Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
) in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Snowbase Personeel B.V.,
1.Het verloop van de procedure
- voornoemde dagvaarding van 24 september 2014;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord waarbij producties zijn overgelegd.
2.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnr. C/02/269867 / HA ZA 13-706)
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
“(…) dat de curator het (…) betaalde terug kan vorderen, indien de giroinstelling aan welke de overschrijvingsopdracht werd gegeven, bij de aanvang van de dag van de faillietverklaring nog niet alle handelingen had verricht, die zij als opdrachtnemer van de schuldenaar ter effectuering van de betaling aan diens schuldeiser gehouden was te verrichten.”
Voor zover nodig vernietig ik de rechtshandeling tot overboeking van de € 28.000,- naar Faciliteitenbeheer ex artikel 47 Fw.”. Meer dan dit is in eerste aanleg ter zake het handelen op de voet van art. 47 Fw niet aangevoerd. Met voornoemde zin heeft de curator zo weinig aangevoerd dat Snowbase in elk geval tot en met haar memorie van grieven niet gehouden was om daarop te reageren.