In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door de appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J.A. van Dinter, tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.H.A. Brauer. De zaak betreft huurrecht en de onderhoudsverplichtingen van de huurder, waarbij de appellante de (buiten)gerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst en de huuropzegging aanvecht. De procedure is gestart met een dagvaarding op 15 augustus 2016, die betrekking heeft op een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 8 juni 2016. Het hof heeft op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te houden. Dit is bedoeld om informatie uit te wisselen en de stand van zaken in de procedure te bespreken, met de mogelijkheid om een minnelijke regeling te beproeven. De partijen zijn opgeroepen om in persoon te verschijnen, bijgestaan door hun advocaten, op de zitting van het hof in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft verder bepaald dat de advocaat van de appellante binnen twee weken een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 3 oktober 2017.