In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over een verhuisovereenkomst. De appellant, vertegenwoordigd door mr. L. Isenborghs, heeft een voorwaardelijk incident ingediend met betrekking tot de inzage in beeldmateriaal dat is opgenomen tijdens de verhuizing op 14 april 2017. De appellant vordert dat de geïntimeerde, die handelt onder de naam Woningontruiming & Verhuizingen en vertegenwoordigd wordt door mr. V.R. Pool, wordt veroordeeld tot het verstrekken van dit beeldmateriaal en het polisblad van de verzekering die door de geïntimeerde is afgesloten ten behoeve van de appellant.
Het hof heeft in zijn tussenarrest van 26 maart 2019 een comparitie na aanbrengen gelast en heeft de procedure voortgezet. In de beoordeling van het voorwaardelijk incident heeft het hof geoordeeld dat het prematuur is om een beslissing te nemen, aangezien de hoofdzaak eerst moet worden behandeld. Het hof heeft de beslissing in het voorwaardelijk incident aangehouden totdat er een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde op 5 november 2019. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot dat moment.