ECLI:NL:GHSHE:2014:4092

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 oktober 2014
Publicatiedatum
7 oktober 2014
Zaaknummer
HD 200.150.596_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing wegens verknochtheid in civiele procedure tussen Trivium Sport B.V. en Grenkefinance N.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een hoger beroep van Trivium Sport B.V. tegen Grenkefinance N.V. De zaak is ontstaan uit een incident tot verwijzing en voeging ex artikel 220 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Trivium vorderde de verwijzing van de onderhavige procedure naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, omdat deze verknocht zou zijn aan elf andere zaken die daar aanhangig zijn. Grenkefinance refereerde zich aan het oordeel van het hof, maar verzocht wel om veroordeling van Trivium in de proceskosten.

Het hof overwoog dat op grond van artikel 220 Rv een verwijzing kan worden gevorderd wanneer de geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere, of zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is. Het hof stelde vast dat de onderhavige zaak inderdaad verknocht was aan de elf andere zaken, aangezien de feitelijke en juridische geschilpunten identiek waren. De vordering van Trivium tot verwijzing werd dan ook toegewezen.

De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. Het hof verwees de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waar verder geprocedeerd kan worden. Dit arrest is gewezen op 7 oktober 2014 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.150.596/01
arrest van 7 oktober 2014
gewezen in het incident tot verwijzing en voeging ex artikel 220 Rv
in de zaak van
Trivium Sport B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1],
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna aan te duiden als: Trivium,
advocaat: mr. M.G.G. de Bruin te Barendrecht,
tegen
Grenkefinance N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2],
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna aan te duiden als: Grenke,
advocaat: mr. N.T.M. Verhoeven te Eindhoven,
op het bij exploot van dagvaarding van 12 maart 2014 ingeleide hoger beroep van de door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom gewezen vonnissen van 16 januari 2013, 8 mei 2013 en 18 december 2013 tussen Trivium als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie en Grenke als eiseres in conventie, verweerster in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak/rolnr. 752446 CV EXPL 12-8022)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de incidentele memorie van eis houdende een vordering tot verwijzing ex artikel 353 lid 1 juncto 220 Rv van Trivium;
- de memorie van antwoord in het incident strekkende tot verwijzing van Grenke.
Partijen hebben arrest gevraagd in het incident.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
Trivium vordert op grond van het bepaalde in artikel 220 Rv de onderhavige procedure vanwege verknochtheid met elf zaken die tussen een aantal andere sportscholen en Grenke aanhangig zijn bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
in de stand van het geding te verwijzen naar dat gerechtshof.
3.2.
Grenke refereert zich wat betreft de vordering van Trivium tot verwijzing aan het oordeel van het hof. Ten aanzien van de proceskostenveroordeling verzoekt Grenke Trivium te veroordelen in de proceskosten.
3.3.
Ingevolge het bepaalde in artikel 220 lid 1 Rv kan in een zaak die verknocht is aan een zaak die reeds bij een andere gewone rechter van gelijke rang aanhangig is, de verwijzing naar die andere rechter worden gevorderd. Van verknochtheid is sprake wanneer de feitelijke of juridische geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere, dan wel daarmee zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is. Daaraan kan ook zijn voldaan bij zaken die lopen tussen verschillende partijen.
3.4.
Het hof stelt vast dat de onderhavige zaak verknocht is aan de elf zaken die door elf sportscholen tegen Grenke in hoger beroep aanhangig zijn gemaakt bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, nu blijkens de door Grenke in eerste aanleg aan Trivium, [sportschool 1] en [sportschool 2] [plaats 4] betekende dagvaardingen (door Trivium overgelegd als producties 4 t/m 6) Grenke in deze drie zaken telkens op dezelfde grondslag dezelfde vordering heeft ingesteld en Grenke niet heeft betwist dat de feitelijke en juridische geschilpunten in alle twaalf zaken identiek zijn.
3.5. De vraag is vervolgens of de onderhavige zaak kan worden aangemerkt als later aanhangig gemaakt dan de zaken in verband waarmee verwijzing wordt gevorderd. Artikel 125 Rv bepaalt in algemene zin dat het geding aanhangig is vanaf de dag der dagvaarding. Van de zaken die aanhangig zijn bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden is alleen de zaak tussen [sportschool 1] en Grenke (zaaknummer 200.149.806/01) eerder aanhangig gemaakt dan de onderhavige zaak, namelijk op 6 maart 2014. Acht zaken zijn gelijktijdig met de onderhavige zaak aanhangig gemaakt (op 12 maart 2014) en twee zaken later (op 14 maart en op 14 april 2014). Nu echter alle zaken die thans bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden aanhangig zijn, voor het eerst hebben gediend op 3 juni 2014, terwijl de onderhavige zaak voor het eerst op de rol stond van 17 juni 2014, en Grenke zich tegen de verzochte verwijzing niet heeft verzet, zal het hof de incidentele vordering van Trivium toewijzen. De verwijzing leidt van rechtswege tot voeging van de onderhavige zaak met de door Trivium in productie 7 vermelde zaken die bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden reeds aanhangig zijn.
3.6.
De beslissing over de proceskosten van het incident zal worden aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
In de hoofdzaak
3.7.
De zaak zal worden verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, alwaar verder geprocedeerd kan worden op de wijze als bepaald in artikel 221 Rv.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident
wijst de vordering toe;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden;
stelt vast dat de onderhavige zaak van rechtswege is gevoegd met de volgende bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, reeds aanhangige zaken:
zaaknummer
appellant(e)(en)
geïntimeerde
200.149.806/01
[sportschool 1] v.o.f. ([sportschool 1])
Grenkefinance N.V.
200.149.791/01
[sportschool 2] v.o.f. c.s.
Grenkefinance N.V.
200.149.787/01
[sportschool 3] v.o.f. c.s.
Grenkefinance N.V.
200.149.821/01
Dynamic Sports [plaats 1] B.V.
Grenkefinance N.V.
200.149.824/01
Dynamic Sports [plaats 2] B.V.
Grenkefinance N.V.
200.149.827/01
[sportschool 4] (eenmanszaak [eigenaar 1])
Grenkefinance N.V.
200.149.812/01
[sportschool 5] B.V. ([sportschool 5])
Grenkefinance N.V.
200.149.820/01
Preventiecentrum [plaats 3] B.V.
Grenkefinance N.V.
200.149.782/01
[sportschool 6] v.o.f. c.s.
Grenkefinance N.V.
200.149.793/01
Dhr. [sportschool 7]
Grenkefinance N.V.
200.149.816/01
[sportschool 8] (eenmanszaak [eigenaar 2])
Grenkefinance N.V.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 oktober 2014.