In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een huurgeschil tussen Woningbouwvereniging Volksbelang en twee huurders, aangeduid als [geintimeerden c.s.]. De zaak betreft de vraag of Volksbelang dwangsommen heeft verbeurd en of de huurders recht hebben op voortgezette huurvermindering, zoals bepaald in een eerder vonnis van de kantonrechter. De achtergrond van het geschil ligt in de aanwezigheid van schimmel in de badkamer van de huurwoning, waarvoor Volksbelang was veroordeeld om de schimmel te laten verwijderen door een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf.
Het hof heeft in een tussenarrest van 26 mei 2015 geoordeeld dat de vraag of de werkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd, moet worden getoetst aan de inhoud van de veroordeling. Het hof concludeert dat Volksbelang in beginsel heeft voldaan aan de verplichting om de schimmel te verwijderen, maar dat de nieuwe schimmelvorming niet aan haar te wijten is. De huurders hebben gesteld dat de oorzaak van de schimmelvorming ligt in de afzuigcapaciteit van het ventilatiesysteem, maar het hof oordeelt dat Volksbelang niet kan worden verweten dat er nieuwe schimmelvorming is ontstaan.
Uiteindelijk oordeelt het hof dat Volksbelang geen dwangsommen heeft verbeurd en dat de huurders geen recht hebben op huurverlaging na 6 juni 2014. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van Volksbelang toe, waarbij de huurders worden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 4 augustus 2015 door de rechters W.H.B. den Hartog Jager, M.G.W.M. Stienissen en M.A. Wabeke.