A. Ten aanzien van de wijze van verdeling van de eenvoudige gemeenschap te bepalen – verwijzend naar het bevel tot verkoop van de voormalig echtelijke woning, staande en gelegen aan de [pand] te ( [postcode] ) [plaats] – dat:
a. ieder van partijen recht heeft op de helft van de overwaarde, bestaande uit de feitelijke verkoopopbrengst te verminderen met de (hypothecaire) geldleningen bij:
a) de Rabobank ter hoogte van € 45.378,-,
b) het Nationaal Restauratiefonds ter hoogte van € 25.295,- en
c) de lening bij [Beheer] Beheer BV ter hoogte van € 185.000,-, inclusief alle daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen, alsmede te verminderen met de verkoopkosten (beide makelaars) en te vermeerderen met de te verrekenen waarde van de Spaaroptimaalpolis (nr. [spaaroptimaalpolis] ) ter hoogte van € 17.161,-,
b. althans – indien en voor zover de lening bij [Beheer] Beheer BV ter hoogte van € 185.000,- niet in de genoemde wijze van verdeling wordt betrokken – te bepalen dat de vrouw uit haar aandeel in de overwaarde van de woning aan de [pand] te [plaats] bij voorrang – uiterlijk op de datum transport via de notaris – aan de man dient te vergoeden de helft van genoemd bedrag, zijnde een bedrag van (50% van € 185.000,-) € 92.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum feitelijke scheiding van partijen 19 juni 2008, althans met ingang van de datum inschrijving echtscheiding, althans met ingang van zodanige datum als het Hof juist acht;
c. althans te bepalen dat aan de man, althans aan [Beheer] Beheer BV, bij voorrang uit de verkoopopbrengst van de woning – uiterlijk op de datum transport via de notaris – het genoemde bedrag van € 185.000,- dient te worden voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum feitelijke scheiding van partijen 19 juni 2008, althans met ingang van de datum inschrijving echtscheiding, althans met ingang van een datum die het Hof juist acht;
d. althans zodanige beslissing die het Hof juist acht;
B. En bovendien – verwijzend naar sub A hiervoor – te bepalen dat:
a. de vrouw uit haar aandeel in de overwaarde van de woning aan de [pand] te [plaats] bij voorrang – uiterlijk op de datum transport via de notaris – aan de man dient te vergoeden de helft van de privé-investering van de man in genoemde woning ter hoogte van (50% van € 139.569,66) € 69.784,83, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum feitelijke scheiding van partijen, te weten 19 juni 2008, althans met ingang van de datum inschrijving echtscheiding, althans met ingang van een datum die het Hof juist acht,
b. althans te bepalen dat de man – bij voorrang uit de verkoopopbrengst van de woning – uiterlijk op de datum transport via de notaris, het genoemde bedrag van € 139.569,66, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum feitelijke scheiding van partijen 19 juni 2008, althans met ingang van de datum inschrijving echtscheiding, althans met ingang van een datum die het Hof juist acht, dient te ontvangen,
c. althans zodanige beslissing ten aanzien van genoemd vergoedingsrecht als het Hof juist acht;
C. Te bepalen dat de vrouw aan de man op grond van verdeling binnen een maand na de in deze zaak te wijzen beschikking, althans uiterlijk op de datum transport van de woning aan de [pand] te [plaats] uit haar aandeel van de verkoopopbrengst een bedrag van € 1.500,- dient te voldoen in verband met toedeling van de Opel Corsa aan de vrouw, alsmede een bedrag van € 1.589,- wegens verrekening van IB-aanslagen 2007 en 2008 – in totaal derhalve een bedrag van € 3.089,-- –, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2009, althans met ingang van de datum van de beschikking van de Rechtbank d.d. 15 december 2009, althans met ingang van zodanige datum als het Hof juist acht.
D. Te bepalen dat de vrouw dient mee te werken aan doorhaling van de hypothecaire inschrijving ten behoeve van (wijlen) de heer [vader van geintimeerde (200.168.166/01)] op de woning aan de [pand] te [plaats] binnen een week na de door uw hof te wijzen beschikking op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat de vrouw hier niet aan meewerkt, althans zodanige beslissing als het Hof juist acht;
E. Te bepalen dat de vrouw – bij voorrang uit haar aandeel van de verkoopopbrengst van de woning aan de [pand] te [plaats] uiterlijk op de datum transport – aan de man dient te voldoen de helft van de door de man vanaf 1 januari 2013 betaalde eigenaarslasten ten behoeve van de woning aan de [pand] te [plaats] , zijnde een bedrag van € 17.537,32 over de periode 1 januari 2013 tot en met 30 april 2015 en te vermeerderen met € 642,66 voor iedere maand vanaf 1 mei 2015 tot aan de datum transport van de woning (in verband met de verkoop), alsmede te vermeerderen met de helft van de door de man betaalde kosten genoemd onder punt 75 van het beroepschrift, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 januari 2013, althans zodanig bedrag en zodanige ingangsdatum als het Hof juist acht.
F. Ten aanzien van het in de huwelijkse voorwaarden opgenomen verrekenbeding te bepalen dat:
a. de man ter zake de Spaaroptimaalpolis aan de vrouw een bedrag van € 8.580,50 dient te voldoen op de wijze als hiervoor onder sub A (verdeling overwaarde woning) is aangegeven;
b. de man ter zake verrekening van de banksaldi van de op zijn naam staande bankrekeningen aan de vrouw een bedrag van (50% van € 84.344,48)
€ 42.122,24 dient te voldoen;
c. de vrouw op grond van art. 1:135 lid 3 BW aan de man dient te voldoen een bedrag van € 73.100,- te vermeerderen met het kasgeld dat zich op de peildatum onder de vrouw bevond (welk bedrag de man vooralsnog begroot op € 20.000,-),
althans subsidiair: ter zake verrekening van de banksaldi van de op naam van de vrouw staande bankrekeningen aan de man een bedrag van € 36.550,-, te
vermeerderen met de helft van het kasgeld dat zich op de peildatum onder de vrouw bevond (welk bedrag de man vooralsnog begroot op € 20.000,-), dient te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente;
d. de man ten aanzien van de op zijn naam staande polis van levensverzekering bij Nationale Nederlanden (nr. [levensverzekeringspolis NN] ) aan de vrouw een bedrag van € 1.100,16 dient te voldoen;
G. Voor recht te verklaren dat geen sprake is van enige te verrekenen waarde van de aandelen van de besloten vennootschap [Beheer] Beheer BV, althans de vordering van de vrouw ter zake af te wijzen, althans te bepalen dat sprake is van verschoonbare rechtsdwaling zoals hierboven nader aangegeven, zodat van enige te verrekenen waarde van de aandelen van de besloten vennootschap [Beheer] Beheer BV ten laste van de man geen sprake kan zijn, althans zodanige beslissing als het Hof juist acht.
H. Het verzoek van de vrouw om ten laste van de man aan haar – bij wijze van voorschot op de verrekening – enig bedrag te voldoen, af te wijzen, althans de vrouw te verbieden over te gaan tot executie van de beslissing van de Rechtbank in de beschikking van 22 januari 2015, voor wat betreft het door de man aan de vrouw te betalen voorschot van € 100.000,-, althans tot betaling van enig voorschot, totdat in deze zaak definitief is beslist over de vermogensrechtelijke afwikkeling van de gevolgen van de echtscheiding, althans de uitvoerbaar bij voorraadverklaring te schorsen, in afwachting van de (eind)beschikking van het hof inzake de vermogensrechtelijke afwikkeling van de gevolgen van de echtscheiding, althans zodanige beslissing als het hof juist acht.
I. Te bepalen dat de vrouw wordt veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van de in deze zaak te wijzen beschikking, althans binnen een door uw hof nader te bepalen termijn, het namens haar opgelegde beslag op te heffen op de onverdeelde helft van de onroerende zaak, kadastrale omschrijving WONEN, staande en gelegen aan de [pand] , te [postcode] [plaats] , kadastraal bekend gemeente Geertruidenberg , sectie [kadastrale sectie] , nummer [sectienummer] , groot 3 are en 14 centiare, ten name van de man, [appellant] , op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor iedere dag dat de vrouw aan het vorenstaande niet onverwijld haar medewerking verleent, althans te bepalen dat de man met de in deze zaak te wijzen beschikking onverwijld kan overgaan tot opheffing, althans doorhaling van het hiervoor genoemde beslag, respectievelijk de in deze zaak te wijzen beschikking de bewaarder machtigt tot opheffing, respectievelijk doorhaling van het genoemde beslag.