3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. a) De belastingdienst heeft, bij brief van 27 oktober 2000, van de Belgische autoriteiten fotokopieën van afgedrukte microfiches verstrekt gekregen, welke microfiches afkomstig zijn uit de interne administratie van de Luxemburgse KB Luxbank (hierna: KB Lux) en betrekking hebben op Nederlandse ingezetenen. Op de microfiches zijn saldi vermeld op rekeningen bij de KB Lux per 31 januari 1994.
b) Het onderzoek van de belastingdienst aan de hand van de verkregen fotokopieën is bekend als het Rekeningenproject.
c) Aan de hand van deze microfiches heeft de belastingdienst onderzoek gedaan naar de identiteit van de rekeninghouders. Van deze identificaties zijn processen-verbaal van ambtshandeling Rekeningenproject opgemaakt. Het proces-verbaal van identificatie met betrekking tot [appellanten c.s.] is gedateerd op 7 juni 2002.
d) [appellanten c.s.] zijn als één van de rekeninghouders meermalen aangeschreven, appellant sub 1 voor het eerst in 2002 en appellant sub 2 voor het eerst in 2004, met het verzoek, dan wel de sommatie om opgave te doen van (het verloop van) de door hen aangehouden buitenlandse bankrekening(en).
e) [appellanten c.s.] hebben ontkend over buitenlandse banktegoeden te beschikken en dat ingevuld op het door de belastingdienst aan hen toegezonden formulier “Verklaring in het buitenland aangehouden bankrekening(en)”.
f) Aan [appellanten c.s.] zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen/vermogensbelasting met boete opgelegd over de jaren 1991 tot en met 2000. De beroepsprocedures over de jaren 1991 tot en met 2000 hebben geleid tot een uitspraak van de belastingkamer van dit hof van 29 december 2011, waarbij de identificatie van [appellanten c.s.] als rekeninghouders aannemelijk is geoordeeld. Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep in cassatie is door de Hoge Raad op 12 juli 2013 ongegrond verklaard.
g) [appellanten c.s.] hebben tot op heden geen gehoor gegeven aan herhaalde verzoeken en sommaties om opgave te doen van (het verloop van) de door hen aangehouden buitenlandse bankrekening(en).