ECLI:NL:GHSHE:2017:503
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verzoek om inzage in dossiers erfbelasting
In deze zaak heeft belanghebbende, aangewezen als legataris in het testament van haar overleden vader, verzocht om inzage in de dossiers met betrekking tot de aangifte erfbelasting. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat het geen voor bezwaar vatbare beschikking betreft. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die de afwijzing van de Inspecteur heeft bevestigd en het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 12 januari 2017 zijn partijen niet verschenen. Het Hof heeft vastgesteld dat de beslissing van de Inspecteur om het verzoek om inzage af te wijzen geen belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking is in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Het Hof heeft geoordeeld dat de Rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk was. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is verklaard en de uitspraak van de Rechtbank is bevestigd.
De uitspraak is gedaan op 10 februari 2017 door een meervoudige kamer van het Hof, bestaande uit drie rechters. De beslissing is ter openbare zitting uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak. Belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.