Uitspraak
Arrest van de economische kamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
‘criminal charge’in de zin van artikel 6 EVRM en moet worden gelijkgesteld aan in het strafrecht op te leggen sancties.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was vervolgd voor het verrichten van taxivervoer zonder vergunning, in strijd met artikel 76 van de Wet personenvervoer 2000. De verdediging voerde aan dat de strafvervolging niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de verdachte eerder een dwangsom had verbeurd voor dezelfde overtreding. Het hof oordeelde dat de strafvervolging in strijd was met de beginselen van een goede procesorde, omdat de verdachte reeds was gesanctioneerd voor dezelfde gedraging. Het hof concludeerde dat er sprake was van schending van het 'ne bis in idem'-beginsel, wat betekent dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden vervolgd. Het hof vernietigde het vonnis van de eerste rechter en verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de strafvervolging. De uitspraak benadrukt de noodzaak van rechtszekerheid en de bescherming van de belangen van de verdachte in het strafrecht.