR:2010:BK9136, BNB 2010/80, ook niet noodzakelijk. De waardebepaling in goede justitie leent zich immers slechts in beperkte mate voor motivering.
‘s-Hertogenbosch aan belanghebbende het door hem ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van respectievelijk € 42 respectievelijk € 118 te vergoeden.
Er is naar het oordeel van het Hof sprake van samenhangende zaken omdat het gaat om gelijktijdig ingediende beroepschriften die één belastingplichtige en één onroerende zaak betreffen. Verder zijn de hoger beroepschriften van gelijke inhoud en bevatten ze dezelfde motivering. Dat geldt ook voor de zogenaamde tien-dagen-stukken met de vijf producties. Voorts is voor beide zaken volstaan met één pleitnota met argumenten die voor beide zaken zijn ingebracht. Dat geldt ook voor de ter zitting getoonde foto’s van de onroerende zaak.
5. Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank,
- verklaarthet tegen de uitspraken van de Heffingsambtenaar bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraken van de Heffingsambtenaar,
- vermindertde bij de WOZ beschikking vastgestelde waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum 1 januari 2010 tot een bedrag van € 435.000,
- gelastdat de aanslag ozb wordt verminderd naar een bij deze waarde van € 435.000 behorend bedrag,
- gelastdat de gemeente ’s-Hertogenbosch aan belanghebbende het door hem ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 160 vergoedt, en
- veroordeeltde Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.461 (€ 974 plus
€ 487).