Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Gedurende de eerste 52 gewerkte weken is de werkgever slechts loon verschuldigd over de periode(n), dat de werknemer metterdaad arbeid heeft verricht conform lid 4 van artikel 6 van de CAO.3. Deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, (…).(…)7. De uurbeloning van de werknemer zal telkens worden vastgesteld met inachtneming van de regeling dienaangaande in deze CAO vastgesteld (artikel 8) of enige regeling die hiervoor in de plaats mocht treden en wordt verhoogd met de reserveringen ten behoeve van vakantietoeslag en vakantiedagen conform artikel 13 van de CAO. Deze toeslagen kunnen worden gereserveerd.8. De gehoudenheid tot het aanvaarden van passende werkzaamheden geldt voor een straal van maximaal één uur en 30 minuten reistijd vanaf het verblijfadres van de werknemer.9. Indien er op enig moment geen sprake is van – al dan niet lopende – terbeschikkingstelling(en), is de werknemer verplicht om voor [E] telefonisch bereikbaar en beschikbaar te zijn teneinde door [E] ter beschikking gesteld te kunnen worden aan een opdrachtgever. De werknemer wordt geacht binnen 2 uur na een oproep voor passend werk door de werkgever, met deze werkzaamheden te kunnen beginnen.10. Indien de werkgever geen of minder dan met de werknemer overeengekomen passende werkzaamheden voor de werknemer beschikbaar heeft, is er sprake van leegloop. Indien er sprake is van leegloop bestaat voor de werkgever de mogelijkheid gedurende deze periode verplichte verlofdagen aan te wijzen, doch met een maximum van het aantal verlofdagen die in voornoemde periode van leegloop worden opgebouwd.11. De werknemer is bereid op wisselende dagen, op wisselende tijden en/of in ploegendienst te werken al naar gelang de regeling die bij de opdrachtgever geldt.12. De weigering passende arbeid te aanvaarden levert voor [E] een dringende reden op om deze arbeidsovereenkomst onmiddellijk te beëindigen. (…)(…)14. De werknemer erkent dat hem/haar door de werkgever de navolgende informatie is verstrekt:- Uitsluitend de werkgever, en niet de opdrachtgever, is beloning verschuldigd aan werknemer.- Aan werknemer is informatie verstrekt over de verlangde beroepskwalificatie.15.De werknemer is jegens de werkgever verplicht:a) Zijn/haar werkzaamheden naar beste kunnen en weten uit te oefenen en de opdrachten zorgvuldig en met grote ijver uit te voeren.(…)c) Voor het vervullen van de opdracht eigen werkmateriaal en/of werkkleding te gebruiken, (…)f) werknemer heeft kennis genomen van het ‘ziekteverzuimbeleid [E] ’.(…)”.
27 augustus 2015 heeft [E] over de relatie met belanghebbende aan de Inspecteur verklaard:
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
2. Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: Kunnen de door belanghebbende gemaakte reis- en administratiekosten in mindering worden gebracht op zijn belastbaar inkomen?
De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep.
4.Gronden
‘De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde.’
Voor zover belanghebbende in de aanvulling op zijn bezwaarschrift (bijlage 6 verweerschrift Rechtbank) een beroep doet op opgewekt vertrouwen door te verwijzen naar een “afspraak 2011”, kan dat beroep niet worden gehonoreerd. De Inspecteur heeft een dergelijke afspraak betwist en het Hof is ook overigens van enige afspraak met de Inspecteur niet gebleken.
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond, en
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
S.J. Willems-Ruesink, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden.