Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de wijziging van de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers. Belanghebbende heeft in 2009 een personenauto uit 1978 aangeschaft, waarvoor hij tot 1 januari 2014 vrijstelling van motorrijtuigenbelasting genoot. Met de wijziging van de wet per 1 januari 2014 is deze vrijstelling echter beperkt tot voertuigen van 40 jaar of ouder. In een brief van de Inspecteur in december 2013 werd belanghebbende geïnformeerd dat hij per 1 januari 2014 weer motorrijtuigenbelasting verschuldigd zou zijn. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze brief, maar de Inspecteur heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar het bezwaar tegen de brief van de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het Hof oordeelt dat de brief van de Inspecteur slechts een informatief karakter heeft en geen belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking is. Het Hof bevestigt het oordeel van de Rechtbank dat het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk is.
De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd. Het Hof ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is op 17 april 2015 uitgesproken door een meervoudige kamer van het Hof, en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.