Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.JPB Groep B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
JPB Logistics B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/02/253852/HA ZA 12-625)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven van 13 januari 2015 met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van 21 april 2015 met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van 30 juni 2015;
- het pleidooi op 5 november 2015, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
“De montageprijs van [MDN] is gebaseerd op de in deze offerte opgegeven hoeveelheden en Isometrics. Afwijkingen hierop zullen als meerwerk worden verrekend.”
levering en de montage van de bitumenleidingwerd in de offerte van 20 juli 2010 verwezen naar de offerte van 23 juni 2010 (p. 9). Het met
de levering van de installatiegemoeide bedrag van
Onder het kopje “
Uitgangspunten”is op pagina 5 van de offerte opgenomen dat [MDN] geen materiaal, materieel of andere koop- en of huurdelen levert, maar dat deze namens en voor rekening van JPB Logistics door [MDN] worden besteld en uitgeleverd, waarbij [MDN] als ‘inkoopbegeleider’ optreedt, met als specifieke taak de inkopen zo voordelig en waar nodig zo kwalitatief hoogstaand mogelijk te verzorgen.
Omtrent de betaling vermeldt de offerte (p. 2) dat deze plaatsvindt in maandelijkse termijnen naar rato, dat regie-uren wekelijks op basis van getekende urenstaten in rekening zullen worden gebracht en dat betaling netto binnen 30 dagen na factuurdatum plaatsheeft.
Artikel 14 lid 5 van de ALIB 2007 vermeldt:
projectleiding, werkvoorbereiding en inkoopbegeleiding” een bedrag van € 23.150,-- exclusief btw in mindering moet worden gebracht omdat [MDN] in strijd met de overeengekomen inkoopprocedure zelf materiaal en materieel heeft ingekocht en aan JPB heeft geleverd. Volgens de rechtbank heeft JPB niet gesteld dat [MDN] in verzuim is en heeft JPB niet gemotiveerd dat zij als gevolg van de gestelde tekortkoming de door JPB gestelde schade lijdt. Behoudens de later te behandelen beroepen van JPB op verrekening en opschorting is JPB daarom gehouden het restant van de aanneemsom van € 51.322,32 inclusief btw aan [MDN] te betalen (rov. 3.5-3.9).
zulks voor het overige met instandlating van het bestreden Vonnis, zonodig met verbetering van de gronden” en met veroordeling van JPB in de proceskosten.
PLC programma”. JPB heeft vervolgens dit PLC programma in opdracht gegeven aan [besturingstechniek] . Dat JPB de automatisering van de thermische olieleiding zelf zou verzorgen blijkt volgens [MDN] ook uit een e-mail van [MDN] aan JPB van 2 februari 2011 (prod. 64 cvr/cva). De door [besturingstechniek] gefactureerde
“upgrade” betreft een upgrade van een computer van [besturingstechniek] wat [MDN] niet regardeert.
oncontroleerbare meerwerkclaims” maar ook met het feit dat het montagewerk nog wezenlijk zou wijzigen en dat dat gevolgen zou hebben voor de uiteindelijke kosten. JPB heeft bewust gekozen voor uitvoering in regie. Daarbij ligt het financiële risico vooral bij de opdrachtgever, in dit geval JPB, aldus [MDN] .
nietin de offerte van 20 juli 2010 waren inbegrepen. Voor werkzaamheden die
welin de offerte van 20 juli 2010 waren inbegrepen zijn de in die offertefase gewekte verwachtingen volgens JPB maatgevend. Zij betoogt dat het andersluidende oordeel van de rechtbank onjuist is. Volgens JPB geven de werkbonnen geen inzicht in de stand van het werk. JPB betwist verder dat een aantal werkzaamheden is uitgevoerd, zij betwist voor sommige werkzaamheden opdracht te hebben gegeven en zij voert aan dat daar waar [MDN] heeft verzuimd vooraf een prijsindicatie te verstrekken, het recht van [MDN] op vergoeding van de desbetreffende werkzaamheden is vervallen.
“door de aannemer gewoonlijk bedongen prijzen”, die bij de bepaling van de redelijke prijs een rol spelen, voor JPB bekend waren in die zin dat de door [MDN] te hanteren uurtarieven in de offerte van 20 juli 2010 zijn opgenomen en door JPB aanvaard. Volgens [MDN] heeft JPB ook de montageprijzen en materiaalprijzen aanvaard door aftekening van urenstaten en materiaalkosten en betaling van op die documentatie gebaseerde facturen. Aan de in het kader van de eerdere offertes genoemde prijzen kan JPB volgens [MDN] geen verwachtingen ontlenen; die offertes heeft JPB immers afgewezen en bovendien is het werk wezenlijk gewijzigd ten opzichte van de in die offertes beschreven werkzaamheden, aldus [MDN] .
alles exclusief het controleren van hoeveelheden en materiaal prijzen” en “
Over de hoeveelheid gebruikte uren op locatie kan geen enkel oordeel worden gegeven”. Voorts heeft JPB in haar memorie van grieven gespecificeerd en gemotiveerd bestreden dat aan haar een redelijke prijs in rekening is gebracht. Naar het oordeel van het hof is van een voldoende gemotiveerde betwisting sprake.
extraleiding
bij voorkeur eensluidend- de persoon van de te benoemen deskundige(n). Voorts kunnen partijen suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen (zie hierna ook rov. 3.14.4).
Grief 5
huur materieel”met vermelding van het weeknummer, maar met de gefactureerde bedragen corresponderende ondertekende werkbonnen ontbreken. JPB betwist dat [MDN] het in rekening gebrachte materiaal/materieel voor het project van JPB heeft gebruikt.
nietin de vaste aanneemsom opgenomen
verlengingvan de bitumenleiding. De heer [medewerker van JPB] van JPB heeft in reactie op die toelichting gezegd dat het zou kunnen kloppen dat het extra werk betrof. Het hof begrijpt die reactie aldus dat die ook betrekking heeft op de door JPB in haar pleitnota in hoger beroep genoemde voorbeelden ter onderbouwing van haar gestelde vermoeden dat dubbel werd gefactureerd door [MDN] (steeds uren i.v.m. “
bitumen”). Nog daargelaten dat het op de weg van JPB had gelegen om deze voorbeelden in haar memorie van grieven te noemen, en niet pas bij pleidooi in hoger beroep, neemt het hof in aanmerking dat de heer [medewerker van JPB] zijn reactie op dit punt (dat het kon kloppen dat het extra werk aan de bitumenleiding betrof) niet heeft beperkt tot de in productie 3 (mvg) genoemde 10 uren en evenmin na de toelichting door [MDN] heeft gezegd dat die toelichting (dat het extra werk, bovenop de aanneemsom, betrof) niet kon kloppen ten aanzien van de in de pleitnota genoemde voorbeelden.
fee (10%)”. Voorstelbaar is dat JPB bij betaling zich niet heeft gerealiseerd dat een opslagpercentage van 10% in rekening werd gebracht. In ieder geval is de enkele betaling onder voornoemde omstandigheden te weinig om te concluderen dat JPB [MDN] ’s aanspraak op dit punt uitdrukkelijk heeft erkend.
“It is not the Viton material but the mechanical stress from the Welds in the pipeline that damages the lips.” Volgens JPB is de test deugdelijk door IST uitgevoerd en blijkt reeds uit de op 20 februari 2013 geconstateerde beschadigingen aan het metaal van de pig dat de lasnaden gebrekkig zijn. Niettemin biedt JPB voor zover nodig aan te bewijzen door middel van deskundigenonderzoek dat de bitumenleiding ondanks herhaalde herstelwerkzaamheden gebrekkig is.
bitumenleiding: na onderzoek bleek dat een aantal lassen niet goed was. [MDN] heeft deze lassen hersteld en bij brief van 4 november 2011 gereed gemeld. Voorts is daarbij bevestigd dat een representatieve test onder bedrijfsomstandigheden dient te worden uitgevoerd. Gedurende het daarop volgende jaar heeft [MDN] enkele malen vergeefs geïnformeerd naar (verwachte) aankomst van met bitumen geladen schepen. Op 14 november 2012 stelde JPB voor de test met glycerine uit te voeren, maar die test is niet uitgevoerd, omdat JPB te weinig glycerine in de leiding had aangebracht. Rond kerst 2012 bleek dat JPB wel scheepsladingen met bitumen had besteld zonder [MDN] daarover te informeren.
thermische olieleiding: [MDN] betwist dat die lekkage aan haar zou zijn toe te rekenen en tevens de gestelde hoeveelheid weggelekte olie. Zou de lekkage al aan haar zijn toe te rekenen, dan stuit de vordering van JPB tot vergoeding van reinigings- en afvoerkosten en de kosten voor het hervullen van de thermische olieleiding met olie af op de artikelen 10 lid 2 en 16 leden 1,2 en 3 ALIB 2007, welke artikelen gevolgschade uitsluiten. De omvang van de gestelde schade wordt ook betwist;
pakking olietank: [MDN] betwist dat zij een onjuiste pakking heeft aangebracht, maar hoe dan ook stuit deze vordering af op genoemde ALIB 2007 voorwaarden, waarin gevolgschade is uitgesloten;
a succesfull pigging was done.”. Kennelijk is op 27 februari 2013 nog een test uitgevoerd, maar [MDN] noch IST is bij die test aanwezig geweest. [MDN] betwist dat die test onder de juiste omstandigheden is uitgevoerd. IST heeft zonder controle de door JPB gemaakte foto’s aan het rapport van 27 februari 2013 toegevoegd. IST is niet op basis van eigen waarneming tot de door JPB geciteerde conclusie gekomen. Aan die conclusie kan geen waarde worden gehecht. Van een door een onafhankelijke deskundige uitgevoerde test dan wel een test in aanwezigheid van alle partijen is geen sprake geweest.
voorwaardelijkeveroordeling in reconventie geen bespreking meer.
2. Specificatie van de offerte
3.Meerprijzen
Het uitvoeren van de leiding in RVS304L geeft een meerprijs van € 62.500,--.”
UITGANGSPUNTEN [MDN]” “
Materiaal leidingwerk St.35,8 naadloos volgens DIN2448”.
naadloos” in het hiervoor aangehaalde citaat uit de offerte van 20 juli 2010, onbetwist gesteld dat dat betrekking heeft op de
lengtenaden van leidingwerk en dat de naden die onderwerp zijn van het dispuut tussen partijen de zogenaamde
rondnaden (hof: de naden tussen de verschillende stukken leiding) zijn.
rondnaden volledig glad moeten zijn, zoals JPB stelt en [MDN] betwist. Evenmin staat vast dat het enkele feit dat de leiding “piggable” moet zijn – over die eis zijn partijen het eens – betekent dat bedoelde naden volledig glad moeten zijn.
a successful Pigging was done”. De eveneens opgenomen vermelding dat “
fresh prints in the metal of the pig shows that welds still are 3 to 4 mm intruding in the pipe” toont op zichzelf genomen nog niet aan dat de bitumenleiding niet beantwoordt aan hetgeen partijen overeenkwamen. Ten slotte dient vooralsnog terughoudend te worden omgegaan met de in het rapport van 27 februari 2013 neergelegde bevindingen, nu [MDN] onbestreden heeft gesteld dat zij noch IST bij die test aanwezig zijn geweest.
bij voorkeur eensluidend- de persoon van de te benoemen deskundige(n). Voorts kunnen partijen suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
andereschade dan de eerder in dit artikel genoemde schade, dus op
anderedan directe materiële schade als bedoeld in het tweede lid en op
anderedan de in het derde lid uitgesloten gevolgschade. De schade waarvan JPB vergoeding vordert betreft echter laatstgenoemde schade. Artikel 16 lid 5 ALIB 2007 mist hier dus toepassing. De vordering tot betaling van € 48.371,30 ter zake van schade is hoe dan ook niet toewijsbaar.