ECLI:NL:GHSHE:2014:4090

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 oktober 2014
Publicatiedatum
7 oktober 2014
Zaaknummer
HD 200.150.517_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing wegens verknochtheid in civiele procedure

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 oktober 2014, betreft het een hoger beroep van [vestigingsplaats 1] Banen B.V. tegen Grenkefinance N.V. De zaak is aanhangig gemaakt in het kader van een incident tot verwijzing en voeging ex artikel 220 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). [vestigingsplaats 1] Banen vordert verwijzing van de procedure naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, omdat deze verknocht is aan elf andere zaken die daar aanhangig zijn. Grenkefinance refereert zich aan het oordeel van het hof met betrekking tot de verwijzing, maar verzoekt wel om veroordeling in de proceskosten.

Het hof overweegt dat op grond van artikel 220 Rv een zaak kan worden verwezen naar een andere rechter als deze verknocht is aan een andere zaak die al aanhangig is. De rechters constateren dat de geschilpunten in de onderhavige zaak identiek zijn aan die in de andere aanhangige zaken. Het hof wijst de vordering van [vestigingsplaats 1] Banen toe en verwijst de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 oktober 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.150.517/01
arrest van 7 oktober 2014
gewezen in het incident tot verwijzing en voeging ex artikel 220 Rv
in de zaak van
[vestigingsplaats 1] Banen B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1],
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna aan te duiden als: [vestigingsplaats 1] Banen,
advocaat: mr. M.G.G. de Bruin te Barendrecht,
tegen
Grenkefinance N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2],
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna aan te duiden als: Grenke,
advocaat: mr. N.T.M. Verhoeven te Eindhoven,
op het bij exploot van dagvaarding van 12 maart 2014 ingeleide hoger beroep van de door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven gewezen vonnissen van 14 maart 2013, 23 mei 2013 en 9 januari 2014 tussen [vestigingsplaats 1] Banen als gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie en Grenke als eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 868664 CV EXPL 12-12319)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de incidentele memorie van eis houdende een vordering tot verwijzing ex artikel 351 lid 1 juncto 220 Rv van [vestigingsplaats 1] Banen met producties;
- de memorie van antwoord in het incident strekkende tot verwijzing van Grenke.
Partijen hebben arrest gevraagd in het incident.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
[vestigingsplaats 1] Banen vordert op grond van het bepaalde in artikel 220 Rv de onderhavige procedure vanwege verknochtheid met elf zaken die tussen een aantal andere sportscholen en Grenke aanhangig zijn bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
in de stand van het geding te verwijzen naar dat gerechtshof.
3.2.
Grenke refereert zich wat betreft de vordering van [vestigingsplaats 1] Banen tot verwijzing aan het oordeel van het hof. Ten aanzien van de proceskostenveroordeling verzoekt Grenke [vestigingsplaats 1] Banen te veroordelen in de proceskosten.
3.3.
Ingevolge het bepaalde in artikel 220 lid 1 Rv kan in een zaak die verknocht is aan een zaak die reeds bij een andere gewone rechter van gelijke rang aanhangig is, de verwijzing naar die andere rechter worden gevorderd. Van verknochtheid is sprake wanneer de feitelijke of juridische geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere, dan wel daarmee zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is. Daaraan kan ook zijn voldaan bij zaken die lopen tussen verschillende partijen.
3.4.
Het hof stelt vast dat de onderhavige zaak verknocht is aan de elf zaken die door elf sportscholen tegen Grenke in hoger beroep aanhangig zijn gemaakt bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, nu blijkens de door Grenke in eerste aanleg aan [vestigingsplaats 1] Banen, [sportschool 1] en [sportschool 2] [plaats 4] betekende dagvaardingen (door [vestigingsplaats 1] Banen overgelegd als producties 4 t/m 6) Grenke in deze drie zaken telkens op dezelfde grondslag dezelfde vordering heeft ingesteld en Grenke niet heeft betwist dat de feitelijke en juridische geschilpunten in alle twaalf zaken identiek zijn.
3.5. De vraag is vervolgens of de onderhavige zaak kan worden aangemerkt als later aanhangig gemaakt dan de zaken in verband waarmee verwijzing wordt gevorderd. Artikel 125 Rv bepaalt in algemene zin dat het geding aanhangig is vanaf de dag der dagvaarding. Van de zaken die aanhangig zijn bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden is alleen de zaak tussen [sportschool 1] en Grenke (zaaknummer 200.149.806/01) eerder aanhangig gemaakt dan de onderhavige zaak, namelijk op 6 maart 2014. Acht zaken zijn gelijktijdig met de onderhavige zaak aanhangig gemaakt (op 12 maart 2014) en twee zaken later (op 14 maart en op 14 april 2014). Nu reeds de zaak met zaaknummer 200.149.806/01 verwijzing rechtvaardigt en alle zaken die thans bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden aanhangig zijn, voor het eerst hebben gediend op 3 juni 2014, terwijl de onderhavige zaak voor het eerst op de rol stond van 17 juni 2014, en Grenke zich tegen de verzochte verwijzing niet heeft verzet, zal het hof de incidentele vordering van [vestigingsplaats 1] Banen toewijzen. De verwijzing leidt van rechtswege tot voeging van de onderhavige zaak met de door [vestigingsplaats 1] Banen in productie 7 vermelde zaken die bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden reeds aanhangig zijn.
3.6.
De beslissing over de proceskosten van het incident zal worden aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
In de hoofdzaak
3.7.
De zaak zal worden verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, alwaar verder geprocedeerd kan worden op de wijze als bepaald in artikel 221 Rv.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident
wijst de vordering toe;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden;
stelt vast dat de onderhavige zaak van rechtswege is gevoegd met de volgende bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, reeds aanhangige zaken:
zaaknummer
appellant(e)(en)
geïntimeerde
200.149.806/01
[sportschool 1] v.o.f. ([sportschool 1])
Grenkefinance N.V.
200.149.791/01
[sportschool 2] v.o.f. c.s.
Grenkefinance N.V.
200.149.787/01
[sportschool 3] v.o.f. c.s.
Grenkefinance N.V.
200.149.821/01
Dynamic Sports [plaats 1] B.V.
Grenkefinance N.V.
200.149.824/01
Dynamic Sports [plaats 2] B.V.
Grenkefinance N.V.
200.149.827/01
[sportschool 4] (eenmanszaak M.[eigenaar 1])
Grenkefinance N.V.
200.149.812/01
[sportschool 5] B.V. ([sportschool 5]
Grenkefinance N.V.
200.149.820/01
Preventiecentrum [plaats 3] B.V.
Grenkefinance N.V.
200.149.782/01
[sportschool 6] v.o.f. c.s.
Grenkefinance N.V.
200.149.793/01
Dhr. [sportschool 7]
Grenkefinance N.V.
200.149.816/01
[sportschool 8] (eenmanszaak [eigenaar 2])
Grenkefinance N.V.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 oktober 2014.