ECLI:NL:GHSHE:2019:4578

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 december 2019
Publicatiedatum
17 december 2019
Zaaknummer
20-003048-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

Parketnummer : 20-003048-17
Uitspraak : 5 december 2019
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 september 2017 in de strafzaak met parketnummer 02-810510-13 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum]
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de vrijspraak door de rechtbank van het onder 4 ten laste gelegde. Gelet op het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover dit is gericht tegen deze vrijspraak.
Ook het hoger beroep van de officier van justitie is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de vrijspraak door de rechtbank van het onder 4 ten laste gelegde. Bij appelschriftuur heeft de officier van justitie evenwel aangegeven dat het hoger beroep alleen is gericht tegen de beslissing van de rechtbank om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren met betrekking tot het onder 2, primair en subsidiair, eerste cumulatief/alternatief, ten laste gelegde feit. Ook uit het verhandelde terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat het Openbaar ministerie geen bezwaren heeft tegen de vrijspraak door de rechtbank van het onder 4 ten laste gelegde. Noch het Openbaar Ministerie, noch de verdachte heeft er daarom kennelijk belang bij dat dit feit in hoger beroep wordt behandeld. Ook ambtshalve ziet het hof daartoe geen aanleiding. Het hof zal daarom het Openbaar Ministerie op de voet van het bepaalde in art. 416 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep voor zover het tegen dit feit is gericht.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.
De verdediging heeft primair integrale vrijspraak bepleit van het onder 1, 2 subsidiair, 3 en 10 ten laste gelegde. Subsidiair heeft zij een strafmaatverweer gevoerd.
Met betrekking tot het onder 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging
Het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gekomen tegen de niet-ontvankelijk verklaring door de rechtbank van de officier van justitie in de vervolging van verdachte voor het onder 2, primair en subsidiair, eerste cumulatief/alternatief, ten laste gelegde feit.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep, evenals de officier van justitie in eerste aanleg, aangevoerd dat zich met de brief van 24 januari 2013 die aan verdachte is gestuurd geen situatie als bedoeld in artikel 255 van het Wetboek van Strafvordering voordoet. Het Kapel-onderzoek is na deze brief blijven doorlopen, waardoor er op enig moment OVC-gesprekken aan het dossier zijn toegevoegd waaruit het nodige naar voren is gekomen, ook ten aanzien van verdachte. Die gang van zaken maakt dat verdachte er niet op mocht vertrouwen dat de zaak was afgedaan. Er is ook niet lichtvaardig tot vervolging overgegaan, aldus de advocaat-generaal.
De verdediging heeft zich in hoger beroep wederom op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie partieel niet-ontvankelijkheid dient te worden verklaard, namelijk voor de wederrechtelijke vrijheidsberoving en de mishandeling. Dit vanwege de aan verdachte verzonden sepotbrief van 24 januari 2013, die ziet op de aangifte van [betrokkene 1] . Er zijn hierna geen nieuwe bezwaren bekend geworden waardoor verdachte gerechtvaardigd op de brief mocht vertrouwen. Verdachte kan hierdoor dan ook niet opnieuw voor die feiten worden vervolgd.
Het hof, met de rechtbank, overweegt dat er aan verdachte door de politie een brief is gezonden van 24 januari 2013 met daarin de mededeling dat verdachte niet zal worden vervolgd in verband met de aangifte van gijzeling/ontvoering van 3 januari 2013. Voorts wordt hierin medegedeeld dat de zaak hiermee is afgedaan, tenzij:
a. a) op grond van nieuwe feiten en omstandigheden deze beslissing wordt herzien;
b) het gerechtshof alsnog een vervolging beveelt. Dat kan als de benadeelde van het
feit zich bij het gerechtshof met succes beklaagt over de beslissing niet te
vervolgen.
Het hof, in navolging van de rechtbank, merkt dit aan als een onvoorwaardelijke sepotbeslissing als bedoeld in artikel 255, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. Uit deze brief is voor verdachte af te leiden dat hij er in principe op mocht vertrouwen dat hij in het kader van de aangifte van de gijzeling/ontvoering van [betrokkene 1] niet zou worden vervolgd. De sepotbeslissing beslaat naar het oordeel van het hof de gehele aangifte van [betrokkene 1] en dus ook hetgeen door hem is verklaard over de mishandeling. Verdachte zou enkel opnieuw vervolgd kunnen worden in het kader van deze aangifte wanneer hetgeen onder a dan wel b aan de orde zou komen. Met het gestelde onder a gaat het hof, evenals de rechtbank, ervan uit, dat daarmee wordt bedoeld het bekend worden van nieuwe bezwaren zoals bedoeld in artikel 255, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de OVC-gesprekken, waaruit de nieuwe bezwaren volgens de officier van justitie zouden bestaan, bestudeerd en is van oordeel dat in deze gesprekken ten aanzien van verdachte geen nieuw belastend materiaal naar voren is gekomen met betrekking tot hetgeen waarvan aangifte is gedaan. Deze gesprekken kunnen aldus niet als nieuwe bezwaren worden aangemerkt. De officier van justitie kon op grond van deze nieuwe informatie niet tot een dagvaarding van verdachte komen hetgeen een schending van het vertrouwensbeginsel oplevert. Daar komt nog bij dat als de OVC-gesprekken al als nieuwe bezwaren hadden kunnen worden aangemerkt, de formaliteiten van artikel 255, derde en vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering daarbij niet in acht zijn genomen. Op grond van het voorgaande verklaart het hof het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de onder 2, primair ten laste gelegde gijzeling/ontvoering en de onder 2, subsidiair, eerste cumulatief/alternatief, ten laste gelegde mishandeling.
Dit betekent voor het hierna volgende dat de standpunten van het Openbaar Ministerie en de verdediging omtrent een eventuele bewezenverklaring daarvan onbesproken kunnen blijven, nu het hof aan een inhoudelijke beoordeling van die ten laste gelegde feiten niet meer toekomt.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg, voor zover in hoger beroep nog aan de orde – ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 1 oktober 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 14] en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 16] heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde natuurlijke personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid en/of artikel 11, derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk
- het (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) plegen van strafbare voorbereidingshandelingen (zoals genoemd in artikel 10A, eerste lid Opiumwet) betreffende/ten aanzien van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (grote hoeveelheden) hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep en/of hash
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 1 oktober 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 14] en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 16] heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde natuurlijke personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het plegen van liquidaties, althans pogingen daartoe en/of
- het (telkens) plegen van afpersing(en) en/of diefstal(len) met geweld en/of
voorbereidingshandelingen daartoe en/of
- het (telkens) plegen van bedreigingen en/of
- het bezit/voorhanden hebben en/of dragen en/of vervoeren en/of de invoer en/of uitvoer van wapens (zoals genoemd in de Wet Wapens en Munitie) (zonder vergunning/consent)
ALTHANS
hij
* in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 15 mei 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 14] en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 16] en/of
* in of omstreeks de periode van 16 mei 2013 tot en met 1 oktober 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 11]
heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde perso(o)n(en)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid en/of artikel 11, derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk
- het (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) plegen van strafbare voorbereidingshandelingen (zoals genoemd in artikel 10A, eerste lid Opiumwet) betreffende/ten aanzien van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of
- het (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (grote hoeveelheden) hennep en/of hash en/of
- het (telkens) opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep en/of hash
EN/OF
hij
* in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 15 mei 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 14] en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 16] en/of
* in of omstreeks de periode van 16 mei 2013 tot en met 1 oktober 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met [medeverdachte 11] heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van een aantal/genoemde natuurlijke perso(o)n(en)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het plegen van liquidaties, althans pogingen daartoe en/of
- het (telkens) plegen van afpersing(en) en/of diefstal(len) met geweld en/of voorbereidingshandelingen daartoe en/of
- het (telkens) plegen van bedreigingen en/of
- het bezit/voorhanden hebben en/of dragen en/of vervoeren en/of de invoer en/of uitvoer van wapens (zoals genoemd in de Wet Wapens en Munitie) (zonder vergunning/consent);
(zaak 5).
2.
hij op of omstreeks 3 januari 2013 te Moergestel en/of Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [betrokkene 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
* die [betrokkene 1] (tegen zijn wil) in een auto vervoerd naar de woning aan de [adres] en/of
* (vervolgens) die [betrokkene 1] (tegen zijn wil) de woning aan de [adres] mee in genomen en/of
* (vervolgens) die [betrokkene 1] enige tijd vastgehouden in de woning/garage aan de [adres] en/of
* die [betrokkene 1] opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat ze hem zouden afmaken / doodschieten en/of in het kanaal zouden dumpen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; (zaak 6)
subsidiair, althans , indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 januari 2013 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [betrokkene 1] ), meermalen, althans eenmaal heeft geslagen/gestompt (op de rug en/of het been en/of in zijn maag), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
EN/OF
hij op of omstreeks 3 januari 2013 te Moergestel en/of Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 6 kg, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(zaak 6)
3.
hij in of omstreeks de periode van 03 januari 2013 tot en met 30 januari 2013, althans in of omstreeks de periode van 3 januari 2013 tot en met 7 april 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of de echtgenote van [betrokkene 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een partij hennep en/of hasj en/of amfetamine (speed), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
* een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (uit zijn broeksband) heeft getrokken/gehaald en/of (vervolgens) heeft getoond aan en/of gericht op die [betrokkene 2] en/of die [betrokkene 2] opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat ze zijn adres hebben achterhaald en geen mededogen met zijn familie hebben en/of zijn familie zullen neuken en/of dat hij tot donderdag de tijd heeft om (terug) te betalen en/of dat hij maar eens moet kijken wat er met hem gaat gebeuren, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend bij de woning van die [betrokkene 2] rondgehangen
en/of
* die [betrokkene 3] opzettelijk dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt en ze hem maar 1 kans geven en/of het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 1500 uur de tijd en/of dat er niet meer gerekt kan worden omdat het anders echt gaat escaleren, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(zaak 6)
5.
hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2013 tot en met 9 maart 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en/of in Duitsland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 21.000 (XTC-)pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA), zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
(zaak 8)
6.
hij in of omstreeks de periode van 26 februari 2013 tot en met 28 februari 2013 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 3827 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 26 februari 2013 tot en met 28 februari 2013 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 3547 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, en/of een hoeveelheid van ongeveer 11.000 gram, althans 3034 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of hennep (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(zaak 9)
7.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 maart 2013 tot en met 27 juni 2013, in elk geval op of omstreeks 27 juni 2013 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 210, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(zaak 10)
8.
hij op of omstreeks 22 april 2013 te Tilburg en/of Tegelen en/of elders in Nederland en/of in Frankfurt en/of elders in Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 6 kg hennep, in elk geval een (grote) hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
EN/OF
hij op of omstreeks 22 april 2013 te Tilburg en/of Tegelen en/of elders in Nederland en/of in Frankfurt en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2 kg amfetamine, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I (zaak 11)
9.
hij in of omstreeks de periode van 23 april 2013 tot en met 27 april 2013 te Tilburg, althans in Nederland en/of in Duitsland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [betrokkene 4] te dwingen tot de afgifte van ongeveer 40.000 euro, althans een groot geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [betrokkene 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), daartoe die [betrokkene 4] opzettelijk dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: 'Ik hak je kop af' en/of 'Mijn geld moet je regelen en je krijgt daarvoor tot maandag tijd... O wee als je het niet regelt! Dan kom ik je daar te grazen nemen, [betrokkene 4] ! Heb je het gehoord? Degene die mij in deze toestand brengt, degene die hier verantwoordelijk voor is...' en/of 'Jij beseft niet met wie je aan het dansen bent! Niemand zal je redden uit mijn klauwen! Jij krijgt tot maandag tijd. Laten ze het met mijn moeder doen als ik dat jou of jouw kinderen niet betaald zet als maandag het geld niet klaar is!!!! Durf nog eens hier en daar een bericht achter te laten van dat je er niets mee te maken hebt... Als je dat doet kom ik je hoofd eraf hakken! Maak mijn geld gereed anders maak ik je kapot' en/of 'Ik heb veel begrip getoond... Ik hou er niet van om bij het huis van iemand langs te gaan... Dat is wat mij betreft heilig... Ik weet overigens wel je huis… Deze maandag moet je ervoor zorgen dat het geld komt' en/of 'Mijn geld moet maandag hier zijn en je neef gaat anders maandagnacht om 12 uur op weg... Dat je dat weet', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 11)
10.
[medeverdachte 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] op of omstreeks 16 mei 2013 te Roosendaal ter uitvoering van het door hem/hun voorgenomen misdrijf
A) om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer goederen van zijn/hun gading (geld en/of drugs en/of andere voorwerpen) geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] en/of hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer personen (wonende in een woning aan/nabij de [adres] ), te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
EN/OF
B) om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer perso(o)n(en) (wonende in een woning aan/nabij de [adres] ) te dwingen tot de afgifte van een of meer goed(eren) van zijn/hun gading (geld en/of drugs en/of andere voorwerpen), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] en/of hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)
daartoe in een auto met een (geladen) revolver (merk: Rossi) en/of tie rips en/of een (Scream) masker en/of een (val)helm en/of en/of een rol duct tape en/of reservekleding naar/nabij die woning (aan/nabij de [adres] is/zijn gereden en/of meermalen, althans eenmaal voorbij die woning (aan/nabij de [adres] ) is/zijn gereden en/of meermalen, althans eenmaal door die straat (aan/nabij de [adres] ) is/zijn gereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welk feit hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 7 mei 2013 tot en met 16 mei 2013 te Tilburg en/of Roosendaal, althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door die [medeverdachte 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] op te bellen en/of te verzoeken/vragen (al dan niet tegen een vergoeding) om een overval en/of 'ripdeal' op een woning (aan/nabij de [adres] ) te plegen;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 mei 2013 te Roosendaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het misdrijf diefstal met geweld en/of afpersing, opzettelijk voorwerpen (te weten een (geladen) revolver en/of tie rips en/of een valhelm en/of een Scream masker en/of een rol duct tape) en/of vervoermiddelen (een auto merk Peugeot) bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] op of omstreeks 16 mei 2013 te Roosendaal ter voorbereiding van het misdrijf diefstal met geweld en/of afpersing, opzettelijk voorwerpen (te weten een (geladen) revolver en/of tie rips en/of een
valhelm en/of een Scream masker en/of een rol duct tape) en/of vervoermiddelen (een auto
merk Peugeot) bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad,
welk feit hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 7 mei 2013 tot en met 16 mei 2013 te Tilburg en/of Roosendaal, althans in Nederland, opzettelijk heeft/hebben uitgelokt door die [medeverdachte 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] op te bellen en/of te verzoeken/vragen (al dan niet tegen een vergoeding) om een overval en/of 'ripdeal' op een woning (aan/nabij de [adres] ) te plegen;
(zaak 12)
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 10 primair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe – gedeeltelijk overeenkomstig de rechtbank – als volgt.
Op grond van de stukken in het dossier stelt het hof met betrekking tot dit feit (zaak 12) de volgende feiten en omstandigheden vast.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken vanaf 7 mei 2013 bleek dat [medeverdachte 13] en [verdachte] een
gewapende overval of een ripdeal wilden laten uitvoeren door twee of drie Bulgaren. [medeverdachte 13]
heeft Bulgaren benaderd en gevraagd deze ripdeal te plegen.
De politie zag dat [medeverdachte 13] en [verdachte] op 14 mei 2013 in een theehuis te Tilburg drie
mannen ontmoetten die kort daarna in een grijze Peugeot met Bulgaars kenteken [kenteken ]
stapten en wegreden. Op 16 mei 2013 reed [verdachte] naar een parkeerterrein aan de
Rucphensebaan te Roosendaal. Aldaar stapte hij in de eerder geobserveerde grijze Peugeot
met Bulgaars kenteken [kenteken ] , waarin zich drie inzittenden bevonden. De auto reed
door diverse straten in Roosendaal, waaronder tweemaal met geringe snelheid door de
[adres] . Hierna stapte [verdachte] op het parkeerterrein aan de Rucphensebaan te
Roosendaal weer uit de auto en vertrok. Hij liet [medeverdachte 13] telefonisch weten dat hij het adres had
laten zien, dat ze er twee keer waren langsgereden en dat hij het toevertrouwde had gegeven.
Ook zei hij: 'Zij aan het werk, ze gaan nu naar binnen'.
Enkele minuten nadat [verdachte] uit de grijze Peugeot was gestapt, hield de politie de inzittenden van deze auto, zijnde [medeverdachte 4] , [betrokkene 5] en [betrokkene 8] , aan. [betrokkene 5] droeg een geladen revolver, merk Rossi, in een elastische band om zijn middel. Het wapen was geladen met vier patronen van het merk Sellier & Bellot en één patroon van het merk Remington-Peters. In de auto trof de politie voorts onder meer tie rips, een Scream masker, een valhelm, een rol duct tape en reservekleding aan. In het navigatiesysteem dat zich in de auto bevond, was als meest recente bestemming het adres [adres] ingevoerd.
Aan verdachte is onder 10 primair ten laste gelegd dat hij samen met één of meer ander(en) [medeverdachte 4] , [betrokkene 5] en [betrokkene 8] heeft uitgelokt om een woningoverval of 'ripdeal' in de vorm van diefstal met geweld of afpersing te begaan, welke heeft geleid tot een strafbare poging. Het hof acht dit niet bewezen nu op grond van de vastgestelde feiten niet is komen vast te staan dat uiteindelijk sprake is geweest (van uitlokking) van gedragingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf diefstal met geweld en/of afpersing. De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden (het met de auto rijden door de straat met drie inzittenden, met een wapen, tie rips, etc. met in het navigatiesysteem als meest recent ingevoerd een nabij gelegen bestemming) leidt er volgens het hof derhalve toe dat niet is komen vast te staan dat in casu sprake was van een begin van uitvoering zoals bedoeld in artikel 45 Wetboek van Strafrecht en dus in casu geen sprake was van een strafbare (uitlokking van) poging van het misdrijf diefstal met geweld en/of afpersing.
Tevens stelt het hof ter zake van het primair (en – terzijde opgemerkt – tevens meer subsidiair ten laste gelegd ter voorbereiding) ten laste gelegde uitlokken het volgende. Van uitlokking is sprake als iemand een ander heeft aangezet tot het begaan van een strafbaar feit waarvoor de uitgelokte zelf kan worden gestraft (vgl. HR 13 mei 1975, ECLI:NL:HR:1975:AB4660, NJ 1975/386). Voor een bewezenverklaring van uitlokking is vereist dat bewezen wordt (i) dat de uitlokker zowel opzet heeft gehad op de uitlokking, als op het delict waartoe de ander is aangezet en (ii) dat de uitlokker de ander heeft doen besluiten – dus bij die ander het wilsbesluit heeft opgewekt – het delict te plegen, (iii) dat de uitlokker daartoe gebruik heeft gemaakt van een van de in de wet genoemde uitlokkings-middelen en (iv) dat het uitgelokte delict is gevolgd (dan wel in de vorm van een strafbare poging of voorbereiding). Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, is onder meer vereist dat één of meer uitlokkingsmiddelen worden gebruikt. De limitatieve opsomming van de uitlokkingsmiddelen is opgenomen in artikel 47, eerste lid, aanhef en onder 2o, van het Wetboek van Strafrecht, te weten door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken. In het onderhavige geval zou het uitlokkingsmiddel, gelet op de feitelijke omschrijving daarvan in de tenlastelegging, bestaan uit het bellen naar en verzoeken of vragen aan [medeverdachte 4] , [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] (al dan niet tegen een vergoeding) om een overval of 'ripdeal' te plegen. Het enkele vragen of verzoeken een misdrijf te plegen, levert naar het oordeel van het hof echter geen uitlokking in de zin van voormeld artikel op en van een eventuele vergoeding bestaat op grond van het dossier geen bewijs. Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [medeverdachte 4] , [betrokkene 5] en/of [betrokkene 8] opzettelijk heeft/hebben uitgelokt zoals ten laste is gelegd.
Verdachte moet gezien het voorgaande worden vrijgesproken van het onder 10 primair ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 1 juni 2012 tot en met 15 mei 2013 te Tilburg en elders in Nederland en in België en in Duitsland en in Turkije met [medeverdachte 11] en [medeverdachte 14] en [medeverdachte 13] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] en [medeverdachte 16] heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten een samenwerkingsverband van genoemde personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en/of artikel 11, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en andere misdrijven, namelijk
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het verkopen, afleveren, vervoeren en/of aanwezig hebben van (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (grote hoeveelheden) hennep en/of hash en
- het opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep en/of hash en
- het plegen van afpersing(en) en/of diefstal(len) met geweld en/of voorbereidingshandelingen daartoe en
- het plegen van bedreigingen en
- het bezit/voorhanden hebben en dragen en vervoeren van wapens (zoals genoemd in de Wet Wapens en Munitie) (zonder vergunning/consent), zulks terwijl hij, verdachte, leider en/of bestuurder van voormelde organisatie was.
2.
hij op 3 jan 2013 te Moergestel en/of Tilburg, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 6 kg, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
hij in de periode van 3 januari 2013 tot en met 30 januari 2013 te Tilburg tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een partij hennep, in elk geval van enig goed, toebehorende aan die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader
* een vuurwapen heeft getoond aan die [betrokkene 2] en/of die [betrokkene 2] opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat ze zijn adres hebben achterhaald en geen mededogen met zijn familie hebben en/of zijn familie zullen neuken en/of dat hij tot donderdag de tijd heeft om (terug) te betalen en/of dat hij maar eens moet kijken wat er met hem gaat gebeuren, en/of heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend bij de woning van die [betrokkene 2] rondgehangen
en
* die [betrokkene 3] opzettelijk dreigend de woorden hebben toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt en ze hem maar 1 kans geven en/of het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 1500 uur de tijd en/of dat er niet meer gerekt kan worden omdat het anders echt gaat escaleren;
5.
hij in de periode van 7 maart 2013 tot en met 9 maart 2013 te Tilburg en/of elders in Nederland en in Duitsland en in Turkije tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 21.000 (XTC-)pillen, te weten een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
6.
hij in de periode van 26 februari 2013 tot en met 28 februari 2013 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 3000 gram hennep en een hoeveelheid van ongeveer 11.000 gram hasjiesj, zijnde hasjiesj en hennep middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
7.
hij in de periode van 18 maart 2013 tot en met 27 juni 2013 te Tilburg, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres] een hoeveelheid van in totaal 210 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
8.
hij op 22 april 2013 te Tilburg en in Frankfurt en/of elders in Duitsland tezamen en in vereniging anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 6 kg hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
EN
hij op 22 april 2013 te Tilburg en in Frankfurt, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2 kg amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
9.
hij op 27 april 2013 te Tilburg of in Duitsland ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [betrokkene 4] te dwingen tot de afgifte van ongeveer 40.000 euro, toebehorende aan die [betrokkene 4] , daartoe die [betrokkene 4] opzettelijk dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: 'Ik hak je kop af' en 'Mijn geld moet je regelen en je krijgt daarvoor tot maandag tijd... O wee als je het niet regelt! Dan kom ik je daar te grazen nemen, [betrokkene 4] ! Heb je het gehoord? Degene die mij in deze toestand brengt, degene die hier verantwoordelijk voor is...' en 'Jij beseft niet met wie je aan het dansen bent! Niemand zal je redden uit mijn klauwen! Jij krijgt tot maandag tijd. Laten ze het met mijn moeder doen als ik dat jou of jouw kinderen niet betaald zet als maandag het geld niet klaar is!!!! Durf nog eens hier en daar een bericht achter te laten van dat je er niets mee te maken hebt... Als je dat doet kom ik je hoofd eraf hakken! Maak mijn geld gereed anders maak ik je kapot' en 'Ik heb veel begrip getoond... Ik hou er niet van om bij het huis van iemand langs te gaan... Dat is wat mij betreft heilig... Ik weet overigens wel je huis… Deze maandag moet je ervoor zorgen dat het geld komt' en 'Mijn geld moet maandag hier zijn en je neef gaat anders maandagnacht om 12 uur op weg... Dat je dat weet', terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10.
hij op of omstreeks 16 mei 2013 te Roosendaal, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van het misdrijf diefstal met geweld en/of afpersing, opzettelijk voorwerpen (te weten een geladen revolver en tie rips en een valhelm en een Scream masker en een rol duct tape) en een vervoermiddel (een auto merk Peugeot) bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 subsidiair, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, subsidiair meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummer(s), wordt/worden – tenzij anders vermeld – bedoeld paginanummer(s) van een proces-verbaal of geschrift uit het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M/2012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.
Met betrekking tot feit 1 (zaak 5)
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit van het onder 1 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe – op de gronden als verwoord in de pleitnota – aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een criminele organisatie. Indien het hof van oordeel is dat daarvan wel sprake was, dan kan volgens de verdediging niet worden bewezen dat verdachte aan die criminele organisatie heeft deelgenomen.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
De verdachte wordt ten laste gelegd dat hij zich in de betreffende periode schuldig heeft gemaakt aan deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van één of meer misdrijven, zoals specifiek omschreven in artikel 11a Opiumwet (oud), ook wel omschreven als deelneming aan een criminele organisatie. Meer bepaald wordt naast de specifieke delicten uit de Opiumwet tevens verwezen naar ‘en andere misdrijven’, waardoor de tenlastelegging tevens zich richt op artikel 140 Sr als delictsomschrijving. Voor een nadere toelichting wordt in het navolgende, onder verwijzing naar de uitleg van artikel 140 Sr, enkel ingegaan op de uitleg van artikel 11a Opiumwet (oud).
Artikel 11a Opiumwet (oud) is na de in casu tenlastegelegde periode door de wetgever in 2015 (Stb. 2014, 444) aangepast en vernummerd als artikel 11b Opiumwet. Deze strafbaarstelling behelst een bijzondere regeling voor de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie, voortvloeiende uit het Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 2004 (PbEU/L 335), betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (zie Kamerstukken II 2005/06, 30 339, nr. 3, p. 6). De ratio van deze bepaling is de bescherming van de samenleving tegen het gevaar dat uitgaat van criminele organisaties die zich specifiek bezighouden met drugshandel, waarop in vergelijking met de reguliere strafbaarstelling in art. 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), een zwaardere straf staat. Voor wat betreft de inhoud en reikwijdte van de in deze strafbepaling opgenomen begrippen dient aansluiting te worden gezocht bij die zoals opgenomen en toegepast bij artikel 140 Sr.
Het hof ziet zich in de onderhavige zaak gesteld voor de beantwoording van drie, onderling samenhangende vragen:
a. a) Was er sprake van een organisatie als bedoeld in artikel 11a Opiumwet (oud)?
b) Had deze organisatie als oogmerk het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet (oud)?
c) Kan het handelen van verdachte worden aangemerkt als deelneming aan deze organisatie?
Het hof zal eerst het juridisch kader van de samenhangende vragen weergeven en vervolgens ingaan op het in het dossier aanwezige bewijs van verdachtes betrokkenheid.
Juridisch kader
Voor wat betreft het juridisch kader ter zake van artikel 11a Opiumwet (oud) geldt dat deze bepaling moet worden gezien als een specialis van artikel 140 Sr. Voor de invulling van het juridisch kader geldt derhalve dat in belangrijke mate wordt verwezen naar de uitleg van de bestanddelen van artikel 140 Sr.
Ad a) In de eerste plaats moet kunnen worden vastgesteld dat sprake is van een organisatie. Onder een organisatie als bedoeld in artikel 11a Opiumwet (oud) moet worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en ten minste één ander persoon (vgl. ECLI:NL:HR:1993:AD1974 en HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378). Het moet in ieder geval gaan om een duurzaam, min of meer gestructureerd samenwerkingsverband, dat als eenheid kan opereren (vgl. HR 26 juni 1984, NJ 1985, 92 en HR 26 november 1985, NJ 1986, 389). Er is reeds sprake van een dergelijke organisatie wanneer één persoon met minimaal één of meer anderen voor een door hen gesteld doel samenwerken. Het optreden als eenheid is geen absolute voorwaarde, terwijl de juridische status van het samenwerkingsverband niet relevant is. Ook hoeft er geen sprake te zijn van formeel afgebakende taken, maar het samenwerkingsverband moet wel meer dan een incidenteel karakter hebben (vgl. HR 16 oktober 1990, NJ 1991, 442 en HR 10 juli 2001, NJ 2001, 687). Van een duurzaam, min of meer gestructureerd samenwerkingsverband kan al blijken als er gedurende een vaste periode door bepaalde personen volgens een vast patroon wordt samengewerkt. Niet noodzakelijk is daarbij dat het enkel steeds dezelfde personen betreft, wel dient er sprake te zijn van een vaste kern (vgl. HR 29 januari 1991, NJB 1991, 50). Ook is in dezen niet vereist dat al de personen van de organisatie onderling met elkaar samengewerkt hebben of bekend waren met de andere deelnemers aan de organisatie en hun bezigheden voor die organisatie (vgl. HR 9 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ8470 en HR 22 januari 2008, NJ 2008, 72). Ten slotte hebben duurzaamheid en gestructureerdheid betrekking op het bestanddeel ‘organisatie’ en niet op ‘deelneming’, zodat ook een relatief korte bijdrage aan een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband strafbaar kan zijn.
Ad b) Om tot een bewezenverklaring van artikel 11a Opiumwet (oud) te kunnen komen is voorts vereist dat de organisatie het oogmerk heeft van het plegen van een bepaald misdrijf of misdrijven in de zin van artikel 11a Opiumwet (oud). Het oogmerk betreft het naaste doel van de organisatie en niet dat van de verdachte/deelnemer aan de organisatie. Het oogmerk kan daarbij gericht zijn op een enkel, specifiek genoemd delict of meerdere delicten uit de Opiumwet, maar een pluraliteit daarvan is noodzakelijk. Het oogmerk impliceert dat de betreffende misdrijven (of pogingen of voorbereidingen daartoe) nog niet hoeven te hebben plaatsgevonden (vgl. HR 13 oktober 1987, NJ 1988, 425). Niet is vereist dat het plegen van de misdrijven uit de Opiumwet de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is of dat de organisatie de uitsluitende bedoeling heeft misdrijven uit de Opiumwet te plegen. Voor het bewijs van het oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd en aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de activiteiten die met dit doel worden verricht.
Ad c) Tot slot moet voor een bewezenverklaring van artikel 11a Opiumwet (oud) worden vastgesteld of het handelen van de verdachte kan worden aangemerkt als deelneming aan de organisatie. Van deelneming is in objectieve zin sprake indien een persoon behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (vgl. HR 18 november 1997, ECLI:NL:HR:ZD0858/NJ 1998, 225; HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:BW5161 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413). Beide vereisten zijn te beschouwen als nevengeschikt, maar zijn tevens onderling nadrukkelijk samenhangend.
Uit de bewijsmiddelen moet derhalve duidelijk worden dat de verdachte behoort tot de organisatie en dus niet enkel is te beschouwen als een sympathisant. Daarnaast moet sprake zijn van enige, naar buiten gerichte activiteit die in nauw verband staat met de misdrijven die de organisatie nastreeft. Deze activiteit kan bestaan uit het (mede)plegen van de misdrijven, maar kan ook bestaan uit het feitelijk verrichten van hand- en spandiensten en (dus) het verrichten van handelingen die op zichzelf niet zo zeer zijn te kwalificeren als een strafbare vorm van daderschap, maar wel zijn aan te merken als bovenbedoeld een aandeel hebben in of ondersteuning van gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Niet is vereist derhalve dat de verdachte aan enig concreet misdrijf van de organisatie heeft deelgenomen.
Naast deze objectieve vereisten dient de verdachte in subjectieve zin in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie als oogmerk heeft het plegen van een of meer specifieke misdrijven uit de Opiumwet. Wetenschap bij de verdachte in de vorm van voorwaardelijk opzet is op dit punt niet voldoende (vgl. HR 18 november 1997, LJN:ZD0858/NJ 1998, 225; HR 8 oktober 2002, 2002:AE5651/NJ 2003, 64 en HR 8 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9814). Niet is vereist derhalve dat de verdachte enige vorm van opzet heeft gehad op een door de organisatie beoogd concreet misdrijf.
De uitleg van de bovenstaande bestanddelen van het juridisch kader van art. 11a Opiumwet (oud) en daarmee van de strafbepaling als geheel kan als ruim en weinig scherp worden omschreven. Wanneer of met welke gedraging(en) maakt iemand zich schuldig aan deelneming aan een criminele organisatie? Met andere woorden; de precieze afbakening van de strafrechtelijke aansprakelijkheid ter zake van gedragingen die als deelneming aan een criminele organisatie kunnen worden aangemerkt, is niet helder. Dat noopt het hof, mede in het licht van de verweren zoals gevoerd door de verdediging van verdachte, maar ook van de medeverdachten, tot de volgende opmerking in de zaak van de verdachte aangaande de beoordeling van de tenlastelegging van deelneming aan een criminele organisatie.
Het hof acht de tenlastelegging, mede tegen de achtergrond van de bestanddelen van de strafbepaling, aan de hand van bovengenoemde uitleg en in samenhang met de omstandigheden van het geval – waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging(en) van de verdachte en de omstandigheden waaronder deze is/zijn verricht – voldoende duidelijk om aan de hand van de in het dossier voorliggende bewijsmiddelen te komen tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde en acht daarmee de strafrechtelijke norm zoals in artikel 11a Opiumwet (oud) gesteld, voor een ieder voldoende kenbaar en de voorzienbaar.
Bewijs
Vooropgesteld moet worden dat de selectie en waardering van het bewijs aan de feitenrechter is voorbehouden. Dit betekent dat ingeval de rechter die over de feiten oordeelt het tenlastegelegde bewezen acht, het aan die rechter is voorbehouden om, binnen de door de wet getrokken grenzen, van het beschikbare materiaal datgene tot bewijs te bezigen wat deze uit het oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en terzijde te stellen wat hij voor het bewijs van geen waarde acht. Indien het gaat om feiten of omstandigheden die door de rechter redengevend worden geacht voor de bewezenverklaring, dient de rechter die zich aldus – al dan niet in reactie op een bewijsverweer – beroept op bepaalde niet in de bewijsmiddelen vermelde gegevens, met voldoende mate van nauwkeurigheid in zijn overweging (a) die feiten of omstandigheden aan te duiden, en (b) het wettige bewijsmiddel aan te geven waaraan die feiten of omstandigheden zijn ontleend (vgl. HR 23 oktober 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5858, NJ 2008/70).
Het bewijs van deelneming aan een criminele organisatie door verdachte is aan de hand van het voorliggende dossier gevormd op grond van bewijsmiddelen, zoals processen-verbaal van verhoren van verdachten en getuigen, van observaties, tapverslagen en OVC-gesprekken.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het beeld dat meer bepaald uit de tapverslagen en OVC-gesprekken van de onderlinge gesprekken in de dienaangaande (vertaalde) processen-verbaal ontstaat, althans de invulling die daaraan door het Openbaar Ministerie wordt gegeven – zijnde gesprekken die betrekking hebben op onderlinge communicatie van verdachten die deelnemen aan een criminele organisatie die zich bezig houdt met drugshandel – onjuist is en niet overeen komt met de daadwerkelijke achtergrond van de betreffende gesprekken. Volgens de verdediging gaat het om niet meer dan onderlinge communicatie van reguliere en vriendschappelijke contacten tussen verdachte en de medeverdachten, vanuit een Turks nationale achtergrond, waarbij men veelal met elkaar op cultureel bepaalde wijze en met typisch Turkse uitdrukkingen met elkaar van gedachten wisselt. Tevens heeft de verdediging in het verlengde van het voorgaande, opmerkingen gemaakt die zien op de betrouwbaarheid van de inhoud van met name de OVC-gesprekken in het geheel van de voorliggende bewijsmiddelen. Op grond van de inhoud van deze tap- en OVC-gesprekken kan volgens de verdediging niet worden bewezenverklaard dat er sprake was van een organisatie die tot oogmerk had het plegen van één of meer misdrijven, zoals specifiek omschreven in artikel 11a Opiumwet (oud), noch dat verdachte heeft deelgenomen aan deze vermeende organisatie in die zin dat verdachte behoorde tot de organisatie en een aandeel had in gedragingen, dan wel gedragingen heeft ondersteund die strekken tot of rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Het hof merkt ter zake van de genoemde verweren van de verdediging ter duiding en nuancering van de bewijswaarde(ring) van de genoemde bewijsmiddelen het volgende op.
Het hof heeft, mede naar aanleiding van de gemaakte op- en aanmerkingen hierover, de gerelateerde gesprekken en hetgeen daarin is besproken en gezegd, beoordeeld in de context van en geplaatst tegen de achtergrond van de voorliggende omstandigheden en de overige bewezenverklaarde strafbare feiten. De gesprekken die hebben plaatsgevonden en welke via de verslagen van tap- en OVC-gesprekken in het dossier zijn opgenomen, zijn in dezen inhoudelijk niet anders te duiden en maken duidelijk dat die gesprekken plaatsvinden in het kader van de handel in drugs in ruime zin en van andere strafbare feiten die daar veelal mee samenhangen. Veel gesprekken gaan daarbij over het (voorbereiden van het) uitvoeren en vervoeren van harddrugs, het telen, uitvoeren en vervoeren van softdrugs, het onderling melden van al dan niet mislukte deals dienaangaande en afspraken maken om via dreiging met geweld druk op betrokkenen uit te oefenen. Daarbij heeft het hof ter zake van de vraag wie met wie precies onderling contact heeft ook nadrukkelijk meegewogen welke andere strafbare feiten bewezen zijn verklaard ten aanzien van de betreffende personen. Dat een en ander daarbij heeft plaatsgevonden vanuit een Turks nationale achtergrond, waarbij men met elkaar op cultureel bepaalde wijze en met typisch Turkse uitdrukkingen met elkaar van gedachten wisselt en waarbij veelal ook sprake is van onderling familieverband, doet echter hieraan niet af.
In het dossier van deze zaak bevinden zich diverse OVC-gesprekken. Deze gesprekken zijn uitgewerkt in op ambtseed of -belofte opgemaakte processen-verbaal door bevoegde opsporingsambtenaren. Deze processen-verbaal van uitgewerkte gesprekken kunnen op grond van de bewijsregeling zoals opgenomen in het Wetboek van Strafvordering worden aangemerkt als overbrengende verklaringen van hetgeen in het proces-verbaal is gerelateerd. Verdachte heeft zijn deelname aan de gesprekken blijkens zijn verklaring ter terechtzitting in hoger beroep niet ontkend. Echter, voor wat betreft de inhoud en de strekking van de betreffende gesprekken heeft verdachte zowel in eerste aanleg als in hoger beroep bij herhaling na confrontatie met de weergave van de inhoud van diverse gesprekken gesteld dat de inhoud daarvan anders geduid moet worden, dan wel heeft hij niet meer te kunnen recapituleren wat de inhoud en de strekking daarvan was.
Het hof stelt dat het onder deze omstandigheden, gelijk de door de verdediging aangehaalde jurisprudentie, niet zonder meer kan aannemen dat gesprekken over bepaalde strafbare gedragingen gaan als de verdachte dat ontkent of daarover geen helderheid kan verschaffen. Dat kan alleen dan, als die gesprekken in beginsel maar voor één uitleg vatbaar zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als de verdachte daarin zelf met zoveel woorden zegt dat hij die strafbare gedragingen heeft gepleegd. Als dat niet zo is, zijn die gesprekken dus voor meerdere uitleg vatbaar. Dat hoeft die gesprekken niet onbruikbaar te maken voor het bewijs, maar wel is dan behoedzaamheid vereist bij het geven van een interpretatie van die gesprekken. Die voorzichtigheid brengt mee dat het hof ter zake van de OVC-gesprekken naast de inhoud en het onderling verband van die gesprekken, tevens heeft gekeken naar het eventuele verband met andere bewijsmiddelen. Daarbij is van belang geacht wat er over de deelnemers aan de gesprekken, of over anderen die in die gesprekken ter sprake komen, nog meer is gebleken.
Ernst van de feiten en de aard van de criminele organisatie
Met betrekking tot de ernst van de feiten en de aard van de criminele organisatie in het onderzoek Kapel merkt het hof het volgende op.
Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat in de afgelopen jaren in Nederland een flinke vlucht heeft genomen. Criminele groepen die zich bezig houden met ernstige strafbare feiten hebben Nederland inmiddels overspoeld en het geweld dat zich hierbij voordoet is een groot probleem voor onze maatschappij geworden, evenals het ondermijnende effect dat hiervan uitgaat. In verband hiermee is een wetsontwerp aanhangig waarin onder andere wordt voorgesteld de maximale straf voor deelneming aan een ernstig ondermijnende criminele organisatie te verhogen (wetsvoorstel 35 080 - herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen). In de Memorie van Toelichting wordt deze voorgestelde strafverhoging als volgt toegelicht (Kamerstukken II 2018/19, 35 080, nr. 3, p. 5-6, aangehaald zonder verwijzing naar voetnoten):
‘De afgelopen tijd viel een toename van geweld binnen de georganiseerde misdaad waar te nemen, evenals van organisaties die zich in de aanwending van ernstig geweld hebben gespecialiseerd en hun diensten aan georganiseerde misdaadgroepen en individuen aanbieden. Liquidaties in de publieke ruimte met gebruik van zware wapens illustreren een toename van de ernst van het geweld tussen criminelen. Hierbij is in toenemende mate sprake van ernstige gevaarzetting en gevolgen vooromstanders. Ook zijn er bij de uitvoering van liquidaties enkele vergismoorden gepleegd. De aard van het gebruikte geweld wordt steeds ernstiger. Zo wordt er door misdaadgroepen steeds vaker gebruik gemaakt van automatische vuurwapens.
Naast criminele organisaties die tot oogmerk hebben om ernstige geweldsmisdrijven te plegen, hebben organisaties met het oogmerk om drugs uit Lijst I (harddrugs) van de Opiumwet binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen in toenemende mate een ondermijnend effect. Nederland is een belangrijke spil voor de in- en doorvoer van harddrugs in Europa. De internationale drugshandel is de grootste ondermijnende misdaadmarkt in Nederland, waar naar schatting miljarden euro’s mee verdiend worden. Deze handel en de investering van de daarmee gegenereerde winsten, creëren onacceptabele (financiële) machtsposities. De spilfunctie van Nederland in de harddrugsmarkt heeft een aanzuigende werking voor buitenlandse misdaadgroepen (…). Het gevaar dat van criminele organisaties uitgaat hangt samen met de door de criminele organisatie beoogde misdrijven. In het licht van het huidige criminaliteitsbeeld ziet het kabinet aanleiding voor de introductie van een gedifferentieerd wettelijk strafmaximum voor deelneming aan een criminele organisatie. Met deze wetswijziging wordt een bijdrage geleverd aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Deelneming aan ernstig ondermijnende organisaties kan op dit moment worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren (140, eerste lid, Sr). Dat strafmaximum komt ontoereikend voor in die gevallen waarin een organisatie zich richt op het plegen van misdrijven als moord, ontvoering en andere zeer gewelddadige handelingen of ernstige ondermijnende activiteiten zoals de handel in harddrugs. Mede in het licht van de maatschappelijke onrust die dit soort criminele activiteiten veroorzaken ziet het kabinet aanleiding om het wettelijk strafmaximum te verhogen naar ten hoogste tienjaren gevangenisstraf indien de criminele organisatie tot oogmerk heeft zeer ernstige misdrijven te plegen. Hiermee wordt een signaal afgegeven van de sterke maatschappelijke afkeuring van criminele organisaties met een ernstig crimineel oogmerk.’
Het hof haalt deze overwegingen uit de betreffende Memorie van Toelichting aan als vergelijkend perspectief ter zake van de (ernst en omvang van de) strafbare feiten die blijkens de diverse individuele dossiers plaatsvonden binnen het kader van de vastgestelde criminele organisatie in het onderzoek Kapel. Uit de hiernavolgende bewijsmiddelen komt naar voren dat er tussen diverse verdachten sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, in die zin dat de organisatie zich bezig hield met de handel in soft- en harddrugs waarbij geweld niet werd geschuwd. Wat daarbij opvalt is dat het geweld zowel intern als extern is gericht. Intern tegen personen die deel uitmaken van de groep en zich niet aan de afspraken houden, extern om door anderen verdwenen drugs weer te achterhalen of om betalingen daarvan af te dwingen. Daarbij beschikten diverse leden van de organisatie over vuurwapens om zo nodig te gebruiken, om zichzelf of andere leden van de organisatie te beschermen, dan wel anderen te bedreigen of daadwerkelijk te verwonden. Dat maakt dat de organisatie een dusdanig afschrikwekkend karakter krijgt dat getuigen daardoor soms ook niet durven te verklaren of aangifte te doen. Niettegenstaande de verklaringen van de diverse verdachten ter zitting waarin zij aangeven dat zij weinig aandeel hebben gehad in de onderscheiden feiten (drugsfeiten dan wel geweldsfeiten), is het hof van oordeel dat deze verdachten (zijnde: [medeverdachte 12] [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 17] , [verdachte] , [medeverdachte 16] en [medeverdachte 14] ) samen een organisatie vormden die als oogmerk had het plegen van ernstige drugs- en gewelddadige feiten en waarin elk van de betrokkenen zijn eigen aandeel had.
De strafbare feiten van de criminele organisatie
- De organisatie houdt zich bezig met de internationale harddrugshandel.
[verdachte] had contact met mensen in Turkije over het naar Turkije vervoeren van XTC-pillen. [verdachte] heeft samen met [betrokkene 6] een personenauto, een Ford C-max met kenteken [kenteken ] , in Duitsland gekocht. De auto is vervolgens op verzoek van [verdachte] door [medeverdachte 6] bij diens [bedrijf 2] geprepareerd. [medeverdachte 6] heeft een ruimte in het dashboard gemaakt om daar pakketjes in te verstoppen. [verdachte] had contact met [medeverdachte 5] over het leveren van de XTC-pillen. Door tussenkomst van [medeverdachte 5] zijn XTC-pillen als monster aan [verdachte] verstrekt. [verdachte] heeft [medeverdachte 10] gevraagd er één te testen. [medeverdachte 16] heeft geholpen met het in orde maken van de autopapieren en het verstoppen van de pakketjes in het dashboard van de auto. [verdachte] regelde de chauffeur, [betrokkene 6] , om met de geprepareerde auto naar Turkije te rijden. [verdachte] zou met het vliegtuig naar Turkije gaan en [betrokkene 6] aldaar opvangen. [medeverdachte 10] wist dat de auto was geprepareerd, immers [verdachte] heeft op 4 maart 2013 met [medeverdachte 10] besproken dat de pakketjes die ze samen hadden gedaan langer en smaller gemaakt moesten worden en ze bespraken welke garage de auto kon maken. Ook werd tijdens een observatie gezien dat [medeverdachte 10] op 2 maart 2013 met zijn knokkels meerdere keren op de bovenzijde van de gehele rechterhelft van het dashboard sloeg. [verdachte] en [medeverdachte 10] hebben de geprepareerde auto met daarin de drugs op 2 maart 2013 naar Kerpen, Duitsland gebracht, van waaruit [betrokkene 6] de reis naar Turkije op zich heeft genomen. Op 7 maart 2013 is [betrokkene 6] met de auto vanuit Kerpen, Duitsland, via Oostenrijk, Slovenië, Kroatië, Servië en Bulgarije, naar Turkije gereden, alwaar hij op 8 maart 2013 aankwam. Gedurende deze periode onderhield [verdachte] met regelmaat contact met [betrokkene 6] en met [medeverdachte 10] over het verloop van de reis naar Turkije.
Vanaf de Turkse grens vond een gecontroleerde aflevering plaats. In Turkije heeft [betrokkene 6] contact gehad met twee Turkse mannen. Op dat moment zijn [betrokkene 6] en de twee Turkse mannen aangehouden door de Turkse politie. Deze trof een hoeveelheid van 4,3 kilogram pillen bevattende MDMA, oftewel ongeveer 21.000 XTC-pillen, in een verborgen ruimte in het dashboard van de auto aan. Het is het hof uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet duidelijk geworden of [medeverdachte 5] daadwerkelijk na het verstrekken van het monster ook deze pillen heeft aangeleverd. Na de aanhouding van [betrokkene 6] kon [verdachte] geen contact meer met hem krijgen, waardoor hij begreep dat er iets mis was gegaan. Hij is samen met [medeverdachte 10] naar Turkije gegaan om uit te zoeken wat er aan de hand was en om geld op te halen. Uit tapgesprekken blijkt dat niet alleen [verdachte] , maar ook [medeverdachte 10] een financieel belang bij het transport van de pillen had.
[verdachte] sms’t op 10 maart 2012 naar [medeverdachte 13] dat zij hem een loer hebben gedraaid en er wordt door [medeverdachte 16] contact opgenomen met [medeverdachte 17] , die meedeelt dat zij in Istanbul veel invloed hebben. Later zoekt [medeverdachte 10] contact met [medeverdachte 17] om hem en [medeverdachte 11] te bedanken.

Bewijsmiddelen zaak 8:

Map 24, pagina H 130:

Op 30 januari 2013 te 13.15 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 9991 die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Ik overweeg om deze zaterdag te komen, maar ik bedacht me van laat ik rechtstreeks naar Istanbul gaan.
NN-man 9991: Zaterdag.
[verdachte] : Ja… kun jij ondertussen met de vrienden spreken..
NN-man 9991: Dat is goed. (...)
[verdachte] : Laat het me vandaag nog weten, dan regel ik mijn ticket enzo.

Map 24, pagina H 132:

Op 30 januari 2013 te 17.35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 4381 = NN-man 9991 ( [betrokkene 41] , hierna S), die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Dit weekend zal ik naar Istanbul toekomen. Jij moet ook maar komen.
S: Istanbul? (...)
[verdachte] : Eerst spreken. Ik kom het weekend en laten dan alles gedetailleerd spreken... en als ik dan zaterdag kom en zondagavond terug en dinsdag of woensdag dan stuur ik het... dan zal ik zelf daar niet zijn… snap je. (...)
[verdachte] : Dan kom ik zaterdag. Dan regel ik mijn ticket broer. (...) Het is toch zoals we het zijn overeengekomen?
S: Ja het is zoals we het zijn overeengekomen.
[verdachte] : Nou Iaat diegene die het afhandelt er ook bij zijn, dat we het ook open en bloot alles bespreken... want ik later geen heibel daarna, want we moeten elkaar daarna nog in de ogen kijken.

Map 24, pagina H 145:

Op 4 februari 2013 te 21.36 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht verzonden met de inhoud:
Is het effect goed broer?

Map 24, pagina H 146:

Op 4 februari 2013 te 21.37 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
Het is gewoon te gek neef.

Map 24, pagina H 147:

Op 4 februari 2013 te 21.38 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht verzonden met de inhoud:
Neem niet teveel in/gooi niet teveel! Hoeveel heb je ingenomen/hoeveel heb je gegooid?

Map 24, pagina H 148:

Op 4 februari 2013 te 21.39 uur wordt door de gebruiker van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
Ik weet het niet, ik heb er twee stuks ingenomen een uur later.

Map 24, pagina H 155:

Op 5 februari 2013 te 16.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 4155, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN-man: broer, als het morgen gaat komen... dan kan ik geen cent winst erop krijgen... dan geef ik het tegen die prijs (...)
[verdachte] : Nou broer... het kan niet voor minder dan waar we het voor besproken hebben... moet ik er verlies op draaien. (...) we hebben een afspraak gemaakt. (...)
NN-man: ja, maar de auto... dat stuk grond... wat bijvoorbeeld 10.000 lira is... en ik heb tegen die man gezegd... je moet het aan ons voor 8 geven snap je... kijk normaal gesproken gaat die appartement voor 11 à 12 (...)
[verdachte] : over welke prijs heb je het?
NN-man: Nou, de makelaar zegt 5 lira de vierkante meter. [verdachte] : nou broer... dat kan niet broer.
NN-man: ik snap het want de hoeveelheid vierkante meters welke aangekocht gaat worden is te weinig... kijk als er bijvoorbeeld 30.000 vierkante meters of 40.000 vierkante meters zou zijn, dan zou het wel kunnen (...) de grondprijzen gaan soms omhoog en soms omlaag.
[verdachte] : we hebben het toch voor 7 Turkse Lira’s afgesproken (...)

Map 24, pagina H 161:

Op 9 februari 2013 te 13.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man- 8510, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN-man: Ik wacht op hun telefoontje... kijk hij zegt dat de prijs van auto's laag is... snap je... hij zegt... als ik je opbel... dan moet jij mij maar met een paar dagen dat brengen... want nu staan er in zijn showroom voldoende auto's.
[verdachte] : met de vrachtwagencombinatie die ik naar jou toestuur... moet jij maar daarvoor in de plaats een aantal auto's aan mij geven.
NN-man: Kijk ik krijg van daaruit nog een auto... ik zal jou eens een nummer doorgeven... ik heb krijg van daaruit nog een auto... 50 stuks... snap je... die auto komt ook ... 5 stuks..
[verdachte] : kijk broer, die auto's die klaarliggen voor het weekend van volgende week(...) de auto die ik jullie ga verkopen stuur ik woensdag... en de vervoerder... die zal de auto pas over twee dagen kunnen brengen... Dus dat betekent dat als God het wil... vrijdag daar zal zijn en op de terugweg sturen jullie met die vriend... als tegenwaarde sturen jullie mij auto's.
NN-man: ik snap het... dus je wilt geen geld?

Map 24, pagina H 163:

Op 16 februari 2013 te 13.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] ) en NN man, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN: ze kennen het hier niet, kennen het niet begrijp je? Ze kennen het hier nog niet zo goed. Je moet er eentje sturen om te testen. En dan..
[verdachte] : eentje sturen beste broer, alsof je in Bre... je bent hier niet om de hoek potverdikkeme, je verblijft in Turkije!
NN: stuur anders 1 of 2 broer voor nu even... begrijp je? Dan kijken we wel..

Map 24, pagina H 164:

Op 18 februari 2013 te 19.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man- 1004, die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : waarom zou ik zaken willen doen als het voor mij niet winstgevend is. Ik red het niet met de prijs die je noemt. (...)
[verdachte] : [betrokkene 41] heeft eerst gezegd dat de prijs 5 zou zijn en toen zakte hij naar 4 en daarna naar 3 en toen naar 2... zo kan het niet, man. (...) Je zei tegen mij, een week wachten, ik/jij liet twee weken wachten... ik heb hier de auto gehaald, dinges laten doen (...) Jij hebt mij hier 40, 50 duizend kosten laten maken... dat kan toch niet zo... (...)
NN: oke wat moeten we dan doen... oke, stuur jij maar dan 50.000 stuks

Map 24, pagina's H 166 tot en met H 289:

In de periode van 5 februari 2013 tot en met 1 maart 2013 worden door [verdachte] en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] ( [medeverdachte 5] ) sms-berichten naar elkaar verstuurd. Het gaat onder meer om de navolgende sms-berichten:
[verdachte] : Gaat het door morgen?
[medeverdachte 5] : Het zou begin volgende week worden heeft hij gezegd maar dan denk ik maandag of dinsdag
[verdachte] : Zijn ze dan klaar?
[medeverdachte 5] : Ja maat.
[verdachte] : Misschien moeten er nog tien bij kan dat?
[medeverdachte 5] : Ga proberen maat hoor je morgen rond de middag. [verdachte] : 2x tien doe maar. Ma wel twee aparte zakken van tien doen aub.
[verdachte] : Kun je vandaag voorbeeld pakken van die kleintjes uit Den Haag? Stuk of twintig
[medeverdachte 5] : Ga proberen maat je hoort me zo.
[verdachte] : Maat ik moet vandaag een beetje monster hebben van die kleintjes. Laat ik ze hier snel testen.
[verdachte] : Probeer zo snel mogelijk 20 snoepjes voor test te regelen voor vandaag aub.
[verdachte] : Maat vrijdagochtend moet mij chauffeur weg... Krijg ik nog monsters dit zijn toch geen afspraken
[medeverdachte 5] : Sorry maar zijn telefoon staat nog uit
[medeverdachte 5] : Krijg net de bevestiging vanuit Den Haag maat. Maandag kan hij leveren.
[medeverdachte 5] : Morgen heb ik die auto waar je om vroeg maat als ik je sms kun je dan met geld mijn kant op komen
[medeverdachte 5] : maar moet je die auto wel hebben of niet want ik heb nog iemand die intresse heeft in die auto
[verdachte] : zeker moet ik ze hebben wacht al twee weken op jouw maat.
[medeverdachte 5] : Ok dan hou ik ze vast voor je maat.

Map 24, pagina H 271:

Op 26 februari 2013 te 15.51 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 2425 [medeverdachte 10] ( [medeverdachte 10] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : ik heb zo'n uh dinge, weetje wel een eh pilletje. Maar hij zei dat hij 100 milligram was, ik moet die laten testen, wil jij die niet effe eentje nemen?
[medeverdachte 10] : ben je ziek ofzo? Welke kleur heeft ie?
[verdachte] : rolex
[medeverdachte 10] : die zijn volgens mij 120 volgens mij die man, doe er maar een in de koffie roeren.

Map 24, pagina's H 272 tot en met H 275:

Op 26 februari 2013 worden door [verdachte] en [betrokkene 7] de navolgende sms-berichten naar elkaar verstuurd:
[betrokkene 7] : wat doe je
[verdachte] : in St Willebrord die snoepjes wachten en daarna in de auto en dicht maken. Weet je toch.
[betrokkene 7] : Hoelang ben je nog bezig.
[verdachte] : Nog lang schat ben nu pas hier moet nog genoeg gebeuren. Denk pas rond 8 à 9 uur

Map 24, pagina H 290:

Op 6 maart 2013 wordt door [verdachte] een sms-bericht verzonden aan [betrokkene 6] met de inhoud:
De naam is Rolex 120 mg en per stuk is het 2,5 euro. Ga morgen of op weg of betaal de kikkererwt.

Map 24, pagina H 291:

Op 29 januari 2013 wordt door [verdachte] een sms-bericht verzonden aan [betrokkene 42] met de inhoud:
Stuur nummer van [betrokkene 6] Duitsland is

Map 24, pagina H 293:

Op 30 januari 2013 te 12.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt gezegd:
[verdachte] : [medeverdachte 9] waarom stuur je het nummer niet door man.
[medeverdachte 9] : Ik heb het toch al doorgestuurd.
[verdachte] : ik heb het niet ontvangen... zeg het nummer maar.
[medeverdachte 9] : [telefoonnummer] .
[verdachte] : ik bel je zo.

Map 24, pagina H 296:

Op 30 januari 2013 te 17.24 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 1762 die gebruik maakt van het Duitse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Moet ik helemaal naar Duitsland komen?
NN-man: Ja. En anders moet ik echt veel moeite doen... Kom gewoon naar mijn [bedrijf 1] ... dan gaan we zitten thee drinken of koffie... en dinges je..
[verdachte] : Hmm... stuur me je adres maar oom. Zit jij in Düsseldorf
NN-man: neen neen... Keulen... in de buurt van Keulen... Kerpen.
NN-man: ik zal het adres sturen.

Map 24, pagina H 297:

Op 30 januari 2013 wordt door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] een bericht verzonden met de inhoud:
[adres]

Map 24, pagina H 298:

Op 30 januari 2013 te 17.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man­ 1762. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Broer... jouw kwestie blijft liggen tot morgen joh. (...)
[verdachte] : Laten we elkaar morgen om drie uur in Venlo treffen.
NN-man: Dat is goed.

Map 24, pagina H 307:

Op 7 februari 2013 te 14.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man­ 1762. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : broer... vind vandaag of morgen met spoed de Ford Focus C-Max... dan kom ik het halen (...)
NN-man: okee... C-max.
[verdachte] : Ja Ford Focus C-max... bouwjaar 2006... het moet een diesel zijn... en 6 versnellingen.

Map 24, pagina H 309:

Op 8 februari 2013 te 15.27 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 1762 ( [betrokkene 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : de vrienden kijken om naar auto's ik ga zo dadelijk naar hem toe... we kunnen morgen de auto kopen toch?
[verdachte] : ja broer dat kunnen we zet er wat tempo achter want ik wil er volgende week geen problemen mee hebben (...)
[verdachte] : ik moet die auto eerst nog laten repareren snap je.

Map 24, pagina H 310:

Op 8 februari 2013 wordt door [betrokkene 6] een sms-bericht verzonden aan [verdachte] met de inhoud:
Ik heb de auto gevonden, morgen 5500; Morgen om 10 uur kunnen we hem nemen; ik heb het voor elkaar gekregen.

Map 24, pagina H 315:

Op 11 februari 2013 te 10.34 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen NNman-1732 en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Wat wilde ik zeggen? Kan je de kentekenplaten brengen?
F: Ik heb net de kentekenplaten losgemaakt. Die stuur ikje straks wel.
M: Hoe ga je sturen?
F: Ik bedoel... als ik niet kan komen, ik stuur wel een vriend... die zal dan naar Venlo brengen.
M: Kan je niet nu sturen? Ik ga nu hier vandaan vertrekken. Ik moet daar wat gaan doen.
F: Ehmm okee goed dan. Ik zal je over half uurtje terugbellen.

Map 24, pagina H 316:

Op 11 februari 2013 te 10.38 uur vindt er een telefoon gesprek plaats tussen NNMan-1762 en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NNman-1762: Je moet ook de autopapieren meesturen... niet vergeten... allebei... niet vergeten.
[verdachte] zegt: is goed, is goed.

Map 24, pagina H 317:

Op 11 februari 2013 te 11.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN man 1762 ( [betrokkene 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : ik heb mijn broer gestuurd, heeft hij je al gebeld?
[betrokkene 6] : nee (...)
[verdachte] : we hebben de voorbereidingen al gedaan... zo en zo ga jij morgenavond of woensdag vertrekken… dus ga maar uitrusten

Map 24, pagina H 318:

Op 11 februari 2013 te 12.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man/ [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : er moeten meer papieren zijn zegt de broer. Hier heb je hem.
NN-man: [verdachte] er zitten in die auto tussen de papieren ook TUV-papieren.
NN-man zegt dat er tussen die papieren ook een TUV brief moet zijn en zonder dat briefje kan het niet, zegt hij.

Map 24, pagina H 324:

Op 11 februari 2013 te 10.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 43] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : kameraad, ga jij maar anders naar Edo toe.
[betrokkene 43] : kom jij dan zo daarheen?
[verdachte] : ga jij erheen… praat met hem... leg de situatie uit… broer, dit en dat moet gebeuren... als we de auto hier achterlaten, kan je het voor ons doen? Het heeft spoed... moet binnen paar dagen klaar zijn... moet je zeggen. Als hij oke zegt, dan kom ik daarheen en ik geef daar ergens bij een hoek de auto aan jou en jij kan brengen.

Map 24, pagina H 325:

Op 11 februari 2013 te 10.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 43] (M). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Nee broer, hij zegt dat hij het niet kan.
F: Waarom niet?
M: Dat weet ik niet... ik heb geprobeerd bij hem door te dringen... maar hij zegt, ik kan echt niet. Ik bemoei me niet met andermans... en ik zeg luister dit en dit en dat... "nee ouwe, ik kan het echt niet" zegt hij... ik heb dit ook nooit van tevoren zoiets gedaan zegt hij. (...)
M: ik heb tegen hem gezegd "laat mij nou niet op zoek gaan naar anderen" dan geef ik jou 3 of 5 extra" maar daar heeft hij op geantwoord" het maakt niet uit wat ik erop verdien" ik kan het echt niet.
F: Kom jij dan maar naar [bedrijf 2]
M: Welke [bedrijf 2] was dat ook alweer?
F: Dat daar bij het Ibis-hotel... van [medeverdachte 6] .
M: Dat kan hij niet man., hij is een domkop" daar heeft hij toch geen verstand van
F: Hij kan het wel... kom daar maar heen.

Map 24, pagina H 327:

Op 11 februari 2013 te 18.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] 4339 ( [medeverdachte 6] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: als iedereen daar weg is dan kun jij met gemak je werk afmaken... er is niet zo'n haast bij... ik heb nog wel 1 of 2 uur de tijd.
[medeverdachte 6] : dat gaat daar niet zoals je het zegt. Dat ijzer zit er compleet. Ik zie geen losse plaat man... dat is geen losse plaat maar compleet.
F: ja, dat moet je er dan uitslijpen. (...)
F: ga het daar maar compleet helemaal overlangs wegslijpen
A: Is goed dan.

Map 24, pagina H 329:

Op 15 februari 2013 te 13.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Breng nou mijn geld eens man. Ik ben nu in de garage... maar 's avonds ga ik naar het casino toe... dus breng die 1500 lira eens.
F: ik kom even langs... tot ziens.

Map 24, pagina H 330:

Op 20 februari 2013 te 17.04 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: zeg niet dichtmaken
A: vandaag?
F: nee nog niet dicht doen he... als ik morgen kom... dan samen (...) Ik bedoel, als jij die verwarming erop gaat zetten... dan niet dichtmaken.
A: nee, ik maak het niet dicht.

Map 24, pagina H 333:

Op 1 maart 2013 te 19.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Broer, ik zweer je, ik heb de auto dichtgemaakt en ben op jou aan het wachten.
[betrokkene 6] : de kentekenplaten heb je er ook op gedaan?
[verdachte] : ja, ik heb alles erop gedaan, de auto dichtgemaakt en wacht op jou.

Map 24, pagina H 346:

Op 2 maart 2013 te 11.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 7] zegt, waar ben jij dan?
[verdachte] zegt, op de terugweg vanuit Duitsland met die Polo... we hebben die Duitse auto afgezet met [medeverdachte 10] samen... en nu komen we terug.

Map 24, pagina H 364:

Op 2 maart 2013 te 17.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : jij gaat toch vanavond met die vriend van jou spreken? Je had toch gezegd dat die mogelijk geld zou geven... als je van hem 15 gaat halen... 20 is niet eens nodig. (...) want voor 15 kan ik nog 20 duizend van die dingen halen... snap je... en dan kunnen we wat daar vandaan komt gezamenlijk verdelen snap je (...)
[betrokkene 6] : ga je dan ook
[verdachte] : naar die andere zijde? Ik ga wel met het vliegtuig en wacht jou daar op.
Map 24, pagina H 366:
Op 2 maart 2013 wordt door [verdachte] een sms-bericht verzonden aan [betrokkene 6] met de inhoud:
Broer dan ga ik nu slapen. Bel me 's ochtends op zodat ik het geld kom ophalen. Dan kan ik er materiaal voor kopen.

Map 24, pagina H 367:

Op 3 maart 2013 wordt door [verdachte] een sms-bericht verzonden aan [betrokkene 6] met de inhoud:
De mannen wachten, gaan we de kikkererwten nog halen?

Map 24, pagina H 370:

Op 3 maart 2013 te 21.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : [verdachte] ... is 10 voldoende... want 15 heb ik niet kunnen regelen maar 10 is er..
[verdachte] : met 10 kunnen we ook verder (...) Maar dan moet jij die auto ook weer terugbrengen.
[betrokkene 6] : ja natuurlijk... zo is het toch
[verdachte] : Dan breng maar tot Venlo die auto weer terug (...)
[betrokkene 6] : Luister eens... dit geld moet weer de 18de worden terugbetaald…

Map 24, pagina H 347:

Op 4 maart 2013 te 11.38 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : en nog even dit... je hebt het niet goed laten maken... links en rechts zijn er beschadigingen... dat heb je niet goed laten maken.
[verdachte] : ze gaan het toch open en weer dicht doen
[betrokkene 6] : ja... laat het ze dan fatsoeneren.

Map 24, pagina H 348:

Op 4 maart 2013 te 12.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: zeg luister eens... er was toch aan de linker- en rechterkant van die openingen... kunnen we die niet dichten... want die man zou gaan... heeft de auto teruggebracht... zo wil ik niet gaan... want de linker- en rechterzijde van dit is open... als ik jou 500 euro vooraf geef... wil je die dingen niet even goed doen?
A: nou ik weet niet of die dingen wel kunnen... volgens mij gaat het daar niet dicht. (...) wanneer moeten we dat dan doen?
F: wanneer gaat jouw garage dicht?
A: nou ik denk omstreeks half zes a zes uur
F: dan breng ik de auto omstreeks zes uur.

Map 24, pagina H 354:

Op 4 maart 2013 te 20.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] (R). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
R: Die jongen waar we de vorige keer in Noord waren voor die auto kan die dingen maken, hij kan die (onverstaanbaar) maken snapte kan hij die vast maken alles.
F: ja, maar kan hij, die dingen moeten ook ff meer in de lengte gemaakt worden man.
R: Wat moet in de lengte gemaakt worden?
F: Wat wij samen hadden gedaan weetje wel. R: ja, ja, ja.
F: die is veel te, je weet die is veels te bol en te klein, hij moet meer langer en platter zijn dan kun je hem... (...)
R: maar hij moet toch die onderdelen hebben jongen, hij heeft toch die, die, die plastic dingen toch niet.
F: ja maar die dingen moeten er toch uit. Hij moet toch anders gemaakt worden, wat we zelf hebben gemaakt.

Map 24, pagina H 356:

Op 4 maart 2013 te 21.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] (R). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 10] zegt dat hij nog wel een jongen in Breda kent met een [bedrijf 2] en wel weet waar hij woont. [medeverdachte 10] zegt, kan die jongen die auto niet maken, die het begin gedaan heeft.

Map 24, pagina H 359:

Op 5 maart 2013 te 17.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] 4339 (A). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : om hoe laat begin je aan mijn werkje?
[medeverdachte 6] : ik ga er vandaag aan beginnen... om zes
[verdachte] : is goed dan... wees snel.

Map 24, pagina's H 360 tot en met H 363:

Op 5 maart 2013 worden door [verdachte] en [medeverdachte 6] de navolgende sms-berichten naar elkaar verzonden:
[verdachte] : schiet op kerel, heb je de auto al uit elkaar gehaald?
[medeverdachte 6] (18.41 u): Ik heb hem uit elkaar gehaald
[medeverdachte 6] (22.07 u): is klaar
[verdachte] : kom eraan

Map 24, pagina H 386:

Op 7 maart 2013 te 18.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : Ik ben vertrokken... wat zou ik anders kunnen doen (...) Ik ga geld ophalen... maar je moet dat zaterdag wel aan hem terugbetalen
[verdachte] : Ga je van daaruit gelijk verder?
[betrokkene 6] : ja...ja ik heb 1500 Lira van hem gehaald. (...)
[verdachte] : een goede reis nog.

Map 24, pagina H 389:

Op 8 maart 2013 te 10.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : ik ben onderweg... ze hebben me aan de kant gezet en doen nu zoeking (...) Joegoslavië nog niet gepasseerd joh.
[verdachte] : er kan toch niks gebeuren joh, laat ze maar zoeking doen... ze vinden toch niks.

Map 24, pagina H 390:

Op 8 maart 2013 te 10.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : en ben je de controle voorbij
[betrokkene 6] : dat wel maar de eerlozen hebben echt uitvoerig gezocht... ik dacht even van ik ben erbij verdomme. (...)
[verdachte] : bel mij zodra je Bulgarije bent ingereden... dan stap ik in het vliegtuig en kom eraan.

Map 24, pagina H 394:

Op 8 maart 2013 te 14.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : hij is euh al bijna bij het einde van de rit. (...) Hij is al de drie ergste douanes voorbij. Ze hebben heel de auto op zijn kop gezet man. (...) hij is in ieder geval over drie uurtjes in Turkije.
[medeverdachte 10] : Ins jallah, is goed jongen.

Map 24, pagina H 400:

Op 8 maart 2013 te 18.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : Ik ben nu bij de laatste 50 km en dan rijd ik erin.
[verdachte] : Waarin?
[betrokkene 6] : In Turkije... wat anders

Map 24, pagina H 401:

Op 8 maart 2013 te 18.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 10] : wat kosten die tickets?
[verdachte] : die kosten 280 euro
[verdachte] zegt als we morgenochtend vliegen zijn we maandag terug.

Map 24, pagina H 404:

Op 8 maart 2013 te 19.1 7 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : ik ben zo dadelijk bij de grens. (...) waar wachten ze?
[verdachte] : op het adres wat ikje gegeven heb
[betrokkene 6] : in Findikzade dus?
[verdachte] : ja... ga erheen... overhandig de auto daar... ga maar slapen en 's ochtends kom ikje ophalen.

Map 24, pagina H 409:

Op 8 maart 2013 te 20.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 6] : ik ben er door, ik ben er door. (...) Ik wil de dinges even zien... wat voor dinges het is. Euh wat voor dinges de plek is die je hebt laten maken
[verdachte] : gaan jullie het samen... samen opendoen?
[betrokkene 6] : Zou dat dan niet beter zijn als het zo is (...). Uiteindelijk heeft het geen haast.
[verdachte] : de mannen schijnen wel haast bij te hebben joh, ze schijnen het vandaag nodig te hebben joh. Het is weekend weetje.
[betrokkene 6] : Oki, ik ga het wel brengen. Ik kan het adres wel vinden, ik ben in Istanbul opgegroeid. (...) Ze moeten dan een plek reserveren... geef mijn voornaam en achternaam... Ze moeten een plek reserveren voor [betrokkene 6] .

Map 24, pagina H 415:

Op 8 maart 2013 te 20.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 6] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Wat is dan je nummer van Turkcell? (...) [betrokkene 6] : euh 0049 ja, Duitsland
[verdachte] : [telefoonnummer]
[betrokkene 6] : [telefoonnummer]
[verdachte] : oké, ik stuur het naar de jongen, bye!
[betrokkene 6] : hij moet mij bellen.

Map 24, pagina H 416:

Op 8 maart 2013 te 20.31 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 9580 die gebruik maakt van het Turkse telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Heb je pen en papier bij je?
NN-man: Pen en papier. Wacht even.
[verdachte] : [telefoonnummer] Bel hij wacht op je.

Map 24, pagina H 417:

Op 8 maart 2013 te 22.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 9580. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN-man: hij/zij is onderweg, hij/zij komt. Ik heb met vriend gesproken/contact gehad.

Map 24, pagina H 418:

Op 8 maart 2013 wordt door [verdachte] een sms-bericht verzonden aan NN-man 9580 met de inhoud:
Broer heb je de vriend al geplaatst? Hij neemt zijn telefoon niet op! Hoe staat het met de verborgen ruimte; is die al open; nemen jullie niet op omdat jullie het al weten

Map 24, pagina H 419:

Op 9 maart 2013 te 10.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en Reisbureau NN-vrouw. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Ik wilde een ticket vragen voor een persoon met Turks Airlines vandaag naar Istanbul vanuit Brussel. (...)
NN-vrouw: wanneer is de terugreis? [verdachte] : is maandag.

Map 24, pagina H 423:

Op 9 maart wordt door [verdachte] een sms-bericht verzonden aan [betrokkene 7] met de inhoud:
Kan van alles gebeuren. Misschien werken ze met politie misschien zijn ze rippers, ik weet het ook niet. Dus beter een soldaat bij me eerste x.

Map 24, pagina H 424:

Op 9 maart 2013 te 13.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 2425 [medeverdachte 10] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 10] : hoe laat moeten we vertrekken?
[verdachte] : om zes uur vliegen.
[medeverdachte 10] : als je wil, boek voor mij ook ik ga met jou mee.
[verdachte] : hoe heet je met je achternaam?
[medeverdachte 10] : [medeverdachte 10] .

Map 24, pagina H 427:

Op 9 maart 2013 te 17.10 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 7] : waarom ga je nog daarheen?
[verdachte] : gewoon... omdat ik het ga uitvissen... ik ga het niet hierbij laten.
[betrokkene 7] : ja maar... je bent dan niet in Nederland... je bent in Turkije... daar heb je niemand achter je... je hebt niets bij je... wat wil je daar in je eentje doen? (...) Hoe kun jij nou zo koudbloedig zijn, ik snap je helemaal niet.
[verdachte] : wat moet ik anders... ik stik van de schulden moet ik dit hier ook nog door mijn neus laten boren..
[betrokkene 7] : Ja en die mannen schieten jou daar gelijk neer hoor.

Map 24, pagina H 429:

Op 10 maart 2013 te 00.47 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : luister, bel [medeverdachte 13] op en zeg datje hem met spoed moet zien en zeg tegen hem dat ik in Istanbul zit en dat ik geript ben. En die mensen willen met mij afspreken enzo. Hun willen mij naar hun plek snap je. (...)
[medeverdachte 16] : Jij hebt goed stront gegeten. Wat heb ik je gisteren per sms gezegd.

Map 24, pagina H 430:

Op 10 maart 2013 wordt door [medeverdachte 16] een sms-bericht verzonden aan [medeverdachte 13] met de inhoud:
Broer, ze hebben hem aan de overzijde een loer gedraaid en nu nodigen ze hem uit om naar hun locatie te komen; kun jij hem helpen met een bekende van 'de Broer'.

Map 24, pagin'a H 432:

Op 10 maart 2013 te 02.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 10] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 10] : [medeverdachte 17] , bel [medeverdachte 16] op snap je, die legt jou de situatie uit.
M: welke situatie?
[medeverdachte 10] : Vraag maar gewoon aan [medeverdachte 16] , snap je wat ik bedoel. Die kan jou exact vertellen van wat de situatie is begrijp je. (...) Ik zit in Istanbul nou, begrijp je wat ik bedoel? (...) Ik ben met die zoon van jou meegegaan begrijp je. Ik ben met hem meegegaan hier snap je en ze wilden vandaag in ieder geval begrijp je hem iets aan gaan doen. Snap je wat ik bedoel? (...) Mensen van hier. Ze hebben iets van hem afgepakt hier, snap je wat ik bedoel? Met allemaal kwatspraatjes. Wij staan er nu helemaal alleen voor hier. Begrijp je? We hebben alleen maar iemand nodig hier , van in de stad die met ons meegaat naar de mensen daar, begrijp je?
M: waarom moet ik [medeverdachte 16] opbellen?
[medeverdachte 10] : [medeverdachte 16] kan je precies uitleggen hoe, daarom, want wat ik nou tegen jou vertel, begrijp je weet [medeverdachte 16] ook, snap je? (...) Ik zag geen uitweg meer snap je dus ik denk ik ga jou gewoon bellen. (...)
M: Ik hoef op te bellen naar Istanbul, daar komt niemand aan jullie. Geen ene die zegt van ik ben de man in Istanbul. Ik hoef alleen nou Istanbul op te bellen en het is zo geregeld. (...) Waarom zou ik da doen? Geef mij een goede reden. (...) Vertel mij waar het om gaat.
[medeverdachte 10] : Er is hier iets naartoe gestuurd. Alles was goed, alles was soepel gelopen, begrijp je wat ik bedoel. Het einde van de rit, snap je, hebben ze toen die toen die mensen die die dingen af moesten gaan halen begrijp je. (...)
M: Hoe komen jullie daar bij om zo'n zaak aan te nemen, om zoiets te ondernemen? (...)
Jullie zouden geld verdienen. En wat als het goed was gelopen dan had ik er niks van gehoord.

Map 24, pagina H 435:

Op 10 maart 2013 te 02.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 16] en [medeverdachte 17] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: vertel me het voorval van die andere eerloze eens..
[medeverdachte 16] : die heeft dus dinges gestuurd daarheen... en zij hebben het genomen ... niet betaald... en morgen uitgenodigd naar hun etablissement te komen.
M: oh... hebben ze dingen... pilletjes..
[medeverdachte 16] : ja

Map 24, pagina H 436:

Op 10 maart 2013 te 02.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 16] en [medeverdachte 17] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Zeg [medeverdachte 16] . ... hebben zij eerder nog met hun wat gedaan?
F: Nee dit is de eerste keer.
M: De eerste keer... Je weet dat hun goed zitten?
F: Ja... alles zit goed... de eerste rit.
M: Je weet dat hun goed zitten?
F: Ja vader. ... ik heb samen met hem alles geregeld.
M: Waarom heb je dat dan niet eerder aan mij verteld eerloze?
F: Nou het is de laatste dag ingepakt. ... Dit was de eerste keer... Hij kon de papieren niet vinden... en daarna zijn de papieren gevonden... en toen ging hij die dingen halen.
M: zeg tegen die eerloze uit Istanbul als hij belt... dat die neef van "de Broer" uit Istanbul naar hun toe zal gaan en zij gaan het daar allemaal regelen.

Map 24, pagina H 438:

Op 10 maart 2013 te 16.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 16] en [medeverdachte 17] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: Waarom hoor ik het als laatste [medeverdachte 16] ... waarom zeg jij niets tegen mij... maar je weet toch heel goed. Dat wij in Istanbul heel grote zeggenschap hebben. (...) die vrienden aldaar zijn bezig... ze proberen uit Istanbul... als het blijkt dat die anderen vastzitten... dan gaan ze via Griekenland... want in Griekenland zijn er ook vrienden... die doen dan het nodige? (...)

Map 24, pagina H 440:

Op 10 maart 2013 te 17.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 17] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : broer hoe zal ik het je zeggen... die van jou ... die heeft wat problemen in Turkije
M: ja... zit flink in de shit.
[medeverdachte 13] : gisteren heeft de jongere mij een bericht gestuurd... en heeft gezegd dit en dit is er aan de hand... en ik heb gezegd ik zal het aan die van ons doorgeven (...) ik kreeg een zaak genaamd "Pamukkale" aan de lijn.
M: Ja dat klopt dat is de zaak waar (Usta) "de Meester" verblijft... dat is zaak daar beneden. (...) De Meester heeft al het nodige gedaan... en nu worden ze door de vrienden daar geholpen.

Map 24, pagina H 442:

Op 11 maart 2013 te 19.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 17] en [medeverdachte 10] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 10] : God zij geprezen... ik ben heelhuids teruggekomen he ( ..) Ik weet niet wanneer ik jou en [medeverdachte 11] even kan spreken... onder zes ogen samen (...) Wat in ieder geval euh... wat [medeverdachte 11] broeder en jij voor ons, voor mij hebben daar gedaan, zal ik het zo maar zeggen daar aan de overkant begrijp je eh..

Map 24, pagina H 459:

Op 17 maart 2013 te 16.26 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : en waarschijnlijk hebben ze gewoon samen die diefstal zo opgezet. Hebben ze gewoon samen afgesproken. Snap je, dus hij zit niet vast.
[medeverdachte 10] : ... (ntv) dus ons geld komt gewoon.

Map 25, pagina's H 466 tot en met H 528:

Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen: uitwerking OVC, met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina's H 486 en H 487 van de bijlage "vertaling van OVC 07-04-2013"):
[medeverdachte 13] : Ja, ik zal jou het eigenlijke ((lees: de ware toedracht) vertellen. [verdachte] hier met eigen middelen... begrijp je... stuurt pillen?
[betrokkene 24] : onze [verdachte] ?
[medeverdachte 13] : ja, ja! Hij stuurt pillen naar Istanbul. (Van)uit Duitsland... [onverstaanbaar]... de tussenpersoon waar [verdachte] mee samenwerkt is iemand die bij jullie uit Kirsehir (provincie in Turkije) komt. Hij heeft een patisserie in Istanbul.

Map 25, pagina's H 529 tot en met H 576:

Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen. Bakengegevens Ford C-Max transport Turkije, met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Uit afgeluisterde telefoongesprekken en observatie bleek dat [verdachte] verdovende middelen in de vorm van pillen met een personenauto naar Turkije wilde laten vervoeren. Hij had eerst contact met mensen in Turkije en ging zelf naar Turkije om de details te bespreken. Hierna regelde hij een personenauto, een zwarte Ford C-max met Duits kenteken [kenteken ] .
Aan mij, verbalisant, werden de bakengegevens ter beschikking gesteld van de zwarte Ford C­ max met Duits kenteken [kenteken ] . De bakengegevens zijn uitgekeken.
14 februari 2013, 20.52 uur tot en met 2 maart 2013 11.34 uur.
Voertuig staat stil in de nabije omgeving van het [bedrijf 2] aan de [adres] .
2 maart 2013, 11.35 uur tot en met 00.00 uur.
Zwarte Ford C-max [kenteken ] komt in beweging en rijdt van het terrein van het garagebedrijf af.
Herkenning bestuurder Ford C-max [kenteken ] als zijnde [verdachte] . [verdachte] geeft door aan [medeverdachte 10] dat hij buiten staat. [medeverdachte 10] komt eraan.
[adres]
Stapt een NN-man in als passagier.
Ford C-max [kenteken ] vertrekt vanaf de [adres] . De NN-man slaat met zijn knokkels meerdere keren op de bovenzijde van de gehele rechterhelft van het dashboard.
Voertuig vervolgt de weg richting Venlo.
Voertuig vervolgt de weg richting Duitsland, Kerpen.
16.15
uur - 00.00 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de Händelstrasse te Kerpen (D).
4 maart 2013
Voertuig staat stil in de omgeving van de Händelstrasse te Kerpen (D).
11.45
uur Voertuig verplaatst zich richting Venlo.
22.13
uur Voertuig verplaatst zich naar de omgeving van de [adres] en komt daar tot stilstand.
5 maart 2013
22.35
uur Voertuig verplaatst zich vanaf de omgeving [adres] richting Venlo.
23.21
uur Voertuig verplaatst zich richting Kerpen (D).
7 maart 2013
19.42
uur Voertuig vertrekt en rijdt over de A4 Köln en A3
8 maart 2013
1.06
uur Voertuig vervolgt zijn weg over de A3 naar de A8 Oostenrijk
6.37
uur - 06.42 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Oostenrijk naar Slovenië
7.35
uur - 07.44 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Slovenië naar Kroatië
10.19
uur - 10.56 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Kroatië naar Servië.
15.3
uur - 15.37 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Servië naar Bulgarije.
19.51
uur- 20.11 uur Voertuig staat stil in de omgeving van de overgang van Bulgarije naar Turkije.
22.3
uur Voertuig verlaat de E80 richting langs een spoorlijn naar Deliklikaya (straatnaam in voorstad Istanbul) en rijdt vervolgens dezelfde weg weer terug naar de E80.

Map 25, pagina H 577:

Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, Stempels in paspoort verdachte [verdachte] , met de daarbij behorende bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Mij werden kopieën van bladzijden van het paspoort van verdachte [verdachte] toegezonden bevattende douanestempels. Aan de hand van de douanestempels voorkomende op de kopieën van het paspoort was het volgende te zien:
2 februari 2013 entree/binnenkomst Luchthaven Esenboga Ankara 4 februari 2013 uitgang/vertrek Luchthaven Esenboga Ankara
9 maart 2013 entree/binnenkomst Luchthaven Istanbul Atatürk 11 maart 2013 uitgang/vertrek Luchthaven Istanbul Atatürk

Map 25, pagina's H 679 tot en met H 724:

Het ambtsedig proces-verbaal nummer 60-547025-2, met daarbij de Nederlandse vertaling vanuit het Turks van uitvoeringsstukken van het rechtshulpverzoek aan Turkije (pagina H 583 tot en met H 677). Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Pagina H 583:
Referentie: het besluit tot gecontroleerde aflevering van het Parket van de Hoofdofficier van Justitie te Ankara.
Verdachten: [betrokkene 6] , [betrokkene 27] , [betrokkene 24] .
In beslag genomen strafbare goederen: ecstasy met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram, voertuig van het merk Ford voorzien van het kenteken [kenteken ] .
Algemene samenvatting: bij bestudering van het (onderzoeks)document is beoordeeld dat het gepast is dat het besluit genomen dient te worden tot een gecontroleerde aflevering.
Vanaf het moment dat de persoon op datum 08-03-2013 om 20.51 uur ons land binnen is gereisd via de grensovergang Edirne Kapiküle is aangevangen met fysieke observatie. In dit kader is aangevangen met de fysieke observatie van het voertuig van het merk Ford Focus C­ max, zwart van kleur, voorzien van het kenteken [kenteken ] .
Waargenomen is dat zich een persoon bevindt in de auto. Na aanhouding is bij controle van de identiteit vastgesteld dat deze persoon is genaamd [betrokkene 6] .
Omstreeks 00.05 heeft de auto geparkeerd ter hoogte van de kruising van Isparta Kule Caddesi en Straat 2801, en is gaan wachten. Omstreeks 00.15 uur is naast het betreffende voertuig met kenteken [kenteken ] het voertuig gekomen van het merk Renault Kango, waarin zich twee personen bevonden. Na aanhouding is bij controle van de identiteit vastgesteld dat de persoon die het voertuig bestuurde is genaamd [betrokkene 27] en dat de andere persoon in de auto is genaamd [betrokkene 24] .
Bij doorzoeking van het voertuig met kenteken [kenteken ] is een middel wit van kleur onderschept in het onderste gedeelte van de voorconsole, op verstopte wijze in de vorm van 8 pakjes, met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram, met daarop de aanduiding "Rolex", waarvan vermoed wordt dat het van de verdovende middelen het middel Ecstasy betreft.
Pagina H 695: Proces-verbaal van testen en wegen.
In het kader van de op 09-03-2013 door de Dienst Directie Bestrijding Narcoticadelicten gehouden drugsoperatie en onderschepte middelen zijn bij weging op onze Dienst van Directie, 8 onderschepte pakketten met een totaal brutogewicht van 4 kg 300 gram verdovende middelen waarvan vermoed wordt dat het Ecstasy betreft; het betreffende middel is middels een testkit van het merk Drug-Screen gecontroleerd en is beoordeeld dat het van de verdovende middelen het amfetamine effectieve verdovende middel Ecstasy bevat.
Pagina H 719: Expertise rapport. Analyse verdovende middelen.
Goederen die aan de deskundige zijn overhandigd: verband houdend met een opsporingsonderzoek die door de medewerkers wordt verricht, is toegezonden; l witkleurig tablet voorzien van een "Kroon" logo/embleem met een nettogewicht van 4013,0 gram (bruto 4024,0 gram).
Als gevolg van testen en onderzoeken is vastgesteld dat de onder punt l vermelde witkleurige tabletten (pilletjes) bevatten van de verdovende middelen de stof met de stimulerende eigenschap MDMA.

Map 24, pagina H 112:

Het ambtsedig proces-verbaal van relaas zaak 8: handel in verdovende middelen (uitvoer). Dit proces­ verbaal houdt onder meer in:
Op 15 maart 2013 werden van de Nederlandse liaison officer in Turkije twee e-mails ontvangen waarin werd vermeld dat op 9 maart 2013 in Turkije ongeveer 21000 stuks XTC tabletten waren aangetroffen in een verborgen ruimte in het dashboard van de personenauto met kenteken [kenteken ] . Hierbij werd als bestuurder aangehouden: [betrokkene 6] .

Map 25, pagina H 704:

Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 6] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik had schulden en had geld nodig. Een persoon genaamd [verdachte] uit Nederland, waarvan ik weet dat hij uit de stad Kirsehir komt, heeft mij een voorstel gedaan om een motorvoertuig te kopen, en dat hij in dit motorvoertuig een geheim compartiment wilde maken met daarin computeronderdelen verstopt, zodat niemand het kon vinden. Ik moest dat motorvoertuig naar Turkije brengen en zei hij dat hij het in Turkije zou overnemen. Omdat er veel belasting geheven wordt voor computeronderdelen bij de douane, zei hij dat hij het op deze manier over de grens wilde brengen. Hij zei tegen mij dat ik 5000 euro zou krijgen voor deze klus.
Ongeveer binnen twee weken hebben we samen met [verdachte] dit motorvoertuig voor een bedrag van 5300 euro gekocht en heeft [verdachte] het geld voor het motorvoertuig betaald. Hij heeft het motorvoertuig van mij genomen, over twee à drie dagen heeft hij het motorvoertuig weer aan mij teruggegeven. Hij heeft toen gezegd dat hij de computeronderdelen in het motorvoertuig had verstopt en dat ik mij geen zorgen hoefde te maken omdat niemand het zou kunnen vinden en dat hij met het vliegtuig naar Turkije zou komen en het motorvoertuig daar van mij zou overnemen. Voordat ik aangehouden ben, ben ik 24 uren eerder vanuit Duitsland vertrokken. Tijdens de autoreis hebben wij de hele tijd telefonisch contact gehad met elkaar. Ik ben zonder problemen de douane gepasseerd. [verdachte] heeft gebeld en zei dat ik moest settelen in een hotel in Beylikdüzü. Ik was de weg kwijtgeraakt, ik ben toen gestopt langs de weg. Op dat moment heb ik telefonisch met [verdachte] gesproken, waarop hij vroeg waar ik was. Ik heb toen beschreven waar ik was, toen heeft hij gezegd: "oké, ik stuur iemand naar jou toe, ze zullen je opvangen". De politie heeft ons aangehouden. [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat hij met het vliegtuig zou komen en dat hij mij in het hotel zou treffen.

Map 3, pagina 1083:

Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [verdachte] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb een auto laten aanschaffen, ik heb pillen gehaald, pillen in de auto gedaan en naar Turkije gestuurd.

Map 4, pagina 1453:

Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 16] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb alleen papieren gehaald voor de apk van mijn broer. Ik heb wel eens in een Ford gezeten, maar weet niet of het een C-Max is.

Map 4, pagina's 1759 tot en met 1762:

Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] , opgemaakt op 2 december 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ben samen met [betrokkene 28] eigenaar van [bedrijf 2] .
Twee jaar geleden kwamen Marokkanen bij mijn bedrijf en die vroegen of ik bij het dashboardkastje ruimte wilde maken. Ze hebben niet gezegd waarom dat was. Ik heb hier op geantwoord dat ik dit niet ging doen, want ik voelde dat het niet klopte.
[verdachte] en zijn hele familie zijn klanten bij mijn bedrijf. [verdachte] kwam bij mij voor normale reparaties. (...). Het zijn geen goeie jongens, ze zijn allemaal bezig met criminele activiteiten. [verdachte] kwam op een gegeven moment met de C-Max met een Duits kenteken volgens mij. Ik weet niet meer wanneer dat was, maar het was koud buiten.
[verdachte] die zei tegen mij dat ik bij de Ford C-max ruimte moest maken bij het dashboard. Ik moest een paar dingen los maken, [verdachte] gaf aan wat ik los moest maken. [verdachte] vertelde toen dat hij mij daarvoor zou gaan betalen, hij liet ook cashgeld zien. [verdachte] wees aan wat ik los moest halen. Ik moest heel het dashboardkastje los maken.
[verdachte] gaf mij nu meteen 500 euro en de rest zou hij later betalen. Ik heb de stijlen los gemaakt en vervolgens het dashboard losgemaakt.
[verdachte] was in het begin alleen en later was broertje, [medeverdachte 16] ook mee. Ik had meteen vanaf het begin het gevoel dat het niet klopte.

Map 4, pagina's 1767 en 1768:

Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik wil vanaf nu echt de waarheid vertellen. Toen [verdachte] mij vroeg om ruimte te maken
in een auto zei hij dat hij geld wilde wegbrengen naar Turkije. Ik dacht toen nou dat zal dan wel geld zijn van de weedhandel. Iedereen weet dat de [medeverdachte 17] in de weedhandel zitten. Ik denk dat [verdachte] later is teruggekomen met de Ford C-max. Ik denk dat hij me toen 500 Euro heeft gegeven. Mede door het feit dat ik 500 Euro kreeg voor die klus heb ik het gedaan. Ik zei toen nog tegen hem als je dan toch geld gaat wegbrengen geef mij dan wat ik nog van je tegoed heb. Hij zei toen wacht maar even jongen ik ga het eerst wegbrengen en daarna betaal ik je.
[verdachte] kwam de auto bij mij brengen en hij vertelde me dat ik er tegen niemand iets over moest zeggen. Hij heeft toen ook de kentekenplaten van de aut-o verwijderd. [verdachte] vertelde me dat er iets met de APK van de auto of met de papieren van de APK was. Hij was in de auto ook nog aan het zoeken naar papieren. Er zaten Duitse kentekenplaten op. Hij heeft me toen verschillende dingen aangewezen die ik moest losmaken in de auto. Ik heb die dingen losgemaakt. Het resultaat was dat het dashboard loskwam. Ook heb ik een opbergruimte bovenop het dashboard verwijderd.
Toen ik hiermee klaar was hebben we contact met elkaar gehad en is [verdachte] gekomen om te kijken naar het resultaat. Hij heeft toen gekeken naar het resultaat en hij vond dat er niet genoeg ruimte was. Hij vertelde me toen dat ik tussen het dashboard en het motorcompartiment ijzer weg moest gaan slijpen. [verdachte] is toen vertrokken. Ik ben toen gaan slijpen. Vervolgens hadden we weer contact met elkaar en kwam hij het resultaat weer bekijken. Toen hij kwam kijken vond hij het resultaat niet goed genoeg en heb ik tegen hem gezegd dat ik niet meer kon doen dan dat wat ik had gedaan. Hij is toen zelf gaan slijpen en hij is ook nog met een hamer bezig geweest. Op een gegeven moment was hij tevreden, Vervolgens is [verdachte] samen met zijn broer [medeverdachte 16] gekomen en heb ik gezien dat ze zwarte pakketjes in de ontstane ruimte in het dashboard gingen stoppen. Ik hoorde dat [medeverdachte 16] op een gegeven moment zei dat hij het maar niets vond hoe het was gemaakt en hij vond het maar amateuristisch. [verdachte] heeft het meest de pakketjes vastgehad en [medeverdachte 16] hielp. [verdachte] is vertrokken in een auto waar hij op dat moment in reed. [medeverdachte 1] reed weg in de Ford C-max.

Map 5, pagina's 1891 en 1892:

Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
(Verdachte wordt geconfronteerd met sms berichten tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] en [verdachte] ).
A: Ik herken dat verhaal. Als ik de inhoud van de sms berichten zie en hoor dan kan ik wel bevestigen dat ik dat ben geweest. Ik weet niet meer precies hoe deze [verdachte] , zoals u hem noemt, met mij in contact is gekomen. Hij zal wel naar mijn sportschool gekomen zijn. Het kan best zo zijn dat die [verdachte] via mijn contact in Den Haag een monster heeft gekregen. Het zou best kunnen dat ik dat monster aan [verdachte] heb gegeven. Ik kan me dat echter niet herinneren.
Ik heb nog eens nagedacht en ik wil nog vertellen dat als het gaat over het geven van het zogenaamde monster aan [verdachte] is dat als volgt gegaan: bij mij op de sportschool trainde toen een jongen uit Etten-Leur. Deze jongen had kennissen in Den Haag en die konden de XTC leveren. Ik denk dat ik het monster van die jongen uit Etten-Leur heb gekregen en dan zal ik het monster wel aan [verdachte] hebben gegeven of in ieder geval aan die Turk uit Tilburg. Ik weet niet meer hoeveel XTC-pillen dat waren, het waren er 1 of misschien een paar maar geen tientallen.
V: Om hoeveel XTC pillen heeft [verdachte] gevraagd?
A: Uit de sms-berichten tussen [verdachte] en mij blijkt dat het om in ieder geval 20.000 xtc-pillen gaat. Die jongen uit Etten-Leur was een keer of vier per week bij mij in de school om te trainen en daar heb ik dan het aantal weer aan doorgegeven.
V: Wat voor een prijs is er met [verdachte] afgesproken?
A: Dat zal tussen de 85 cent en 1 Euro geweest zijn.
Ik zou voor de bemiddeling wel iets krijgen maar ik heb geen concreet bedrag afgesproken met die jongen uit Etten-Leur en met [verdachte] ook niet. Ik kan wel zeggen dat ik op 500 Euro had gerekend en dat is dan makkelijk verdiend vind ik, want ik heb alleen maar een beetje bemiddeld tussen die Turk uit Tilburg en die jongen uit Etten-Leur.
- De organisatie houdt zich bezig met de internationale handel in hennep.
Door de organisatie werd niet alleen nationaal maar ook internationaal gehandeld. Een voorbeeld hiervan is de levering van 5 kilo weed naar Duitsland.
In april 2013 heeft [verdachte] contact met [betrokkene 4] in Duitsland over de levering van vijf kilo weed. De weed is aan [verdachte] en [medeverdachte 13] geleverd, waarbij [betrokkene 26] voor [verdachte] garant heeft gestaan. [betrokkene 4] heeft [verdachte] laten weten dat het geld klaarligt. [medeverdachte 16] heeft [medeverdachte 7] bereid gevonden om tegen betaling de weed in zijn auto, een Audi A6 met Duits kenteken [kenteken ] , naar Duitsland te brengen. Op 22 april 2013 hebben [verdachte] en [medeverdachte 16] een sporttas met weed in de kofferruimte van hun Mini Cooper met kenteken [kenteken ] gelegd. Ze zijn vanuit Tilburg naar Venlo gereden en [medeverdachte 7] is achter hen aangereden. Bij Venlo/Tegelen zijn ze naar MacDonalds gegaan, alwaar [medeverdachte 16] op de parkeerplaats de tas met weed uit de Mini heeft gehaald en in de kofferbak van de Audi van [medeverdachte 7] heeft gelegd. Vervolgens zijn beide auto's achter elkaar aan naar Frankfurt am Main/Duitsland gereden. Daar zijn ze gestopt op een parkeerplaats bij een sportschool. De tas werd uit de kofferbak van de Audi gehaald en aan een Turkse man overgedragen. In de tas zat een hoeveelheid van ongeveer 6 kilogram weed. De man heeft de weed meegenomen, maar de betaling is uitgebleven. [betrokkene 26] is boos geworden, omdat hij borg stond en hieraan een schuld zou overhouden. [verdachte] en [medeverdachte 13] zijn op 26 april 2013 naar Duitsland gegaan om te proberen het geld te krijgen. Ze hebben doodsbedreigingen geuit richting [betrokkene 4] om hem te dwingen tot de afgifte van geld.
Op 27 april 2013 heeft [verdachte] contact opgenomen met [betrokkene 4] om druk op hem uit te oefenen. Hierbij uitte hij bedreigingen, waaronder: ‘Maak mij niet woest, anders kom ik daarheen. Ik hak je kop af’ en ‘Niemand zal je redden uit mijn klauwen, je krijgt tot maandag de tijd’. Toen dat niet voldoende bleek te helpen, heeft [medeverdachte 13] met instemming van [verdachte] bedreigingen naar [betrokkene 4] geuit om hem tot betalen te dwingen.
- De organisatie houdt zich bezig met de nationale handel in hennep
Een voorbeeld van de deze nationale handel is zaak 6 die het volgende inhoudt. Uit de verklaring van [betrokkene 1] (verder: [betrokkene 1] ) volgt dat hij een klus zou doen voor [medeverdachte 9] en [verdachte] . Daarbij ging het volgens hem om het vervoeren van hennep naar Eindhoven. [betrokkene 1] heeft de hennep opgehaald bij de vader van [medeverdachte 9] alwaar [medeverdachte 9] zelf ook aanwezig was. Onderweg naar Eindhoven is de hennep geript, althans dit is door [betrokkene 1] meegedeeld. [betrokkene 1] heeft [medeverdachte 9] hierover opgebeld, waarna [medeverdachte 9] samen met [verdachte] en nog een persoon hem is gaan ophalen. De verklaring dat [betrokkene 1] hennep vervoerde voor [medeverdachte 9] en [verdachte] , wordt niet alleen ondersteund door het feit dat [betrokkene 1] na de rip door hen is opgehaald, maar ook uit de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2014 te 18.14 uur tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] en het gesprek van 5 januari 2013 van 14.48 uur tussen [verdachte] en [betrokkene 17] . Daaruit blijkt immers dat zij beiden aangeven te zijn geript. Daar komt bij dat uit de tapgesprekken blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 9] zich beiden intensief hebben bemoeid met het terughalen van de hennep, hetgeen zonder enig eigen belang daarbij naar het oordeel van het hof niet voor de hand ligt. Op grond van de verklaring van [betrokkene 1] , [verdachte] , alsmede de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2013 te 14.52 uur tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 37] , stelt het hof vast dat de door [betrokkene 1] te vervoeren hoeveelheid hennep minimaal zes kilo bedroeg.
Op 3 januari 2013 heeft er een rip plaatsgevonden van een partij hennep die aan [verdachte] en [medeverdachte 9] toebehoorde. Daarbij zouden [betrokkene 2] en [betrokkene 3] betrokken zijn geweest. Uit de diverse tapgesprekken die in het dossier zijn gevoegd, volgt dat naar aanleiding hiervan diverse gesprekken met [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of de vrouw van [betrokkene 3] zijn gevoerd door [verdachte] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] . Hieruit blijkt dat [medeverdachte 13] op 4 januari 2013 is gaan informeren naar [betrokkene 3] omdat hij gisteren iets zou hebben meegenomen en dat hij dit moet teruggeven omdat het anders een probleem wordt. Tegen ene [betrokkene 37] heeft hij, [medeverdachte 13] , vervolgens gezegd dat hij [betrokkene 3] op moet bellen en hem moet zeggen dat het niet het werk van [medeverdachte 9] , [verdachte] ofzo is, maar van [medeverdachte 13] en dat hij één uur heeft en zij anders langs komen en dat dit de enige waarschuwing is. Verder heeft [medeverdachte 13] in dit gesprek tegen die [betrokkene 37] gezegd dat hij ze lekker op moet naaien op een panische toon ‘zodat de flikker bang wordt’. Hij moet verder zeggen dat als hij niet binnen het uur komt, ze naar hem komen, naar het adres dat ze hebben achterhaald en ‘dat ze geen mededogen hebben met zijn moeder, vader, zus of wat dan ook en dat ze ze zullen neuken.’ Verder blijkt uit een aantal gesprekken tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] dat [medeverdachte 13] [medeverdachte 9] heeft geïnstrueerd over wat hij moet doen en wat hij tegen [betrokkene 2] moet zeggen. Zo moet [medeverdachte 9] van [medeverdachte 13] tegen [betrokkene 2] zeggen dat de tijd nadert en dat hij ze niet meer tegen kan houden. [medeverdachte 9] moet er druk op zetten van [medeverdachte 13] . In de avond van 4 januari 2013 heeft [medeverdachte 13] zelf met [betrokkene 2] gesproken en heeft tegen hem gezegd dat hij [medeverdachte 9] niet meer hoeft te bellen omdat hij vanaf nu zijn gesprekspartner is. In dit gesprek wordt tevens een afspraak gemaakt om elkaar te treffen in Lalezar. Over deze ontmoeting heeft [betrokkene 2] verklaard dat hij [medeverdachte 13] samen met [medeverdachte 9] en [verdachte] zag binnenkomen. [betrokkene 2] wilde tegen [medeverdachte 13] vertellen dat hij niets met de ripdeal te maken had, maar dat wilde hij niet horen. Toen de eigenaar aan de tafel kwam om te zeggen dat het rustiger moest, trok [medeverdachte 13] een vuurwapen uit zijn broeksband en liet dit zien aan degenen die achterin het restaurant waren. Dat [medeverdachte 13] een vuurwapen naar [betrokkene 2] heeft getrokken volgt ook uit het OVC-gesprek 27 januari 2013.
Nadat [betrokkene 2] er op 5 januari 2013 vier heeft gegeven, heeft [medeverdachte 13] met [betrokkene 3] gesproken en hem gezegd dat wat er is gebracht niets is en dat het als het zo doorgaat alleen maar erger en erger wordt en zij hem een kans geven.
Verder blijkt uit deze gesprekken dat [verdachte] een gesprek met [medeverdachte 13] heeft gevoerd op 6 januari 2013 waarin hij zegt, dat hij heeft gezegd dat het er samen vijf zijn met je dinges en dat hij tot 15 uur de tijd heeft. Ook heeft [verdachte] zelf gesprekken met [betrokkene 2] gevoerd waarin hij o.a. op 7 januari 2013 heeft gezegd: ‘Die vijf hoefje niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat gebeuren’, en dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren. In een gesprek tussen hen op 8 januari 2013 zegt [betrokkene 2] tegen [verdachte] dat [medeverdachte 9] tegen hem heeft gezegd dat hij tot donderdag de tijd heeft en dat hij dan betaald moet hebben.

Bewijsmiddelen zaak 6:

Map 22, pagina's p. F 49 tot en met F 52:

Het proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 1] d.d. 3 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op donderdag 3 januari 2013 ging ik rond 20.15 uur thuis weg om naar [medeverdachte 9] te gaan om een pakketje op te halen en naar Eindhoven te brengen. (…) Ik was met mijn auto een zwarte Renault Megane, kenteken weet ik zo niet uit mijn hoofd. Ik had een afspraak met [medeverdachte 9] (...). Ik ben binnen geweest en heb die spullen gepakt, ingeladen en ben vertrokken. Het ging om gordijnen en nog een tas. In die tas zaten ook stoffen. Ik zou die stoffen bij een [bedrijf 1] in Eindhoven afgeven. Ik ben daar wel vaker geweest. Een kennis van [medeverdachte 9] zou dat daar komen ophalen. Als ik in het [bedrijf 1] was moest ik [medeverdachte 9] bellen en die zou dan die kennis bellen die de spullen op kwam halen. Ik liep terug naar [medeverdachte 9] , dit is ongeveer 20 minuten lopen. Ik zag daar [medeverdachte 9] , [verdachte] , een neef van [medeverdachte 9] en nog een neef van hem. In totaal stonden er 6 personen. Ik hoorde [verdachte] tegen mij zeggen: Wat is dit nou, wat doe jij hier, je had in Eindhoven moeten zitten. Ik weet dat zij in drugs zitten en ik doe ook wel eens een klusje voor hun. Dit doe ik voor de vader van [medeverdachte 9] , [medeverdachte 17] en [verdachte] .

Map 22, pagina's F 53 tot en met F 56:

Het proces-verbaal van verhoor van aangever [betrokkene 1] d.d. 4 januari 2013. Dit procesverbaal houdt onder meer in:
Ik moet toegeven dat ik meer dan alleen gordijnen vervoerde. In het pakketje zaten niet alleen gordijnen maar ook wiet. Ik schat dat er ongeveer 6 kilo kant en klare wiet in zat. Deze wiet was van [verdachte] . Ik zou deze voor [verdachte] wegbrengen naar Eindhoven. De afspraak was dat ik de wiet om 20.30 uur zou ophalen bij [medeverdachte 9] en ik het met mijn auto naar Eindhoven zou brengen. Ik zou het naar het [bedrijf 1] in Eindhoven brengen. Daar zou ik naar [medeverdachte 9] bellen en die zou zorgen dat het daar opgehaald zou worden. [medeverdachte 9] en [verdachte] werken samen. Ik heb twee keer eerder voor [medeverdachte 9] wiet weggebracht. Bij de woning van de vader van [medeverdachte 9] kreeg ik de wiet van [medeverdachte 9] . [verdachte] was daar toen niet bij aanwezig. Daarna heb ik [medeverdachte 9] gebeld en gezegd wat er gebeurd was. Hij zei dat ik daar moest blijven wachten en dat hij er aan kwam om mij daar op te halen. Ongeveer 20 minuten later werd ik door [medeverdachte 9] , [verdachte] en nog iemand opgehaald.

Map 22, pagina's F 24 tot en met F 26:

Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik zag op 3 januari 2013 omstreeks 22.05 uur op de [adres] 4 tot 6 personen staan op de hoek van de [adres] en de [adres] . Ik zag dat vier personen uit de [adres] kwamen gelopen en op het trottoir van de genoemde kruising stil gingen staan. Drie van de vier personen spraken de vierde persoon aan. Ik hoorde van [betrokkene 44] dat de persoon met het forse postuur de vader van [medeverdachte 9] was. De vierde persoon die werd aangesproken had een lichte huidskleur, kort donker/grijs haar en droeg een zwarte jas. Een persoon uit de groep pakte de aangesproken persoon bij de arm en liep met hem in de richting van de [adres] . De aangesproken persoon liep mank. Ik zag dat de vierde persoon een mobiele telefoon pakte en ging bellen terwijl hij weg liep. Ik zag dat de vierde persoon continu naar de grond keek en diverse malen met zijn hoofd schudde. Er kwam met hoge snelheid een donkerkleurige personenauto van het merk BMW aangereden. Er stapten twee personen uit die met versnelde pas de [adres] in liepen. Ik zag dat de man met het lichte vest naar de inzittenden van de BMW liep. Ik zag dat zij even met elkaar spraken en de inzittenden vervolgens weer terug naar de BMW liepen en met hoge snelheid wegreden. Ik zag dat er 4 á 5 personen in de [adres] stonden en heen en weer liepen. Ik zag dat er een donkerkleurige Audi A1 met hoge snelheid de [adres] in kwam rijden. Ik zag dat de twee mannen die waren weggelopen over de Ringbaan Noord weer terug kwamen lopen naar de [adres] . Ik zag dat de vierde persoon wederom werd aangesproken door de man met het lichtkleurige vest, Ik zag dat men allemaal naar deze persoon keek en er diverse malen naar de man werd gewezen. Ik zag door houding en gebaar dat men opgefokt was. Dit duurde enkele minuten. Hierna zag ik dat enkele personen weer wegliepen bij de aangesproken man. Na enkele minuten kwam de donkerkleurige Audi weer terug. Er kwam nog een personenauto aanrijden. Ik zag dat diverse personen in de twee auto's stapten. De twee auto's reden vervolgens met hoge snelheid weg. Er bleven 3 personen achter waaronder de man met het lichte vest, de aangesproken man. De aangesproken man ging weer bellen en liep weg richting Textielplein.

Map 22, pagina F 155:

Op 4 januari 2013 te 14.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 17] vraagt [medeverdachte 13] meteen naar de (oudere) zus van [medeverdachte 17] te komen.
[medeverdachte 13] komt eraan.

Map 22, pagina F 156:

Op 4 ianuari 2013 te 14.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 15] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] vraagt of [betrokkene 15] ene [betrokkene 3] uit de Reeshof kent. [medeverdachte 13] zegt dat hij hem nooit gezien heeft maar dat hij gisteren wat meegenomen heeft en dat hij dat terug moet geven anders wordt het een probleem.

Map 22, pagina F 157:

Op 4 januari 2013 te 14.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 37] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Bel die Afghaanse, dan wel Marokkaanse vrienden van je op.
D: ja
A: Wie is [betrokkene 3] , die hier in Reeshof woont, die een oudere broer heeft genaamd [betrokkene 14] .
D: Dat is [betrokkene 3] .
A: Bel hem op en zeg hem van dat werk is niet van [medeverdachte 9] , [verdachte] ofzo... Maar van [medeverdachte 13] . En zeg hem van je kent hem niet maar je hebt 1 uur, 1 uur. En zeg hem je moet het binnen het uur brengen en zo niet dan komen zij langs, zeg hem dat dit de enige waarschuwing is, zeg hem van ze zijn op zoek naar je, en dit is de enige waarschuwing.
D: Oké, maar wat is er gebeurd, wat hebben ze gedaan?
A: Naai ze nou maar lekker op, zoals ik het heb gezegd en doe het op panische toon zodat de flikker er bang van wordt, zeg maar als ie niet binnen een uur komt, zeg maar dan komen ze naar jou toe, naar jouw adres, die hebben ze achterhaald.
D: Maar wat heeftie gedaan dan, hoezo bang maken?
A: Joh de flikker heeft iets van zes zeven hennep weggenomen, geript. De klootzak bel hem nou maar en zeg het exact zo. Zeg hem van ze hebben je adres achterhaald en ze gaan naar je huis. Zij hebben geen mededogen met je moeder, vader, zus of wat dan ook en neuken ze en gooien het weg.

Map 22, pagina F 158:

Op 4 januari 2013 te 15.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : vooralsnog is er geen probleem, ziet er nou uit als dat het vanavond wel opgelost zal zijn.
M: Als je daar nou even achteraan gaat [medeverdachte 13] .
[medeverdachte 13] : dat doe ik al abi
M: oké, da laat ik verder aan jou over, maar dat zal ons enige verlichting geven
M: we hebben momenteel niets, we hadden onze hoop enkel nog daarop gevestigd, en jij weet hoe het daarmee is, dus als het van daar komt kunnen we het wel regelen, we hebben sowieso verder helemaal geen opties.

Map 22, pagina F.154:

Op 4 januari 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: joh ze hebben geript voor 25 â 30 en daarop hebben we ze een lesje geleerd en nu komt het terug.
H: oh zijn jullie geript?
[medeverdachte 9] : ja joh, mijn mannetjes, ze hebben gezegd van laten we weer beginnen, gaf een laatste kans, loopt het uit op een rip gisteren.
H: wie heeft hét gedaan
D: mijn bestuurder joh, tezamen met [betrokkene 2] .

Map 22, pagina F 159:

Op 4 januari 2013 te 18.48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: stuurde mij een smsje zeggende van ok, ik breng het wel maar stuur de mannetjes bij mij daar weg.
A: en?
D: en nu belt ie mij zeggende dat ie het dinges zal brengen doch de mannetjes niet kan bereiken
A: had dan gezegd dat dat niet jouw probleem is.
D: ik heb gezegd dat is niet mijn probleem
D: en bedenk maar wat er daarna kan gebeuren, toen zei hij: oké ik zal nog eens kijken
A: niet nog eens kijken, bel hem op [medeverdachte 9] en zet hem onder druk.

Map 22, pagina F 160:

Op 4 januari 2013 te 18.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: neefje die flikker van een [betrokkene 2] heeft nog niet gedingessed.
A: zo is het exact, maar de bal ligt nu bij hem.
F: waarom duiken we er niet op
A: ja natuurlijk dat spreekt voor zich, hij schijnt ook te hebben gejankt en gesmeekt van toe haal die mannen voor de deur weg. Die zit in de val ouwe.

Map 22, pagina's F 161 en F 162:

Op 4 januari 2013 te 19.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: belt hij mij en zegt van: abi geef me voor de laatste keer respijt tot negen uur, dan zal ik het voor negenen ergens anders vandaan regelen en naar je brengen.
D: dus ik zei van regel het. Voorts ben ik gebeld door [betrokkene 16] . Hij zegt van: [betrokkene 2] heeft dom gedaan. Zegt van: ik zal het regelen.
A: ik ga zo naar [verdachte] , de kapitein is vrij, voortaan is hij zoals je weet De Kapitein.

Map 22, pagina F 164:

Op 4 januari 2013 te 20.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: bel die [betrokkene 3] en zo op, bel en vraag van ben je er nog niet, waar ben je.
A: en bel [betrokkene 2] , zegt dat de tijd nadert, zeg ik kan ze niet meer tegen houden maat, waar ben je mee bezig verdomme.
D: goed oké,
A; zet er druk op.
D; goed ik zal gaan bellen.

Map 22, pagina's F 166 en F 167:

Op 4 januari 2013 te 20.46 uur vindt een telefoongesprekplaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 2] zegt dat hij heel de tijd bedreigd wordt
[medeverdachte 13] : broertje waar ben jij ergens, waarom laat je je gezin/familie gevaar lopen
[medeverdachte 13] : wil praten.
[betrokkene 2] : Abi er gaat niets ergs gebeuren he?

Map 22, pagina F 170:

Op 4 januari 2013 te 21.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 2] : Kunnen we elkaar in het restaurant treffen, en met elkaar op een rustige manier spreken.
[medeverdachte 13] : In welk restaurant?
[betrokkene 2] : In Lalezar
[medeverdachte 13] : Is goed
[medeverdachte 13] : Je hoeft [betrokkene 13] niet meer te bellen want vanaf nu ben ik jouw gesprekspartner.

Map 22, pagina's F 280 tot en niet F 282:

Het proces-verbaal van aangifte van D. [betrokkene 2] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op vrijdag 4 januari 2013 omstreeks 21.00 uur ben ik naar [bedrijf 1] gegaan. Ik ben samen met [medeverdachte 17] gegaan. Ik had een afspraak met [medeverdachte 13] . Deze [medeverdachte 13] beschuldigde mij ervan dat ik handel van hem geript had. Met handel bedoel ik wiet. Ik wilde met hem praten omdat ik hiermee niets te maken heb. Sinds gisteren word ik door hem hiermee lastig gevallen. Hij belt mij constant. Wij zaten aan een tafeltje. Even later zag ik [medeverdachte 13] binnen komen. Ik zag dat hij niet alleen was. Ik zag dat hij samen met [medeverdachte 9] en [verdachte] binnen kwam. Ik ben opgestaan en naar achter in het restaurant gelopen. [medeverdachte 17] is voorin gebleven. Het gesprek begon. Ik wilde vertellen dat ik niets met die ripdeal te maken had maar dat was kennelijk niet hetgeen [medeverdachte 13] wilde horen. Hij bleef steeds “Vertel, vertel” herhalen. Hij wilde hiermee aangeven dat dit niet het verhaal was wat hij wilde horen. Op enig moment kwam de eigenaar bij ons aan tafel om te zeggen dat het rustiger moest. Wij stonden toen op. Ik zag dat [medeverdachte 13] naar zijn broeksband greep. Ik zag dat hij hieruit een vuurwapen haalde en dit liet zien aan degene die achterin het restaurant waren. Dit waren wij en de eigenaar. Ik zag een zilverkleurige revolver van 20-25 cm lang. Hij heeft het wapen niet op mij gericht. Doordat [medeverdachte 13] dit deed ontstond er rumoer in het restaurant. De eigenaar riep dat wij allemaal naar buiten moesten.

Map 22, pagina F 175:

Op 4 januari 2013 te 22.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] : Broer kan je naar Lalezar komen?
[medeverdachte 17] : Naar Lalezar, wat is er dan?
[medeverdachte 14] : Ja het zou goed zijn als je zou komen broer, zo snel mogelijk.

Map 22, pagina F 185:

Op 4 januari 2013 te 22.16 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Oompjes (politie) hebben inval gedaan. Het is maar goed dat ik het op tijd heb weggegooid.

Map 22, pagina's F 190 en F 191:

Op 5 januari 2013 te 14.48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 17] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt hierin dat [betrokkene 2] hen in de val heeft gelokt met de Marokkanen en dat die fuckers hen geript hebben.
J vraagt wie hebben ze geript.
[verdachte] antwoordt: mij.

Map 22, pagina's F 209 tot en met F211:

Op 5 januari 2013 te 16.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: [betrokkene 2] zegt ik onderga mijn straf wel. Hij zegt ik heb er niets mee te maken maar ik zal wel de helft ofzo van de straf ondergaan.
D: wanneer zal je het ondergaan
F: Vanavond om acht uur, schijnt ver weg te zijn, Hij zegt dat hij nu allerlei dingen aan het regelen is, dat hij er twee van iemand heeft geregeld dat hij voorts nog aan het zoeken is en 3 à 4 zal proberen te regelen.
D: Hij liegt jongen, hij heeft iets gedaan met het geld. Maar ga er vooral niet op in oké, want dan gaat [medeverdachte 13] af en dan heb je problemen met hun.
F: nee, nee, nee, ik heb gezegd regel maar wat je regelen kan. We laten hem gewoon komen joh.
D; Waarom is ie gevlucht gisteren
F: Jah, hij zegt van ik wil niet dood
D: Ja ja maar waarom heeft hij de politie gebeld dan
F: Hij zegt dat hij dat niet gedaan heeft
D: wie heeft dan het spul, waarom zegt ie dat niet
F: hij zegt dat hij het niet heeft, dat de negers het hebben
D: Dan gaan we toch naar de negers verdomme.
F: laat hem nou eerst maar komen, die dinges brengen, daarna pakken we de neger. Kijk, als hij het heeft gedaan en de rest is bij de neger, dan is dat wat we van hem krijgen een extraatje en halen we bij de negers het volledige
D: Hmm
F: Zegt dus van ik zal mijn straf ondergaan en jullie vertellen waar alles is. Ik zei toen tegen hem van kijk, breng het deel dat aan jou toekomt, 3 of 4 en laat daarna zien waar mijn zeven ligt.

Map 22, pagina F 213:

Op 5 januari 2013 te 20.11 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] zegt ik heb tegen je oom gezegd dit en dit is wat er is gebeurd. de bal is nu weer bij jullie, ik heb alles gedaan wat mogelijk is.

Map 22, pagina's F214 en F215:

Op 5 januari 2013 te 22.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Die jongen van die hoer is gekomen.
[medeverdachte 13] : Wie?
[verdachte] : Die bastaard van een Down.
[verdachte] : Hij heeft er vier gegeven.

Map 22, pagina F 224:

Op 6 januari 2013 te 21.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] komt aan de telefoon en zegt dat dit wat is gebracht niets is en dat [betrokkene 3] dit ding moet regelen en dat [medeverdachte 13] niets met [betrokkene 3] te maken wil hebben maar als dit zo doorgaat het alleen maar erger en erger wordt, wij geven jou een kans, wat je stuurt is niets. [medeverdachte 13] zegt dat hij niet achter [betrokkene 3] aan zal komen maar andere Marokkaanse jongens naar [betrokkene 3] zal sturen en dat dit probleem niet opgelost wordt op deze manier en dat [medeverdachte 13] en [betrokkene 3] elkaar nog wel een keer gaan ontmoeten.

Map 21, pagina E 220:

Op 6 januari 2013 te 22.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] zegt: zeg hem maar dat hij alleen met mij kan spreken ALS HIJ GEEN TANDEN MEER HEEFT, zeg dat maar tegen hem en zeg hem ook mar dat ik voor de deur van zijn broer sta, in zuid en dat ik ze allemaal ga oprapen, en zeg hem wat hij van plan is te gaan doen op dit moment.

Map 22, pagina F 151:

Op 6 januari 2013 te 22.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en vrouw van [betrokkene 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Vrouw [betrokkene 3] vraagt of hij degene is die [betrokkene 3] heel de tijd belt met er moet vandaag iets terug want anders gebeurt er iets.
[verdachte] zegt dat [betrokkene 3] problemen heeft met andere mensen en niet met hem. [verdachte] zegt dat als [betrokkene 3] mensen belazert en gaat rippen hij dit ook recht moet zetten.
Vrouw [betrokkene 3] vraagt of hij zelf heeft geript.
[verdachte] zegt ja met [betrokkene 2] en [betrokkene 1] . [betrokkene 1] heeft alles eerlijk verteld nadat hij klappen had gekregen. [verdachte] zegt dat [betrokkene 1] vanaf dag 1 gezegd heeft dat hij samen met [betrokkene 3] en [betrokkene 2] heeft gedaan. [verdachte] zegt dat het gaat om een bedrag van 30.000 euro.

Map 22, pagina's F 233 en F 234:

Op 6 januari 2013 te 22.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en vrouw van [betrokkene 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt dat [betrokkene 3] zijn eigen familie in risico en gevaar brengt door niet te reageren en hun te ontlopen. [verdachte] zegt als [betrokkene 3] blijft weglopen hij zich verder in de problemen brengt. [verdachte] zegt tegen NNvrouw dat zij haar leven niet op het spel moet zetten en zich er niet teveel mee moet bemoeien want [betrokkene 3] heeft er gewoon mee te maken.

Map 22, pagina's F 236 en F 237:

Op 6 januari 2013 te 23.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : hahaha maar ik zei van jongen. het zijn er 5 samen met je dinges en je hebt tot 15 uur de tijd.

Map 22, pagina's F 244 en F 245:

Op 7 januari 2013 te 15.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : bekijk het maar [betrokkene 2] , over 15 min ga ik naar die mannen terug, ik ga me niet als een klein kindje aan de lijn laten houden, 1 uur, 2 uur, 3 uur.
D: vriend je maakt de grootste fout van je leven
F: wie
D: Dan kun je volgende week je trouwfeest wel vergeten snap je.
F: hoe durfj ij zo tegen mij te praten godverdomme pooier dat ik je naai, hoe durfje zo tegen mij te spreken dat ik het trouwfeest wel op mijn buik kan schrijven.
D: Wie zit er nu te bedreigen, jij zit mij te bedreigen
F: Ga je nu zo praten. dan moet je maar eens opletten wat die 5 nu gaat worden, kijk maar, oké, weet je wat, die 5 hoefje niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat gebeuren.
D: jij zit me te bedreigen.
F: dat ik je naai, klootzak van een dief, je probeert ons te pakken en dan ga je er als een hoer vandoor, wacht maar nou jongen, kijk nou maar wat ik met jou doe, kijk maar oké.

Map 22, pagina F 247:

Op 7 januari 2013 te 16.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt dat [betrokkene 3] [betrokkene 2] moet bellen en zeggen dat hij de resterende bedrag moet brengen. [verdachte] zegt dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren.

Map 22, pagina F.192 tot en met F 195:

Op 8 januari 2013 te 22.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen Doean en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : [betrokkene 2] luister, die mensen die mensen hebben een appeltje met jou te schillen. Jij zegt [medeverdachte 13] dit [medeverdachte 13] dat, [medeverdachte 13] is nu met [medeverdachte 9] dus bel met [medeverdachte 9] .
[betrokkene 2] : die heb ik net gebeld, hij zegt je hebt tot donderdag de tijd en clan moet je betaald hebben.
[verdachte] : wat praat je dan tegen mij. bel en praat met hem, alles wat jij hebt gegeven, gestuurd hebben zij, verdwijnt toch niet in mijn zak.
[betrokkene 2] : jij zit toch ook in het spel of niet, jij bent toch degene die mij voor de 4000 lira bedreigd
[verdachte] zegt [betrokkene 2] een gewichtige tussenpersoon te regelen.
Map 22, pagina's F 287 tot en met F 294:
Het verslag OVC van de opname tussen 25 januari 2013 te 10.24 uur en 28 januari 2013 te 08.10 uur.
Dit verslag houdt onder meer in:
Gesprek op 27 januari 2013 tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 13] . (p. F290)
H: wat ga je met [medeverdachte 9] bespreken?
A: wat ik met [medeverdachte 9] moet bespreken? [medeverdachte 9] is achterlijk geweest. Broer als iedereen maar een mening uitroept dan lukt het niet broer.
H: Dat kan niet
A: Als iedereen maar een mening heeft dan lukken deze zaken niet. Want in deze kwestie weer met dinges van broer [medeverdachte 17] , zijn inbreng en dat broer [medeverdachte 11] van die kant uit zegt: is goed. laat [medeverdachte 13] zich maar met deze zaak bekommeren en zodoende hebben jullie mij hiermee ingemengd maar laat me dan ook want ik heb de hengel, alles is ook door mij geregeld
H: ja
A: Ik heb de jongeren voor de deur van [betrokkene 23] gezet. ik heb een aantal strategische stappen gedaan, een aantal dingen zijn weer teruggekomen, ik heb een vuurwapen naar [betrokkene 2] getrokken en verder nog zus en zo gegaan.
H: ja
A: er is dus het een en ander teruggekomen.
H: ja
A: en dat is dankzij mij dat het is teruggekomen. Klopt dat broer?
H: ja dat klopt
A: En als dat zo is, zeg dan niemand hoeft wat met mij te bespreken. [medeverdachte 13] is het aanspreekpunt hiervoor, jullie moeten met [medeverdachte 13] praten. zeg dit dan toch?
H: ja
A: nu is [betrokkene 2] weggevlucht uit Tilburg
H: oh, dan moet je hun spreken
A: Die moet ik spreken, maar hoe zal dat gaan. Ik in het [bedrijf 1] en zij waren dus bij mij. Ik zei: zeg maar tegen [betrokkene 2] dat hij naar Tilburg moet komen. Wanneer kan hij het regelen? Donderdag hebben ze gezegd. Nou goed dan, laat hem donderdag komen en regelen. En dan zal er tot donderdag gegarandeerd niets met [betrokkene 2] gebeuren. Het was inmiddels donderdag. Toen werd [betrokkene 21] gebeld en ze zijn samen met [betrokkene 21] naar broer [medeverdachte 17] gegaan. Broer [medeverdachte 17] heeft toen gezegd: Kijk, [medeverdachte 13] heeft jou tot donderdag de tijd gegeven, snap je broer, ik kan je nog voor 1 dag matsen broer, dat ben je niet waard maar laten we even met [medeverdachte 13] praten, kon dan gaan we naar [medeverdachte 13] had broer [medeverdachte 17] gezegd. Ze kwamen toen naar het [bedrijf 1] . [betrokkene 2] is heel erg aan het bibberen. Hij zei: hoe moet ik het nu vertellen, het heeft niets met mij te maken enzo en toen zei ik: Ik wil geen verhaaltjes horen, komt jouw naam in deze zaak voor? Ja die komt voor. Breng me mijn geld, snap je? Ik zei: je zei zelf donderdag dus het is vandaag donderdag en het is 8 uur. Je hebt nog 4 uur de tijd. Breng mijn geld binnen 4 uur en als je dat niet lukt koop dan over 3,5 uur een ticket en ga vluchten hiervandaan zei ik. Maar je zus, je moeder, je huis, je kinderen, zei ik, daar kijk ik niet naar om dan storm ik binnen zei ik. Ik storm bij iedereen binnen en bij wie ik kan afrekenen daar reken ik dan mee af zei ik. Toen heb ik hen weggestuurd. Toen heeft hij met broer [medeverdachte 17] gesproken en tegen hem gezegd dat hij voor morgen wat kon regelen. Broer [medeverdachte 17] belt [medeverdachte 9] de volgende dag en [medeverdachte 9] belt hem op. Hij zegt: kom jij maar en vertel de waarheid van dit verhaal dan geef ik je niet 1 dag maar 3 dagen dan kan je je geld in die tussentijd wel geven zegt hij. Als jij hem zoveel comfort geeft dan zal hij niets regelen, let maar op, zei ik. Ik werd boos.
H: het komt wel bij [medeverdachte 9] en zo vandaan.
A: zondag belde broer [medeverdachte 11] mij en zei dinsdag is er een bespreking. Ik zei: dat is goed broer en hing op. Vandaag is het zondag, dacht ik en ik geef die hufter nog 2 dagen en dan moeten wij voor dinsdag het geld van hérn hebben en hij was niet meer te vinden. Hij was gevlucht. Toen werd het dinsdag en broer [medeverdachte 11] belde en zei: Is het een groot bedrag waarmee hij is gevlucht? Dat weet ik ook niet broer, zei ik, ik weet ook niet dat hij gevlucht is. Toen is broer [medeverdachte 17] gebeld.

Map 22, pagina's F 299 tot en met F 343:

Het verslag OVC van de opname tussen 7 april 2013 te 14.30 uur en 7 april 2013 te 23.00 uur. Dit verslag houdt onder meer in: (p. 314)
Gesprek tussen [medeverdachte 12] ), [medeverdachte 13] ( [medeverdachte 13] ) en [betrokkene 24]
[medeverdachte 13] : laatst nog is er voor de ogen van klanten het een en ander gebeurd. Je heb toch [betrokkene 2] enzo.
A: ja
[medeverdachte 13] : Je hebt toch [betrokkene 16] , zijn zwager je hebt toch [betrokkene 16]
A: ja
[medeverdachte 13] : degene die toch naar Turkije is gegaan? Hij heeft een zwager genaamd [betrokkene 2] , die overal rondzwerft.
A; ken ik niet
H: als je hem ziet dan zal je hem kennen
[medeverdachte 13] : met de chauffeur, op de een of andere manier met die chauffeur uit (lijkt op) Rijsoord samen gen... (maakt woord niet af). Wist je dat... Nederlander is. Ze hebben samen met de chauffeur het spul geript... Ja! Wat doen ze ze gaan naar broer [medeverdachte 11] . En broer [medeverdachte 11] zegt: laat hem dat maar regelen. Zeg het maar broer? Dat regelt hij ( [medeverdachte 13] ) ook wel (zei [medeverdachte 11] ) Hij regelt het wel.
H: gelach
[medeverdachte 13] : we hebben het geregeld, ze hebben het teruggebracht. wiet enzo en alles. Daar bovenop hebben ze ook nog een boete gekregen. Speed enzo, daarna is [medeverdachte 9] met speed opgepakt en heeft hij vastgezeten toch.
[medeverdachte 13] : deze gasten?
[medeverdachte 13] : ja, ja, ja
[medeverdachte 13] : 7 kilo
[medeverdachte 13] : toen zij waren geript, hebben zij 7 kilo wiet verloren, 8 kilo wiet is teruggekomen, 2 kilo hasj is is gekomen en 4 kilo speed is gekomen broer, TERUG!.
[medeverdachte 13] : we zijn niet slim geweest.
H: wat wij doen is dienstverlening aan dommen man.

Map 5, pagina's 2306 tot en met 2311:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 18] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Gisteravond kwam [verdachte] mij thuis op halen om 21.00 uur. Toen zijn we een rondje gereden. Toen heeft [verdachte] neef [medeverdachte 9] gebeld. We gingen naar het huis van [medeverdachte 9] . Toen reden we weer een rondje. Toen kwam het broertje van [verdachte] naar [medeverdachte 9] . [medeverdachte 9] is bij het broertje ingestapt en toen reden we verder.
We hebben een Nederlandse man opgehaald bij een tankstation Totaal ofzo. Het was in elk geval langs een snelweg richting Eindhoven. We kwamen daar en toen was daar een vriend van [medeverdachte 9] die we opgehaald hebben. Daarna hebben ij hem afgezet bij [medeverdachte 9] , daar waar hij woont bij het Textielplein. De Nederlandse man belde [medeverdachte 9] en zei: Kom me ophalen. Bij het ophalen zaten in de auto: Ik [verdachte] en [medeverdachte 9] . Na ongeveer een half uur kwamen we terug bij dezelfde woning, die van [medeverdachte 9] . Ik ben achter de woning bij de garage geweest. Die Nederlandse man was daar met [medeverdachte 9] , volgens mij ook de pa van [medeverdachte 9] . Ik hoorde wel wat geschreeuw maar verder niet zo veel. Ik heb die mensen gezien. Ze waren boos op die Nederlander. Die vader was niet zo boos, [medeverdachte 9] wel. [medeverdachte 9] zei iets met spullen ofzo. Ik was achter de garage en zij waren in de garage. Er waren nog twee mannen in de garage. Ik hoorde: waar zijn de spullen. Ik ben een half uurtje bij de garage geweest. Ik zag de Nederlandse man, [verdachte] , [medeverdachte 9] en twee onbekende mannen. Ze moeten dat spul. Een van die twee mannen gaf de Nederlandse man een duw en toen viel hij. Er was geschreeuw in de garage. Die Nederlandse man is naar buiten gegaan. Ik weet niet of dat uit zichzelf was. Hij wilde weg. Hij zei allemaal laat me. Toen is iedereen in de auto gestapt en zijn we naar huis gegaan.

Map 3, pagina's 1096 tot en met 1098:

Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] d.d. 14 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[betrokkene 1] vertelde dat [betrokkene 2] er achter zat. In heel deze zaak heb ik enkel maar bemiddeld tussen [medeverdachte 9] en [betrokkene 2] om die handel, die zes kilo wiet, terug te krijgen bij [medeverdachte 9] . Ik heb hierin wel telefoongesprekken gevoerd en misschien wat druk gezet bij [betrokkene 2] .

Bewijsmiddelen zaak 11:

Map 29, pagina K 94:

Op 21 april 2013 te 12.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 4] : ik heb met de vrienden gesproken en we verwachten je morgen, [verdachte] . Dan kom je toch wel, broer? (...) Ik heb je toch gezegd dat 30 papieren klaar liggen? (...)
[verdachte] : dan kom ik er nu eentje brengen met een chauffeur en dan kun je kijken en als je het mooi vindt dan kom ik morgen de andere drie brengen.
[betrokkene 4] : Broer, kom en breng alles mee. Waar ben je terughoudend voor? (...)
Ik heb nu 5 stuks tegen de mannen gezegd, als je morgen niet komt, dan ga ik vandaag klote, ik zweer het je.

Map 29, pagina K 98:

Op 21 april 2013 te 18.00 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 5804. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] zegt, je moet morgen met niemand een afspraak maken, ik kom morgen naar je toe..jij moet morgen gaan rijden. (...) Dan kun je om een uur of drie of half vier gaan vertrekken. Ik kom dan tot de grens (...) je moet een auto met een Duits of met een Pools kenteken regelen.

Map 29, pagina K 99:

Op 21 april 2013 te 22.49 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 19] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : (...) In de ochtend stuur ik de chauffeur erheen.
[betrokkene 19] : ik heb vandaag ook met broer [betrokkene 4] gesproken..ik heb gezegd... oke broer, laat ze maar komen, de papieren liggen klaar.

Map 29, pagina K 101:

Op 21 april 2013 wordt door NN-man een sms-bericht verzonden aan [verdachte] met de inhoud:
Neef, mijn telefoon is bij mijn schoonmoeder blijven liggen. Ik ga morgenvroeg 5 stuks 'Hazen' halen bij Oom.
Map 29, pagina K 103:
Op 22 april 2013 te 11.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 5804. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Bij welke grensovergang zullen we elkaar treffen... jij moet richting Frankfurt. (...) zo ver is het niet. Zo en zo rijd ik achter je aan.
NN-man: Ik ga een auto met buitenlands kenteken regelen.
[verdachte] : ik schuif je wel een duizend lira toe als ik daar ben.

Map 29, pagina K 105:

Op 22 april 2013 te 11.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 21] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : ik heb een chauffeur nodig. Ik wil 5 stuks sturen, maar de auto moet wel een Duits kenteken hebben. (...)
[verdachte] : ik moet daar bijna 40 duizend euro ophalen.

Map 29, pagina K 107:

Op 22 april 2013 te 11.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 21] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 21] : Broer [betrokkene 20] zegt dat hij het geld van tevoren cash wil hebben, want anders rijdt hij niet.
[verdachte] : Waar moet ik dat geld vandaan halen? Hoeveel wil hij per stuks hebben... 150?
[betrokkene 21] : 200 lira... zoals altijd.
[verdachte] : Waar moet ik die duizend lira vandaan halen verdomme.

Map 29, pagina K 111:

Op 22 april 2013 te 13.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Ik heb geen poen. Ons moeder heeft wel geld. Ik heb haar gezegd dat er voor de chauffeur 1000 lira nodig is. (...) Als jij nou eens tot Venlo gaat rijden en in Venlo gooien we het bij hem over en rijden achter hem aan.

Map 29, pagina K 114:

Op 22 april 2013 te 14.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 4] : aan mijn zijde zijn er geen problemen. De papieren hier zijn allemaal gereed. Ik maak er een kleine partij van zodat je kunt zien en ons kunt leren kennen. Daarom heb ik 5 stuks gezegd.

Map 29, pagina K 120:

Op 22 april 2013 te 16.29 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt dat zij niemand hebben kunnen vinden en dat ze nu hebben besloten dat zij met de mini's voorop gaan rijden.
[verdachte] : [medeverdachte 16] heeft een Pool gevonden die achter ons aan zal rijden.

Map 29, pagina K 122:

Op 22 april 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : ik heb van wat ik had duizend aan de chauffeur gegeven. Ik rijd nu voor hem en [medeverdachte 16] is bij mij. The fucker gaf me een adres, helemaal in Frankfurt.
Map 29, pagina K 125:
Op 22 april 2013 te 20.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling telefoonnummer [betrokkene 22] [adres] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt he collega, ga voor ons rijden.

Map 29, pagina K 345:

Het proces-verbaal van bevindingen (gebruiker [telefoonnummer] ), onder meer inhoudende:
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken van [verdachte] bleek dat hij contact opnam met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [betrokkene 22] , wonende te [adres] . Uit het politiesysteem BHV bleek dat [betrokkene 22] in februari 2013 aangifte had gedaan. Dit werd gedaan door een persoon die zich [betrokkene 87] (fonetisch) noemde. In de aangifte werd door [betrokkene 22] verklaard dat zij samen met haar vriend een kamer huurt aan de [adres] .

Map 29, pagina K 128:

Op 22 april 2013 te 21.15 uur wordt door [verdachte] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
We hebben het gegeven, we zijn aan het wachten.

Map 29, pagina's K 218 tot en met K 220:

Het proces-verbaal van observatie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 22 april 2013 werden de volgende waarnemingen gedaan:
15.47
uur - zag ik dat NN1 in de Mini [kenteken ] stapte.
15.49
uur - zag ik dat de Mini [kenteken ] vertrok vanaf de [adres] .
15.5
uur - Herkende ik NN1 van een door het tactisch team verstrekte foto als [verdachte] .
16.04
uur - zag ik dat de Mini [kenteken ] gestopt was ter hoogte van de woning gelegen aan de [adres]
16.08
uur - zag ik dat in de nabijheid van de [adres] een personenauto van het merk Audi 44TSB6, type A6, kleur zwart en voorzien van het Duitse kenteken [kenteken ] geparkeerd stond. Ik zag dat een man, NN3, daarbij wegliep.
16.09
uur - zag ik dat NN3 de [adres] binnenging en kort hierop weer buiten kwam. Ik zag dat hij vervolgens in de Audi [kenteken ] stapte en daarmee vertrok.
16.23
uur - zag ik dat [verdachte] en NN2, die ik herkende als [betrokkene 16] [medeverdachte 16] , in de Mini [kenteken ] stapten en daarmee vertrokken.
16.42
uur - zagen wij dat F. [verdachte] vanuit de [adres] kwam met in zijn handen een grote, zwarte, kennelijk gevulde sporttas. Wij zagen dat [verdachte] de achterklep van de Mini [kenteken ] opende en dat [medeverdachte 16] voornoemde sporttas in de kofferruimte plaatste. Hierna zagen wij dat beiden in de Mini [kenteken ] stapten en vertrokken.
16.47
uur - zag ik dat de Audi [kenteken ] geparkeerd stond bij het Texaco benzinestation, gevestigd aan de Tobias Asserlaan te Tilburg.
16.48
uur - zag ik dat F . en [medeverdachte 16] in gesprek waren met NN3.
16.52
uur - zag ik dat beide voertuigen vertrokken.
17.55
uur - zag ik dat de Mini [kenteken ] en de Audi [kenteken ] stopten aan de achterzijde van de Mc Donalds gevestigd te Tegelen.
18.12
uur - zag ik dat allen bij de Mini [kenteken ] en de Audi [kenteken ] kwamen. Ik zag dat [medeverdachte 16] de achterklep van de Mini [kenteken ] opende en dat NN3 de achterklep van de Audi [kenteken ] opende. Ik zag vervolgens dat [medeverdachte 16] een soortgelijke zwarte sporttas als eerder genoemd vanuit de kofferbak van de Mini [kenteken ] haalde en deze in de kofferbak van de Audi [kenteken ] plaatste.
18.17
uur - passeerde de Mini [kenteken ] en de Audi [kenteken ] op de rijksweg A74 de
Nederlands/Duitse grens.

Map 29, pagina's K 134 en K 135:

Op 23 april 2013 te 11.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 8922. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN: het is denk ik beter om eerst met hem te spreken voordat je [betrokkene 45] belt. Het heeft geen zin om naar [betrokkene 45] te bellen voordat we een bericht van [betrokkene 4] ontvangen. (...) Wat was de waarde van de goederen die je daar hebt gebracht?
[verdachte] : 40.000 euro. (...) vrienden van hem hebben het gekocht/genomen. Hij zei "het is bijna negen uur, ik moet naar binnen, ik stuur mijn vriend naar je toe". Hij zit in een openlucht gevangenis. (...) in het begin heb ik getwijfeld maar toen dacht ik: die [betrokkene 4] kan toch niet zo achterlijk zijn om mij te belazeren. Toen heb ik het [betrokkene 26] maar gegeven en hij ging weg.
NN: Hij was weg en kwam niet meer terug.
[verdachte] : ja.

Map 29, pagina's K 136 en K 137:

Op 23 april 2013 te 12.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 4] : ik ga ervoor zorgen dat jij het morgen in je hand hebt. Mijn auto was bij hem en nu is die ook weg. Het geld wordt jou uitbetaald, linksom of rechtsom. Desnoods ga ik ook 10 jaar voor hem de cel in.
[verdachte] : Broer ik zes Amcik (= amnesia) en twee stuks Pep (= straatnaam amfetamine) gegeven. (...) Wat moet ik nu tegen die mannen zeggen... Waarom breng je me in dit shit gebeuren. Dus zeg jij nu dat die man jou genaaid heeft.
[betrokkene 4] : jongen, ik zweer het dat ik nergens wat vanaf weet.
[verdachte] : hij had het over 10 minuten, maar we hebben daar tweeënhalf uur gewacht. En daarna moesten we 400 kin weer terug.
[betrokkene 4] : desnoods betaal ik het persoonlijk aan jou.

Map 29 pagina K 141:

Op 23 april 2013 te 12.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : waarom wachten tot vrijdag helemaal
[verdachte] : wat moet ik dan doen [medeverdachte 16] , een wapen tegen het hoofd van de man houden, dan maar vrijdag, als ie vrijdag maar betaalt.

Map 29 pagina K 142:

Op 23 april 2013 te 12.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 26] . In ditgesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 26] : wat ben je van plan vriend, wat is jouw bedoeling dat je me hier voor schut zet. Je zegt van ik kom met dit of dat terug... en ik zeg dat hier ook deze hiér. Je brengt mij hier ook in een moeilijke positie. (...) Jullie hebben mij ook in deze zaak meegenomen en nu kom ik er straks niet meer uit... kijk je bent er op en neer gegaan... Wat had je kunnen doen? Dan had je het terug moeten brengen en er niet naartoe brengen. Je had er naar toe kunnen bellen en vragen of ze het hadden of niet, of het 100% was. Jullie gaan me in de nesten werken zo.
Map 29 pagina K 146:
Op 23 april 2013 te 17.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : jij kent je eigen mannetje toch wel... het is toch bekend aan wie je het geven zou, ga dan naar hem toe en vraag het hem.
[betrokkene 4] : ja maar, die heb ik gesproken, en hij heeft het niet afgenomen (...) Ze hebben mijn auto ook meegenomen broer dus ik ben ook de klos., auto weg... alles weg ... verdomme. (...)
[verdachte] : ja maar kennelijk heeft de man je dan gelipt... als hij nergens te vinden is. (...) waarom stuur je geen degelijk iemand
[betrokkene 4] : een degelijk iemand... ik sta daar te wachten op jouw komst... In Allah's naam [verdachte] , wist ik veel dat jij het zou afgeven voor je het geld hebt ontvangen. Waarom heb je dan ook niet gezegd van ik wil eerst [betrokkene 4] zien... zoals die vriend dat zei van ik wil eerst [betrokkene 4] zien voor ik de papieren geef... daarom zeg ik het je dus... ik wil gewoon geen risico's lopen. (...) het gaat hier niet om een paar centen... een hoop papier man.

Map 29, pagina K 151:

Op 23 april 2013 te 18.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: die man was wel heel zenuwachtig toen hij het tas kwam ophalen. Hij vroeg of hij het hele tas mee moest nemen. Ik zei toen: ja broer het is een grote tas maar je moet het geheel meenemen. Ik heb zes stuks haze en twee van die andere meegenomen.

Map 29 pagina K 155:

Op 23 april 2013 te 22.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 26] en [medeverdachte 13] . Indit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : ik ga meteen na mijn werk er gelijk naartoe... ons geld blijft daar niet. (...) Ik ben vrijdagochtend afgewerkt... daarna ga ik naar huis toe... ga douchen... en dan rechtstreeks naar Duitsland toe.
[betrokkene 26] : (...) ga jij maar niet... waarom moet jij gaan... hij moet zelf maar op en neer. Ga niet naar zulke locaties.

Map 29 pagina K 156:

Op 23 april 2013 te 22.33 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : ik heb ook persoonlijk met ze gesproken. Nu ga ik zelf vrijdag nadat ik afgewerkt ben naar de overzijde toe. .en dat zullen we dat dan daar klaren. (...) we gaan donderdag daarheen. .dan weten we wat de situatie is en gaan vrijdag opnieuw en gaan het ophalen (...) dat is dan tevens de push, de druk die we erachter zetten.

Map 29 pagina K 160:

Op 25 april 2013 te 16.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : we zullen morgen rond 3 uur in Frankfurt zijn.

Map 29 pagina K 162:

Op 25 april 2013 te 21.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 16] : hoe laat gaan wij morgen?
[verdachte] : rond 10 uur. (...) Ik heb met [medeverdachte 13] afgesproken om 10 uur.
Map 29 pagina K 163:
Op 26 april 2013 te 16.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 17] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] zegt dat hij aan Duitse zijde is.

Map 29 pagina K 172:

Op 26 april 2013 te 23.57 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-vrouw
[betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
NN: ik ben de vrouw van [betrokkene 4] .
[verdachte] : hij vroeg mij ter waarde van 150.000 lira (euro) aan spullen. Ik zei tegen hem "broer [betrokkene 4] dat is wel erg veel. Straks worden we onderweg gepakt. (...) hij heeft spullen besteld ter waarde van 40.000 lira (euro). Ik heb ook een chauffeur geregeld en heb de spullen daarheen gebracht. Die vriend zei dat [betrokkene 4] binnen zat. Ik zei toen dat ik het wist omdat ik door [betrokkene 4] vanuit dit nummer was gebeld. Ik kreeg een adres in Frankfurt. Ik ben erheen gegaan en die jongen kwam naar me toe. Hij nam de tas en zei dat hij binnen tien minuten terug zou zijn. vervolgens verdween hij en kwam niet meer terug. Broer [betrokkene 4] heeft die jongen naar me gestuurd.
NN: is het wiet of cocaïne?
[verdachte] : het is wiet. Die mannen komen dagelijks bij mijn moeder aan de deur en bedreigen haar. Uiteindelijk zal hij moeten verkopen met zijn leven.
NN: moet [betrokkene 4] nu 40.000 euro aan jullie geven?
[verdachte] : ja. (...)
Kan hij niet vatten dat dit kan leiden tot moord/dood? Als ik hier iemand zou belazeren voor 40.000 lira dan komen ze mij dezelfde dag vermoorden. (...) We wachten nog wel een dag of twee maar daarna weet ik het niet. (...)
NN: Ik heb zelf nooit wat aan [betrokkene 4] gehad. Mocht hij iets geflikt hebben dan zou ik je willen adviseren om die kogel naar hem te richten.

Map 29 pagina's K 185 tot en met K 187:

Op 27 april 2013 te 10.57 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Wat ben jij een oplichter zeg!
[betrokkene 4] : ik zei tegen jou, mijn vriend haalt jou op en brengt naar mij toe; dan krijg jij het geld.
[verdachte] : ga toch weg! Geen verhaaltjes vertellen! Geef het aan mijn vriend, hij werkt voor mij, had je gezegd.
[betrokkene 4] : oke zo zei ik wel tegen jou, maar die vervloekte man is er niet!
[verdachte] : dat is jouw probleem, niet mijn probleem! (...) Klootzak! Luister [betrokkene 4] , maak mij niet woest, anders kom ik daarheen. Ik hak je kop af(...) mijn geld moet je regelen en je krijgt daarvoor tot maandag de tijd. O wee als je het niet regelt, dan kom ik je daar te grazen te nemen [betrokkene 4] ! Heb je het gehoord? Degene die mij in deze toestand brengt, degene die hier verantwoordelijk voor is (...) Jij beseft niet met wie je aan het dansen bent! Niemand zal je redden uit mijn klauwen! Jij krijgt tot maandag de tijd. Laten ze het met mijn moeder doen als ik dat jou of jouw kinderen niet betaald zet als maandag het geld niet klaar is !!! Wees gewaarschuwd. Durf nog eens hier en daar een bericht achter te laten van dat je er niets mee te maken hebt... als je dat doet kom ik je hoofd eraf hakken! Maak mijn geld gereed anders maak ik je kapot. (...)

Map 29 pagina's K 190 en K 191:

Op 27 april 2013 te 11.39 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : wat nou dertigduizend
[betrokkene 4] : mijn beste [verdachte] , luister. Jij hebt er weliswaar 6 meegenomen, maar hadden wij niet 5 afgesproken. Heb ik je niet gezegd van [verdachte] die 30 lira is gereed. Jij hebt toen gezegd van en wat moet gebeuren met de chauffeurskosten waarop ik zei van doe dan maar voor 5,7
[verdachte] : maar als je het voor 5.7 doet voor 5 stuks maakt het 28.500 en 5 duizend voor die 1 à 2 dingetjes maakt 33.500 en ik heb die ene extra meegebracht... dus dan wordt het 39 duizend tweehonderd lira.

Map 29 pagina K 204:

Op 27 april 2013 te 16.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en Alparslan [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : zal ik [betrokkene 4] eens bellen. Kijk, als eigenaar van de zaak kan ik hem bellen en wat druk op hem uitoefenen.
[verdachte] : doe dat ... is goed.

Map 29 pagina's K 206 en K 207:

Op 27 april 2013 te 18.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 4] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 4] : geef me 1 à 2 weken de tijd zodat ik het kan afhandelen.
[medeverdachte 13] : Ik zal daar heel open in zijn. Zo'n mogelijkheid is er niet. (...) Dus na maandag... kan ik niets meer doen... dit kan ik je zeggen. (...) Ik heb veel begrip getoond... ik hou er niet van om bij het huis van iemand langs te gaan... dat is wat mij betreft heilig., ik weet overigens wel je huis... (...) deze maandag moet je ervoor zorgen dat het geld komt (...) mijn geld moet maandag hier zijn en je neef gaat anders maandagnacht om 12 uur op weg... dat je dat weet.

Map 29 pagina K 211:

Op 28 april 2013 te 13.35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : hebben de dingen die ik gisteren tegen hem heb gezegd behoorlijk invloed op hem gehad?

Map 29 pagina K 213:

Op 28 april 2013 te 20.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : waar maak ik een denkfout in de berekening? We hebben nu van die sukkel van een [betrokkene 4] een tegoed op basis van 57 toch? Dus met die 57 maakt het 34.200,-. En die 8 lira van de Pool. Maakt dat 42.200,-.
[verdachte] : ja... en 5 lira van die 2 'bewerkte'.
[medeverdachte 13] : ja maar wat hebben wij daarmee te maken, dat is toch van Ferhat?
[verdachte] : welnee joh, we geven hem 2 lira en 3 lira is voor ons.

Map 29, pagina's K 222 e.v.:

Het proces-verbaal van bevindingen: Uitwerking OVC, met de daarbij behorende bijlagen. Dit procesverbaal houdt onder meer in:
In het kader van het onderzoek werden door de officier van justitie bevelen afgegeven voor het opnemen van vertrouwelijke communicatie in de sportschool Balans, gevestigd te Tilburg. Door ons, verbalisanten, werden geluidsbestanden beluisterd van de opgenomen vertrouwelijke communicatie in deze sportschool.
(pagina K 226):
Hierbij verklaar ik, beëdigd tolk, dat ik een schriftelijke uitwerking heb gemaakt van een OVC-gesprek in de sportschool. De tijdstippen van de door mij beluisterde opname is gelegen tussen 7-4-2013 14.30 uur en 7-4-2013 23.00 uur.
(pagina K 247):
[medeverdachte 13] : Luister, dit is wat ik tegen [verdachte] heb gezegd. Luister, ik zeg het open en eerlijk. "Bij alle zaken die [verdachte] doet, ben ik partner, zelfs bij elke gram wiet die hij verkoopt, heb ik een aandeel. Want ik ben degene die voor jou de deur heeft geopend". (...). [verdachte] zei tegen mij: "Ik heb een plek gevonden, kom laten we wiet kweken". "Is goed, laten we kweken" zei ik. Daarna heb ik gezegd: "Kerel luister, hiermee wordt het de 4e of 5e partij. Jij mag alles hebben, ik zal alleen compagnon zijn bij de plek 'in het midden'. Al het overige mag jij hebben". "Nee", zei hij man, "nee, of we doen het samen of we doen niets."

Map 4, pagina 1446:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 16] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Het is een Poolse jongen, die ik ken vanuit de stad. Volgens mij rijdt hij in een auto met een Duits kenteken. De auto is een Audi.

Map 4, pagina's 1729, 1732, 1733:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 26] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Haze is een wietsoort. Ik zal precies zeggen zoals het is gebeurd. Ik heb als tussenpersoon opgetreden voor [verdachte] . Het ging om 4,5 à 5 kilo wiet. Ik heb garant gestaan voor [verdachte] . [verdachte] weet verdomd goed van wie hij het gekocht heeft. [verdachte] heeft toen de die wiet gekregen. Hij belde mij later op en vertelde dat hij naar Duitsland was gegaan, en dat de wiet weg was. Ik ben toen heel boos op hem geworden. Zo is het verhaal. Ik heb nu dus schuld bij deze mensen omdat ik borg heb gestaan voor [verdachte] .
Het bedrag waarvoor ik garant stond zal tussen de 18 en 20 duizend euro geweest. [verdachte] heeft wel wat spullen (transformatoren en dergelijke) uit de zaak meegenomen, maar dat heb ik hem gewoon gegeven.
[medeverdachte 13] staat net zo goed borg voor [verdachte] . [medeverdachte 13] staat voor schut tegenover mij omdat hij [verdachte] met mij in contact had gebracht.

Map 4, pagina's 1644 tot en met 1648:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 7] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb een auto. Dit betreft een zwarte Audi A6. Deze Audi is voorzien van het Duits kenteken [kenteken ] . Ik denk dat ik deze auto sinds eind maart begin april 2013 in mijn bezit heb. Ik werd op een dag gebeld door de kleine dikke. Ik weet niet meer wanneer dit was, maar ik had die Audi A6 nog niet zo lang in mijn bezit. Ik had die auto maximaal een maand in mijn bezit.
Die kleine dikke vroeg mij aan de telefoon of ik geld wilde verdienen. Ik wilde dit wel. Die kleine dikke vroeg aan mij of ik naar de Texaco bij de Westermarkt in Tilburg wilde komen. Ik wilde wel wat geld verdienen en ik ben naar het tankstation gegaan. Ik ben naar de Texaco gereden. De kleine dikke kwam daar samen met zijn broer de jongen met de bril aan in een zwarte Mini Cooper. De kleine dikke vroeg aan mij of ik iets kon vervoeren naar Duitsland. Ik kon daar 1000 euro mee verdienen. Ik zou 500 euro vooraf krijgen en 500 euro achteraf. Ik vroeg wat ik moest vervoeren. De kleine dikke zei dat ik een tas met weed moest vervoeren. Ik vroeg aan hem wanneer dit plaats zou moeten vinden. De kleine dikke zei zo dadelijk. Ik wilde geld verdienen en ik wist ook goed dat het strafbaar zou zijn wat ik ging doen. Ik verdien normaal 1000 euro in de maand en ik moet ook veel rekeningen betalen. Het leek mij wel gevaarlijk, maar ik kon toch snel geld verdienen. De kleine dikke zei dat ze het al meerdere malen hadden gedaan en dat ze nooit problemen hadden gehad. Met meerdere malen begreep ik dat ze bedoelden dat ze vaker drugs naar Duitsland had vervoerd. De kleine dikke zei zelfs als ik gepakt zou worden, ik daar geen problemen mee zou krijgen, aangezien het zuivere weed zou zijn. Ik wilde in eerste instantie alleen gaan, maar de kleine dikke jongen zei dat ik beter mijn vriendin mee kon nemen, omdat dat minder op zou vallen.
Ik heb die 500 euro direct gekregen. De kleine dikke zei dat ik mijn meisje op moest halen. Ik moest haar niets vertellen over wat we gingen doen. Wij zijn naar Venlo gereden. De twee broers, de kleine dikke en de jongen met de bril reden in de zwarte Mini Cooper voorop en ik ben hun achterna gereden.
Bij Venlo zijn we gestopt bij de McDonalds. We hadden afgesproken dat de tas met weed dan bij mij in de auto zou worden gelegd. Wij hebben bij de Mc Donalds gegeten. Toen wij terug kwamen werd door de kleine dikke een grote zwarte tas uit de kofferbak gehaald van de Mini Cooper en deze werd achter in mijn Audi A6 gelegd. Ik dacht dat die tas kleiner zou zijn. Er was door de kleine dikke gezegd, dat er alleen weed in zou zitten. De kleine dikke zei dat er 14 of 15 kilo zuivere weed in zou zitten. Hij heeft mij nooit verteld, dat er amfetamine in die tas zou zitten. Ik heb niet gezien wat er in de tas zat.
We zijn gaan rijden de Duitse grens over. Ik ben achter de mini Cooper blijven rijden. Uiteindelijk zijn we naar Frankfurt am Main gereden. Ik heb onderweg nog telefonisch contact gehad met die kleine dikke. Die gesprekken gingen over dat ik harder moest gaan rijden en ik heb misschien nog gevraagd of het nog ver was.
We zijn bij Frankfurt am Main gestopt. Wij zijn ergens gekomen in de buurt van een fitness school gestopt. Wij hebben geparkeerd op de parkeerplaats van de sportschool. De jongen met de bril ging iemand bellen. Uiteindelijk kwam een Turkse man aangelopen. Deze man was geheel in het zwart gekleed. De zwarte tas die in mijn kofferbak lag werd eruit gehaald en de Turkse man die in het zwart was gekleed vertrok te voet met de tas. De jongen met de bril heeft Turks gesproken met deze man.
Ik vroeg aan de kleine dikke of het nu klaar was en ik ben mijn geld kon krijgen. Ik zou nog 500 euro krijgen en ook benzinekosten. De kleine dikke zei dat we nog moesten wachten, want de weed uit de tas moest nog gewogen worden. De Turkse man die met tas was weggelopen zou terugkomen met geld. Wij hebben daar 2 uur gewacht en de man kwam nog steeds niet opdagen. Ik was aan het wachten op mijn geld. De twee broers zijn aan het bellen gegaan. Uiteindelijk hadden ze een adres gekregen waar ze naartoe konden voor hun geld. Ze zouden 10 minuten wegblijven. Na 10 minuten kwamen ze terug en zeiden dat ze bedrogen waren. Ik zou mijn geld krijgen als ik terug in Tilburg zou zijn.
In Tilburg aangekomen zei de kleine dikke dat ik het geld de dag erop zou krijgen. Ik heb heel vaak gebeld om mijn geld en dat is ook de reden dat ik contact met de kleine dikke hield. Ik heb volgens mij nog 25 gram weed van hem gekregen en heb dit ook niet betaald. (...)
O: Aan verdachte worden een tweetal foto's getoond.
De man op de eerste foto herken ik, als zijnde de jongen met de bril waar ik in mijn verklaring over spreek. De tweede man herken ik, als zijnde de kleine dikke waar ik mijn verklaring over gesproken heb. Het zijn broers van elkaar. Ik ken hun namen niet. Ik weet dat het Turkse jongens zijn.
Toevoeging hof: de als tweede getoonde foto is afgebeeld op dossierparagraaf 1651 en is een afbeelding van [medeverdachte 16] .
- De organisatie houdt zich bezig met het telen van hennep
Bij doorzoekingen in het kader van het onderzoek Kapel zijn op diverse plaatsen in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen. Hieronder worden twee voorbeelden genoemd.

Bewijsmiddelen zaak 15:

Map 32, pagina's O 372 tot en met O 376:

Het navolgend proces-verbaal met nummer 002763 d.d. 13 september 2013, ontvangen na rechtshulpverzoek blijkens proces-verbaal met nummer 60-46923. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 12 september 2013 is er een melding ontvangen waaruit blijkt dat er op het adres [adres] een weedplantage zou staan. De planten zouden vandaag geknipt worden. Gezien het dringende karakter van de feiten besluiten de opstellers op basis van artikel 6 bis een huiszoeking te verrichten gezien de bewoonster niet aanwezig is.
Huiszoeking uitgevoerd bij [betrokkene 7] , [adres] . Datum/uur begin: 12 september 2013 te 13.00 uur. De huiszoeking is positief.
Er wordt in 2 slaapkamers een actieve cannabisplantage aangetroffen, op de zolderruimte treffen we technische stukken aan welke dienstig zijn om de plantage te laten draaien zoals afzuiging, elektrische installatie, meststoffen etc. In slaapkamer 1 treffen we 117 volgroeide cannabisplanten aan. De planten zijn gemiddeld 1.20m. groot, pot inbegrepen. In slaapkamer 2 treffen we 206 volgroeide cannabisplanten aan.

Map 32, pagina's O 377 tot en met O 410:

Bijlage 1 aan proces-verbaal met nummer HA.L6.002763/2013
Dossier van kopjes van aangetroffen documenten en voorwerpen tijdens huiszoeking. 1.23: paspoort van [medeverdachte 9] .

Map 32, pagina's O 346 tot en met O 350:

Het navolgend proces-verbaal met nummer 004494/2013 van 16 september 2013 betreffende technische vaststellingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 12 september 2013 worden w ij telefonisch verzocht technische vaststellingen te verrichten te [adres] naar aanleiding van het aantreffen van een teelt van drugs.
Verdovende middelen - staalname
Uit beide slaapkamers/teeltruimtes wordt een staalname van de aangetroffen plantenresten gedaan. De plantenresten worden meegenomen door het labo.
Sporenonderzoek op het labo
Verdovende middelen - onderzoek
Het betreft:
- 1 papieren zak met plantenresten teeltruimte links met een brutogewicht van 34.43 gram
- 1 papieren zak met plantenresten teeltruimte rechts met een brutogewicht van 50. 52 gram.
Besluit:
Zowel de geur, de morfologie als het chromatografisch onderzoek wijzen op de aanwezigheid van cannabis voor beide monsters.

Map 32, pagina's 0 89 tot en met 0 117:

Het proces-verbaal van bevindingen: uitwerking OVC periode 24 augustus 2013 te 05.43 uur t/m 26 augustus 2013 te 01.08 uur. Deze uitwerking houdt onder meer in:
(p. 0100)
[medeverdachte 12] : wordt België maandag betaald?
[medeverdachte 9] : maandag
[medeverdachte 12] : ze moeten daar trouwens voor zover ik weet 2 weken wachten
[medeverdachte 9] : woensdag, donderdag
[medeverdachte 13] : wie blijft er dan in het café, er moet wel iemand blijven want de politie kan komen.
[medeverdachte 9] : kijk even, haar eigen nicht, kijk, dit meisje, zijzelf
[medeverdachte 12] : verblijven zij in België, het is namelijk goed als zij België verblijft.
[medeverdachte 9] : ja, zijzelf haar dochter plus haar dochter verblijven er. Kijk zij zegt haar nicht. Hey [betrokkene 7] (Op de achtergrond is een stem te horen van een vrouw waar [medeverdachte 9] vermoedelijk een telefoongesprek mee voert en die door hem [betrokkene 7] wordt genoemd.)
[medeverdachte 9] : kijk even, dat geld moet toch tot en met maandag betaald zijn?
[betrokkene 7] zegt dat zijn stem niet goed te horen is waarop [medeverdachte 9] zegt dat hij het op handsfree had gezet.
[medeverdachte 9] : het klopt toch dat de woning nu gehuurd is. We krijgen toch binnen een week de sleutels als ik jou het geld geef?
[betrokkene 7] zegt: jawel en verder is zij onverstaanbaar.
[medeverdachte 9] zegt dat hij morgen het geld gaat brengen naar [betrokkene 7] en dat zij wel zullen praten als hij/ [medeverdachte 9] er is.
(p. 0101)
[medeverdachte 12] : De plek die ik nu doe... we hebben de woning 2 maanden geleden gekocht/gehuurd. De politie is er langs geweest. We hebben het mooi gemaakt van binnen zonder dat het gezien kan worden.
[medeverdachte 13] : Waar is het die plek
[medeverdachte 9] : Euh Limburg, in dinges, je hebt toch Hasselt enzo.
[medeverdachte 13] : Daar bij Maastricht in de buurt
[medeverdachte 9] : Hasselt Heusden en Zolder. Het is in Beringen. Mijn vriend vertrouw op mij. België is beter dan al die hokken die ik hier in Nederland heb.
[medeverdachte 13] : Maar [medeverdachte 9] , snap je dat wij geld moeten?
[medeverdachte 9] : Trouwens [medeverdachte 13] , als jij zegt ik heb geld nodig, ik kan jou over 3 weken ondersteunen. Die moeten uitkomen. 500 stekjes als 1/3 voor mij is.
(p. 0107)
[medeverdachte 12] : Oh ik zeg dat lang niet iedereen naar België zou gaan.
[medeverdachte 9] : Zo dacht ik er ook over. Totdat deze plek werd gedaan, ging ik er naar toen, soms de hele tijd niks doen, in de tuin spelen. Normaliter ben ik iemand met strafblad, maar ik voel me daar zo op mijn gemak. Meester, het is gewoon een normaal dorp daar. Het is daar rustig. Het is een dorp waar zelfs geen politie komt.
[medeverdachte 12] : waarom gaan de mensen er niet naar toe, omdat de straffen daar een beetje hoger zijn. Is men terughoudend. Stel dat er plotseling iets zou gebeuren tijdens het bewateren, dit zijn allemaal dingen bij iemand door zijn hoofd heen gaan.
[medeverdachte 9] : Ik zei ook pas nog dat ik nooit van mijn leven België zou betreden. Das een en ten tweede dat ik er niet naar toe zou gaan. Ik ben er 4 of 5x geweest.
[medeverdachte 13] : als je dat materiaal hebt geknipt dan moet je je ook een keertje daar naar toe verplaatsen.
[medeverdachte 9] : er kan niks gebeuren hoor. Hoe moet ik het materiaal daar naar toe. Wij hebben zelfs de stekjes zelf gebracht. Ik heb het in de auto gegaan en er naar toe gebracht. Je gaat hier vandaan via Eindhoven, langs Waalre, Valkenswaard, na Valkenswaard is het een snelweg. Je gaat naar Heusden Zolder. Laatst was er toch een wedstrijd van Tayfun meester, daar is dus mijn plek, Beringen.
Op de vraag van [medeverdachte 12] antwoordt [medeverdachte 9] dat hij over drie weken daar gaat knippen.

Map 32, pagina O 214:

Op 10 september 2013 vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en NNvrouw. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Hoe gaat het? Niets vervelends?
N: Goed, nee, nee, alles gaat zijn gangetje.
D: Hmm
N. [medeverdachte 2] houdt zich ermee bezig dus.
D: Dat is ook zijn/haar taak.

Map 32, pagina O 216:

Op 11 september 2013 te 09.40 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Hallo
S: Hij zegt, laten we over een half uur afspreken, wat je had gevraagd is binnen, wat moeten we nu doen vraagt hij.
D: wat zegt hij nou?
S: Hij zegt er moet worden schoongemaakt, het is tijd, als we nu even tien minuten kunnen spreken dan kunnen we bespreken wat we moeten doen.
D: Oké is goed, euh, hey luister, weet je wat je tegen hem moet zeggen. Zeg dat je [medeverdachte 9] hebt gesproken en zeg dat hij het nooit van zijn leven zal doen.
S: maar wat ik niet begrijp... .waarom spreek je hem niet zelf?
D: maar jij spreekt hem toch?
S: maar ga jij tijdens het schoonmaken dan niet blijven?
D: ben je gestoord jongen, natuurlijk ga ik erbij blijven.
S: Oké dan hoef ik verder niets te zeggen, jij kan het daar zelf zeggen
D: ja maar zeg het hem nu alvast
S: ja maar straks wordt hij boos en gaat hij vloeken jacks. Jij kan het zelf zeggen als je daar bent broer, het zit zo in elkaar
D: ja maar als jij het zegt, ik wil mijn dinges hebben ofzo...dan kan je zeggen: broer [medeverdachte 2] dat kan niet zo, eerst wordt het gewogen en dan wordt je deel berekend en nadat het is verkocht krijg je je geld.

Map 32, pagina O 217:

Op 11 september 2013 te 10.40 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
S: als je wilt kunnen we morgen die plek afmaken.
D: morgen?
S: ja... en dat we daar nieuwe... euh opnieuw beginnen.
D: euh morgen al? Vriend maar de tijd is niet...
S: Ja morgen, morgen.
D: ik denk niet dat ze zover zijn want ik ben gisteren naar die andere plek gegaan en die plek wordt maandag afgemaakt. Die plek begon een week eerder dan daar.
S: kijk vriend, hij vraagt of we morgen dinges kunnen doen. Hij zegt dat het al tijd is en dat het niet goed is om te laten wachten.
D: Dan kunnen we vanavond heen gaan en even gaan kijken. Als het oké is kunnen we morgen afmaken oké?
S: we hoeven niet te kijken. Broer als hij tegen ons oké zegt dan is het oké. Hij zegt dat er spinnen zijn en zegt dat we gelijk dinges moeten doen. Als we wachten gaan we verlies lijden zegt hij.
D: euh, weet je vriend, het is beter dat ik naar je toekom en dat we dan even praten.
S: wanneer wil je dan terug komen? Hij gaat nou mensen, eh broer [medeverdachte 2] gaat nou drie mensen regelen oké?
D: nee, nee ik ga zelf mijn eigen mensen regelen.

Map 32, pagina's O 219 en O 220:

Op 11 september 2013 te 11.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: hey, luister, zegt [medeverdachte 2] dat ze klaar zijn en dat ze zover zijn?
S: hij zegt dat ze zelfs over tijd zijn.
D: kijk, [medeverdachte 2] wil het laten bevallen en wil een grote plek beginnen/maken en daarop vertrouwende moet hij vandaag die plek van ons niet vroegtijdig laten afmaken... vriend laten we zelf even vanavond kijken.
S: hij zegt, reken maar uit, 10 weken zijn verstreken maar volgens mij zijn tien weken ook verstreken Jacks want ik heb gerekend.
D: kijk vriend luister... je moet niet dinges doen... want die plek was ongeveer een week eerder gestart dan mijn plek bij die neger. We zijn daar gisteren wezen kijken en die zijn eigenlijk ook klaar... maar weet je die laatste vier of vijf dagen, zijn die nou erg belangrijk?
S: ja maar [medeverdachte 9] hij zegt dat er beestjes zijn, beestjes
D: ja bij die andere zijn ook beestjes. Dat is niet erg. De laatste vijf...
S: hij zegt dat die beestjes de kopjes opvreten.
D: nee man, dat is niet zo belangrijk. Ik denk dat hij een grotere plek wil maken en daarom heeft hij zo'n haast. Ik heb namelijk [betrokkene 7] gisteren nog gesproken en zij zei dat hij tegen haar had gezegd, pas volgende week. Ik denk dat onze meneer geld...
S: kom vanavond gewoon en praat even met broer [medeverdachte 2] . Vertel het hem en zeg tegen hem, broer ik wil het nog een week laten wachten.
D: nee ik wil zelf gaan kijken en dan ga ik hem dinges doen.
S: oké broer, je wilt kijken maar hij weet het toch ook? Waarom zou hij vroegtijdig willen knippen. Hij verdient zelf ook 20%?
D: ja maar jah, hij heeft geld nodig.
S: ja... dat weet ik niet maar ik denk het niet.
D: luisier vriend, als het gereed is dan zeg ik dat ook. Ik heb zelf ook geld nodig.
S: [betrokkene 7] , eh [betrokkene 7] schijnt gelijk contant te w illen hebben. Zoiets zei hij en [betrokkene 7] haar neven/nichten schijnen het ook te doen, in die andere flat.
D: ja
S: wat was de afrekening?
D: broer was het niet 1/3 deel? Ik trek de kosten er vanaf, die 17000 lira, pardon euh 6, 8, nee die 19.000 lira trek ik er vanaf en die van [medeverdachte 2] trek ik ook af.
S: is het niet goed tussen jou en [betrokkene 7] ?
D: jawel is goed
S: oh maar waarom zegt ze dat dan? Zou ze het echt zo willen doen denk je?
D: ik zeg wel tegen haar: we kunnen knippen, wegen en als ik contant heb dan geef ik je het en als ik geen contant heb dan móet je vier dagen wachten. Nadat ik het heb verkocht, krijg je je geld. Let jij maar op wat je ontvangt. Wilde hij alleen een kant afmaken of beide kanten?
S: broer [medeverdachte 2] zegt: laten we beide kanten gelijk afmaken en beiden met elkaar mengen.
D: oké is goed
S: ik zei tegen broer [medeverdachte 2] : ga jij maar baby'tjes bestellen. Hij gaat het zelf regelen. Kom Ju vanavond maar om zes uur en bespreek dat ook met broer [medeverdachte 2] oké?
D: oké is goed
S: vergeet mijn geld ook niet oké?

Map 32, pagina's O 234 en O 235:

Op 12 september 2013 te 10.26 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 43] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 43] wil meteen naar [medeverdachte 9] komen. [medeverdachte 9] zegt dat hij in België is.
M: Dan kom ik meteen naar België.
D: nee dat kan niet, dat vinden mijn compagnons niet goed.
M: ach ik vreet die compagnons van jou op want Wie zijn jou compagnons, de kleine [medeverdachte 3] .

Map 32, pagina's O 236 en O 237:

Op 12 september 2013 te 11.55 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9]
. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
H: waar ben je dan?
D: bij onze uhm je weet toch wel die onze die bijna zover is.
D: ik zei tegen [medeverdachte 3] laat me hier achter, laat ik vannacht hier blijven.
Ik had het door [medeverdachte 2] laten doen weet je nog. [medeverdachte 3] ging naar [medeverdachte 2] en zei dat [medeverdachte 9] daar met het toevertrouwde aan het wachten was. Straks kom ik naar jou.
H: je hoeft niet te komen. Als een ding dinges is dan kan ik wel naar die regio komen, dat is geen probleem. Dan kunnen we elkaar ergens treffen en dan kan ik jou het zakgeld geven waar je om vraagt. Dan kan ik je het zakgeld geven waar je om vraagt.

Map 32, pagina O 245:

Op 12 september 2013 te 13.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen NNman en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : nee man ik kan nou niet meer komen, ik heb effen een inval gehad oké?
[medeverdachte 9] : je weet wel ze zijn binnengekomen.

Map 32, pagina's O 251 en O 252:

Op 12 september 2013 te 13.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [betrokkene 46] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : er zal niets met mij gebeuren maar mijn dromen zijn verwoest.
C: wat gaat er met [betrokkene 7] gebeuren?
[medeverdachte 9] : dat weet ik niet.
C: zal zij jouw naam niet noemen?
[medeverdachte 9] : Tuurlijk niet man, dan brengt zij zichzelf in de problemen. Het is dan georganiseerd. [betrokkene 7] gaat zeggen voor die andere ben ik dinges geworden.

Map 32, pagina O 254:

Op 12 september 2013 te 14.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [betrokkene 43] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : je weet toch die plek wat ik [medeverdachte 2] liet doen? Ik zou het toch eerder knippen? Politie heeft net inval gedaan. Tegen niemand zeggen dat het is geript want ik moet iedereen betalen. Ik had iedereen beloftes gedaan.

Map 32, pagina O 265:

Op 12 september 2013 te 15.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [betrokkene 7] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
S: ik vind het zo erg dat we beroofd zijn door die dwerg met rattenkop. Maar ik ga hem vanavond pakken. Hij moet niet denken dat het makkelijk is om ons te naaien.

Map 32, pagina O 274:

Op 12 september 2013 te 16.15 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [betrokkene 21] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : Ik ga vandaag die Cyprioot neuken, dan weet je dat. Die hoerenzonen hebben 100 kilo natte van mij verkocht.
K: was jij compagnon met hun?
[medeverdachte 9] : nee [medeverdachte 2] was op mijn plek aan het letten.

Map 32, pagina O 285:

Op 12 september 2013 te 22.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en NNman. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : vandaag hebben ze mijn dinges van 100 duizend lira gestolen man. Vandaag zou mijn keerpunt worden, vandaag zouden we het regelen en dan was voor mij alle stress en schulden af. Vanmiddag hebben ze een inval gedaan.

Map 32, pagina O 288:

Op 13 september 2013 te 00.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [betrokkene 29] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : Als ik maandag krediet opneem dan krijg je al je geld, maar het is sneu voor mij want er zou 40-50 lira over blijven.

Map 32, pagina's O 318 tot en met O 321:

Het proces-verbaal van observatie van [medeverdachte 9] op 11 september 2013 tussen 17.30 uur en 22.30 uur. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
19.41
uur: Ik zag dat [medeverdachte 9] op straat contact had met de bestuurder van een blauwe Daewoo voorzien van het kenteken [kenteken ] . Ik herkende de bestuurder aan de hand van een door het team verstrekte foto als [medeverdachte 2] , geboren op 7 juni 1967 te [geboorteplaats 1] .
20.25
uur: Ik zag dat de Citroen C4 voorzien van kenteken [kenteken ] stilstond op de Paleisring te Tilburg. Ik zag dat [medeverdachte 9] met de NN2 man van plaats verwisselde en dat [medeverdachte 9] als bestuurder verder reed.
21.4
uur: Ik zag dat de [kenteken ] stopte op [adres] en dat [medeverdachte 9] en NN2 uitstapte en en te voet verder gingen.
21.43
uur: Ik zag dat [medeverdachte 9] en NN2 bij perceel 54 aan [adres] viá de voordeur naar binnen gingen.
21.57
uur: Ik zag dat [medeverdachte 9] en NN2 buiten kwamen uit perceel 54 aan [adres] en dat zij in de richting van de [kenteken ] liepen.
21.58
uur: Ik zag dat [medeverdachte 9] en NN2 instapten in de [kenteken ] en wegreden.

Map 5, pagina's 1829 tot en met 1835:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 4 december 2013. Dit verhoor houdt onder meer in:
Ik heb sinds juni 2013 ofzo ook contact met [medeverdachte 9] . Via [medeverdachte 9] en [betrokkene 30] ben ik in contact gekomen met dat vrouwtje in België, genaamd [betrokkene 25] . Ik werd verliefd op haar. [medeverdachte 9] wilde mij via die vrouw in haar woning krijgen, Ik ben heel veel bij [betrokkene 7] geweest. Ik denk dat ik haar in juni 2013 heb leren kennen. [medeverdachte 9] en [betrokkene 7] regelen woningen voor vrouwen die financiële problemen hebben en geen woning hebben of hun woning uit moeten. [medeverdachte 9] liet er dan vervolgens hennepplanten in zetten en hij ging er dan vervolgens met de opbrengst vandoor. [betrokkene 7] moest van [medeverdachte 9] huizen regelen in België.
Ik weet niet hoe lang die hennepkwekerij in de woning aan [adres] heeft gezeten. Ze hebben de woning niet zo heel lang gehuurd maar ik kan niet zeggen sinds wanneer. De eerste keer ben ik met [medeverdachte 9] en [betrokkene 30] naar België geweest. Ik heb toen een rondleiding in de woning gehad. Ik heb toen geen hennepkwekerij gezien [betrokkene 25] huurde de woning aan de [adres] . De huur betaalde [medeverdachte 9] . Dat werd contant betaald. [medeverdachte 3] is mijn buurjongen. Ik denk dat [medeverdachte 9] de spullen om de kwekerij te bouwen via [medeverdachte 3] heeft gekocht. Het is een leugen dat ik een lening aan [betrokkene 7] kon verstrekken. Ik weet niet hoe het met papieren/formulieren in België werkt. [medeverdachte 9] organiseert alles. [betrokkene 7] en [medeverdachte 9] hebben dat samen gedaan. Het klopt niet dat ik 20% zou krijgen. Ik wil niet ingaan op de inhoud. [medeverdachte 9] zegt zelf in de gesprekken dat de kwekerij van hem was. [betrokkene 7] had allang een verhaal klaar voor het geval zij gepakt zou worden. Zij wilde gaan zeggen dat ze onder druk van de Turkse maffia gezet zou zijn. En dat zij erg bang was van hun, de maffia. Nu heeft ze dat over mij gezegd. Ik heb haar niet onder druk gezet. Ik hield van haar. Ik had nooit verwacht dat zij dit nu over mij zou zeggen.

Map 5, pagina's 1836 tot en met 1840:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 5 december 2013. Dit verhoor houdt onder meer in:
Ik heb niets met de kwekerij van doen. Het is mijn kwekerij niet. Ik wilde alleen [medeverdachte 9] helpen en zijn vader. Vervolgens heb ik contact gekregen met een vrouw in België zijnde [betrokkene 7] . Dit ging via [medeverdachte 9] . Begin juli 2013 hoorde ik voor het eerst van de hennepkwekerij. De spullen hebben we daar naar toe gebracht met [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] . Met spullen bedoel ik materiaal waarmee je een hennepkwekerij kon beginnen. Dat zijn lampen, filters, luchtpijpen. Ik heb daar ook mee geholpen om die spullen naar binnen te dragen en vanuit Tilburg naar Heusden in België te brengen. De eigenaar van die spullen waren [medeverdachte 3] en die heeft alles gegeven aan [medeverdachte 9] . [betrokkene 34] heeft de kwekerij opgebouwd. Dat is de zwager van [medeverdachte 9] . [medeverdachte 9] zou wel iemand regelen voor stroom.
Ik heb veel op en neer gereden van Tilburg naar Heusden België om [betrokkene 34] op te halen. Ik zou geld krijgen voor de benzine maar ik heb tot op de dag van vandaag niets ontvangen. Ik wilde nogmaals alleen [betrokkene 7] uit dat huis halen omdat ik dacht dat zij onder druk van de Turkse maffia stond. Ik heb niets gedaan daar. Ik heb in ieder geval geen water gegeven aan de hennepplanten. Ik heb wel gezien dat er hennepplanten stonden. Mijn doel was niet om daar een kwekerij te onderhouden. Het is niet waar dat ik moest opletten zoals [medeverdachte 9] zegt. Ik heb samen met [betrokkene 47] iets gekocht tegen luis. [betrokkene 47] heeft later dit op de plantjes gespoten.
In het telefoongesprek wat jij mij net voorlas zou ik 20 procent krijgen. Ik heb niets ontvangen. Het ging mij niet om het geld. Tien procent hebben ze gezegd. Volgens mij bedoelen ze procent van de opbrengst.
[medeverdachte 3] heeft spullen geregeld.
Nadat de kwekerij weg was heeft [betrokkene 7] mij opgebeld dat er politie in haar huis was. [betrokkene 7] was heel paniekerig. Ik heb gezegd dat zij rustig moest doen en naar mij toe moest komen. Ze is uiteinde lijk naar [medeverdachte 9] gedaan. Ik denk dat ik daarna door [medeverdachte 3] ben gebeld dat de kwekerij was opgerold. Ik moest komen praten met [medeverdachte 9] . Ik ben naar de woning van [medeverdachte 3] gegaan daar waren [medeverdachte 9] en [betrokkene 31] en [betrokkene 48] . [betrokkene 48] gaf mij de schuld van de rip. Ik heb gezegd dat ik gewoon thuis was en niets met de rip te maken had. [medeverdachte 9] heeft mij nog gebeld en bedreigd. Het lijkt alsof ik als oppasser ben gebruikt. Ik voel me niet schuldig in ieder geval.

Map 5, pagina's 1861 tot en met 1864:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] van 4 december 2013. Dit verhoor houdt onder meer in:
V: [medeverdachte 3] . wij werden zojuist gebeld door een collega van het politiebureau Tilburg Zuid. Jouw moeder stond daar bij de balie en zij had inmiddels van de advocaat gehoord dat jij was aangehouden. Je moeder vertelde aan de collega dat jij met de auto was gekomen en je moeder vroeg of zij de auto mocht meenemen. Van wie was die auto?
A: van mijn vriend, genaamd [betrokkene 48] .
V: op wiens naam staat die auto?
A: op naam van [betrokkene 48] . Daarvoor stond die op naam van mijn moeder. De auto staat nu sinds een week op naam van [betrokkene 48] .
V: wat was het kenteken?
A: Een Citroen met kenteken [kenteken ] . Verder weet ik het niet.
V: De collega van Ringbaan Zuid, die ik aan de telefoon had, deelde mede dat het een Citroen betrof voorzien van kenteken [kenteken ] . Kan dit kloppen?
A: Als het goed is wel, dus dat kan kloppen.
V: Met wie ga je om?
A: Vrienden die ik van kleins af aan ken. [medeverdachte 9] .

Bewijsmiddelen zaak 18:

Map 34, pagina's R 40 tot en met R 42:

Het proces-verbaal van bevindingen. met bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Er werd diverse telecommunicatie opgenomen en afgeluisterd, waaronder het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 9] . Er komen gesprekken naar voren die mogelijk verwijzen naar een hennepkwekerij.
Gesprek op 26 februari 2013, 23.32 uur.
[medeverdachte 9] wordt gebeld door [betrokkene 9] . [medeverdachte 9] vertelt dat iemand genaamd [betrokkene 49] tegen [medeverdachte 13] en consorten heeft gezegd dat hij samen met [medeverdachte 9] een plek doet, maar dat de huiseigenaar niet tevreden is. Nog twee weken voordat het geknipt gaat worden. [medeverdachte 9] vraagt zich af of dit die achterlijke Afrikaan van hen is, die dit verteld heeft. [medeverdachte 9] geeft aan dat hij er morgen gaat praten.
Gesprek op 26 februari 2013, 23.40 uur.
[medeverdachte 9] belt uit naar [betrokkene 9] . [betrokkene 9] zegt dat [medeverdachte 9] zou hebben gezegd dat het achter de woning van [betrokkene 50] is en dat er een neger, dat er twee negers verblijven. [betrokkene 50] had tegen [medeverdachte 9] gezegd dat haar oom had gezegd 'hier ergens in jullie wijk schijnt hij dinges met de negers te doen'. [medeverdachte 9] vertelt dat [betrokkene 50] hem daar precies op de hoek heeft gezien. [betrokkene 5] zegt dat [medeverdachte 9] maar moet kijken hoe hij het gaat doen, maar ze moeten daar twee â drie keer draaien/kunnen oogsten tot de zomer, anders zijn ze de klos.
Gesprek op 27 februari 2013, 18.50 uur.
[medeverdachte 9] belt uit naar het nummer [telefoonnummer] en spreekt met NN man. [medeverdachte 9] vraagt of de vriend van NNman [betrokkene 49] heet en of deze bij hem woont. [medeverdachte 9] wil hen beiden morgen spreken.
Gesprek op 27februari 2013, 19.04 uur.
[medeverdachte 9] wordt gebeld door NNman die gebruik maakt van het nummer [telefoonnummer] . NNman zegt dat hij niet weet wat [medeverdachte 9] met [betrokkene 49] heeft besproken, maar zijn huis is zijn huis. Uit onderzoek in BHV blijkt dat het nummer [telefoonnummer] in 2011 is opgegeven door [betrokkene 32] , geboren te [geboorteplaats 1] , wonende te [adres] . Het adres [adres] ligt op een hoek. Deze woning ligt schuin achter de woning van [betrokkene 50] .

Map 34, pagina R 29:

Op 10 september 2013 te 18.36 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 9] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: [medeverdachte 9] , wat voor baby's hebben we hier bij die neger gegeven. [medeverdachte 9] zegt dat het normale is.
M: Dit is Haze man!
D: ja, het zou wel Am kunnen zijn. zal ik het even vragen? Heb je al gekeken? Zijn ze al wat goed geworden?
M: het is niet goed maar het gaat wel.

Map 13, pagina's E 1051 en E 1052:

Het proces-verbaal van 140 Sr. hoofdstuk: "Drugs, heimelijk/versluierd taalgebruik". Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
In dit hoofdstuk "heimelijk/gecamoufleerd taalgebruik betreffende drugs en geld" worden feiten en/of bevindingen genoemd die vermoedens geven dat heimelijk over drugs gesproken wordt. Ter verduidelijking hiertoe worden hier een aantal hennep- c.q. wietsoorten genoemd met de hun bekende THC-waarde.
Wietsoort THC-waarde
Super Silver Haze 15-20%
Amnesia Haze 15-20%
Zoals in dit hoofdstuk gerelateerd en verduidelijkt, worden door de vermoedelijke leden van de vermoedelijke criminele organisatie [medeverdachte 11] c.s. in telefoongesprekken veelvuldig gesproken over:
Gebezigde term : AM vermoedelijke afkorting voor amnesia

Map 34, pagina R 30:

Op 10 september 2013 te 18.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 9] en [medeverdachte 9] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: weet je wat die verdomde neger heeft geflikt? Hij heeft er 4-5 stuks geknipt en gerookt, verdomme! Ik ben verdomme van woede aan het lachen en dan zegt hij ook nog eens tegen mij, ik rook dit en jullie brengen mij de hele tijd heel weinig. Alsof ik er telkens kilo’s naartoe moet brengen.
D: wat een onbetrouwbare hufter zeg.

Map 34, pagina R 31:

Op 13 september 2013 te 12.51 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 9] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: oom, kom even zodat we bij die neger gaan.
M: [medeverdachte 9] ik heb geen rijbewijs, de politie heeft beslag gelegd op mijn rijbewijs.
D: waar is [medeverdachte 17] dan?

Map 34, pagina R 33:

Op 14 september 2013 te 13.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 9] en [medeverdachte 9] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
D: die jongen vraagt hoeveel het ongeveer is.
M: Wij hebben het niet gewogen [medeverdachte 9] ! Maar ik vermoed dat het meer dan dertig is.
D: Hoeveel zakken?
M: Ik geloof wel zeker vijf zakken. Misschien wel zes, ik ‘r eet het niet precies. Ik kan het natuurlijk wel laten wegen maar dan ben ik bang dat hij met een onredelijke kiloprijs zal komen.

Map 34, pagina R 35:

Op 16 september 2013 te 14.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 9] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: Je hebt wel aan [betrokkene 14] gegeven, maar wie gaat aan [betrokkene 32] geven? Dat geld hebben we van het gemeenschappelijke geld gegeven [medeverdachte 9] ! Dan moet jij zelf 200 lira aan [betrokkene 14] geven. Ik bedoel aan [betrokkene 32] !
D: Natuurlijk ga ik dan doen. Je hoeft niet te geven.
M: Ik kan je wel 150 geven maar je moet later niet aan mijn kop gaan zeuren. Als [betrokkene 32] aan mijn kop gaat zeuren, zeg ik ga..
D: Nee hoor, ik geef hem zelf wel.

Map 34, pagina R 36:

Op 17 september 2013 te 13.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 9] en [medeverdachte 9] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
M: we hebben het toch geknipt en aan de kameraad daar gegeven.
D: Ja
M: Nou dan?
D: nee man, die andere plek bij die neger daar, ga je toch deze week afhandelen? Zwager, je moet het zelf weten, maar die man zegt zelf van ik heb vrienden, en dit hier is nog niet af/volgroeid.
M: Luister [medeverdachte 9] , jij gaat mij weer in ellende storten, hoe kan ik de mannen zou zeggen van ik heb het geknipt en aan een ander gegeven (...)
D: ja maar zwager, als je het aan de mannen had gegeven bleef er ook hetzelfde over. Zit je nu woorden vuil te maken vanwege een lullige tweeduizend lira.
M: het kan me niet schelen wat voor iets overbleef. De mannen zeggen gewoon van jullie tonen geen goede wil. En waarom geven jullie het aan een ander en gunnen jullie het niet aan ons, aangezien jullie wel wiet hebben. (...) Je hebt die mannen die dag 40, 50 kilo beloofd, maar doe dat nou niet man (...) Ga nou knippen en zo snel als mogelijk geven verdomme, en maal niet om winst of verlies en laten we ons eenmaal daarvan ontdoen, want we kunnen anders geen zaken doen verdomme.

Map 34, pagina's R 94 en R 95:

Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 ben ik gegaan naar het adres [adres] . Op de eerste verdieping van de woning werd in twee ruimtes een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Totaal bevonden er zich 287 planten van circa 2 weken oud. In ruimte 1 stonden 145 planten, in ruimte 2 stonden 142 planten. Er zijn aanwijzingen voor eerdere oogsten.

Map 34, pagina R 3:

Het proces-verbaal van relaas. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 werd binnengetreden in perceel [adres] Bij het aantreffen van de hennepkwekerij werden twee personen in de woning aangetroffen en aangehouden. Dit betroffen: [betrokkene 32] geboren te [geboorteplaats 1] en [betrokkene 51] , geboren te [geboorteplaats 1] .

Map 34, pagina R 96:

Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik onderzocht een partij op hennep gelijkende stof, bestaande uit zes monsters uit twee kweekruimtes, welke zijn aangetroffen op het adres [adres] .
Aangetroffen bij de verdachte [betrokkene 32] .
Bij een door mij gehouden MMC kleur reactietest bleek dat deze stof positief reageerde op de aanwezigheid van THC, zijnde de werkzame stof in hennep.

Map 34, pagina R 77:

Het proces-verbaal van inverzekerinistelling, van verdachte [betrokkene 32] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb mijn woning ter beschikking gesteld voor hennepkwekerij.

Map 34, pagina's R 104 tot en met R 108:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 32] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik woon ongeveer zeven jaar op de [adres] . Ik woon er alleen. Ik leerde een Duitse man kennen in discotheek 013. Die man bood mij aan om te helpen met mijn schulden. Hij zei dat hij ' [betrokkene 52] heette. Ik moest mijn telefoonnummer geven. Ik kreeg niet die van hem. Hij belde altijd anoniem, op mijn nummer [telefoonnummer] . Ik heb die man ongeveer drie maanden geleden ontmoet. Hij heeft mij denk ik zes keer gebeld. Dan ging het erover of ik thuis was. We hebben de eerste keer gepraat over de 'dinges'. Er kwamen toen vier jongens mee met dozen. Die dozen waren loodzwaar. Ik schrok ervan. Ze zijn in augustus begonnen met bouwen. Toen waren het weer twee andere jongens. [betrokkene 52] was er beide keren bij. Ze zijn volgens mij 22 september begonnen. Die dag zag ik de stekjes staan. [betrokkene 52] zei dat ik alles dicht moest laten en niet mocht kijken. Ze zijn een aantal keren geweest, twee verschillende werkploegen. [betrokkene 52] noemde dat zijn medewerkers. Ik heb één keer gezien dat [betrokkene 52] water kwam geven. Die medewerkers waren Turkse types denk ik. Hij zei dat als er geknipt zou zijn en er verkocht werd, dan zou hij mijn huurachterstand betalen. Ik heb nog geen geld ontvangen van [betrokkene 52] . [betrokkene 52] heeft kannen in de schuur gezet. Dat was sinds 22 september 2013. Ze hadden wel eens witte zakken in hun auto, de Audi, die sjouwden ze naar boven. Op 22 september 2013 zijn er voor de eerste keer hennepstekjes geplant in deze kwekerij. De hennepkwekerij is van [betrokkene 52] . Alleen [betrokkene 52] verzorgde de hennepplanten, hij is drie keer geweest.

Map 5, pagina's 1976 en 1977:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 32] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb al verteld dat ik gebeld werd door een Turkse man, [betrokkene 5] . Hij bedreigde mij toen, dat als ik iets over hun zou zeggen, dat zij de hennepkwekerij bij mij hadden ingericht, dat zij mij zouden vermoorden. Ik heb u verteld dat ik bij de [adres] stond bij [betrokkene 5] . Dit is dezelfde persoon, die bij mij de kwekerij heeft opgezet, samen met [medeverdachte 17] . [betrokkene 5] reed in een Audi station, kleur zwart en een zwarte Skoda station. In popcentrum 013 werd ik door een Turkse man, [medeverdachte 9] , aangesproken. Ik zei dat ik financiële problemen had. Hij kon mij wel helpen door een hennepkwekerij in mijn woning te zetten. Hij zei dat hij specialisten zou sturen om de kwekerij in te richten. [betrokkene 5] en [medeverdachte 17] hebben de kwekerij opgebouwd.

Map 34, pagina's R 223 en R 224:

Het proces-verbaal van bevindingen met bijlage 2e. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[betrokkene 32] had kentekens genoteerd van auto's waarin de in zijn verklaring genoemde [betrokkene 5] en [medeverdachte 17] reden. Door mij werden de kentekens bevraagd bij Rijksdienst voor het Wegverkeer. Audi A3 zwart [kenteken ] : in de periode van 2 april 2013 tot 27 september 2013 op naam van Had [betrokkene 9] , wonende te [adres] Skoda zwart [kenteken ] : sinds 9 november 2012 op naam van [betrokkene 53] , wonende te [adres] . Golf Polo TD grijs [kenteken ] : sinds 25 maart 2013 op naam van [betrokkene 50] , wonende te [adres]
- De organisatie houdt zich bezig met afpersing(en) en/of diefstal met geweld
De organisatie schrikt er niet voor terug om via afpersing dan wel diefstal met geweld inkomen te verwerven. Een voorbeeld hiervan is zaak 12, waarbij [medeverdachte 13] een aantal niet bij de organisatie horende personen inschakelt om een diefstal met geweld/afpersing te plegen en daartoe opzettelijk voorwerpen voorhanden heeft gehad. Tevens wordt in afgeluisterde gesprekken gesproken over drugs en wordt zowel in de nationale als internationale handel overgegaan tot afdreiging wanneer drugs niet zijn betaald of gestolen.

Bewijsmiddelen zaak 12:

Map 30, pagina L 37:

Op 7 mei 2013 te 22.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 54] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Hey luister... die ene vrienden van jou... zijn die er nog? Zouden ze ergens aan mee kunnen doen? (...) Ze zijn betrouwbaar toch?
[betrokkene 54] : Ik regel het wel.
[medeverdachte 13] : Zou jij ze kunnen aansturen?

Map 30, pagina's L 38 en L 39:

Op 7 mei 2013 te 22.41 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 54] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Ik was net met die ene vriend die over een plek had. Alleen deze is niet zomaar dinges hoor. Niet wat je denkt. Deze heeft euh dinge maar is niet dinges, is kant en klaar. Kant en klaar maar euh... het is een normale huis zoals je die kent... vrouw, man en kinderen. Begrijp je het? Er is papier en dinge. Maar euh... heb je nog 2/3 vrienden om dit te doen?
(--)
[betrokkene 54] : [medeverdachte 13] hier heb je veel Bulgaren.
[medeverdachte 13] : Broer neem 2/3 betrouwbare vrienden met je mee. (...) die ene vriend zal dan ook met jullie meegaan. Deze vriend is betrouwbaar. De laatste tijd is hij samen met mij. Hij kan met jullie meegaan en daar ook wachten in de auto voor het geval er problemen zullen ontstaan.

Map 30, pagina L 41:

Op 8 mei 2013 te 17.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : (...) dan bel ik die vrienden van ons in Duitsland. Die komen dan jou ophalen en je laat het adres van die woning aan ze zien en daar wordt dan het restantdeel van ons gehaald, ook jouw deel, zei ik.

Map 30, pagina L 46:

Op 9 mei 2013 te 16.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Jij zei toch van, oom, het gaat zo niet, we moeten iets doen om te kunnen verdienen. Ik begreep heus wel waar je naartoe wilde met die kwestie. (...) (...) maar goed, hij zegt dus van laten we het daar ontploffen (...) We moeten iets ondernemen joh [verdachte] , we hebben het geld nodig. (...) Laat de Bulgaren maar eerst eens komen, dan zien we wel. (...) Maar ben jij daar wel zeker van die plek, want pas wel op... straks gebeurt er dinges... veranderen ze van plek nadat ze van je zijn gescheiden... en als de ruimte die jij kent wordt binnengetreden gaan ze nog achter je aan straks. (...) Is er niets anders waar we 20 à 30 lira mee kunnen scoren, hier ergens?

Map 30, pagina L 51:

Op 12 mei 2013 te 19.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : De Bulgaren hebben gebeld en hij zegt: (...) ik ga zo wel bellen dan kunnen zij morgen komen. Dan zeg ik ze wel; kom morgen in gereedheid. Dat van Tolga dat kan jij wel krijgen toch?
[verdachte] : Euhh, krijgen we wel, geen probleem man.
[medeverdachte 13] : Geef dat wat jij hebt ook en dan kunnen ze het op een stevige manier regelen. (...) Dan bel ik die Bulgaren wel en zeg tegen ze dat ze morgenavond hier moeten zijn.

Map 30, pagina L 52:

Op 12 mei 2013 te 19.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 54] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Kan jij morgen die vrienden regelen?
H: Is goed, dan praat ik nu met ze.
[medeverdachte 13] : maar ze moeten dinges komen, euhh, niet om thee of koffie te drinken maar ze moeten het weten. Dus hun kleding enzo moeten ze dinges doen en als je morgenavond om 8 uur hier bent dan kan je mijn ook zien, snap je want ik moet werken. Dan zorg ik ervoor dat jullie die vriend ontmoeten, dan kunnen jullie samen weg en dan ga ik naar mijn werk. De benodigde dingen heb ik al aan hem/haar gegeven dus die krijgen jullie van hem/haar. Goed?
H: Goed.

Map 30, pagina L 53:

01113 mei 2013 te 16.34 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 54] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Kom jij nog?
H: Mijn band is lek!

Map 30, pagina L 54:

Op 13 mei 2013 te 19.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 54] -9042. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
H: Is het goed als we morgen komen?
[betrokkene 54] morgen moet je wel zeker komen man.
H: morgen kom ik zeker want ik had een lekke band.
[medeverdachte 13] : Jongens zijn geregeld toch?
H: Ja, geregeld, ik heb met ze vandaag koffie gedronken.
Die vrienden zeggen dat het de eerste dag niet zal gaan, omdat ze eerst willen weten over hoe en wat. Wij komen met een groep.
[medeverdachte 13] : Is goed.

Map 30, pagina's L 93 en L 94:

Het proces-verbaal van observatie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 14 mei 2013 tussen 20.30 uur en 23.30 uur werden de volgende waarnemingen gedaan:
21
uur - zag ik dat [verdachte] alleen in de Passat [kenteken ] zat.
21.02
uur - zag ik dat de Passat [kenteken ] stopte in de [adres] te Tilburg en dat [medeverdachte 13] als passagier in dit voertuig stapte, waarna dit voertuig vertrok.
21.05
uur - zag ik dat de Passat [kenteken ] werd geparkeerd bij het theehuis te Tilburg en dat [medeverdachte 13] en [verdachte] de hand van een man schudde en het theehuis binnen gingen. Vervolgens zag ik dat direct daarop drie andere mannen dit theehuis binnen gingen, die uit de richting van een aantal daar geparkeerde voertuigen kwamen aangelopen.
21.06
uur - zag ik dat de hiervoor genoemde voertuigen, die later worden omschreven, in ieder geval een personenauto, merk Mercedes, kleur lichtgrijs, met Bulgaars kenteken, en een personenauto, merk Peugeot, kleur lichtgrijs, met Bulgaars kenteken, waren.
21.2
uur - zag ik dat nabij het genoemde theehuis. (...) de hiervoor genoemde Peugeot, type 407, nieuw model, voorzien was van het Bulgaarse kenteken [kenteken ] , hierna te noemen Peugeot [kenteken ] .
21.34
uur - zag ik dat 5 mannen uit het genoemde theehuis kwamen. Zag ik dat [verdachte] de hand van drie mannen schudde. Zag ik dat deze drie mannen in de Peugeot [kenteken ] stapten. Zag ik dat NNI als passagier rechts voorin dit voertuig plaatsnam, dat NN2 als bestuurder in dit voertuig plaatsnam en dat NN3 als passagier op de achterbank van dit voertuig plaatsnam.
21.42
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken ] , met daarin NN1, NN2 en NN3, vertrok bij het genoemde theehuis.
22.47
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken ] over de rijksweg El9 te Vilvoorde, België, in de richting Brussel reed.

Map 30, pagina L 61:

Op 16 mei 2013 te 00.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : zeg neef, weet je al dat het nu 1 uur is; je weet toch dat je morgenvroeg om 9 uur in Roosendaal moet zijn.

Map 30, pagina L 62:

Op 16 mei 2013 te 11.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Ben je niet gegaan?
[verdachte] : Ik ben wel gegaan. Wij zijn daar naartoe gegaan; die vent is thuis, de wijf is ook thuis. (...) We hebben daar twee keer langsgereden... ik heb het adres laten zien. Je zei toch dat ik het toevertrouwde dat bij mij was moest geven; dat heb ik dan ook gegeven. Zij aan het werk, en ik ben hiervandaan vertrokken. (...) Ze gaan nu naar binnen. De jongen was voorbereid gekomen hoor.

Map 30, pagina's L 97 en L 98:

Het proces-verbaal van observatie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 16 mei 2013 tussen 8.00 uur en 11.10 uur werden de volgende waarnemingen gedaan:
10.04
uur - zag ik dat [verdachte] als bestuurder in de Volkswagen [kenteken ] stapte waarna hij vertrok vanaf de [adres] .
10.44
uur - zag ik dat de Volkswagen [kenteken ] even stopte op het parkeerterrein van McDonalds aan de Takspui te Roosendaal. Zag ik, dat een grijze Peugeot voorzien van een Bulgaars kenteken, met drie inzittenden achter de Volkswagen [kenteken ] aan reed. Ik zag dat .de Volkswagen [kenteken ] en de grijze Peugeot geparkeerd werden op het parkeerterrein van de Keukenconcurrent, gelegen aan de Rucphensebaan te Roosendaal.
10.45
uur - zag ik dat grijze Peugeot voorzien was van het kenteken [kenteken ] (BG).
10.46
uur - zag ik dat [verdachte] uit de Volkswagen [kenteken ] stapte en linksvoor in de Peugeot [kenteken ] stapte. Ik zag vervolgens dat de Peugeot [kenteken ] vertrok.
10.48
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken ] , vanaf de Burg. Schneiderlaan rechtsaf de Donkenweg te Roosendaal opreed. De Peugeot [kenteken ] , reed vanaf de Donkenweg te Roosendaal een rondje door de wijk waarbij hij langzaam door de navolgende straten reed; Vanaf de Donkenweg rechtsaf de Bovendonk op, vervolgens rechtsaf de [adres] op, waarna de Peugeot [kenteken ] weer op de Bovendonk reed. Vervolgens keerde de Peugeot [kenteken ] op de Bovendonk waarna hij weer door de [adres] reed. Hierna ging de Peugeot [kenteken ] linksaf de Bovendonk op, vervolgens weer linksaf de Donkenweg op en bij de verkeerslichten linksaf de Burg. Schneiderlaan op.
10.58
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken ] het parkeerterrein van de Keukenconcurrent, gelegen aan de Rucphensebaan te Roosendaal opreed en stopte bij de Volkswagen [kenteken ] . Ik zag dat [verdachte] uit de Peugeot stapte en als bestuurder in de Volkswagen [kenteken ] stapte waarna deze vertrok. Ik zag vervolgens dat de Peugeot [kenteken ] vertrok vanaf het parkeerterrein aan de Rucphensebaan te Roosendaal.
11.05
uur - zag ik dat de Peugeot [kenteken ] het parkeerterrein opreed van het winkelcentrum Langdonk, gelegen aan de Lindenburg te Roosendaal.
11.06
uur - omstreeks genoemd tijdstip zijn de drie inzittenden van de Peugeot [kenteken ] aangehouden op het parkeerterrein Langdonk, gelegen aan de Lindenburg te Roosendaal.

Map 30, pagina's L 104 tot en met L 109:

Het proces-verbaal van feiten en omstandigheden contra de verdachten [medeverdachte 4] , [betrokkene 5] en [betrokkene 8] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 16 mei 2013, omstreeks 11.10 uur, vonden op de Lindenburg te Roosendaal aanhoudingen plaats door leden van het arrestatieteam (AT). Het betrof de inzittenden van een personenauto, merk Peugeot, type 407, kleur grijs en voorzien van het Bulgaarse kenteken [kenteken ] .
Als verdachten konden worden aangemerkt:
Verdachte 1
Achternaam: [medeverdachte 4]
Voornaam: [medeverdachte 4]
Geboren op: [geboortedatum]
Geboorteplaats: [geboorteplaats 1] .
Verdachte 2
Achternaam: [betrokkene 5]
Voornaam: [betrokkene 5]
Geboren op: [geboortedatum]
Geboorteplaats: [geboorteplaats 1]
Verdachte 3
Achternaam: [betrokkene 8]
Voornaam: [betrokkene 8]
Geboren op: [geboortedatum]
Geboorteplaats: [geboorteplaats 1]
Bij onderzoek aan de kleding van verdachte [betrokkene 9] , werden de volgende goederen
aangetroffen:
1. twee tie-rips
2. een geladen revolver, merk Rossi, nummer 1600498
3. een elastische band
De verdachte had een elastische band van ongeveer 20 centimeter breed, om zijn middel. Aan de linkerzijde van zijn lichaam had de v'erdachte dit vuurwapen in de elastische band zitten. Bij onderzoek aan de kleding van verdachte [betrokkene 8] , werden onder andere de volgende goederen aangetroffen:
1. twee tie-rips
Op 16 mei 2013 werd de auto, een Peugeot 407, voorzien van het kenteken [kenteken ] doorzocht. In het voertuig werden vervolgens onder andere aangetroffen: (...)
05. een navigatiesysteem (...)
9. een helm
10. een groot aantal tyraps
11. een grote rol brede. grijze ducktape
12. een masker (Zogenaamd scream masker)
Verder werden op de achterbank en in de kofferruimte kleinere plastic zakken aangetroffen met daarin reservekleding.
Op 17 mei 2013 werd het navigatiesysteem, aangetroffen in het voertuig, in gebruik bij de aangehouden verdachten, door personeel van het bureau Digitale Expertise van de Dienst Regionale Recherche, nader onderzocht... De meest recente bestemming was: [adres] .
De revolver, in beslag genomen onder de verdachte [betrokkene 5] , was zilverkleurig, van het merk Rossi en voorzien van het nummer 160498, bleek geladen te zijn met 5 patronen.

Map 30, pagina L 66:

Op 16 mei 2013 te 18.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Het kan ook zijn dat zij nadat zij jou hebben afgezet zijn staande gehouden door een beambte, onderweg, want er zat van alles in de auto. Dat zou ook kunnen, want toen wij daarlangs reden was er geen vuiltje aan de lucht, dus het kan ook zijn dat hun van alles overkomen is, nog voor zij daar arriveerden.
[verdachte] : Zij hadden iets van twee minuten te gaan.
[medeverdachte 13] : We weten niet eens of de auto er nog staat, we weten niets, maar als het beambten waren geweest dan zou het toch gepubliceerd zijn op internet, ik zal straks nog eens kijken.
Map 30, pagina L 69:
Op 16 mei 2013 te 21.06 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Zou het kunnen zijn dat ze ingerekend zijn nadat ze de grens zijn overgestoken.
[verdachte] : Ehm, ik zou het niet weten of zij misschien opgepakt zijn met dat ding. (...) Eerlijk, er is iets gaande, maar ik weet niet wat. (...) Als hij in handen van ooms zou gevallen zijn, hier, kunnen ze straks onze telefoons gaan tappen/registreren omdat we steeds bellen he.

Map 30, pagina L 80:

Op 17 mei 2013 te 17.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 10] -4318. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Sinds gistermiddag 12 uur is hij er niet.
[betrokkene 10] : Had hij veel dingen bij zich?
[medeverdachte 13] : Ja, hij had wel wat bij zich. Hij had dinges bij zich waar zowel hij als ik hoofdpijn van kunnen krijgen. Snap je? (...) [betrokkene 10] , laten we even daar gaan kijken... als hij er niet is, als hij niet overgestoken is naar die kant, laat ik dan naar een advocaat ofzo gaan.
Map 30, pagina L 83:
Op 18 mei 2013 te 17.01 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 54] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] :; Hebben de oompjes alles ingenomen?
Hamza: Ja, ze hebben alles ingenomen, ijzer enzo. (...) Ze hebben ons een nacht vastgehouden. (...) zij hebben gezegd; wij zijn hem bij de benzinepomp tegengekomen (...) zij hebben gezegd: we hebben hem daar gevonden en wilden het net naar jullie brengen.
[betrokkene 1] : Dat hebben ze goed gezegd, maar we zijn de lul. Weet je waarom? (...) Dit euh, weet je nog, er was met broer [betrokkene 11] en zo ruzie en [betrokkene 43] was beschoten, die toestand met een wapen. En deze was dus ook van hem en als hij vandaag of morgen, als hij hier is, zegt van: breng mijn wapen en als wij het dan niet kunnen brengen dan zijn we de lul. En hij vraagt mij vandaag bij zich te komen, naar Duitsland. Ik ga ernaartoe en als hij mij zegt van breng het ijzer, dan ben ik de klos.

Map 30, pagina L 86:

Op 18 mei 2013 te 17.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Die van ons zijn ingerekend voordat zij daar zijn aangekomen ouwe. Echt! (...) Hij zegt, deze hebben wij bij het pompstation gevonden en wilden naar jullie brengen maar nu hebben jullie meegenomen (...).
[verdachte] : En wat hebben ze gevonden?
[medeverdachte 13] : Alles wat in de auto lag wordt gevonden door hun. (...)
[verdachte] : Ze hebben dat ding gevonden en ondanks dat hun vrijgelaten?

Map 30, pagina's, L 233 tot en met L 236:

Het proces-verbaal betreffende onderzoek aan een revolver en scherpe munitie van het Regionaal Bureau Wapens en Munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Aan mij werd een revolver en vijf patronen voor nader onderzoek aangeboden.
Verdachte
Naam: [betrokkene 5]
Voornamen: [betrokkene 5]
Geboortedatum: [geboortedatum]
Geboorteplaats: [geboorteplaats 1]
Het op 16 mei 2013 in beslag genomen voorwerp betreft een revolver van het merk Rossi, type 786 in het kaliber .38 Spec en voorzien van het serienummer W160498. Bij de revolver werden vijf stuks scherpe patronen aangetroffen, geschikt om met deze revolver te worden verschoten.
De revolver functioneerde naar behoren. Deze revolver is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
De op 16 mei 2013 in beslag genomen voorwerpen betreffen vijf scherpe patronen in het kaliber .38 Spec; vier stuks van het merk Sellier & Bellot en één stuk van het merk Remington-Peters. Alle vijf patronen zijn geschikt om uit de hierboven omschreven revolver te worden verschoten. De patronen van Sellier & Bellot zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie. De patroon van Remington-Peters is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III van de Wet wapens en munitie.

Map 30, pagina's L 202 tot en met L 205:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 4] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ben een Bulgaar, ik woon in Brussel. Mijn vrienden hebben me gevraagd om ze naar Roosendaal te brengen. Die ene heet [betrokkene 12] , de andere ken ik niet. De navigatie is van mij. Ik heb het adres ingevoerd, zij vertelden me het adres. De auto was van mij. [betrokkene 12] heeft mij gevraagd om hem in Roosendaal af te zetten. Ze zijn in Brussel ingestapt. Ze hadden een tas bij zich. De witte tas lag achterop de bank. De helm is van een vriend. Het masker is van mij, die heb ik al van vorig jaar.

Map 30, pagina L 212:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 8] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Vanmorgen zijn w ij vanuit Brussel de grens overgekomen. Ik was in Brussel bij [betrokkene 55] op visite. Met de auto van de derde jongen zijn wij naar Nederland gekomen. Ik wist dat één van mijn vrienden in het bezit was van een vuurwapen.
- De organisatie bedreigt personen (bijvoorbeeld om te voorkomen dat zij getuigen)
In het kader van de organisatie wordt door diverse personen bedreigingen geuit. Voorbeelden hiervan zijn de hierboven genoemde zaak waarin de heer [betrokkene 1] 6 kilogram hash was kwijtgeraakt, hetgeen uiteindelijk uitmondt in bedreigingen door [medeverdachte 13] en bedreigingen die gericht zijn richting [betrokkene 4] nadat drugs die naar Duitsland zijn uitgevoerd niet zijn betaald.
Tevens worden bedreigingen geuit jegens personen die voor de organisatie handelingen hebben verricht ten einde te bewerkstelligen dat tegenover de politie geen uitlatingen worden gedaan over personen uit de organisatie. Een voorbeeld hiervan is de verklaring van [betrokkene 32] die een hennepkwekerij heeft gehad op de [adres] en vervolgens nadat deze hennepkwekerij is ontmanteld tot twee keer toe wordt bedreigd. Hij heeft hierover onder ede een verklaring afgelegd tegenover de raadsheer-commissaris ter gelegenheid van een rogatoir verhoor in Antwerpen.
- De organisatie heeft de beschikking over wapens
Op 19 oktober 2012 zijn in de woning aan de [adres] , waar onder meer [medeverdachte 11] en [betrokkene 56] verbleven, twee vuurwapens en bijbehorende munitie aangetroffen. Uit de hierboven genoemde, in het licht van de criminele organisatie gepleegde feiten komt tevens naar voren dat ook [medeverdachte 13] en [medeverdachte 12] de beschikking hadden over vuurwapens. Zo had [medeverdachte 13] een wapen mee naar restaurant Lalezar in het kader van een bedreiging in de hiervoor genoemde (zaak 6) en hebben [medeverdachte 13] en [verdachte] een wapen geleverd aan een aantal personen om hiermee een beroving te laten plaatsvinden en ook had [medeverdachte 13] een wapen voorhanden in zijn woning. Bij [medeverdachte 12] werden wapens en munitie aangetroffen waarvan [medeverdachte 12] heeft verklaard dat het zijn wapens waren (zaak 16).
Op de vloer voor de bank waar [medeverdachte 11] op lag, werd een vuurwapen aangetroffen dat binnen zijn handbereik lag. Dit betrof een vuurwapen van het merk Walther, type P22, kaliber .22 Ir. De hamer was gespannen en er zat een patroon in de kamer. [medeverdachte 11] had dit wapen doorgeladen zodat het klaar was voor gebruik, omdat hij dacht dat zijn vijanden voor de deur stonden. Voorts werd in de bank die in de breedte van de woonkamer stond, nog een vuurwapen met houder aangetroffen. Dit betrof een vuurwapen van het merk Sig, model 210, kaliber 9mm para. Beide wapens betroffen vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Bij de wapens werden patroonhouders met daarover verdeeld 16 centraalvuur kogelpatronen kaliber 9 mm Luger van het merk Sellier & Bellot en 19 randvuur kogelpatronen kaliber .22 Ir aangetroffen. Van deze randvuur kogelpatronen zijn 9 stuks van het merk Remmington en 10 stuks van het merk Omark. Alle munitie is geschikt voor vuurwapens van categorie III en derhalve munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie (zaak 4).

Bewijsmiddelen zaak 16:

Map 2, pagina's 411 tot en met 429:

Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de doorzoeking van de woning op het perceel [adres] Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 1 oktober 2013 omstreeks 07.35 uur werd de doorzoeking in de woning aan de [adres] door de rechter-commissaris geopend.
Vuurwapens
Tijdens de doorzoeking werd gebruik gemaakt van speurhonden. Deze speurhonden reageerden in de slaapkamer van [betrokkene 50] en [medeverdachte 12] op de aanwezigheid van vuurwapens. In de slaapkamer werden in totaal drie vuurwapens aangetroffen. Een van de vuurwapens betrof een imitatiewapen, welk wapen voorzien was van scherpe knalpatronen. Onder het matras van het tweepersoonsbed werden twee vuurwapens aangetroffen. Een derde wapen werd aangetroffen in een van de laden van het dressoir. Dit wapen was gewikkeld in een theedoek. De aangetroffen vuurwapens waren allen voorzien van scherpe munitie. De wapens waren niet doorgeladen.
Beslagcode A8
Vuurwapen, merk Kimar, mod 92 8mm & 6 scherpe knalpatronen. Onder matras in slaapkamer verdachte.
Beslagcode A9
Vuurwapen Strakanice 6.35. Onder matras in slaapkamer verdachte.
Beslagcode A 10
Vuurwapen FN, serienummer 23680. Dressoir slaapkamer verdachte.
Beslagcode A17
17 scherpe patronen in zakje. Lade dressoir slaapkamer verdachte.

Map 33, pagina's P 20 tot en met P 24:

Het proces-verbaal betreffende aangetroffen wapens met munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Omschrijving pistool I: Goednummer 1025695
Het in beslag genomen voorwerp is een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool van het merk CZ (Ceska Zbrjovka), model 1945, kaliber 6,35 mm Br.
Omschrijving pistool II: Goednummer 1025678
Het in beslag genomen voorwerp is een centraalvuurwapen in de vorm van een pistool van het merk FN, type 1922 van het kaliber 7.65 mm.
Juridische omschrijving pistolen:
De hierboven omschreven pistolen zijn geschikt om projectielen door een loop af te schieten. De werking van deze voorwerpen berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Derhalve zijn deze pistolen vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder ten le van de WWM.
Omschrijving start-alarmpistool: Goednummer 1025674
Het in beslag genomen voorwerp betreft een start-alarmpistool van het merk Kimar, model 92 auto, kaliber 8 mm K.
Juridische omschrijving alarmpistool:
Het hierboven beschreven start- c.q. alarmpistool is een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie III, onder ten 4' van de WWM.
Omschrijving munitie: Goednummer 1026194
De zes in beslag genomen patronen betreffen centraalvuur patronen, kaliber 9 mm. De patronen hebben een cilindrische messing huls met een lengte van 17 mm en een groef. Het betreffen knalpatronen van het Duitse merk Umarex. Gezien de afdichting en de bodemstempels kan worden gesteld dat het hier knalpatronen betreft, welke geschikt en bestemd zijn om te worden afgeschoten met een 9 mm semi-automatisch centraalvuur alarm/gaswapen, het onder N omschreven alarmpistool Kimar is van het kaliber 8 mm, derhalve kunnen deze patronen niet met dit wapen worden afgevuurd.
Goednummer 1026205
De zes in beslag genomen patronen betreffen centraalvuur kogelpatronen, kaliber 6,35 Br, gevuld met nitrokruit. Deze patronen zijn gefabriceerd bij de Tsjechische firma Sellier en Bellot. Deze patronen zijn als zodanig voor direct gebruik geschikt en bestemd om afgevuurd te worden met een vuurwapen van het kaliber 6.35 mm, zoals het vuurwapen CZ omschreven onder vuurwapen I.
Goednummer 1026201 en 1025699
De respectievelijk zes en zeventien in beslag genomen patronen betreffen centraalvuur kogelpatronen, kaliber 7,65 mm gevuld met nitrokruit. Deze patronen zijn gefabriceerd bij de Belgische firma FN te Herstal. Deze patronen zijn als zodanig voor direct gebruik geschikt en bestemd om te worden afgevuurd met een vuurwapen van het kaliber 7,65 mm, zoals het vuurwapen FN omschreven onder vuurwapen II.
Juridische omschrijving munitie:
De hierboven omschreven munitie betreft munitie die geschikt is voor vuurwapens van de
categorie III en derhalve munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2
categorie III, van de WWM.

Map 33, pagina's P 25 en P 26:

Het proces-verbaal IBIS onderzoek vuurwapens en munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Verdachte: [medeverdachte 12]
Onderzoek Goednummer PL206C-20121956378-1025695
Object Vuurwapen
Merk CZ 1945
Land Tsjechie
Kaliber 6,35 mm.

Map 33, pagina's P 27 en P 28:

Het proces-verbaal IBIS onderzoek vuurwapens en munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Verdachte [medeverdachte 12]
Onderzoek
Goednummer PL260C-2012195378-1025678
Object Vuurwapen (pistool)
Merk FN 1922
Land België
Kaliber 7,65 mm

Map 33, pagina's P 29 en P 30:

Het proces-verbaal IBIS onderzoek vuurwapens en munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Verdachte [medeverdachte 12]
Onderzoek
Goednummer PL260C-2012195378-1025674
Object Vuurwapen (alarmpistool)
Merk/type Kimar 92
Kaliber 8 mm knal.

Map 2, pagina's 465 tot en met 475:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 12] van 9 december 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Het kleine wapen 6.35 heb ik sinds februari maart 2013 in mijn bezit. Wat betreft het tweede wapen, dat heb ik sinds medio juni 2013 in mijn bezit. Dat was een 7.65. Ik had ook nog een alarmpistool. Dit heb ik sinds 2000 in mijn bezit.

Bewijsmiddelen zaak 4:

Map 11, pagina's D 15, D 16 en D 20:

Het proces-verbaal relaas opsporingsonderzoek. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 19 oktober 2012 werd binnengetreden in de woning aan de [adres] . In het pand werden verdachten [medeverdachte 11] , [betrokkene 57] en [betrokkene 56] aangehouden. [medeverdachte 11] lag op de bank. Op de vloer voor de bank lag een vuurwapen binnen handbereik van verdachte. De hamer van dit vuurwapen stond in de achterste stand.

Map 11, pagina's D 190 en D 191:

Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Door een medewerker van het arrestatieteam is een vuurwapen aangetroffen en verplaatst naar de salontafel in de woonkamer. Op de slede staat Walther P22. Toen ik het wapen aantrof, stond de hamer gespannen en zat er een patroon in de kamer.
In een jas aan de eetkamertafel werd een patroonhouder inclusief munitie aangetroffen. In deze jas zaten meerdere pasjes waaronder een rijbewijs op naam van [betrokkene 56] .
In de bank welke in de breedte in de woonkamer staat, is nog een vuurwapen aangetroffen. Ik heb de houder verwijderd. In een schoudertasje welke in een stoel in de woonkamer lag. werd door mij een patroonhouder inclusief munitie aangetroffen. In het tasje zat een paspoort op naam van de beslagene.

Map 11, pagina D 201:

Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 19 oktober 2012 vond in de woning aan de [adres] een doorzoeking plaats. In de woonkamer werden een tweetal vuurwapens aangetroffen. alsmede twee losse patroonhouders inclusief munitie.

Map 11, pagina's D 203 tot en met D 205:

Het proces-verbaal betreffende in beslag genomen vuurwapens met munitie van het Regionaal Bureau Wapens en Munitie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Aan mij werden twee vuurwapens met munitie voor nader onderzoek aangeboden. Deze waren op 19 oktober 2012 aangetroffen in het perceel [adres] , verdachte [medeverdachte 11] .
Het in beslag genomen voorwerp is een randvuurwapen in de vorm van een pistool van het merk Walther, type P22, kaliber .22 Ir. Het wapen is in Duitsland gefabriceerd en in 2011 bij de proefbank te Keulen beproefd. Bij het wapen werden twee patroonhouders aangeboden. Deze houders kunnen elk tien patronen bevatten.
Het in beslag genomen voorwerp is een centraal vuurwapen in de vorm van een pistool van het merk Sig, model 210, kaliber 9 mm para. Bij het wapen werden twee patroonhouders aangeboden. Deze houders kunnen elk acht patronen bevatten.
Beide vuurwapens verkeerden in een zeer goede (nieuw) staat van onderhoud en waren als zodanig geschikt en gebruiksklaar. Het zijn vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3, categorie III van de WWM.
Bij de wapens werden in totaal vier houders met daarover verdeeld 16 centraalvuur kogelpatronen kaliber 9 mm Luger en 19 randvuur kogelpatronen kaliber .22 Ir, aangetroffen. De aangeboden 16 patronen betreffen centraalvuur patronen van het kaliber 9 mm, bodemstempel "S&B 9mm Luger". De patronen zijn van het merk Sellier & Bellot. Deze waren als zodanig geschikt voor direct gebruik in het hierboven omschreven Sig pistool. De aangeboden 19 patronen betreffen randvuurpatronen van het kaliber .22, type 'long rifle'. 9 patronen zijn van het merk Remington. 10 patronen zijn van het merk Omark. Al deze munitie geschikt en bestemd om te worden afgevuurd met het bovenomschreven Walther pistool.
Alle hierboven omschreven munitie is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, categorie III van de WWM.

Map 11, pagina's D 52 tot en met D 54:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 11] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Mijnheer [medeverdachte 13] heeft het pistool aan mij gegeven. Ik wist niet dát het de politie was die naar binnen viel. Ik heb een kogel in de kamer gebracht. Ik heb het vuurwapen dus doorgeladen, omdat ik dacht dat mijn vijanden voor de deur stonden. Omdat ik vijanden heb, kan ik elk 'moment worden doodgeschoten. Ik had daarom het wapen klaar om te schieten. Toen ik merkte dat de politie binnenviel, heb ik het wapen laten vallen. (...) Het pistool kreeg ik van [medeverdachte 13] . Er zat een patroonhouder in en ik kreeg er een volle patroonhouder bij. Ik weet dat ik deze niet mag hebben. De tweede patroonhouder was op mijn kleine Adidas tas. Het pistool lag altijd op de onderkant van de tafel.

Map 11, pagina's D 125 tot en met D 127:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 56] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[medeverdachte 13] is de eigenaar van de woning aan de [adres] . Ik heb [medeverdachte 11] in de woning ondergebracht. In de woning staat een driezitsbank en een tweezitsbank. Op de driezitsbank zag ik iets zwarts onder het hoofdkussen uitsteken. Ik vroeg wat dat was. [medeverdachte 11] pakte het voorwerp onder het hoofdkussen en liet het aan mij zien. Ik zag dat het een zwart pistool was. Ik schat hem op ongeveer 15 cm. Ik weet dat het een klein kaliber pistool was, omdat het kleine kogels waren. [medeverdachte 11] haalde het magazijn niet de kogels uit een tas die hij bij zich droeg. Ik hoorde [medeverdachte 11] zeggen dat hij het pistool had gekocht. Ik heb in de sportschool ook al een pistool gezien bij [medeverdachte 11] . Dat was een 9 mm pistool. Ik heb twee magazijnen met patronen gezien. Ik had een magazijn in mijn jaszak. Ik heb dat magazijn gisteren gekregen, omdat het niet in zijn tasje paste. Je kon zien dat hij vol was met patronen. Ik wist dat die vuurwapens in de woning aanwezig waren. Ik heb naast de patroonhouder in mijn jaszak nog andere patroonhouders vastgehad.

Map 11, pagina D 129:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 56] (en de daarbij behorende bijlagen, te weten kopieën van aan verdachte voorgehouden foto's, pagina's D 133, D 135 en D 136). Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op foto 3 zie ik mijn jas met een vol magazijn. Dit is 9 mm munitie. Dat magazijn hoort bij het wapen op foto 5. Ik moest dat magazijn van [medeverdachte 11] bewaren. Foto 5; dat is het 9 mm pistool op de tweezitsbank. Ik heb dit wapen 1 dag voor we zijn opgepakt, voor het laatst gezien. lk zag hem voor het laatst onder het kussen van [medeverdachte 11] op de driezitsbank. [medeverdachte 11] vertelde mij dat het een Sig Sauer was. Foto 6; dit is het kleine wapen. Deze heb ik ook in mijn handen gehad. Ik heb beide wapens in mijn handen gehad.

Map 2, pagina's 566 en 567:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 13] d.d. 31 oktober 2012. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik had eerder een wapen en dat heb ik aan een goede kennis van mij gegeven. ik had een wapen gekocht. Dit was een Walther P22. Ik bewaarde dit wapen bij mij thuis aan de [adres] . Ik heb ook een tijdje bij mijn oom gewoond aan de [adres] . Ik bewaarde dat wapen onder mijn deken, in de kast, onder mijn kleren. Er zaten ongeveer 12 patronen bij, kaliber 22. Ik heb het wapen een paar maanden terug aan [medeverdachte 11] gegeven. Ik heb het pistool. een magazijn en de genoemde patronen gegeven.
De leden van de criminele organisatie
Op grond van de uit het dossier naar voren komende bewijsmiddelen komt naar voren dat de organisatie (tenminste) vier prominente leden had. Deze leden zijn [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 17] en (in het bijzonder in relatie tot aan te wenden geweld) [medeverdachte 13] . Verder had de organisatie nog een aantal leden die vooral uitvoerend bezig waren: [verdachte] , [medeverdachte 16] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 14] . Het hof geeft eerst een overzicht van bewijsmiddelen die betrekking hebben op het functioneren van de criminele organisatie, zijnde een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon, waarna per persoon nader op de rol van de personen zal worden ingegaan.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld het eindproces-verbaal TGO Kapel, met dossiernummer PL203M12012195378 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, bestaande uit 69 ordners, met (per zaaksdossier alfabetisch) doorgenummerde pagina's.

Map 10, pagina's B 42 tot en met B 44 (zaak 2):

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 88] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De mensen die mij hebben beschoten, hebben een vaste groep en die groep zit in België. En die jongen aan wie ik klappen gaf, heeft dit gedaan om zijn naam hoog te houden. Ik wil die namen niet geven, aangezien ik dan veel risico ga lopen, om iets te zeggen. Het gaat namelijk over grote koppen. Het gaat om mensen waartegen ik het niet op kan nemen. Ik ben bang dat ze mij en mijn gezin iets aan gaan doen. Ze kunnen ons heel makkelijk uit de weg ruimen. Zodra ik die namen van die mensen geef, zullen die anderen het op die zelfde minuut ook horen en kom ik ook in de problemen. Daarom kan ik geen namen geven. Wel kan ik zeggen dat deze baas van deze mensen in België zit en de schutter heeft dit gedaan omdat hij in zijn trots gekrenkt was, aangezien ik hem geslagen had. Toen ik er achter kwam wie deze mensen waren, werd mij duidelijk dat ik het nooit tegen deze mensen kan opnemen.
De baas van deze mensen is niet zomaar iemand. Degene die mij heeft geschoten, heeft dat gedaan om zijn naam hoog te houden. Ze wilden anderen laten zien dat zij niet met zich laten sollen. Dat iedereen zou horen wie zij zijn en wat zij allemaal kunnen op het moment dat iemand met hen dolt. Dat zijn echt serieuze mensen. Ze hebben zoveel mensen beschoten hier in Tilburg. Iedereen met wie ik over deze zaak spreek, zegt tegen mij dat deze mannen gevaarlijk zijn en ik moet oppassen dat mij en mij familie niets overkomt. De baas van deze mensen zit in België en zit in een rolstoel, want hij is vanaf zijn middel verlamd. Hij wordt steeds geholpen als hij vervoerd wordt. Hij wordt steeds geholpen met in- en uit de auto stappen door zijn mannen. Ik heb begrepen dat ze hem zelf verschonen. Wat ik begrepen heb is dat deze man gewond is geraakt in Turkije. Hij heeft een kogel in zijn middel gehad en sindsdien is hij gehandicapt. De schutter zou bij de man in de rolstoel werken. Er zijn niet een of twee mensen. Er zijn 20 a 30 mensen die voor hem werken. Een gedeelte woont in Tilburg, een gedeelte in België en een gedeelte in Rotterdam.
(...) Het is niet iets wat ik in mijn eentje kan oplossen, het gaat over grote zaken, over grote koppen en die zullen alleen aangepakt worden door een grootschalig onderzoek. Want als ik iets begin tegen deze mensen, dan kunnen ze mij en mijn familie, hier Nederland maar ook in Turkije iets aandoen. (...) Mensen doden en op mensen schieten is iets wat voor de mensen geen probleem is. De mensen die voor hen werken, zijn meestal mensen die harddrugs gebruiken.

Map 2, pagina's 894 tot en met 896 (zaak 1):

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 56] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De invalide meneer heeft een paar handlangers die regelmatig in het huis aan de [adres] komen. Hij had een kleine tas die hij om heeft hangen en daar deed hij altijd het kleine wapen in als hij naar buiten ging. Ik heb [medeverdachte 11] , de invalide man, wel eens naar de auto gedragen. Hij heeft mensen die hem wel vaker helpen. Die helpers kwamen iedere dag. Zij zaten altijd naast hem. Die man is helemaal invalide en kan zelf niks. Ik heb zeker drie verschillende helpers gezien. Ze maken zijn plaszak leeg. ze dragen hem naar de auto en gaan met hem mee als hij ergens heen moet. Altijd is er 1 bij hem. De jongens regelen dat zelf onderling. Soms is er 1 en dan zijn er 3 à 4 personen bij hem. [medeverdachte 11] is duidelijk de baas.

Map 3, pagina's 965, 971 en 972:

Het proces-verbaal van verslag verbatim studioverhoor van [betrokkene 56] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[medeverdachte 14] (het hof begrijpt [medeverdachte 14] ) heeft echt een moeilijke jeugd gehad. Die [betrokkene 16] was ook precies hetzelfde. En dat soort kinderen, jongeren pakte [medeverdachte 11] . Om te gebruiken. En dat is de macht. [medeverdachte 17] was de hersenen van [medeverdachte 11] . (...) En [medeverdachte 13] (het hof begrijpt: [medeverdachte 13] ) is de rechterhand van hem. Hij doet alles voor hem. Voor [medeverdachte 11] . Hij is de benen, armen, voeten alles van hem. En de wegwijzer in Nederland was [medeverdachte 17] . De weg in de drugswereld zeg maar. (...) En... Die heeft hij naast mij gebeld, allemaal, heb ik gehoord. Wat zijn jullie koppen waard? Wat zijn jullie koppen waard? Hij wilde gewoon... die wietboeren zijn lekkere geld verdienen, geld kloppen, hij is de maffia en hij is de man. Hij moet ze allemaal hebben. En als je zegt mijn kop is 100 ton waard, hij zegt: dan betaal ik een ton, dan schiet ik jou dood.

Map 3, pagina's 1247 tot en met 1252:

Het proces-verbaal van verslag verbatim studioverhoor van [medeverdachte 1] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik heb zelfs mijn vakantiehuis ter beschikking gesteld, omdat zij zonder huis zaten. Camping in Vessem. Het heeft me zelf geld gekost en ik heb zelf bij mensen geld geleend om zijn advocaat te betalen. In de hoop dat ik nog geld terug zou krijgen. Ik heb dat woonhuis ter beschikking gesteld in de hoop dat ze huur zouden gaan betalen. Ik heb [medeverdachte 11] geholpen uit medelijden. Ik heb hem een paar keer naar Duitsland gebracht naar zijn familie. (...) [medeverdachte 11] was een type die had altijd mensen nodig voor zijn dingen. Onderhouden en dergelijke. Maar ik ben niet het type die elke keer voor iemand anders tijd gaat maken. Het begon al in een periode, dat ik kan zeggen, januari, februari begon het al, een stapje terug te zetten, een stapje terug te zetten. Toen hebben we elkaar voor het laatst gesproken en hij was een beetje bazig. Hij probeerde een beetje baas over mij te spelen, commanderen van... Het is geen dreigtaal maar een beetje absurd hoe hij over kwam. Hij had een keer mij opgebeld, een paar keer, maar ik had niet opgenomen, toen had hij dinge opgebeld, [medeverdachte 13] , en toen zei [medeverdachte 13] tegen mij, [medeverdachte 11] probeert jou te bereiken. Nee... [medeverdachte 14] . [medeverdachte 13] probeert jou te bereiken maar kan je niet bereiken. (...) Even goede vrienden, als ik jullie ergens mee kan helpen doe ik dat graag, maar ik wil tijd met mijn gezin doorbrengen en alle zaken netjes in orde zetten. Toen had hij mijn neef opgebeld, had hij gezegd: heel absurd, heel absurd asociale taal, van over mijn vrouwtje: "Is kut nog belangrijker als mij? Dat was voor mij de laatste druppel. Ik ben 48, 47 jaar, niemand heeft dat woord tegen mij gezegd. Ik ben ook niemand zijn loopjongen. (...) Ik heet geen [medeverdachte 14] of geen [medeverdachte 13] of geen [medeverdachte 12] waar je druk op kan oefenen, van je moet... Nee! Dat was hij wel van plan. Toen had hij opgebeld, toen zegt hij van ja, je laat niks meer van je horen, wat is er aan de hand? Ik zeg nee, ik ben bezig met mijn eigen leventje. Hij was helemaal, hoe kan ik het zeggen? Gespannen. Ik zeg, als je iets wilt zeggen, dan zeg het... Hij zegt ja, kun je naar mij komen? Ik zeg, maakt niet uit, stuur maar het adres ik kom wel naar jou toe. Ik weet niet waar jouw uitspraak overgaat, ik zeg van, je weet mijn situatie, ik heb je eerder al gezegd, ik help iedereen zolang ik de mogelijkheid heb maar het is niet de bedoeling dat ik van één of andere nasi ((FON)) een loopjongen of schoothondje ben. En dat was de harde woord kern. En toen is [medeverdachte 14] bij mij geweest. En via [medeverdachte 14] heeft hij, [medeverdachte 11] contact met mij gezocht. Hij probeerde wel de baas te spelen, dat was wel zijn bedoeling. Dat heeft hij 1 keer... (...) Op een gegeven moment had hij gezegd van ja je neemt niet op en dit en dat. Ik geef jou een rode kaart, kun je terug naar Roemenië. Wat heeft dat ermee te maken of ik een Roemeense of een Turkse vriendin heb? Het gaat erom dat ik er maar gelukkig mee ben. De ware. Hij zou me een rode kaart geven, omdat ik niet reageerde op zijn telefoons, niet op nam, dat ik afstandelijk was. Hij voelde zijn eigen wel de scheidsrechter of de baas in het veld.

Map 2, pagina 713:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 14] d.d. 3 oktober 2013 Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik ken mijn weg in de onderwereld van Tilburg. Ik weet zeker dat bepaalde mensen onrustig werden en die [medeverdachte 11] als concurrent zien. Ik bedoel [betrokkene 16] , [betrokkene 58] , [betrokkene 26] . Toen [medeverdachte 11] in de stad kwam, werden zij onrustig. Hij wordt wel beschouwd als een grote jongen in het criminele circuit.

Map 2, pagina 743:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 14] d.d. 31 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Toen [medeverdachte 11] vorig jaar werd aangehouden en even later weer vrijkwam heb ik tegen hem gezegd dat ik er puur en alleen voor zijn verzorging ben en verder niet in eventuele criminele activiteiten betrokken wilde worden. Vanwege de ellende die ik in mijn leven thuis heb meegemaakt, had ik gehoopt dat ik iemand die de status van [medeverdachte 11] heeft, eerder was tegengekomen. [medeverdachte 11] zou mijn vader onder druk kunnen hebben zetten van doe normaal.

Map 7, pagina's A 672 tot en met A 679:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 13] d.d. 17 februari 2014. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik wil niets meer zegen, want ik word bedreigd. Ik word bedreigd door [medeverdachte 11] . [medeverdachte 11] heeft tegen mij gezegd: Het is ons niet gelukt [betrokkene 5] te vermoorden en nu zijn jullie aan de beurt. Ook zei hij: Als je broer alles vertelt dan ruim ik jullie uit de weg. Ik ben door iemand thuis opgehaald en werd naar een café in Tilburg gebracht. Opmerking: Aan getuige worden foto's getoond van een aantal verdachten in het onderzoek. Getuige wijst [medeverdachte 14] aan en zegt: [medeverdachte 14] kwam bij mij aan de deur en zei me dat een gehandicapte man met me wilde praten. Ik ben met hem meegegaan naar een café in Tilburg. Dat was een Nederlands koffiehuis. Daar was toen [medeverdachte 11] . Ik herken hem van dé foto die u mij toont. Toen wist ik zijn naam niet. Ook kwam er een andere man bij. Opmerking: getuige wijst op de fotoset als andere man [medeverdachte 13] aan. Deze [medeverdachte 11] vertelde me toen dat hij [betrokkene 5] had neergeschoten maar dat was niet gelukt. We moesten onze mond houden anders waren wij aan de beurt. Die invalide zei tegen me dat hij een pistool had en wees toen op zijn rechter of linker bovenbeen. Dit is gebeurd toen [betrokkene 5] nog in het ziekenhuis lag. Ik heb mijn vader en moeder en zus verteld dat ik bedreigd ben.
Opmerking: getuige wordt zichtbaar emotioneel en huilt.
Ik heb vorige week tegen [betrokkene 59] gezegd van de bedreiging.

Map 9, pagina's A 1472 tot en met A 1478:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 60] d.d. 26 februari 2014. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[betrokkene 16] ken ik van Tropical. Ik heb daar een paar weken samen met hem gewerkt. U houdt mij voor dat uit de printlijsten blijkt dat [medeverdachte 13] mij op 11 september 2012 te 22.05 uur heeft gebeld en dat ik hem heb teruggebeld op 12 september 2012 te 01.51 uur. Ik kan me dat nog wel herinneren. Hij vertelde me dat hij langs zou komen. Even later werd er aangebeld en ik verwachtte [medeverdachte 13] . Vervolgens zag ik dat [betrokkene 16] bij me aan de deur stond. Hij was in zijn eentje en hij was voor zover ik me kan herinneren donker gekleed. Ik liet hem binnen. Hij vertelde dat hij wilde blijven slapen. Ik heb gezegd dat dat niet kon. Ik heb toen met [medeverdachte 13] gebeld en gezegd dat ik niet wilde dat [betrokkene 16] bij mij bleef slapen. Voor zover ik mij kan herinneren werd ik kort daarop door [medeverdachte 13] gebeld met de mededeling dat [betrokkene 16] naar beneden moest komen. [betrokkene 16] is toen ook gegaan. [betrokkene 16] was gestresst. Hij had een zwarte sporttas bij zich. Toen hij aan de deur stond had ik meteen het gevoel dat er iets niet klopte. U vraagt mij waar het gesprek met [medeverdachte 14] van 9 oktober 2012 over gaat. Ik wilde gewoon weten of ik een probleem had. Ik wist op dat moment wat er gebeurd was.
Opmerking: de getuige wordt zichtbaar emotioneel en huilt. Ik heb angst voor wat er zal gebeuren als de mensen die hierbij betrokken zijn mijn verklaring zullen lezen. [medeverdachte 14] heeft mij verteld dat [betrokkene 16] heeft geschoten op [medeverdachte 15] . Toen ik dacht hoorde dat ik: Kut. Ik wilde daar natuurlijk niets mee te maken hebben. Dat heeft hij mij in de week van de schietpartij verteld.
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 60] , afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 12 januari 2016.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik weet niet wat ik bij mijn 2 verhoor bedoelde dat ze boos op mij waren. Wellicht omdat ik zo gepraat had. Ik weet niet of ze nog steeds boos op mij zijn. Ik ben niet bang. Toen was ik wel bang. Na het eerste verhoor kwam [medeverdachte 14] eten op mijn werk. Hij vroeg waarom ik zo verklaard had. Ik heb de indruk gehad dat ze boos op mij waren. [medeverdachte 14] was redelijk boos. Ik heb niet tegen hem verteld wat ik had verklaard. Volgens mij wist hij wel wat ik had verklaard. Ik heb met niemand erover gepraat dat ik een verklaring heb afgelegd bij de politie na de aanhouding van [medeverdachte 11] op de [adres] .

Map 12, pagina E89:

Gespreksnummer 280872369
Datum en tijd 11-10-2012, 16.16 uur
Beller [medeverdachte 13] : (Genoemd " [medeverdachte 13] ")
Gebelde NN-man op nummer [telefoonnummer]
[medeverdachte 13] zegt, iemand heeft een normaal iets.
NN-Man5291 zegt, ik heb je toch gezegd dat je vandaag niets tegen me moet zeggen... ik ben thuis omdat ze een tand bij mij hebben getrokken.
[medeverdachte 13] zegt, 000..ja..je was naar de tandarts..en hoe is het ermee?
NN-Man5291 zegt, nou ze hebben me laten schreeuwen als os.
[medeverdachte 13] zegt, echt waar oom?
NN-Man5291 zegt, echt.
[medeverdachte 13] zegt, ome ..hebben ze daar wat nodig?
NN-Man5291 zegt, jawel ...ze hebben wel nodig.
[medeverdachte 13] zegt, het is niet de natte.
NN-Man5291 zegt, het maakt niet uit... breng het erheen..als het goedkoop is. .dan zullen ze er wel de prijs voor geven.
[medeverdachte 13] zegt, nou de deze hier zegt dat het 37 Euro is.
NN-Man5291 nee broer..dat hoef je er niet heen te brengen..laat maar zitten.
[medeverdachte 13] zegt, is goed dan

Map 12, pagina E90:

Gespreksnummer 280891925
Datum en tijd 18-10-2012, 15.05 uur
Beller [medeverdachte 13]
Gebelde [medeverdachte 17]
[medeverdachte 13] zegt tegen [medeverdachte 17] dat er een vriend is gekomen, samen met een vriend. .heb jij ergens links of rechts er tien liggen..zou jij wat voor hem kunnen betekenen.
[medeverdachte 17] zegt, op dit moment niet.
[medeverdachte 13] zegt, eigenlijk heb ik als een betrouwbare plaats heb ik Waalwijk aangewezen. .want die kennen we ook goed ..maar voordat ik ze daarheen stuur. .dacht ik gelijk aan jou. als je het had..dan zouden we het hier kunnen afhandelen.
[medeverdachte 17] zegt, nee ik heb niets.

Map 12, pagina E 90

Gespreksnummer 280917544
Datum en tijd 25-10-2012, 16.04 uur
Beller [medeverdachte 12]
Gebelde [medeverdachte 17]
[medeverdachte 1] : Er schijnt een tekort (opm. vertaler: letterlijk: sikinti, hetgeen context afhankelijk verschillende betekenissen kan hebben, bijv, probleem/ er verlegen om zitten) te zijn, dus ik ga kijken of ik dat ergens kan bemachtigen..
[medeverdachte 12] : Ja abi, ik zal er ook eens naar kijken... kijken of ik iets...
[medeverdachte 1] : Schijnt voor morgen te zijn maar moet vandaag worden gegeven..
[medeverdachte 12] : Hoeveel is het abi
[medeverdachte 1] : 1
[medeverdachte 12] :1
[medeverdachte 1] : ja
[medeverdachte 12] : Goed abi... ik ga er ook meteen achteraan
[medeverdachte 1] : Ik had [medeverdachte 13] gebeld... maar zijn telefoon staat uit
[medeverdachte 12] : die slaapt... heeft toch twee dagen niet geslapen abi
[medeverdachte 1] : ja
[medeverdachte 12] :1k heb hem ook gebeld om te vragen hoe het was..
[medeverdachte 1] : Ik heb die andere vriend ook gebeld... maar die nam ook niet op... ISO..
[medeverdachte 12] : ISO? oh ja... . die zal ook slapen... beiden zijn slaapkoppen hoor
[medeverdachte 1] : Ja maar... de vriend heeft gezegd van kom voor vijven langs... vandaar..
[medeverdachte 12] : Oh... oke
[medeverdachte 1] : Dus ik dacht van laat ik even bij vrienden langsgaan..
[medeverdachte 12] : ik snap het ik snap het... en je hebt nu 1 nodig dus?
[medeverdachte 1] :
[medeverdachte 12] : Goed abi... ik zal ook eens kijken.
[medeverdachte 1] : okee..
[medeverdachte 12] : Ik zal het proberen te geven., we zullen hopelijk in de loop van de dag nog wel bij elkaar komen voor een kopje koffie
[medeverdachte 1] : Dat is goed broer...
[medeverdachte 12] : Goed abi... Moge Allah over je waken...

Map 12, pagina E 240:

Op 20 oktober 2012, te 16.20 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 12] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] vraagt of zij hem groeten hebben gestuurd. Dat hebben we zegt [medeverdachte 12] . [verdachte] vraagt of de advocaat heeft duidelijk gemaakt door wie hij is gestuurd. Dat heeft ie gedaan, zegt [medeverdachte 12] . (...) [verdachte] zegt dat hun meester voorop staat en van de advocaten de beste moet krijgen.

Map 12, pagina's E 127 en E 128:

Op 20 oktober 2012. te 16.34 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en NN-man [betrokkene 61] . die gebruik maakt van een Turks telefoonnummer. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 61] bedankt voor zijn inzet. [medeverdachte 17] zegt, het stelt niets voor...zit daar niet over in. .de meester verveelde zich. .hij zal ten hoogste een vakantie van 10 dagen krijgen. .en ze hebben voor hem zelfs een Turkse verpleegster gegeven voor fysiotherapie en hij is zelfs ons vergeten... 's ochtends is onze vriend erheen gegaan ..ik heb zojuist met hem gesproken... en maandag gaat hij er weer heen en krijgt dan veel gedetailleerde informatie .nu had hij maar een heel oppervlakkig onderhoud met hem... hij had goede zin., je groeten zijn overgebracht en hij was er blij om... [betrokkene 61] vraagt, hoe zit dat nou inhoudelijk met de zaak...kijk dat er wapens in huis zijn gevonden., kijk broer heeft de laatste drie jaar niet eens een zakmes bij zich. [medeverdachte 17] zegt, ja dat heb ik ook gezegd. .zijn gezondheidssituatie spreekt voor zich..hij heeft met dat soort dingen niets te maken ... (...).want de meester heeft met zoiets niets van doen. (...) ik spreek maandag met de meester... kijk als die anderen ook schuld bekennen dat komt er niets op de conto van de meester. [betrokkene 61] vraagt, hebben jullie financiële zorgen [medeverdachte 17] zegt, ik heb gezegd... wat nodig is... moet gedaan worden ..vrienden en kennissen worden erbij gehaald [betrokkene 61] zegt, laat ons weten wat nodig is. hou me op de hoogte. .en [betrokkene 62] . [medeverdachte 17] zegt, dit is een speciale advocaat...van onze jongens..we zijn bij hem thuis geweest.,.heb hem ook gezegd... doe wat je kunt..de groeten aan vrienden., maandag zal ik je berichten over de situatie.

Map 12, pagina's E 129 en E 130:

Op 22 oktober 2012 te 16.58 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 29] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 17] zegt, nu is het zo dat onze vriend het dossier nog niet in handen heeft gekregen... maar morgen komt hij voorgeleid bij de rechter... (...) [betrokkene 29] zegt, hoe zit het op financieel vlak., hebben ze geld... [medeverdachte 17] zegt, mijn zoon zegt, er moet al wat gestort worden... maar ik heb tegen mijn zoon gezegd, als jij het niet kunt voorschieten., dan heb ik een Nederlandse kennis waar ik het van kan krijgen. (...) laten we er eerst maar voor zorgen dat de meester op vrije voeten wordt gesteld... en dan zien we wel verder., dankzij onze vrienden kunnen we dat.

Map 12, pagina E 130:

Op 25 oktober 2012. te 16.43 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt, ik heb 1000 euro opgehaald van mijn vader en die moet ik naar de advocaat brengen. Voor dit nieuwe dossier opnieuw 1000 euro gevraagd... echt... 1000 euro voor die andere en voor deze dossier weer 1000 euro... Ik heb gezegd... het is wel een dure advocaat... maar een goede... snap je... dus als we hem nu het geld brengen... dan rent hij morgen beter.

Map 12, pagina E 131:

Op 25 oktober 2012, te 18.58 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: ik had [verdachte] gestuurd om voor de meester ergens wat weg te brengen
A: wat zeg je broer?
M: Nou die vriend moet morgen voor de rechter... daarvoor had hij geld gevraagd., ik heb dat geld geleend bij een vriend
A: ik heb al met [verdachte] gesproken. . [verdachte] is erheen gegaan
M: hij heeft gezegd ..om te zorgen dat hij morgen vrij komt... moet ik geld bij voorbaat
hebben...

Map 22, pagina F 168:

Op 4 januari 2013 te 20.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: je bent ver weg he abi?
M: ja
A; Abi ik ga een weg inslaan, wordt daar toestemming voor verleend. Kun je dat even vragen?
M: een weg in slaan wanneer?
A: nu
M: het zij zo
A: ik ga dan ook door tot waar het eindigt en wil dus weten of het mag.
M: goed broertje
A: okee abi
M: Hij/zij doet je de groeten
A: dank je wel.

Map 22, pagina F 169:

Op 4 januari 2013 te 20.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: zit er spoed achter. anders kom ik wel even die kant op.
A: Neen abi, het is niet iets waar jij bij nodig bent joh
M: Joh, ik kom wel even daarheen, laten we eerst maar even praten en daarnaar handelen, oke? Ik ben er binnen het uur.
A: Goed abi, als je er op staat.
M: ik ben er binnen een uur.

Map 22, pagina F 170:

Op 4 januari 2013 te 21.13 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 2] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 2] : Kunnen we elkaar in het restaurant treffen, en met elkaar op een rustige manier spreken.
[medeverdachte 13] : In welk restaurant?
[betrokkene 2] : In Lalezar
[medeverdachte 13] : Is goed
[medeverdachte 13] : Je hoeft [medeverdachte 9] niet meer te bellen Want vanaf nu ben ik jouw gesprekspartner.

Map 22, pagina F 174:

Op 4 januari 2013 te 22.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Ben je al in Tilburg aangekomen, broer?
C: Ja, ik ga richting Ates
Y: Is goed broer, ik kon hem niet bereiken, vandaar. Geef me een berichtje als je daar bent broer.
C: Goed, kom maar naar dinges, onze oude wijk.
Y: Is goed, broer
C: Ik ben daar bij het park

Map 22, pagina F 175:

Op 4 januari 2013 te 22.05 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Broer kan je naar Lalezar komen?
C: Naar Lalezar? Wat is er dan?
Y: Ja het zou goed zijn als je zou komen broer, zo snel mogelijk

Map 22, pagina F 176:

Op 4 januari 2013 te 22.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Broer, kom daar helemaal niet heen want er is hier een probleem, liet zit vol met oompjes (politieagenten). Ik wacht weer op je bij onze wijk.

Map 22, pagina F 181:

Op 4 januari 2013 te 22.09 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: waar zijn jullie?
Y: het zat daar vol met omes, daarom zijn we gewoon doorgereden
A: waar zijn jullie nu?
Y: wij zijn nu bij het VGZ gebouw
A: rij dan maar terug naar [betrokkene 63] toe en kom mij daar maar ophalen daar voor bij [betrokkene 63]
Y: is goed, dus ze moeten jou daar dan komen ophalen

Map 22, pagina F 185:

Op 4 januari 2013 te 22.16 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
Y: Hebben ze een verklaring afgelegd?
D: Oompjes (politie) hebben inval gedaan. Het is maar goed dat ik het op tijd heb weggegooid.
Y: Wat is er gebeurd? Hebben ze een verklaring afgelegd? Heeft hij/zij een naam genoemd?

Map 22, pagina F 186:

Op 4 januari 2013 te 22.20 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Met wie spreek ik?
I: Met [medeverdachte 14]
D: Die auto is hier achtergebleven
I: laat maar, dat is niet belangrijk. Wat zijn ze aan het doen? Zijn ze aan het kijken?
D: Ze zijn net weg denk ik
I: Zijn de oompjes weg?
D: Komt zo naar buiten
I: Oke, bel maar opnieuw als hij/zij naar buiten komt, dan halen we jou wel op.

Map 12, pagina E 286:

Het sms-bericht d.d. 6 januari 2013. 21.09 verstuurd door [medeverdachte 11] aan [medeverdachte 13] :
Godzijdank gaat het goed met mij; pas goed op jezelf oke! Overal lopen er tegenwoordig die vulgaire mensen rond. We hebben met niemand problemen maar ze zouden de roddel de wereld kunnen insturen en dan kun je problemen mee krijgen.

Map 12, pagina E 281:

Op 5 januari 2013. te 22.58 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Heeft [betrokkene 2] jou gebeld?
[medeverdachte 9] : Ja, hij belde me zonder nummerweergave en zei mij dat hij er niets mee te maken had, dat deze kwestie... dat hij. nadat alles is (terug)betaald, persoonlijk zou langskomen en alles zou vertellen, dat hij nu niet zou komen uit angst voor wat wij hem kunnen doen, dat hij pas zou komen als alles is betaald. Ik zei van [betrokkene 2] luister, die andere drie wordt ook aan jou toegeschreven en hij zei dat hij zijn best zal doen tot maandag... Pak het van de Marokkaan zei hij, want het is zijn deel.
[medeverdachte 13] : Bel [betrokkene 14] op... bel hem met spoed op en ga met [verdachte] naar hem toe. Zeg hem, [betrokkene 14] ... jij oplossen of anders gaan ze naar je broer/zus.

Map 12, pagina E 290:

Op 6 januari 2013, te 22.59 uur. vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : ik heb net opgehangen. Ik heb weer onderhand een half uur met die vrouw gesproken... die vrouw brengt haar man naar ons en brengt hem weer terug onder een voorwaarde... hij brengt het resterende 'akkefietje' naar ons toe morgen... en buiten dat gaat hij van A tot Z vertellen wie wat gedaan heeft in deze zaak. [medeverdachte 13] zegt, ik weet niet of ik onduidelijk naar jullie ben geweest... maar we hebben geen tijd meer voor Indianenverhaaltjes.
[verdachte] zegt, ja, maar anders komt hij niet.
[medeverdachte 13] zegt, wordt binnen deze zaak de naam van haar man, van [betrokkene 2] en die transportman genoemd?
[verdachte] zegt, ja. al zegt, de rest is voor mij niet belangrijk... wat heb ik aan die verhaaltjes...

Map 14, pagina E 1146:

Op 15 januari 2013. te 15.54 uur. vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 11] : Broer. .wat wilde ik ook weer zeggen... ik ben het vergeten., zijn naam was toch [betrokkene 64] van die vriend
[medeverdachte 13] : [betrokkene 64] …. Broer
[medeverdachte 11] : Heette hij [betrokkene 64] ...die van die ripdeal van laatst...
[medeverdachte 13] : [betrokkene 2] , broer
[medeverdachte 11] : [betrokkene 2] ... ..ja... ja nou... .zet hem niet onder druk... niet onder druk zetten
[medeverdachte 13] : Is goed broer
[medeverdachte 11] : Er zitten ook bekenden bij... dan zou het beschamend zijn... hoewel ze natuurlijk onbehoorlijk gedrag hebben laten zien wat niet door de beugel kan... maar ze hebben toch wat van hun afgenomen toch, van dat onbehoorlijk gedrag., dat heeft hij toch teruggegeven?., dat is nog niet binnen. Het resterende is toch onbeduidend... toch? Laten we er maar wat op wachten. oke?

Map 14, pagina E 1147:

Op 15 januari 2013 te 15.59 uur stuurt [medeverdachte 13] een sms-bericht naar [verdachte] , met de inhoud:
We hebben bericht gehad, [betrokkene 2] hoeven we niet meer onder de tang te nemen. Dit stond ons al boven het hoofd; ik bel [medeverdachte 9] maar hij neemt niet op. Als hij jou belt moet je hem zeggen dat hij mij ook moet bellen

Map 14, pagina E 1147:

Op 27 januari 2013, te 17.09 uur, vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 12] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Als iedereen maar een mening heeft dan lukken deze zaken niet. Want in deze kwestie weer met dinges van broer [medeverdachte 17] , zijn inbreng en dat broer [medeverdachte 11] van die kant uit zegt: is goed, laat [medeverdachte 13] zich maar met deze zaak bekommeren en laat me dan ook want ik heb de hengel, alles is ook door mij geregeld, weet ik veel. Ik heb de jongeren voor de deur van [betrokkene 23] gezet, ik heb een aantal strategische stappen gedaan, een aantal dingen zijn weer teruggekomen, ik heb een vuurwapen naar [betrokkene 2] getrokken en verder nog zus en zo gegaan. En dat is dankzij mij, dat het is teruggekomen. Klopt dat broer?
[medeverdachte 12] : Ja, dat klopt.
[medeverdachte 13] : En als dat zo is, zeg dan niemand hoeft wat met mij te bespreken, [medeverdachte 13] is het aanspreekpunt hiervoor, jullie moeten met [medeverdachte 13] praten, zeg dit dan, toch?
[medeverdachte 12] : Ja.
[medeverdachte 13] Nu is [betrokkene 2] weggevlucht uit Tilburg. (...) En hij had gezegd: ik ben bang, ik kan in deze situatie niet. Ik zei: laat hem maar komen. Wanneer kan hij het regelen? Donderdag hebben ze gezegd. Nou, goed, laat hem donderdag komen en regelen. En dan zal er tot donderdag gegarandeerd niets met [betrokkene 2] gebeuren. Alles goed en wel. [betrokkene 2] komt, gaat naar links en naar rechts en kan niets regelen, snap je broer? Het was inmiddels donderdag. Toen werd [betrokkene 21] gebeld en ze zijn samen met [betrokkene 21] naar broer [medeverdachte 17] gegaan. Broer [medeverdachte 17] heeft toen gezegd: kijk, [medeverdachte 13] heeft jou tot donderdag de tijd gegeven, snap je, broer ik kan je nog voor 1 dag matsen, broer, dat ben je niet waard maar laten we even met [medeverdachte 13] praten, kom dan gaan we naar [medeverdachte 13] had broer [medeverdachte 17] gezegd naar [medeverdachte 13] gaan. Hij had gezegd: ik garandeer het je, als ik er bij ben dan doet [medeverdachte 13] je niets. Ze kwamen toen naar het cafe. [betrokkene 2] is heel erg aan het bibberen. Hij zei: hoe moet ik het nu vertellen, het heeft niets met mij te maken en zo en toen zei ik: ik wil geen verhaaltjes horen, komt jou naam in deze zaak voor? Ja, die komt voor. Breng mij mijn geld, snap je? Ik zei: je zei zelf donderdag dus het is vandaag donderdag en het is 8 uur, je hebt nog 4 uur de tijd, zei ik. Breng mijn geld binnen 4 uur en als je dat niet lukt, koop dan over 3,5 uur een ticket en ga vluchten hiervandaan, zei ik. Maar je zus, je moeder, je huis, je kinderen, zei ik, daar kijk in niet naar om dan storm ik binnen, zei ik. Ik storm bij iedereen naar binnen en bij nNie ik kan afrekenen daar reken ik dan mee af, zei ik. Hij kon de thee, het glas niet eens in zijn hand vasthouden. Hij kan het glas niet in zijn hand vasthouden. Heb je nog wat te zeggen, zei ik. Ja, zus en zo. hoe zou ik het doen. Nou dan heeft praten verder geen zin, je tijd zit er bijna op, zei ik. Toen heb ik hen weggestuurd. Toen heeft hij met broer [medeverdachte 17] gesproken en tegen broer [medeverdachte 17] heeft hij gezegd dat hij voor morgen wat kon regelen. Broer [medeverdachte 17] belt [medeverdachte 9] de volgende dag en [medeverdachte 9] is op de bruiloft. Hij zegt: [medeverdachte 9] hoe zullen we dit doen? [medeverdachte 9] belt hem op. Hij zegt: kom jij maar en vertel de waarheid van dit verhaal dan geef ik je niet 1 dag maar 3 dagen dan kan jij je geld in die tussentijd wel geven, zegt hij. En daarna zegt hij tegen mij over de telefoon, ik heb zus en zo gezegd en daarna verdraait hij het weer en zegt dat heb ik niet zo gezegd. Als jij hem zo veel comfort geeft dan zal hij niets regelen, let maar op, zei ik. Zondag belde broer [medeverdachte 11] mij en zei: dinsdag is er een bespreking. Ik zei: dat is goed broer en hing op. Vandaag is het zondag, dacht ik en ik geef die hufter nog 2 dagen en dan moeten wij voor dinsdag het geld van hem hebben en hij was niet meer te vinden. Hij was gevlucht. Toen werd het dinsdag en broer [medeverdachte 11] belde en zei: is het een groot bedrag waarmee hij is gevlucht? Dat weet ik ook niet broer, zei ik, ik weet ook niet dat hij gevlucht is. Toen is broer [medeverdachte 17] gebeld ...

Map 14, pagina's E 1161 en E 1162:

Op 7 maart 2013 te 17.58 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] ... en het andere onderwerp is..uit Duitsland is er een auto ..die willen ze hier achterlaten
[betrokkene 26] : je had moeten zeggen..ome doet zoiets niet... moet dat dan hier verkocht worden... is overal gedaan. .moet dit hier nog genaaid worden al: Nee ome ze hebben gezegd dat er met Ome [betrokkene 13] gesproken moet worden... (... )
[betrokkene 26] : zit [betrokkene 65] hier ook in ?
[medeverdachte 13] : Nee via [betrokkene 65] was er wat naar Frankrijk gestuurd ... en hij zou van daar vandaan wat te ontvangen hebben..vandaar dat we hierheen zijn gekomen want dit heeft niets met [betrokkene 65] te maken
[betrokkene 26] : zeg Ome..wij hebben dat niet., zeg maar heel openlijk tegen hun..heeft [medeverdachte 11] gezegd ga maar met [betrokkene 13] praten ?
[medeverdachte 13] :ja (...)
[betrokkene 26] ; Alsjeblieft [medeverdachte 13] ... het kost jou bijna je leven om je van hun te ontdoen..dus meng mij ook niet in deze vuiligheid met hun. .alleen mensen zoals [verdachte] gaan naar hem toe/sluiten zich bij hem aan

Map 14, pagina's E 1162 en E 1163:

Op 7 maart 2013 te 21.25 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : ja, hij zou gezegd hebben, ga maar naar oom toe, laten we de auto aan deze kant afzetten
[betrokkene 26] : Nee dat gaat niet..ik kan het niet vinden joh!
[medeverdachte 13] : Wanneer hij de auto heeft afgezet dan kunnen we kijken/zoeken naar wat hij wil... maar er zal dan een tekort zijn van 10.000 a 15.000 lira
[betrokkene 26] : Nee oom nee..zoiets is er niet., ik heb met [medeverdachte 17] Abi gesproken en hij zegt hou mij erbuiten ik heb het niet. Is er verder niemand anders? (...)
[medeverdachte 13] : hij denkt waarschijnlijk, "hij kan daar wel vinden/laten leveren"
[betrokkene 26] : ik ga zeggen dat het er niet is en klaar ermee!

Map 14, pagina's E 1165 en E 1166:

Op 8 maart 2013 te 14.05 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 11] : Zoals ik al zei gaat hij tussen die data die ik heb genoemd over naar Berlijn. Misschien gaat [betrokkene 66] of misschien zijn broer over. Want beiden zeggen dat ze op vakantie gaan. Hij mag niet een loopje nemen van niet vandaag komen maar morgen, weet je wel, dat had hij toch al een keer gedaan. Wij hebben ook zaken te doen want mensen komen naar ons omdat ze ons vertrouwen. Heb ik mijn probleem nu duidelijk verwoord? (...) [medeverdachte 11] wil de auto met [medeverdachte 13] meesturen en zegt dat hij dan maar met de auto daarheen moet gaan en dat de auto dan omgezet moet worden in geld, door hem. zegt hij.
[medeverdachte 13] : dat kan broer. (...)
[medeverdachte 11] : En onze auto die zal alles bij elkaar 10-12 duizend lira waard zijn of laten we zeggen 20 duizend.

Map 14, pagina E 1168:

Op 11 maart 2013 te 17.54 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 26] : kom vanavond maar langs, dan geef ik het je. Maar [medeverdachte 13] , zij moeten het teruggeven want ik heb het ook van her en der.
[medeverdachte 13] : Dat heb ik zo gezegd. Ik kom vanavond wel langs.

Map 14, pagina's E 1174 tot en met E 1176:

Het OVC-gesprek tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 13] , dat op 16 maart 2013, omstreeks 17.34 uur plaatsvindt in Sportschool Balans te Tilburg. Dit gesprek houdt onder meer in:
[medeverdachte 13] : Weet je wat [betrokkene 67] bedoelde met de kwestie van 'te schande maken'?
[medeverdachte 12] : [Humt]
[medeverdachte 13] : Broer [medeverdachte 11] , je hebt toch die C-klasse die ik had genomen/gekocht, die ik gebracht en gegeven heb.
[medeverdachte 12] : Ja.
[medeverdachte 13] : Broer [medeverdachte 11] schijnt te hebben gezegd: "We laten deze auto staan, in ruil daarvoor nemen wij wiet en die auto stellen wij als borg". [betrokkene 67] heeft toen gezegd: "Als we deze auto hier laten staan en dadelijk gebeurt er iets mee, moge God behoeden, en [onverstaanbaar], dan worden wij te schande gezet [medeverdachte 11] , dan worden wij te schande gezet. (...)
[medeverdachte 13] : In feite is er helemaal geen kwestie met [betrokkene 67] joh. Broer, niet dat ik medelijden heb met [betrokkene 67] of zo... het is onrechtvaardig. Het is een regelrechte onrechtvaardigheid. Niet meer en niet minder. Want die man schijnt jou, terwijl hij zelf zo krap zit/het moeilijk heeft... om en nabij de 14.000 lira aan spul/materiaal te hebben verzonden.

Map 14, pagina E 1208:

Op 31 mei 2013 te 14.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: maar de jongens komen nu jouw kant uit
A: maar oom, we hebben wel een probleem
M: wat is er?
A: de klant heeft dat ook niet gekocht
M: echt waar ?
A.: ja broer we moeten er toch iets mee, niemand vindt het iets (-..)
A: de jongen is gekomen maar heeft het niet meegenomen. Zegt als broer maandag nieuwe brengt zal ik dat wel afnemen, net als die keer toen ik het wel afnam

Map 14, pagina E 1209:

Op 2 juni 2013 te 13.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: ik kan morgen..voor morgen... eigenlijk als ik .vandaag in handen kon krijgen, heb ik de mogelijkheid 3 stuks hazen te laten verdwijnen.
M: oke, ik zal zo met mijn vrienden bellen... .want ik moet vandaag toch oversteken naar die kant..ik moet een beetje gaan rondhangen. .weet je !
A: wat ik bedoel, ik kan morgen 3 stuks tegelijk verzilveren voor geld... snap je ?
M: oke broer ik ga toch bij jou langs komen

Map 14, pagina E 1210:

Op 3 juni 2013 te 12.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
M: ben jij thuis ? A: nee ik ben in Duitsland, oom
M: kan je een vriend naar mij toesturen ? (...) de toevertrouwden die voor jou bestemd zijn liggen klaar
A: oké... .moet hij dan naar Tilburg komen oom ? (...)
M: nou anders kunnen we elkaar bij dinges treffen I Dinges Eindhoven is er toch Valk hotel (...)

Map 14, pagina E 1210:

Op 3 juni 2013 te 13.12 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: oom, dinges ik heb wel een probleem..ik heb wel een mannetje..maar mijn Duits mannetje gaat niet naar Eindhoven; hij zegt dat hij tot de douane wil gaan. Ik kan zelf ook niet weg.
M: En als ik naar jou toe kom ?
A: Ja hij kent mijn huis, hij komt ook daarheen, maar hij zegt broer verder dan daar ga ik niet...
M: oke..ik zal straks naar jouw huis vertrekken
A: Oom ik heb daar aan de achterkant een rode garage. Niemand zal het weten. Ik zal die garage open laten zetten. Je kan daar naar binnen gaan en neerleggen en vervolgens kun jij mij even bellen.

Map 14, pagina E 1213:

Op 3 juni 2013 om 14.07 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : Wij zijn beetje dinges, vertraagd, maar nu zijn we bij die garage die je had gezegd. Laat die jongen daar gereed zijn. Ik heb wel er drie van kunnen maken. Daarom was ik vertraagd.
[betrokkene 36] : oke, oom... ze zijn daar bij de vereniging. Jullie gaan elkaar bij de vereniging treffen... daar waar we thee hadden gedronken. (...) De jongen zal jullie wel herkennen.

Map 14, pagina E 1214:

Op 3 juni 20 13 om 14.24 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 36] : Oom, al die dingen zijn toch wel afgesloten, of niet...
[medeverdachte 1] : ja.
[betrokkene 36] : oh. Oke... Ik doe voor het eerst dinges met die jongen namelijk... Dan kun je het beste het zekere voor het onzekere nemen... En afgesloten kan er niets mee gebeuren.
[medeverdachte 1] : twee ervan zijn afgesloten, maar de laatste die ik nam is niet afgesloten, die zit in een gewoon tasje. De zakken zijn dichtgebonden.

Map 14, pagina E 1214:

Op 3 juni 20 13 om 15.19 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : hier staan oompjes... grijs. Ik zie het... ik zie het... Laten we in ieder geval hier weggaan, want er staan hier oompjes bij het parkeerterrein... En de kinderen kunnen we elders overgooien en daarna hun volgende naar jou toekomen...

Map 14, pagina E 1215:

Op 3 juni 20 13 om 15.23 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 36] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : broertje, je laat ons kennismaken met de verkeerde mensen.
[betrokkene 36] : oh, ja klopt, de jongens zijn op zoek naar jou inderdaad...
[medeverdachte 1] : Ja, maar jij zei dat ze bebaard waren en we gaan er op af, zitten er twee mensen, blijken het Marokkanen te zijn.
[betrokkene 36] : nee niet met baard joh. Ik zei een grijze wagen. (...) Wacht maar, ik bel ze nu in jouw bijzijn... is die op het parkeerterrein?
[medeverdachte 1] : nee, ik ben daar weg... rij nu door je wijk... (...) zeg maar tegen je chauffeur dan... wie het ook is... Wij zijn trouwens met zijn 2en he... en allebei hebben we een blauwe jas/colbert aan.

Map 14, pagina E 1215:

Op 3 juni 2013 om 15.42 uur stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht aan [betrokkene 36] met de inhoud:
Okee, ik heb het gegeven.

Map 14, pagina E 1240:

Op 11 juli 2013 te 16.18 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 13] : waar gaan we naartoe joh
M: we gaan even naar die plek van laatst om geld op te halen. En er is een klein pakje (het toevertrouwde) dat we even moeten afgooien.
[medeverdachte 13] : oh, oke, dan is het goed. En wanneer kom je?
M: De vriend heeft me net gebeld, is binnen hooguit een halfuurtje hier, dan ben ik daarna snel daar.

Map 14, pagina E 1241:

Op 11 juli 2013 om 19.44 uur stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht aan [betrokkene 36] met de inhoud:
Broeder, wij zijn om 9 uur bij jou, komt het je uit?

Map 14, pagina E 1242:

Op 11 juli 2013 om 20.27 uur stuurt [betrokkene 36] een sms-bericht aan [medeverdachte 1] met de inhoud: Ik ben om 11 uur daar

Map 14, pagina E 1241:

Op 11 juli 2013 om 20.28 uur stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht aan [betrokkene 36] met de inhoud: Meen je niet broeder, ik ben onderweg, en het toevertrouwde heb ik bij me.

Map 14, pagina's E 1252 en E 1253:

Op 16 juli 2013 te 21.25 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 12] en [betrokkene 36] die gebruik maakt van een Duits telefoonnummer. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : Die [medeverdachte 9] is langsgekomen en heeft gezegd van ik heb nog 500 lira tegoed van die [betrokkene 36] , ik heb hem een sms'je gestuurd en het geld ligt klaar, ga er maar heen en haal het op...
[betrokkene 36] : Ik heb hem gezegd van kom het maar zelf halen, hij moet dat dus zelf doen, naar mij komen om het geld te krijgen. (...) Neen, daar ga ik niet mee akkoord, ik beantwoord zijn telefoons niet en stuur ook geen berichten terug, ik zal hem daar waar ik hem te pakken krijg heen laten gaan; ik heb dat serieus aan mijzelf beloofd En daarom zeg ik, hij moet het geld zelf komen halen. Als hij een vent is – hij praat toch zo stoer – laat hem dan als een vent zelf komen halen, en dan mag hij meenemen wie hij wil dan moeten jullie hem hier bij mij brengen en geef ik zijn geld.
[medeverdachte 12] : Kom jij maar naar Tilburg, dan zal ik hem op school houden en als hij aan zijn oren gedraaid moet worden, is dat geen probleem
[betrokkene 36] : Ik ga niet aan zijn oren draaien – ik laat het niet daarbij (...) Ik had een kwestie met [medeverdachte 9] en dat alleen ons aan, dus laat mij niet met een ander dingessen oom.

Map 5, pagina's 2040 tot en met 2049:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 36] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Die [medeverdachte 13] heeft mij bedreigd. Deze [medeverdachte 13] heeft gezegd dat [medeverdachte 9] familie is van hem en als iemand problemen met hem zou maken dan zouden ze problemen krijgen met [medeverdachte 13] . Omdat ik de lening niet direct kon terugbetalen aan [medeverdachte 9] wilden ze mij dwingen om drugs af te nemen maar dat is niet gelukt. Ik ben onder druk gezet door [medeverdachte 1] . Ik moest mensen voor hem regelen. Ze wilden misbruik van mij maken omdat ik een schuld had. Ze hebben ook hennepkwekerijen aangeboden. Dat ik huizen zou huren. Ik heb gezegd dat ik dat niet kon. Ze wilden van mijn schone lei gebruik maken om huizen te huren. Ik had het gevoel dat [medeverdachte 9] [medeverdachte 1] opstookte. Ze zijn wel 10 keer langs geweest dat geef ik eerlijk toe. Ik heb ze gewoon aan het lijntje gehouden. [medeverdachte 13] zei dat hij voor niemand bevreesd was. [medeverdachte 13] zei dat ze gevaarlijk waren en dat hij van niemand bang was. Hij zei ook: ik ben niet bang om gewoon te schieten. Ik heb geen wapen gezien bij hen. Ze wilden mij slechte weed laten verkopen. De weed werd altijd mee terug genomen, die is nooit door mij verkocht.

Map 13, pagina's E 602 en E 603:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 38] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[betrokkene 16] wilde geld opnemen omdat ik in de supermarkt een Western Union Money Transfer Point heb. Hij belde dat er geld uit Turkije zou worden overgemaakt en of ik dat kon innen. Ze hadden het op het centraal station geprobeerd (dit vertelde [betrokkene 16] tegen mij), maar dit was niet gelukt en toen kwamen ze naar mij. Ze probeerden in onze supermarkt het geld op te nemen bij Western Union, maar dit lukt ook niet. Het ging om een bedrag tussen de 2000,- en 5000,- euro. Ik kreeg destijds een melding dat ik het bedrag niet mocht uitkeren. Omdat de Western Union de transactie had geblokkeerd, wilde [betrokkene 16] toch dat er uitgekeerd zou worden. [betrokkene 16] heeft gezegd dat ik alle opties moest aanwenden om dat te regelen. Het zou goed zijn als ik het volgens hem zou regelen. Dit maakte hij me duidelijk in een telefoongesprek. Het voelde voor mij als een bedreiging. Via de formele weg kon ik het niet regelen. Ik zou het uit eigen zak moeten betalen, want er was geen andere optie. Ik heb dit besproken met mijn vader en mijn vader heeft gesproken met [betrokkene 16] . Toen het afgehandeld was zei [betrokkene 16] dat het goed was wat ik had gedaan en toen heeft hij de naam genoemd van [medeverdachte 11] en zei dat ik [medeverdachte 11] moest opzoeken op het internet. Toen ik de naam op internet zag, ben ik er wel van geschrokken. Want toen zag ik dat deze man connecties had met de Turkse maffia. [betrokkene 16] heeft gezegd dat hij contact had met dit soort mensen.

Map 13, pagina E 606:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 38] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De laatste keer dat [betrokkene 16] bij ons langskwam was deze met iemand in een rolstoel. Deze man in de rolstoel heeft ook gesproken. Hij zei dat hij een belangrijk persoon was in Turkije. Ene [betrokkene 68] die van de maffia was, daar zou hij de man van zijn. Waarom hij dat vertelde begreep ik niet. De man in de rolstoel vertelde dat hij iemand had doodgeschoten. Op grond daarvan hebben ze weer op hem geschoten, vertelde hij. En daarom zat hij in een rolstoel. De man vertelde dat [betrokkene 16] voor hen werkte. De man zei: Help hem ook een handje. De man maakte een gebaar en streek met zijn hand lang zijn baard. Op dat moment wist ik niet wat de man hiermee bedoelde. Dit is Bargoens en betekent letterlijk 'Baard gooien’. Hiermee wordt bedoeld 'Geld geven’ of 'Fooi geven'. De man vertelde eerst over zijn verleden om mij te imponeren. Daarna begon hij over mijn zoon en zei: Je moet opletten, het is je enige zoon. De man zou het geld geven en op naam van [betrokkene 16] zou dit via Western Union verstuurd worden. De man vertelde ook dat hij in België woonde. [betrokkene 16] heeft een keer of drie, vier geld overgemaakt. De eerste keer heeft hij 5000,- euro overgemaakt. Toen het de laatste keer niet lukte heeft de man in de rolstoel iemand gebeld op wiens naam het wel overgemaakt kon worden. Op dat kwam [medeverdachte 12] in de supermarkt. Toen kon dat geld wel overgemaakt worden. De man in de rolstoel zei dat wij hier grof geld verdienden met de money transfers en de man in de rolstoel zei dat hij ons bescherming zou gaan bieden en daarom moest ik ‘Baard gooien'. Ik begreep het gebaar van de man in de rolstoel in eerste instantie niet, maar ik legde het verband met wat hij gezegd had over het feit dat ik maar een (1) zoon had. Op dat moment begreep ik pas dat de man dit bedoelde als bedreiging en dat hij geld van mij wilde hebben door bescherming aan te bieden.

Map 14, pagina's E 1586 en E 1587:

Op 7 april 2013 te 21.49 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 12] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 9] vraagt of [medeverdachte 12] op de hoogte van het incident is. [medeverdachte 12] zegt dat zij ook daar waren. [medeverdachte 12] zegt dat [verdachte] had gezegd dat op een bruiloft een paar norse mannen waren die [verdachte] boos aankeken... zegt dat nadat zij waren gegaan, begon hij bek te vechten met die anderen en dat toen het voorval gebeurde. We wilde vertrekken, maar zagen dat die anderen hem gingen aanvallen.., toen heeft hij een keer op die Marokkaanse jongen van [betrokkene 68] (fon) geslagen waarna hij viel, haha. [medeverdachte 9] zegt, [verdachte] zegt dat hij met een mes in zijn hoofd gestoken zou zijn. [medeverdachte 12] zegt dat hij daar niet op de hoogte van is en dat hij van [verdachte] hoorde dat hij een auto-ongeluk had. [medeverdachte 9] zegt, [verdachte] gaat tekeer tegen mij dat het allemaal door mij gekomen zou zijn, dat hij door mij gevochten zou hebben en dat hij door mij in zijn hoofd gestoken zou zijn... [medeverdachte 12] zegt dat de verwonding op het hoofd van [verdachte] door het auto-ongeluk is ontstaan. [medeverdachte 9] zegt, meester, zal ik je vertellen wat die situatie was... [medeverdachte 9] zegt, toen ik naar Istanbul ging heb ik [verdachte] 5000 gegeven... Toen belde ik met [medeverdachte 10] van [betrokkene 68] ... ik zei dat ik het niet vertrouwde en dat ik zelf aan hen kon geven.., ze zeiden, - nee, nee geen probleem, geef het maar aan hem, we halen het later wel op"... daarna was ik naar lstanbul en [verdachte] zou gezegd hebben dat hij geen geld had gekregen... de incident van vandaag is daardoor gekomen... hij heeft 5000 zelf opgegeten... snap je?

Map 14, pagina E 1588:

Op 7 april 2013 te 22.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] zegt, kun je naar het ziekenhuis toekomen. We zijn bij het eerste hulp.

Map 14, pagina E 1588:

Op 7 april 2013 te 22.15 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 11] : wat is er aan de hand
[medeverdachte 1] : nou [verdachte] is neergestoken.
[medeverdachte 11] : Hoe is zijn situatie nu?... staat hij er slecht voor. Een ogenblikje, ik bel je zo over een paar minuten.

Map 14, pagina E 1589:

Op 7 april 2013 te 22.35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 11] : Weten we waar het over gaat
[medeverdachte 1] : Dat weet ik niet..daar ter plaatse ‘ras ook onze broer en de Leraar aanwezig... maar ik weet niet of ze niet gelijk ter plaatse aanwezig konden zijn... ik weet niet of het er heel erg druk was... maar eigenlijk had het hier niet mee te maken... te veel gedronken en daarna oude rekeningen en vereffeningen voor de dag halend... je snapt het
[medeverdachte 11] : Wiens feest was dit?
[medeverdachte 1] : Van de mensen uit SIVAS. eigenlijk bekenden van beide zijden..want de schoondochter komt ook uit Sivas En ik heb de Broer (Opmerking tolk: Met de broer hier wordt ogenschijnlijk [medeverdachte 13] bedoeld) gebeld om naar het ziekenhuis te komen..om te kijken hoe de vork in het steel zit... hij zou al gebeld zijn geweest en hij is met de Leraar daarheen gegaan..en daarom wil ik dat van hun nog eens horen
[medeverdachte 11] : Als zij zijn geweest... informeer me er dan over

Map 14, pagina E 1590:

Op 7 april 2013 vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] / [medeverdachte 13] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : Nu heb ik de broer bij me... en hij weet van de hoed en rand over dit voorval., en ik heb gevraagd verslag te doen over dit geheel ..daarom geef ik hem de telefoon nu... is dat goed?
[medeverdachte 11] : Is goed
[medeverdachte 13] : Nou broer, [verdachte] heeft me een bericht gestuurd... met als inhoud., ze zijn hier met een man of zes a zeven... ik twijfel eraan hoe ik buiten moet geraken... en om ervoor te zorgen dat ze samen met schoonzus makkelijk naar buiten konden gaan ben ik daarheen gegaan... de Leraar was er toevallig bij... we zijn er samen naar toegegaan ..en vandaar uit... bij het naar buitengaan kwamen er een man of 15 rennend eraan... en we hebben ze uit elkaar gehaald. de onze had niet echt schade of zo... maar die man schijnt te bellen van...kom maar hierheen en ik heb de jongens daarheen gestuurd om te praten en deze zaak vanavond nog af te handelen... dat is de situatie... zij zijn dus nu daarheen broer
[medeverdachte 11] : Ja. .ja. .wat is het onderwerp
[medeverdachte 13] : Eigenlijk staat zelfs [verdachte] erbuiten... [medeverdachte 9] zou bij hun een schuld hebben in financiële zin. …maar omdat ze [verdachte] zagen hebben ze wat scheldwoorden toegeworpen naar de hele familie toe. …waarin ook broer [medeverdachte 17] en alle anderen aan de beurt kwamen
[medeverdachte 11] : Zijn dat Turkse mensen?
[medeverdachte 13] : Ja broer. .het zijn Turken... Hij heet [betrokkene 68] uit Sivas... hij heeft hier een zaak en zo.
Ik heb de jongens daarheen gestuurd... die zullen dat wel afhandelen... en de zaak sluiten.
[medeverdachte 11] : Dat is goed dat het wordt afgesloten., maar het zou wel fijn zijn als jullie morgen bij mij hier langs konden komen samen met de Meester samen.

Map 14, pagina E 1593:

Op 8 april 2013 te 16.02 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 69] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] ; 's Ochtends kwam de pplitie eraan met 4 busjes om mij op te pikken in opdracht van de Officier van Justitie met een bevel..ik heb gezegd wat is er aan de hand. .en de officier heeft gezegd...wij willen jouw verklaring van wat er is gebeurd met betrekking tot familie [betrokkene 24] ..de politie heeft dat meteen gezegd Ik heb een dikke verklaring afgelegd ..laat ze hun maar naaien...weet je wat er is gebeurd ...mijn vader heeft die [medeverdachte 10] gebeld..de schuld van [medeverdachte 9] is ingelost. jullie zijn nu ons geld schuldig en buiten dat ..er is bloed gevloeid uit het hoofd van mijn zoon..en dat is met geld niet in te betalen..dat je het maar weet...en de hele nacht bellen ze de onze al..laten we er over praten... Laten we het goed maken..en dit niet voort laten duren...maar jij zag toch zelf maat...ik heb buiten mijn mond niet open gedaan..hij heeft me echt uitgedaagd...en met woorden bestookt ..ik draaide bijna nog door..maar ik zei niets.

Map 14, pagina E 1603:

Op 10 april 2013 te 13.50 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 13] : Broer, ik had toch zojuist met jou gesproken..nu heeft je zoon gebeld en ik heb tegen hem gezegd... we hebben dat besproken en je vader zal dat gaan bespreken..en hij zei zo van, gisteren nadat jij dat zo gezegd hebt, heb ik tegen ze een bedrag van 7 gezegd en ze zullen vandaag of morgenvroeg dat gaan voldoen., maar ik heb ten aanzien van de schuld van [medeverdachte 9] niets gezegd... en als zij dan die 7 Lira achterlaten., en dan de schuld van [medeverdachte 9] een streep doorheen trekken..en laat dan naar jou overgaan..zodat dit onderwerp gesloten kan worden
[medeverdachte 1] : Nu is [medeverdachte 9] hier. .alsje wil. .dan zal ik hem even geven
[medeverdachte 13] : [verdachte] heeft gisteren wat geschreven... 7 Lira geschreven
[medeverdachte 9] : En zij zijn ermee akkoord gegaan
[medeverdachte 13] : En nu zouden ze vanavond of morgenvroeg komen... en ten aanzien van jouw zaak... daar is niet over gesproken ... maar zoiets bestaat niet meer... dat weet je. Hoeveel schulden had jij bij hun?
[medeverdachte 9] : Nou normaal gesproken zou dat 5 Lira zijn..maar nu zou [verdachte] de laatste 5 duizend niet betaald hebben... dus is de rekening 17 Lira
[medeverdachte 13] : Zeg maar dat het 10000 is..en geef dat bedrag dan maar langzaam aan je oom (moederszijde)
[medeverdachte 9] : Is goed..dat is geen probleem...

Map 14, pagina E 1609:

Op 15 april 2013 vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 21] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[betrokkene 21] : En wat doe jij?
[verdachte] : Niets man... [medeverdachte 10] kwam net langs en heeft op het `veld gescheten' dat je het weet
[betrokkene 21] : Op welk veld?
[verdachte] : Op mijn veld
[betrokkene 21] : Ik snap het niet
[verdachte] : Hij is langs gekomen en heeft 5000 Lira gegeven., snap je het niet.

Map 14, pagina E 1610:

Op 15 april 2013 te 15.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 11] en [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 14] : Ik heb geprobeerd Meester [medeverdachte 17] te bereiken maar ik ben nog niet teruggebeld... laatst
[medeverdachte 11] : Doe maar niet joh... bel hem ook maar niet... iedereen leeft in zijn eigen droom... Laat iedereen maar in zijn eigen droom zijn, geen probleem... Wat kun je doen
[medeverdachte 14] : Ik kreeg hem laatst dus te pakken en heb toen gesproken met hem broer... Ik vroeg van wat heb je gedaan meester [medeverdachte 17] ... heb je het probleem dat je had geregeld... hoe is het met je zoon en zo... Hij zei van ik heb het geregeld... en ik ging er niet verder op in broer... vandaag wilde ik hem bellen., en heb hem net 2 a 3 keer gebeld... maar hij belt me niet terug, dus ik zie wel.
[medeverdachte 11] : Laat maar... en beantwoord zijn telefoon ook niet als hij belt... Oke broertje... heb je nog iets te zeggen... maar broertje... ik wacht nog op een bericht., en afhankelijk daarvan zal ik of wel richting die kant komen dan wel oversteken., ik wacht vandaag op een bericht.

Map 14, pagina's E 1611 en E 1612:

Een OVC-gesprek op 20 april 2013. na 20.01 uur, in de sportschool Balans te Tilburg. Tussen [medeverdachte 13] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : Wat ik tegen hem heb gezegd, één enkele woord, schijnt hij aan [medeverdachte 13] te hebben verteld. En dan komt hij bij mij. Afgelopen zaterdag. Hij zei "Broer." Ik vroeg "Wat is er nou weer aan de hand?" Hij zei "Laat ik je evén zien." Ik zei "Ok, je mag mij zien, maar alleen als het dringend is, als het belangrijk is. Wat is er aan de hand?" Hij zei toen dus "Broer zal maandag komen." Was het soms dinsdag? Oh, ja. Dinsdag. Hij zegt tegen mij "Huur jij maar een auto." Ik zei " [medeverdachte 14] , heb je zelf de mogelijkheid?" Hij zei "Nee." Ik zei "Tegen iets, waartoe ik geen mogelijkheid heb, zeg ik geen ja', ik kan het niet doen. ik zeg dan 'nee'." Hij zei "Ik kan geen 'nee' zeggen."
[medeverdachte 13] : Hij zei "Het is voor mij financieel niet mogelijk."
[medeverdachte 1] : Ik zei "Je zegt dat je het doet, maar dan kom je naar mij toe. Ga jij deze kwestie zelf maar regelen. Je moet 'nee' leren zeggen."
[medeverdachte 12] : Ja.
[medeverdachte 1] : Aan anderen gaat hij het dan heel anders vertellen (fon.).
[medeverdachte 13] : Ik was net terug van het werk. Toen ik nog onderweg was belde hij mij op. Hij zei "Ik moet jou even zien." Ik zei " [medeverdachte 14] , ik ben moe. Is het dringend?" Hij zei " Jah, ik moet je zien, ik moet je zien." Ik kwam toen thuis aan, maar ik was het vergeten weetje?! "Ik had gezegd "Ok, ik bel je wel op als ik er ben." Ik was het dus vergeten. Ik was net gaan liggen en viel bijna in slaap en het was [medeverdachte 14] . Ik zei " [medeverdachte 14] , kom maar morgen joh." Hij zei "Nee, ik kom even twee tellen langs, ik kom twee tellen langs." Hij is toen gekomen. Hij zei "Je moet de groeten hebben van broer [medeverdachte 11] ." Ik zei "De groeten terug." Hij zei toen "Hij zegt dus “Laat [medeverdachte 13] het ijzer geven en laat [verdachte] of [medeverdachte 9] dan [betrokkene 68] gaan neerknallen."
[medeverdachte 12] : Tjonge jonge!
[medeverdachte 13] : Ik zei "Die kwestie is afgehandeld. En zoiets is eigenlijk niet nodig." Ik vroeg "Is het dan wel nodig? Is zoiets dus nodig'?" Hij zei "Ik kwam dit dus doorgeven." Ik zei "Is dit het nou wat zo dringend was?! Kom maar morgen broertje, ik ben aan het werken. Ben je soms een ezel?!"
[medeverdachte 12] : En hij heeft veel fouten gemaakt. Hij heeft veel fouten gemaakt. Alles is toch al in rep en roer. Stil.

Map 13, pagina E 749:

Op 21 november 2012 te 18.50 uur stuurt [medeverdachte 11] een sms-bericht naar [medeverdachte 12] met de inhoud:
Meester, je hebt mij noch naar de gemeente gebracht, noch de duizend euro gebracht, noch mij opgezocht, en dat is beschamend! Ik haal morgen mijn rolstoel zelf wel op; ik heb uit jouw naam geld gegeven aan die man, en die gladjanus heeft mij enkel nog niet uitgescholden.; ik ben behulpzaam en word de zondebok. Is dit in hemelsnaam wat mij toekomt? Ik wil de duizend euro terug die ik namens jou aan dat bastaardkind heb gegeven.

Map 13, pagina E 752:

Op 18 december 2012 te 14.35 uur stuurt [medeverdachte 11] een sms-bericht naar [medeverdachte 12] met de inhoud: Hou je nou eens aan wat je gezegd wordt joh broer

Map 13, pagina E 752:

Op 18 december 2012 te 14.43 uur stuurt [medeverdachte 11] een sms-bericht naar [medeverdachte 12] met de inhoud: Ongemanierde, wat ik al niet voor je doorsta... benoem dat wat jij doet maar wat jij wil!... Ik wil niets meer met je te maken hebben... noch hier, noch in het hiernamaals... ga maar door met dollen ezelszoon...

Map 13, pagina E 753:

Op 27 november 2012 te 13.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 12] en NN-Man. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 12] : Laat ik je het volgende zeggen... ik ben gestopt met die zaken broertje... we leven tegenwoordig in een ander wereldje... dus ik zou liegen als ik je zeg dat ik het weet... geloof me... ik weet het echt niet.., maar ik heb vernomen dat het weggaat voor 38 à 40. maar geloof mij... ik hou mij er niet meer mee bezig... ik zag de laatste paar keren dingen gebeuren die mij helemaal niet bevielen weet je... en er speelt ook dat ik niet meer warm loop voor dergelijke zaken... een rustig leventje., een gezinsleven
NN-Max: Dat is het beste meester...
[medeverdachte 12] : Ik ben dus bezig met de sportschool... en nu een winkel geopend... kijken of ik mijn brood er mee kan verdienen.., of het mij is beschoren... en lukt het niet... dan ga ik nog niet dood van de honger zeg ik dan maar, weet je... Ik ben dus gestopt met die zaken. Ik ben er ook wel content mee dat ik ben gestopt broertje... want het past niet bij mij joh... druist in tegen mijn geweten... de jeugd opleiden. om dan vervolgens die kinderen.., ik beschouw het als een sociaal misdaad... en daarom heb ik me teruggetrokken en hou het bij mijn huis, sportschool en winkel...

Map 13, pagina E 759:

Een OVC-gesprek op 1 februari 2013, 11.44 uur, in de sportschool Balans te Tilburg, tussen [medeverdachte 12] en NN-man. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 12] : Ik heb de winkel geopend, mijn broer, maar niet met het doel om geld te verdienen.
NN-man: Voor de kinderen zodat ze sport spullen kunnen...
[medeverdachte 12] : Nee, dat ook niet. Ik wil van dat leven verlost worden, niemand moet me lastig vallen, mijn broer. Ik moet aan mijn eigen leven denken. Snap je? Nu is er tenminste niemand die me belt want dan denken ze "die man heeft zijn werk". Ik heb het goed.
NN-man: Werd je veel lastig gevallen dan?
[medeverdachte 12] : Dat lastig vallen gaat als volgt; ik heb me teruggetrokken uit de onnodige omgeving. Dat is niet nodig. Dat is niet nodig, mijn broer. Wij zaten mettertijd in een soort loting, ik zou of in het graf belanden of de gevangenis. Een andere uitweg is er niet in dit soort zaken. En daarom...
NN-man: Heb je jezelf afgekeerd daarvan?
[medeverdachte 12] : Ja zeker, ja zeker.
NN-man: Het is gevaarlijk, [medeverdachte 12] , man. Je weet nooit wat mensen gaan doen. [medeverdachte 12] : Ik vertrouw mensen helemaal niet en vooral de laatste tijd, absoluut niet meer. Of je moet iemand slaan en dood maken of anders... .
NN-man: Je er verre van houden.

Map 13, pagina E 759:

Een OVC-gesprek op 12 februari 2013, 20.36 uur, in de sportschool Balans te Tilburg. tussen [medeverdachte 12] en NN-man Bary. In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 12] : geld heeft problemen gebracht, wij hadden geen werk ja misschien soms druk zetten en dan proberen geld te halen, dat wil ik ook niet, iedereen heeft eigen geld, want hoe dan iemand mijn geld willen met druk zetten en afpersen halen haat ik, dus mensen haat ook ons. Daarom heb ik allemaal weggedaan.

Map 13, pagina's E 763 tot en met E 765:

Een OVC-gesprek op 14 maart 2013. vanaf 18.16 uur, in de sportschool Balans te Tilburg. tussen [medeverdachte 12] , NN- [betrokkene 36] en NN- [betrokkene 5] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 12] : Ik bleek 70 leerlingen verloren te hebben. Een van de jongens zei `we kijken naar de mannen/gasten die bij jou komen en gaan en we zijn bang dat het elk moment tot een conflict/confrontatie kan komen'. Ik heb erover nagedacht en zei tegen mezelf dat die jongens gelijk hadden. (...) Vooral om deze redenen was het zo dat bijvoorbeeld als ik iets zei in Tilburg, dan had dat een bepaald gewicht. [betrokkene 36] weet dat wel. Als ik mijn druk op iemand uitoefende, dan was het overwicht aanwezig. Maar dat wil ik ook niet meer! (...)
NN- [betrokkene 5] : Degene die wiet aan het roken was, die ken ik wellicht. Wat was zijn naam ook alweer?
[medeverdachte 12] : [medeverdachte 11] abi. Het ging goed, heel erg goed: Totdat er andere mensen in het spel kwamen ging het heel erg goed! Maar later gingen belangen meespelen. De zaken werden anders. En wat is er daarna gebeurd? Wij, wij zijn de koeriers van die zaakjes geworden. Hetgeen gebracht moest worden, dat brachten wij. Toen zei ik dat ik niet (meer) kwam. Ik zei dat ik niet kon gaan, omdat ik een winkel had. Daarna boterde het niet meer tussen ons. 'Jij mag me graag, maar heb je respect voor mijn winkel?' (zei [medeverdachte 12] ). Blijkbaar was er dan niet zoiets aan de hand. En weet je waar liet om ging? Er moest een gesprek plaatsvinden. 'Ik heb/had dit in handen, ga liet (op)halen' (zei NNman). 'Als ik het nou eens met een ander stuur?' (zei [medeverdachte 12] ). 'Nee, jij moet het brengen' (zei NNman). 'Waarom moet ik het nu brengen, ik het druk met van alles, die ander heeft niets te doen' (zei [medeverdachte 12] ). 'Jij moet het brengen, ik wil dat jij het doet'. En ik zei, 'ik kan niet komen, mijn excuses daarvoor. Ik heb problemen. Ik kan niet komen'.
NN- [betrokkene 36] : Die ander gebruiken/misbruiken ze nog steeds.
Kurt: Wie dan?
NN- [betrokkene 36] : [medeverdachte 14] ! [fluistertoon]
[medeverdachte 12] : Ik ben klaar met dat werk/die zaakjes! Dat is geen werk/zijn geen zaakjes! Het zijn (nutte)loze zaakjes! [fluistertoon] Het heeft geen nut voor niemand! Ik was in Tilburg. ... (maakt zijn zin niet af)
NN- [betrokkene 36] : Eigenlijk had jij dit destijds al beseft moeten hebben...

Map 1, pagina's 301 en 302:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 11] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Een soortgelijk geval was er ook met [medeverdachte 12] . Anderhalfjaar geleden. Iemand genaamd [betrokkene 16] . Deze [betrokkene 16] had verlies geleden (die momenteel in Ankara leeft) van 30.000,- euro. [betrokkene 16] vroeg steeds zijn geld terug aan [medeverdachte 12] . [medeverdachte 12] zei tegen [medeverdachte 13] : laten we [medeverdachte 11] bellen hoe het met hem gaat, maar ook om te zeggen dat [betrokkene 16] mij steeds lastig valt. [medeverdachte 13] kwam naar mij toe. [medeverdachte 13] zei tegen mij dat [medeverdachte 12] had gezegd: Broer, [betrokkene 16] zou sponsoren gaan regelen maar heeft zich niet aan zijn beloften gehouden. Die scheldt me uit en valt me lastig. Het bleek mij dat [medeverdachte 12] naar Ankara was gegaan en heeft [betrokkene 16] daar persoonlijk gesproken. [betrokkene 16] zou de schuld halveren en dan zou hij dus nog 15.000,- euro aan [betrokkene 16] moeten betalen. Dit hoorde ik later van [medeverdachte 12] . [medeverdachte 12] zei hij later tegen mij dat hij 15.000, euro terug moest betalen aan [betrokkene 16] . Hoe moet ik dat dan betalen?, zei [medeverdachte 12] tegen mij. Ik zei tegen [medeverdachte 12] : Als je dat bent overeen gekomen, moetje dat ook betalen. Hij zei dat hij het niet kon betalen. Ik gaf [medeverdachte 12] 500,- euro om dat te betalen aan de zoon van [betrokkene 16] . Toen kwam de tweede maand. Ik heb voor de tweede keer 500,- euro aan [medeverdachte 12] gegeven. (De zoon van een oom (vaderszijde) leende mij geld zodat ik dit aan [medeverdachte 12] kon geven). Ik gaf [medeverdachte 12] weer het geld. Dit komt ook omdat ik in het huis van [medeverdachte 12] heb meegegeten. Ik had goed contact met [medeverdachte 12] . We hadden een vriendschap en ik hoefde niets terug te hebben. De zoon van [betrokkene 16] kwam de derde maand langs bij de sportschool. Ik zei tegen de zoon dat ik [betrokkene 16] wilde spreken om te vertellen dat [medeverdachte 12] de middelen op dit moment niet had om deze derde maand te betalen. De zoon vroeg mijn telefoonnummer zodat [betrokkene 16] contact kon opnemen met mij. De coulance aan [medeverdachte 12] , daar wilde ik [betrokkene 16] voor bedanken. Deze maand kan [medeverdachte 12] nog niet betalen. zei ik tegen hem. Toen ik dat wilde uitleggen zei hij dat ik zijn zoon aan het intimideren ben geweest. Ik zei tegen hem: leermeester, neem zo'n houding niet aan. Ik bleef aardig. Ik zeg niet dat wij niet willen betalen, alleen deze maand heeft [medeverdachte 12] geen geld.
Naarmate ik verder beleefd verder ging, zei [betrokkene 16] : Ik trek het hoofd van je lichaam af! Ik zei: Kom dan man, %,‘ ie gaat dan het hoofd van het lichaam afrukken, dan gaan we zien wie wat gaat doen. Toen verbrak hij de verbinding. Daarna werd ik vijf minuten later gebeld door iemand ( [betrokkene 21] ) die belde namens [betrokkene 16] . Ik zei: zeg maar waar je bent, dan gaan we elkaar ontmoeten. We spraken af over twee uur om elkaar te ontmoeten. Ik zocht [medeverdachte 17] op. Ik zei dat ik met een brutaal iemand had gesproken. Eerst met [betrokkene 16] en daarna met iemand die jouw neef is, zei ik tegen [medeverdachte 17] . Ik vroeg [medeverdachte 17] : heb je belang bij deze neef of niet. [medeverdachte 17] zei dat het zijn neef is en dat deze labiel was. [medeverdachte 17] zei dat hij blij was dat ik aan hem had gedacht. [medeverdachte 17] zou de neef spreken. [medeverdachte 17] zei dat [betrokkene 16] problemen zou veroorzaken bij [betrokkene 21] . Ik heb de zoon van [betrokkene 16] bij me laten roepen. Ik zei dat deze 500,- euro voor hem was en dat ik in het vervolg niet meer zou betalen. Later heb ik een vliegticket voor [medeverdachte 12] betaald om met [betrokkene 16] te spreken zodat hij het zelf kon regelen. Ik heb in Turkije [medeverdachte 12] door mijn neven op het vliegveld (Esenboga) laten ophalen. Ik zei tegen hen: koop een minirok en lippenstift. Haal [medeverdachte 12] op van het vliegveld. Die man van een pooier (ik bedoel [betrokkene 16] ) moeten jullie even goed pakken als een vrouw. Ga er met lippenstift overheen en trek hem een minirok aan en laat hem in het centrum Ankara achter. Hij heeft mij heel erg beledigd. [medeverdachte 12] heeft dat niet gedaan, want vertelde [medeverdachte 12] tegen mij: [betrokkene 16] heeft een bericht gestuurd: jij hebt een zoon. Ik ( [betrokkene 16] ) heb zelf ook een zoon. Ik zei tegen [medeverdachte 12] : soms heb je maar een keer te leven en soms ga je maar een keer dood. Ik zei: hebben mijn neven dan geen kinderen. Ik zei tegen [medeverdachte 12] : wat kreeg ik in mijn kont. Ik moest me toch ontfermen over deze zaak. Verdiende ik deze belediging?, zei ik tegen [medeverdachte 12] . Deze zaak is niet meer tussen [medeverdachte 12] en jou ( [betrokkene 16] ), maar tussen jou en mij. Ik had al 1000,- euro betaald aan deze [betrokkene 16] . De enige die er voordeel bij heeft gehad is [medeverdachte 12] . [medeverdachte 17] en [medeverdachte 12] zijn allebei klootzakken. Ik heb hun zaken geregeld. Mocht ik vrij zijn dan hoop ik dat zij deze kleding zelf willen dragen, vrijwillig, dan kom ik namelijk zelf niet in de problemen. Anders zal ik ervoor zorgen dat zij de kleding wel gaan aantrekken. Wat voor straf daar dan ook tegenover staat: ik ben bereid deze straf uit zitten.

Map 13, pagina E 783:

Op 17 mei 2013 te 16.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 11] : is het nummer van [medeverdachte 12] gewijzigd?
[medeverdachte 13] : Ja zijn broer is gewijzigd ja... ik heb [medeverdachte 14] gebeld en hij is naar Turkije toegegaan broer [medeverdachte 11] : Kun je mij zijn nummer eens geven...Is hij naar Turkije gegaan. Ja..ja.. [medeverdachte 14] is naar Turkije toegegaan...ik heb hem op visite ergens heen gestuurd.
[medeverdachte 13] : Ja ik had hem gebeld in de hoop met hem samen over te steken. ..en daarna heb ik broer [medeverdachte 17] gebeld en hij neemt niet op
[medeverdachte 11] : Waarom zou hij opnemen, want zijn hele wereld is een grote leugen. Als ik wat aan tekortkomingen heb dan moeten jullie mijn tekortkomingen onder elkaar zetten en optellen en vanaf nu ga ik ook van iedereen onder elkaar optellen broer...

Map 13, pagina E 785:

Op 17 mei 2013 te 16.37 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 11] en [medeverdachte 14] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
K: Wat ik je wilde zeggen... die Roemenier... ehmm... die Marokkaanse jongen... hoe heet hij ook al weer
Y: [medeverdachte 10] broer, [medeverdachte 10] ...
K: Bel hem op
Y: Oke broer
K: Eh... Of stuur zijn nummer even door. Of vraag hem van ben je met dinges samen, met. meester, dan wel wanneer hij met de meester zal zijn.., en informeer mij daarna terug...
Y: Goed, als ik het goed heb begrepen moet ik vragen of hij met de meester samen is
K: Ik moet met de meester spreken maar hij beantwoordt mijn telefoon niet... het komt er op neer of hij mij kan bereiken of niet...
Y: Goed broer... ik zal zijn sms'en broer...

Map 13, pagina E 789:

Op 17 mei 2013 te 17.07 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 26] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[betrokkene 26] : Heeft die [medeverdachte 11] jou ook een bericht gestuurd?
[medeverdachte 13] : Hij heeft mij gebeld! Hij was erg verwijtend; hij zegt dat hij deze kant op komt. Iets van, waarom gebeurt het zo; iedereen zet mijn fouten op elkaar... van dat soort dingen... Heeft hij jou een bericht gestuurd? Hij zegt, als ik een fout heb mag iedereen ze op elkaar stapelen, en ik zal de fouten van iedereen op elkaar stapelen.
[betrokkene 26] : Wat bedoelt hij daarmee?
[medeverdachte 13] : Dat weet ik niet.
[betrokkene 26] : Heeft iemand iets gezegd of zo?
[medeverdachte 13] : Wie kan wat zeggen, [betrokkene 26] ? Alleen [medeverdachte 14] kan wat gezegd hebben... maar als hij komt nemen we hem niet serieus en sturen weer weg: we zeggen nooit iets verkeerds tegen hem. Heeft hij jou een bericht gestuurd?
[betrokkene 26] : Ja! •
[medeverdachte 13] : Wat zegt hij?
[betrokkene 26] : "Ik ben [medeverdachte 11] *". Verder niets. Ik heb er onderhand mijn buik vol van dat zij mij voor onnozel hebben versleten. Weet ik veel... Hij zegt dat hij deze kant op wil komen en ik zeg, je moet niet komen, je hebt hier problemen; nee hoor ik heb helemaal geen problemen, ik zal wel komen, zegt hij... Hij zegt dat ik hem moet gaan ophalen. Ik zei dat ik geen auto had.
[betrokkene 26] : [medeverdachte 13] , ik ga mijn nummer nu wijzigen! Ik zal het aan jou doorsturen. Maar geef mijn nummer aan niemand door.

Map 13, pagina E 791:

Op 17 mei 2013 te 17.19 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 11] : Je wijzigt je nummer en informeert mij helemaal niet. hoezo dat? (...) Maastricht, nu stap jij in de auto en komt naar Maastricht toe.
[medeverdachte 12] : Weet u, op school heb ik ook mijn programma lopen ... het is nu qua tijdsbestek heel moeilijk broer
[medeverdachte 11] : Wanneer is het dan bij jou ooit ruim gelegen... maar goed, ik zie jou toch... ik kom er namelijk aan. Dus jij hebt het nu heel druk, en je kunt ook geen uitzondering maken, begrijp ik dat goed.
[medeverdachte 12] : Nee broer... zo niet
[medeverdachte 11] : Nou man, in zes maanden tijd zeg ik nu voor het eerst dat je moet komen en je zegt, school, dit en dat...oke broer...bedankt... Hang op man, hang op klootzak...ik kom eraan... dan zie ik je nog wel.
(Opmerking tolk: [medeverdachte 11] zegt dit met stemverheffing!!)

Map 13, pagina E 794:

Op 17 mei 2013 te 17.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 70] (vriendin van [medeverdachte 13] ). In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 13] : Broer [medeverdachte 11] belde net een half uur geleden. Hij zegt van kun je naar Keulen komen en ik zei van neen broer, ik heb geen auto, zegt ie van ik kom daarheen. Ik zei van broer, je hebt hier toch een probleem. Hij zei van de mensen schijnen mijn fouten opeen te stapelen, dus ik zal komen en de fouten van de mensen opeenstapelen. Ik vroeg van wat bedoel je daarmee te zeggen, hoe bedoel je dat. Zegt ie van er zijn mensen die van alles zeggen, kom alles maar te weten... Ik kom die kant op dat je het weet. En ik zei van oke broer, je mag gerust komen, maar je hebt toch een probleem, dus ik raad je niet aan om te komen. En toen schijnt ie broer [medeverdachte 12] te hebben gebeld en heeft lopen te schreeuwen tegen broer [medeverdachte 12] . Ja echt, heeft lopen te schreeuwen, heeft broer [medeverdachte 17] gebeld en gezegd van kom mij hier ophalen, en broer [medeverdachte 17] heeft gezegd van mijn auto is te klein, daar kom ik jou niet mee ophalen; wellicht als ik een andere auto kan regelen, dat ik dan wel kan; Daarop schijnt hij te hebben gezegd van het is wel duidelijk wat voor vlees jij in de kuip hebt; [betrokkene 67] (lachend) [betrokkene 67] heeft ie gebeld.
[betrokkene 70] : Gottegot... is hondsdol aan het worden kennelijk. [betrokkene 67] nam niet op waarna hij een sms'je stuurde zeggen de van ik ben [medeverdachte 11] , neem de telefoon aan, waarna [betrokkene 67] de telefoon heeft uitgezet... Hij heeft wel wat mis... Ik belde [medeverdachte 14] met het doel om te vragen of hij weer klikspaan is geweest... Maar [medeverdachte 14] heeft hij naar Turkije gestuurd, die zat in Istanbul
[betrokkene 70] : Dus heeft [medeverdachte 14] kennelijk gezongen... [medeverdachte 14] naar Turkije gestuurd... Hij neemt hem in bescherming...
[medeverdachte 13] : Dat weet ik niet. [medeverdachte 14] heeft ie naar Turkije gestuurd en [medeverdachte 14] belde mij en zei van ik • kom terug binnen enkele dagen en vroeg mij om 500 lira naar Turkije over te maken, waarna ik zei van fuck off man en verbrak de verbinding. Maar ik weet het niet, als hij deze kant op komt en zegt van ik ben op school en kom hierheen, dan ga ik naar hem toe, en zal hem zeggen van hoezo moest ik komen. want ik heb tenslotte niets waar ik voor terugdeinzen moest...
[betrokkene 70] : Je gaat toch niet weglopen voor hem, snap je... als hij zegt van je moet komen moet je gaan...
[medeverdachte 13] : Maar er is iets lafhartigs, alleen heb ik niet door wat er is. Ja, als hij dadelijk zegt van breng me naar dinges... breng me naar Waalwijk... ik moet [betrokkene 67] zien, ja dan
[betrokkene 70] : Neen dat moet je niet doen. Zeg dan gewoon van ik heb niet echt contact met [betrokkene 67] . Nou, dan bel je [betrokkene 67] toch op zodat hij zorgt dat hij niet thuis is. Laat ze dan zeggen daar dat hij met vakantie is. Moet de aarde stoppen met draaien omdat hij eraan komt? tjonge jonge
[medeverdachte 13] : Zoiets... Maar hij weet dat ie hier problemen heeft en dan komt ie nog deze kant op... hij komt niet voor niets, dat is wel zeker. En [medeverdachte 14] heeft ie naar Turkije gestuurd, dat is al een aparte verhaal.

Map 13, pagina E 796:

Op 17 mei 2013 te 18.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 26] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[betrokkene 26] : Wat heb je gedaan tegen die man [medeverdachte 13] , is er iets
[medeverdachte 13] : Ik snap het ook niet joh oom
[betrokkene 26] : Dan heeft iemand iets gezegd kennelijk
[medeverdachte 13] : Ja, maar wie kan wat hebben verteld, [medeverdachte 14] komt langs maar die wimpelen we af met stuurse reacties, dus we voeden [medeverdachte 14] niet eens met woorden
[betrokkene 26] : Waar gaat het dan om?
[medeverdachte 13] : Weet ik veel? Hij zegt van laten ze mijn fouten opeenstapelen, dan zal ik ieder zijn fouten opeenstapelen...
[betrokkene 26] : Ieder... betrekt hij dan mij er bij. Heeft hij vragen over mij gesteld aan jou
[medeverdachte 13] : Nee, ik weet het niet oom. Hij zei van ik heb [medeverdachte 12] gebeld maar zijn telefoon staat uit... Heb je zijn nieuwe nummer? En ik zei van dat heb ik en heb het vervolgens gestuurd. Fuck broer [medeverdachte 12] joh.
[betrokkene 26] : Had [medeverdachte 12] ook maar gebeld.
[medeverdachte 13] : Dat heb ik gedaan, dat heb ik gedaan. (...)
[betrokkene 26] : Laat het joh, laat hem gaan, wat heb je voor enig nut gehad tot nu toe... Wil ie ie leven in de gevangenis doorbrengen... Ik zeg het je als een broer
[medeverdachte 13] : Ik weet het
[betrokkene 26] : Als het goed gaat niet zijn zaken belt hij je niet en zoekt geen contact... maar als er shit is daar is hij hupsakee hierheen...
[medeverdachte 13] : Ik dacht van dat het vanwege dat andere dinges is... die gast toch met wie hij problemen had
[betrokkene 26] : So what, je bent het toch niet verplicht... Hij probeert weer een tactiek uit om voor de vorm te pogen te domineren

Map 13, pagina E 800:

Op 17 mei 2013 te 19.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 1] : Hij heeft [medeverdachte 13] opgebeld, [medeverdachte 12] heeft hij opgebeld, die andere heeft hij opgebeld. Niemand durfde te gaan, ik zei ik ga wel jongen.

Map 13, pagina E 805:

Op 17 mei 2013 te 01.58 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 13] : Morgen wil hij per se komen... per se naar dinges komen naar Eindhoven... hij zou gezegd hebben, Ik moet dringend onze jonge die in den vreemde is gegaan en [betrokkene 67] spreken; het is erg belangrijk". Ik kan [betrokkene 71] met hem niet laten spreken, want, hij zegt iets interessants, hij zou een nieuw iemand bij zich hebben, iemand die pas uit Turkije zou zijn gekomen die zou een kanker patiënt zijn... hij zou een diagnose hebben gekregen dat hij niet lang zou leven. Hij heeft een paar maanden tijd. [betrokkene 26] , de bedoeling is duidelijk! De oude zaak wordt voortgezet! Maar, laat ik dit zeegen, die persoon die nieuw is gekomen... ik zou niet weten wie hij is, want broer [medeverdachte 17] vertelde dat die man kanker had en een paar maanden te leven had... zijn bedoeling zou duidelijk zijn. Ik heb jouw naam anders genoteerd/opgeslagen.., ik zal morgen naar Eindhoven gaan... [betrokkene 26] , we hebben niets waarvoor wij zouden moeten vluchten.., ik kan gewoon gaan: ik ga gewoon zeggen wat ik te zeggen heb...

Map 13, pagina E 809:

Op 18 mei 2013 te 02.36 uur vindt een telefooneesprekplaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 13] : Hij heeft een gast bij zich die kanker heeft, Aan hem laat hij dat klusje klaren, dat is overduidelijk. Maar als hij het door die gast laat klaren, waarom roept hij dan [betrokkene 71] bij zich Hij gaat geen boodschap of zo sturen oom, ik heb dit gezegd aan broer [medeverdachte 17] ... Hij schijnt aan broer [medeverdachte 17] te hebben gevraagd of hij contact heeft met zijn broer en [medeverdachte 17] schijnt daarop te hebben gezegd dat hij geen contact had; Of hij contact had met mijn naaste verwante: Nee, Hij schijnt te hebben gezegd van je moet perse een van hen zien te bereiken. Ik heb toen gezegd van als hij dat heeft gezegd leunt hij noch op jou noch op mij, dat moet je weten; hij vertrouwt geen van ons tweeën, en hij zal hierheen komen – en ik weet niet wat die bastaard van een [medeverdachte 14] heeft verteld aan hem – en (zich richtende tegen [betrokkene 26] :) hij heeft geen goede bedoelingen met jou... Ik ben daarvan overtuigd oom, Hij heeft geen goede bedoelingen met jou en hij heeft geen bedoelingen met onze [betrokkene 71] . Dat komt vanwege die bastaard en die bastaard heeft hij express naar Turkije gestuurd om hem – nadat hij alles hier heeft afgehandeld – d.w.z. [betrokkene 71] , jou, die andere, de vader van [betrokkene 71] – weer terug te halen hierheen om van hienLit zijn zaken te beheren, maar hij heeft ons kennelijk ook afgeschreven., dus ik zei van denk maar niet dat hij ons vertrouwt. (...) Oom, zijn bedoeling is hier niet goed. Hij is van zinnen een ieder die zijn pad kruist te laten vallen en dan (onverstaanbaar/klinkt als: gitmek=weggaan) (...) en dan... ik moet weg hier oom... Oom kunnen we iets regelen om mij hiervandaan te krijgen
[betrokkene 26] : Waarom wil je vluchten [medeverdachte 13] ben je bang?
[medeverdachte 13] : Dat is geen kwestie van angst oom, maar het spreekt voor zich dat zij hier het een en ander gaan doen, daar ben jij van overtuigd en daar ben ik van overtuigd, dus ik moet hier gewoon niet zijn op die datum oom. Want ze zullen hoe dan ook naar mij komen... (...)

Map 13, pagina's 857 tot en met 860:

Het OVC-gesprek dat op 10 augustus 2013 vanaf 19.52 uur plaatsvindt in sportschool Balans te Tilburg. tussen [medeverdachte 12] . [medeverdachte 13] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 12] : Vindt hij het zo erg dat ik hem niet meer op mijn rug draag? Fucking! Toen ik je op mijn rug droeg, vond je het goed. 'Broer, broer', zei je toen, en nu joh? Wit hebben je niet gezegd om afstand te nemen... Ten opzichte van ons treden ze streng op... Iedereen...
[medeverdachte 12] : Ja, klopt man! Fuck it joh! Kijk die flikker nou joh! Ik ben je soldaat niet, noch je slaaf.
[medeverdachte 13] : Broer. [medeverdachte 14] strepen we weg...
[medeverdachte 12] : Ik heb het gedaan! Ik heb hem vandaag weggestreept! Flikkers!... [stilte]... Als het hem goed uitkomt, ben ik zijn broer. Maar andersom ben ik een schoft! Ik was toch onbeschoft?
(19:55 uur Er volgt een stilte, waarna [medeverdachte 12] het woord voert)
[medeverdachte 12] : En nu is hij slecht met [betrokkene 16] ... Ken je [betrokkene 16] überhaupt wel om met hem slecht te zijn? Joh, hij heeft [betrokkene 16] via ons leren kennen... Terwijl het niet nodig was, hebben zij zich gemengdin bekonkelde zaken. Broer, fuck hen! Zij denken dat wij bang voor hen zijn, maar dat is niet zo... niet nodig. Oké, wat ze wel kunnen doen hè? Het uithalen van een hoerenstreek, en vervolgens in onze schoenen schuiven.., maar maakt niet uit broer... maakt helemaal niet uit! Men komt één keer op de wereld, leidt een eervol leven en sterft eervol.., laat maar.
[medeverdachte 1] : Hij is aan het overwegen hoe hij mensen weer aan elkaar kan koppelen. Hij zal er niet in slagen om die kring opnieuw te vormen. Bovendien heeft hij geen 'vesting' (lees: betrouwbare personen) meer om zich heen...
[medeverdachte 12] : Heeft hij aan zichzelf te danken... was niet nodig geweest. Men moet een beetje stabiel zijn. Hoe kan iemand zo labiel zijn? 'Ik kom naar Turkije', zegt hij, waarop broer [betrokkene 68] zegt: 'Als hij zich gaat gedragen, kan hij komen. Hij kent dus zijn eigen pappenheimer.
[medeverdachte 1] : Hij heeft deze kring niet kunnen vormen.., nu gaat hij zich buigen over de andere...
[medeverdachte 12] : (...) Kom eerst om te bewijzen dat je een vent bent, voordat je ons bekritiseert! Wij hebben ie op onze rug gedragen joh... wij hebben grote risico's genomen om jouw schuld van € 300.000,- af te lossen Wat kunnen wij eraan doen als jij er een kutzooi van hebt gemaakt?
[medeverdachte 12] : Vanaf heden is het verbroken.., hij moet opzouten! Fuck it! Als ik ook mijn klusjes door anderen laat doen, kan ik ook wel de 'stoere bink' uithangen. Om zijn respect te kunnen verdienen, zouden we dus zijn slaaf moeten zijn. We hadden hetzelfde als [medeverdachte 13] moeten doen, begrijp je? Wij hebben hem niet van tafel geveegd...
[medeverdachte 1] : Wat zeg ik tegen je meester? Wij drieën... [medeverdachte 13] ook... wij drieën vormen een geheel. Tussen ons is er geen sprake van bedrog... niemand kan ons scheiden...
[medeverdachte 12] : Dat is zo broer...
[medeverdachte 1] : Het is zoals het is... In voor- en tegenspoed, of niet [medeverdachte 13] ?
[medeverdachte 12] : Wat een druiloor zeg!
[medeverdachte 1] : Hij is aan het denken hoe hij onze band kan verbreken...

Map 13, pagina's 862 tot en niet 867:

Het OVC-gesprek dat op 15 augustus 2013 vanaf 11.48 uur plaatsvindt in sportschool Balans te Tilburg, tussen [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] . [medeverdachte 9] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[medeverdachte 9] : Die ene [betrokkene 72] aan wie wij ook wiet leveren. Weet je... voor mij koopt/haalt hij het bij die Nederlander uit Reeshof of bij [betrokkene 73] ...
[medeverdachte 12] : Eigen moeten we [betrokkene 72] vragen of hij langs wil komen. Wij zouden [betrokkene 73] gisteren in elkaar slaan... [betrokkene 73] kwam op. 't laatste moment... Hij heeft een schuld lopen! 1500 lira bij [medeverdachte 13] ... die druiloor geeft het niet! Hij doet alsmaar zaken, maar geeft het niet. Druiloor! Gisteren... geei'tijd tot in de avond.., en degene die niet betaald, bezorgen we een gebroken voet. Ik heb er niks aan als je om wordt gebracht, maar als jullie een spel spelen dan doen we dat we dat wel! Geen enkel probleem... 'Geef mijn geld druiloor', zei ik. (...) [medeverdachte 9] bij deze heb ik hem genaaid! We moeten 2000 lira van hem afpakken. Mocht [betrokkene 73] erom vragen, dan moet je hem doorverwijzen naar mij. 'Ga naar [betrokkene 74] en [medeverdachte 13] ', moet je zeggen. (...) Wat een onzin.., men is afhankelijk van elkaar... het wil niet zeggen dat jij geen zaken met [betrokkene 72] mag doen, omdat ik al zaken met hem doe... heb ik een overeenkomst afgesloten? Stel ik betaal hem 300.000, en geef aan dat hij alles wat hij in handen krijgt aan mij moet geven.., dan kan het wel... op deze manier sluit ik wel een overeen komst ... begrijp je? Zij maken een hoop ellende door tem ijl hij maar fucking 1 á 2 kilo koopt/haalt. Wat de fucking is dit? Hij heeft gisteren hierheen wiet gebracht... als hij wiet bij zich heeft, voelt hij zich machtig... en ik zat daar samen met [betrokkene 43] ... [betrokkene 43] zei tegen [medeverdachte 13] dat hij niet in het openbaar wiet en zo moest laten zien. Fuck it! Iedereen gooit er met de pet naar. (...)
[medeverdachte 9] : Vonden ze het niet goed spul?
[medeverdachte 12] : Nee, joh... hij had niks.., het zelfde liedje weer...
[medeverdachte 9] : Hij verdient een paar goede klappen in het gezicht... fuck hem! Ga zaken doen met iemand anders! Meester, [betrokkene 29] zegt dat het verstandiger is als de bakker met zijn cash geld elders koopt/haalt... en die kleintjes afkomstig van mijn oom [moederszijde] vormen dan een extraatje... Wij zullen geld geven', zegt hij tegen mij... en als we 4 tot 5 dagen tijd hebben, zorg ik ervoor dat die kleintjes worden verkocht.
[medeverdachte 12] : Ja ja... dat brengt meer winst op...
[medeverdachte 12] : Je zou hem moeten afpersen... 'Vriend, vanaf heden moet je ons 500 lira... hu... nee, 1000 lira afstaan. Je moet het afstaan... je hebt het verdiend, als je het niet afstaat breng ik je om vriend', zal ik zeggen... ik heb je oom gevraagd om streng op te treden.., maar hij doet het niet.., hij smelt weg in zijn aanwezigheid joh... fuck it!
Nadien wordt het gesprek tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] hervat. Het gesprek gaat hoofdzakelijk over de schulden van [betrokkene 73] .
[medeverdachte 12] : 'Doet die druiloor helemaal geen zaken? Wel... [medeverdachte 13] moet van hem geld zien af te pakken... gewoon afpakken, zei ik... dit kan gewoon niet.., afpakken, zei ik... afpakken en hem te gronde richten. Men moet horen dat hij [betrokkene 73] te gronde heeft gericht.., evenals [betrokkene 4] en [verdachte] ... anders neemt men je niet serieiis'. Het is goed als hij het bij [betrokkene 73] koopt/haalt... heel goed zelfs... moeten dat fucking kind zijn lesje leren. Wij gaan wel naar [betrokkene 73] toe voor de financiële afwikkeling.., maak jij je maar niet druk... jij moet je er niet meer mee bemoeien! Vriend, jij hebt aan [medeverdachte 9] voor zoveel geld wiet verkocht.., dat maakt dan zoveel.., dit is jouw geld... en dit is ons geld... alsjeblieft! Ik zal hem flink naaien!
12:08 uur Na een korte stilte voert [medeverdachte 12] het woord:
[medeverdachte 12] : Hoe hebben wij dinges in de val laten lopen...
[medeverdachte 9] : Wie?
[medeverdachte 12] : De mannetjes van [betrokkene 24] ... hoe kunnen wij ervoor zorgen dat zij wiet leveren... Ik heb [betrokkene 24] niet gesproken, omdat het in de maand Ramadan was en zoiets... weet ik niet meer... een paar hu... broer [medeverdachte 17] heeft me erop aangesproken hem niet onder druk te zetten omdat hij een moeilijke tijd doormaakt... maar... ik heb gehoord dat zij goede zaken doen... dus... Welnu, hoe kunnen we wiet van hen afpakken... drie.., drie.., we moeten vier kilo wiet van hen afpakken...
[medeverdachte 9] : [medeverdachte 16] is wel een optie... Morgen kunnen we onderzoeken met wie...
[medeverdachte 12] : Ik zal tegen [medeverdachte 16] zeggen dat hij één kilo mag behouden als hij vier kilo afpakt 'één kilo is van jou', zal ik zeggen... (...)

Map 13, pagina E 926:

Op 21 november 2012 vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 14] (op de achtergrond is [medeverdachte 11] te horen). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 14] : kom jij maar hierheen [medeverdachte 13]
: is goed, welke richting is dat (...)
[medeverdachte 14] : van Antwerpen
Op de achtergrond lacht [medeverdachte 11]
[medeverdachte 13] : hoe moet ik daarheen komen... hou je mij voor de gek of zo ?
[medeverdachte 14] : de broer zegt dat je moet komen.

Map 13, pagina E 929:

Op 18 december 2012 om 10.25 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 12] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 12] : zegt, gisteren stond om halfeen 's nachts voor mijn deur..en hij zegt...morgen om 1 uur moeten er met twee man sterk daarheen gaan... .de Broer heeft gezegd ..de Leraar. .heeft een winkel..dus wendt je maar tot " [medeverdachte 1] -..maar die kan ik niet bereiken..dus laten we er dan morgen gezamenlijk naar toegaan ..en ik heb tegen hem gezegd, je komt of halfeen aanzetten en je zegt..we moeten daarheen..hoe moet ik dit nu gelijkstrijken..maar hij zegt ik weet dat niet., maar ik kan hem niet bereiken. .ik heb gezegd... " [medeverdachte 1] - is tot de ochtend toe buiten. ..en dan gaat hij liggen slapen tot de avond toe..je moet gewoon naar zijn huis toegaan en op zijn huisbel drukken..en hem wakker maken..zo doen wij het ook. Want als ik het eerder had geweten. .dan had ik die collega op de zaak achtergelaten..en kon ik mee. Maar de Broer heeft gezegd... als we hem niet kunnen bereiken..dan moesten we toch met twee man daarheen gaan... ik heb gezegd... .Laat het maar eerst morgen worden. .dan bekijken we wel.
[medeverdachte 12] zegt, hij heeft met zijn broer gesproken. .maar die kan hem ook niet bereiken..kijk ik moet anders de winkel sluiten. .en dan daarheen gaan..dat is voor mij wel lastig...overigens de Broer. ..heeft dat ook al gezegd. .de Leraar moet in de zaak staan. .dus ga naar die andere toe.

Map 13, pagina's E 939 en E 940:

Op 29 januari 2013 om 18.08 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : nee dat is het niet..er zijn problemen... dat hebben we nog niet weten op te lossen..kijk als je het zelf niet hebt... dan heeft niemand wat. Ik zeg aan een kun je voor een week bijstaan..maar je krijgt van alles te horen dus dat betekent dat we steeds in de verkeerde mensen hebben geïnvesteerd.
[medeverdachte 11] : Ja
[medeverdachte 1] : En wat doe jij verder?
[medeverdachte 11] : Dankjewel. .het gaat goed. .is de OOM (vaderszijde) nog niet gekomen?
[medeverdachte 1] : Ehhh..ik kan nergens naar toe Meester. .`mijn handen en voeten zijn gebonden"
[medeverdachte 11] : Ik snap het... ik snap het
[medeverdachte 1] : Ik wilde daarheen gaan..we waren gisteren samen met " [medeverdachte 13] " ..maar hij zegt zo van ..de Meester" heeft gezegd 'verroer geen vin". ..het is niet nodig om ergens heen te gaan
[medeverdachte 11] : Nee, ik heb dat niet gezegd voor dat onderwerp, dat is denk ik verkeerd begrepen...hij heeft het waarschijnlijk verkeerd begrepen
[medeverdachte 1] : Ik heb tegen hem gezegd maar "de Meester" heeft hier weet van, dat ik daarnaar toe zou gaan..maar hij heeft gezegd, nee alles moet stil worden gelegd.."verroer geen vin"..dat heeft hij gezegd, en ik heb gezegd, "Oke dan"...
[medeverdachte 11] : Oke. .dan gaan we er anders samen heen
[medeverdachte 1] : Je hebt gezegd, praat ook maar niet met hem,...
[medeverdachte 11] : Kijk, het is wel een kleinigheid...maar het kan wel een negatief effect hebben, begrijp je. ..laat er maar een week of 10 dagen er overheen gaan en we kijken het even aan..dus zo losjes moeten we ook niet zijn...het lichtsignaal komt van de tegenligger..dus we moeten even geduld uitoefenen..daarom moeten we geduld uitoefenen. ..kijk we hebben geen verandering in ons programma..dus handelen op deze wijze voortborduren lijkt me het beste..we hebben ook geen auto dus handelen naar je mogelijkheden ... dus we moeten er wat beter voor staan dan we het nu hebben...en in de tussen periode moet je geen risico's gaan lopen, want er zijn mensen die nu op dit moment op zoek zijn naar akkefietjes die ze dan als kapstop willen gebruiken zodat we achter slot en grendel gezet kunnen worden
[medeverdachte 1] : Laat staan naar akkefietjes, ze zitten zelfs op zoek naar spaanders
[medeverdachte 11] : Ja..ze zitten niet allerlei hersenspinsels in hun hoofd. .zo en zo willen ze mensen als ons niet hebben...

Map 14, pagina E 1155:

Op 7 maart 2013 te 14.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 11] : tussen de 20ste en de 30ste zal onze [betrokkene 66] . onverstaanbaar... zal [betrokkene 66] dus met zijn vriendin hierheen komen... Je hebt toch onze EMMI (oom)... die toch een plaats zou reserveren in het hotel en zou begeleiden maar vervolgens ons... mij in de steek liet., toen ik afging bij [betrokkene 66] ... en nu ga je exact. het volgende zeggen - ik heb zijn nummer niet anders zou ik hem bellen., maar zeg hem eerst het volgende.., luister we gaan naar Berlijn, naar hier en daar... en hij heeft zijn wagen gegeven...die jongen... en zijn oudere broer en zo... die jongen is dermate menslievend naar ons toe... (...) Nu komt die jongen naar Nederland... zegt van dat hij Amsterdam en zo wil aandoen... met zijn vriendin zal komen... ZEG NU TEGEN HEM... dat hij... . tussen de 20ste en 30ste is dinges daar. en Emmi (oom) heeft een wijd netwerk... laat hemnu niet hetzelfde doen... laat hem mij niet weer laten afgaan... laat hem een goede daad verrichten...

Map 14, pagina's E 1157 tot en met E 1159:

Op 7 maart 2013 te 16.17 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 11] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd: broer, ik ben nu samen met vriend/broer. Broer ik heb een vraag aan jouw broer. Broer, moeten we voorrang geven aan die bezoek of aan de dinges van de auto broer?
[medeverdachte 11] : luister nu, eerst moet je het bezoek noemen/zeggen want als dit niet lukt dan is het maar zo want we moeten nu niet weer meemaken dat we voor schut gezet staan want [betrokkene 66] komt. Hij weet dit goed. Ik moet [betrokkene 66] ontvangen want die komt met zijn vriendin. Geef dit aan en onderstreep het. Daarna kan je de volgende zaak...euh die auto dinges kan je dan daarna regelen euh zeggen...
[medeverdachte 11] : Man we hebben toch onderling geen problemen? Mocht dat zo zijn dan moet hij aangeven dat er een probleem is. Hij kan natuurlijk niet zeggen dat hij niets met ons te maken zou willen hebben. Elke keer dat als men [betrokkene 13] zei, hebben we toch gezegd: man laat hem het is ons oom!! Dat hebben we toch altijd gezegd? Heb je wel eens gehoord dat ik hem geen Abi (broer) noemde? Kijk, wij gaan ook een keer geld hebben en makkelijk hebben hoor. Dan kunnen ze ons natuurlijk niet meer aankijken, zeker uit schaamte kunnen we ze wel door de grond laten zakken. Hij is ons oudere en hij is de eerste aangewezen broer die ervoor moet zorgen dat we niet bij onbekenden moeten aankloppen, als je merkt dat hij een beetje aan het twijfelen is of moeilijk doet dan moet je zeggen; "Broer heeft heel veel respect voor je, kijk anders zeg ik tegen mijn broer: "Broer hij is jou respect niet waard, ik ga zeggen: "Broer wat moet jé met die man.", moet je zeggen. Mocht hij zo iets flikken/doen...laat hem maar komen en zeg dit ook tegen hem: heb jij je broer helemaal niet gemist? We hebben elkaar al maanden niet gezien... In dit land heeft hij ons meerdere malen zakgeld gegeven, we hebben zieke gehad en hij zorgde dat we vliegtickets kregen en je weet ik kon niet alleen vliegen en ging met hem mee. Hij heeft van ons nooit wat gevraagd maar wij hebben altijd van hem zakgeld gekregen. Wij hebben ook uiteraard altijd respect voor hem gehad. We hebben hem ook altijd overal geprezen. Stel dat hij zegt dat hij niet geprezen wilt worden en geen zin heeft in ons broederschap en zegt zoek het maar zelf uit dan weten we dat er geen sprake is van een broederschap dan rot hij maar ook op als hij ons een keer nodig heeft begrijp je?

Map 14, pagina E 1164:

Op 7 maart 2013 te 21.25 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Er is nog iets... . Hij heeft het als een noot/boodschap aan mij gestuurd... Dat moet ik nog apart met jou...
[betrokkene 26] : Gaat het over mij?
[medeverdachte 13] : Er is een vriend in Duitsland... .Die zou [hierheen] komen... Hij zegt, "Laat oom hem opvangen als gast"
[betrokkene 26] : Ik kan niemand als gast opvangen.., deze vriend moet mij niet betrekken bij zijn eigen vuile zaken... hoe komt hij erbij?... ik snap het niet... ik vluchtte om geen dienaar van hem te zijn maar hij wil mij nu een dienaar voor zich te maken!... Ik ben een man van 55 jaar maar hij blijft zich bemoeien met mij! Dit snap ik niet! Ik snap er geen bal van! Laten we het afwachten! Het ziet ernaar uit dat ik uiteindelijk in problemen zal belanden... [medeverdachte 13] , je weet toch heel goed dat ik deze mensen op afstand hou!

Map 13, pagina's E 924 tot en met E 926:

Op 19 november 2012 te 23.28 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen L [medeverdachte 14] en [betrokkene 75] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 75] spreekt verschillende keren haar verwondering uit over "de dienstbaarheid/onderdanigheid' van [medeverdachte 14] voor [medeverdachte 11] . Nazli zegt dat [medeverdachte 14] niet zoveel hoeft te kopen; een broodje moet voldoende zijn.
[betrokkene 75] : Is het niet de bedoeling dat wij dat opeten in de auto?
[medeverdachte 14] : Nee, schatje, nee. Om in de koelkast te doen waar hij verblijft.
[betrokkene 75] : Voor abi [broer}?
[medeverdachte 14] : Ja. Gewoon boodschappen doen, baby, voor hem.
[betrokkene 75] : Waarom?
[medeverdachte 14] : Oke, goed, schatje. Als hij vraagt, "waarom hebben jullie geen boodschappen gedaan?" als hij zegt, "waarom hebben jullie geen boodschappen gehaald, [medeverdachte 14] ?", dan ga ik zeggen, - abi, er is toch nu iemand bij mij: ik zei tegen haar, we moeten boodschappen doen, en die zei, waarom!"...
[betrokkene 75] : Nee, schatje, ik snap het niet, waarom zou hij dat vragen? Ik vraag alleen maar, waarom doet jij boodschappen voor hem? Als ik naar [betrokkene 76] (fon) ga, doe ik geen boodschappen om haar kast te vullen. Snap je dat wel? Dit begrijp ik dus niet. Ik vraag alleen maar waarom jij dat doet.
[medeverdachte 14] : De man heeft niets thuis om bij s ochtends bij het ontbijt te eten. Vandaar.
[betrokkene 75] : Aha... Er is nog iets wat ik opmerkelijk vind: "Als mijn abi vraagt, waarom hebben jullie voor mij geen boodschappen gedaan" [betrokkene 75] vervormt haar stem, doet een mannenstem na. Dat is toch ook raar. Wat ik niet snap is-het volgende: Je zegt, - er is iets tussen gekomen"...
[medeverdachte 14] : Ja...
[betrokkene 75] : Ja, toch? Maar, het is zo: er is een afspraak gemaakt met jou, een datum geprikt. Ja, toch? Dan ga ik ervan uit dat je die dag voor mij vrij maakt. Ja, toch?
[medeverdachte 14] : Ja, baby... Dus... Jij kan w aarschijnlijk nooit nee zeggen tegen je abi... dat is w at ik zie... en ik denk dat het nu wel hoogste tijd is om soms te zeggen, "nee", of, "andere keer, morgen heb ik geen tijd"... Mijn inziens is daar wel hoogste tijd voor...
[medeverdachte 14] : laat ik het zo zeggen... ik zie er niets verkeerds aan, baby...

Map 13, pagina E 948:

Op 21 mei 2013 te 22.14 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Hij zegt van ik heb [medeverdachte 14] naar Turkije gestuurd zodat hij geld kon ophalen, zegt van ik ga een huis bouwen in Duitsland.

Map 13, pagina E 983:

Op 11 januari 2013 te 16.10 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : en de mensen die van buiten komen die komen niet naar ons toe..en vinden dit soort van domkoppen
[medeverdachte 1] : ja precies zoals je het zegt, allemaal met mensen die geen zaken kunnen doen..daar proberen ze dan zaken mee te doen
[medeverdachte 13] : broer ik heb [medeverdachte 9] gebeld., hij zou de combo voor vrijdag zaterdag regelen... maar hij heeft.geen contanten maar nu zou [verdachte] dat via zijn oom [betrokkene 77] kunnen regelen
[medeverdachte 1] : maar waarom zouden wij dat doen... zij mogen toch ook hun handen laten wapperen... ze eten daar toch ook van [medeverdachte 13] : broer, als ik geen druk op deze jongens leg dan komt het volgende maand nog niet gereed...

Map 13, pagina's E 985 en E 986:

Op 8 april 2013 te 12.33 uur vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : gisteren is [medeverdachte 10] bij me gekomen en hij vroeg me "steun jij de laatste tijd [verdachte] " ik heb tegen hem gezegd... kijk ik heb dit en dit gedaan maar alles loopt gesmeerd. Die jongen betaalt het allemaal heel keurig..helemaal geen problemen..het loopt als een trein... (...) terwijl we daar zaten was [medeverdachte 10] aan het vertellen , hij zegt zo van "We zijn samen met [verdachte] naar Roermond gegaan maar dit moet je niet aan [verdachte] vertellen" en ik zo van, ik vertel het niet, maar vertel jij maar, "We zijn naar Roermond gegaan..we hebben bij het station geld gehaald en vervolgens zijn we naar het casino gegaan..binnen een half uur heeft hij, ik weet het precieze bedrag niet maar hij heeft een bedrag van 1000 of 2000 verspeeld" ...ik heb gezegd... [medeverdachte 10] ... dit weet je toch heel zeker...niet dat er hieronder wat anders zit?... en hij zo van, "Natuurlijk niet, maar ik snap jou wel,ijij wilt hem helpen...maar als er straks in de financiën iets niet klopt dan krijg jij er hoofdpijn door"; nou al zou er iets niet met de financiën kloppen, dan krijg ik er nog geen hoofdpijn door heb ik gezegd, maar het is wel goed dat je dat hebt gezegd, maar nu vraag ik het aan jou neef, is dit waar? je weet dat toch wat ik tegen je gezegd heb op de terugweg van Waalwijk... ik heb tegen je gezegd..wat heb ik jullie aangedaan dat je mij dit aandoet..doe dit niet bij mij, maar bij een ander..dit moet je niet doen [verdachte]
: Kijk hijzelf heeft voorgesteld om daar koffie te gaan drinken..we zijn daar maar 10 minuten binnengeweest. .ik heb alleen wat losgeld erin gegooid
[medeverdachte 13] : Kijk [verdachte] als je daar geld gaat halen en er 1000 in mindering brengt en 2000...we hebben zo en zo 4 a 5 duizend winst..als je dat geld bent kwijtgeraakt zeg dat dan ook. Het interesseert me niet of je wel of niet gegokt hebt... het gaat me meer om het vertrouwen... Hij zegt dat jij in een half uurtje 1 a 2 ruggen kwijt was. Dit moet je mij niet aandoen. Dat zint mij niet.

Map 13, pagina's E 992 en E 993:

Op 15 april 2013 te 15.54 uur vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 9] : wil je [medeverdachte 13] bellen en hem dit nummer geven... Ik zal bij hem langsgaan rond zes a zeven uur... Ik heb net [betrokkene 31] ergens naartoe gestuurd... hij gaat het afgeven... oke
[medeverdachte 12] : Dat is goed, [medeverdachte 13] heeft me sowieso al gebeld toen hij hem niet kon bereiken, maar rond deze kwestie af rond zes a zeven uur want gisteren hebben de mannen gebeld. Laat er geen ongenoegen ontstaan, want we hebben gisteren een beetje zware woorden gebruikt weet je; zo van wat bellen jullie nou, hebben wij de kwestie niet afgehandeld- dus als de kwestie nu niet wordt afgehandeld en de mannen op hun beurt zware woorden naar ons toe bezigen zou dat niet fijn zijn. (...)
[medeverdachte 9] : Luister, ik heb de materialen meegestuurd met [betrokkene 31] en hij gaat een paar plekken langs, en als ie het geven kan gaat hij het geven en als het niet lukt krijg ik sowieso 5 lira van iemand vanavond, ik heb hem net gebeld en hij zei van [medeverdachte 9] ik ben net wakker maar zal het geld verzamelen en jou bellen, dus vandaag zal ik het sowieso geven.
[medeverdachte 12] : waarom wachten op 5 lira die iemand je gaat geven als je materiaal hebt... neem dan een stukje daarvan en geef die man wat hij moet krijgen...
[medeverdachte 9] : Je hebt gelijk meester, maar niemand wil het materiaal afnemen dus... dat is juist het probleem.
[medeverdachte 12] : Het is niet een kwestie van materiaal afnemen, maar kijk hoeveel materiaal nodig is voor wat je hem moet geven., ik noem maar ter voorbeeld., is de tegenwaarde een halve., breng dan een halve naar die man... of breng het hierheen... en dan is het een kwestie van: "alstjeblieft broer... wat zou je krijgen... Hier, hier heb je het in de vorm van materiaal"., en daarmee klaar... Laat deze kwestie afgehandeld zijn rond zes a zeven uur want wij hebben die man onze woord gegeven rond zes a zeven uur. Wij hebben hem onze woord gegeven op basis van ons vertrouwen op jouw woord. Breng ons niet in een situatie dat we ons niet aan ons woord kunnen houden omdat jij zo nodig een paar centjes meer moet verdienen. Als je het rond zes a zeven uur nog niet hebt geregeld moet ie het maar met verlies afgeven, of breng het hierheen en zeg van regelen jullie het maar, dan doen wij dat ook wel
[medeverdachte 9] : Oke, is goed meester, ik zal je rond zevenen bellen...
[medeverdachte 12] : Oke dan... tot laters enne... niet verzaken he [medeverdachte 9] niet verzaken maar goed... als je het nu zou regelen zou het ook goed zijn want [medeverdachte 13] is over een half uur In Tilburg en hij is over de rooie omdat hij jou niet kon bereiken; hij is ontstemd omdat hij nu eenmaal zijn woord had gegeven; Ik ga hem nu bellen en zal waarschijnlijk dit nummer van jou aan hem geven; zorg er in ieder geval voor dat je deze kwestie voor zes a zeven uur hebt afgehandeld; dan hoef ik het nummer ook niet te geven, oke...
[medeverdachte 9] : Dat is goed, maar vertel hem wel dat je met mij hebt gesproken.

Map 14, pagina E 1627:

Het OVC-gesprek tussen [medeverdachte 12] , [medeverdachte 9] , NN- [betrokkene 48] , NN- [betrokkene 78] en NN- [betrokkene 79] , dat op 30 augustus 2013 plaatsvindt in Sportschool Balans te Tilburg. Dit gesprek houdt onder meer in:
[medeverdachte 12] : Ik zei dat hij zijn betaling moest doen. Hij komt wel, we gaan dan ook wel naar hem toe. (...) Ik ga martelen. Ik leg zijn vinger hier neer. (mogelijk het geluid van het slaan op tafel met de hand hoorbaar). Ik haal mijn mes tevoorschijn. "Betaal je het of niet m'n jong?! Ik ga het snijden!" Dan merk je hoe hij het dan wel betaalt.

Map 15, pagina E 1831:

Het proces-verbaal 140 Sr, onder meer inhoudend:
[medeverdachte 12] zegt: "Wij kunnen in Tilburg iemand zowel de lucht in opblazen als onder de grond begraven. Wij zijn heel machtig en wij staan achter jou".

Map 32, pagina's 0 236 en 0 237:

Op 12 september 2013 te 11.55 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
H: waar ben je dan?
D: bij onze uhm je weet toch wel die onze die bijna zover is.
D: ik zei tegen [betrokkene 80] laat me hier achter, laat ik vannacht hier blijven. Ik had het door [medeverdachte 2] laten doen weet je nog. [betrokkene 80] ging naar [medeverdachte 2] en zei dat [medeverdachte 9] daar met het toevertrouwde aan het wachten was. Straks kom ik naar jou.
H: je hoeft niet te komen. Als een ding dinges is dan kan ik wel naar die regio komen, dat is geen probleem. Dan kunnen we elkaar ergens treffen en dan kan ik jou het zakgeld geven. Dan kan ik je het zakgeld geven waar je om vraagt.

Map 30, pagina M 213:

Op 12 juli 2013 te 02.59 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 81] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd: [medeverdachte 13] zegt, waarom heb je niets gezegd? Had dan onze naam enzo genoemd. [betrokkene 37] zegt, heb ik gezegd man. Ik zei zo, ik ben met [medeverdachte 13] geweest. Hij/zij vroeg wie [medeverdachte 13] was. Ik zei toen, hij is de rechterhand van die ene broer [medeverdachte 11] , die ene in een rolstoel. Hij wist even niet wie ze waren, snap je? Ik zei toen, [betrokkene 82] kent iemand die schijnt vorige week tegen iemand te hebben gezegd dat euh. [betrokkene 82] werkt ergens waar 8,5 week al aan werk is verricht, laten dat stelen. [betrokkene 82] zou hiervan niet weten maar diegene die hij noemde was bang van de mensen waarmee ik daar aankwam en ging praten, anders had hij niets gezegd, zei ik, snap je? Hij zei toen, weet je wie ik verdenk? Ik verdenk [betrokkene 83] (fon) en [betrokkene 84] . Ik zei toen, je hoeft [betrokkene 84] niet te verdenken want men is niet een sleutel binnengekomen. Het moet iemand van ons zijn geweest die met een sleutel binnen is geweest en vervolgens alles leeg heeft gehaald en het is zeker dat hij/zij vandaag aan het knippen is. Het is zeker dat het morgenavond duidelijk gaat worden wie het geweest is. Ik heb hem heel erg bank gemaakt en weggestuurd.

Map 55, pagina's Z 8125 tot en met Z 8133:

Het proces-verbaal onderzoek identificatie taps. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
In het onderzoek werden op bevel van de officier van justitie met machtiging van de rechter-commissaris diverse telefoontaps ingevolge artikel 126m van het Wetboek van Strafvordering aangesloten.
Uit onderzoek van de afgeluisterde telefoontaps, de politiesystemen en de Gemeentelijke Basis Administratie werden de gebruikers van telefoonnummers die werden afgeluisterd dan wel gebruikers van telefoonnummers die contact hadden met gebruikers van afgeluisterde telefoonnummers geïdentificeerd. Dit wordt onderstaand weergegeven.
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 15]
Voornamen: [medeverdachte 15] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8134
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 15] .
Voornamen: [medeverdachte 15]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8146
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 15] .
Voornamen: [medeverdachte 15] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8153
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 33] .
Voornamen: [betrokkene 33] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8160
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 34] .
Voornamen: [betrokkene 34] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8176
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 19] .
Voornamen: [betrokkene 19] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8195
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 13] .
Voornamen: [medeverdachte 13] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8209
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 13] .
Voornamen: [medeverdachte 13] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8222
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 13] .
Voornamen: [medeverdachte 13] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8230
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [verdachte] .
Voornamen: [verdachte] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8236
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [verdachte] .
Voornamen: [verdachte] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8256
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 14] .
Voornamen: [medeverdachte 14]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8262
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 14] .
Voornamen: [medeverdachte 14]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8276
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 14] .
Voornamen: [medeverdachte 14]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1]
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8281
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 9] .
Voornamen: [medeverdachte 9] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8287
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam [medeverdachte 9] .
Voornamen: [medeverdachte 9] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 83 07
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 35] .
Voornamen: [betrokkene 35] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: Zonder vaste woon of verblijfplaats.
Pagina: Z 8311
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 5] .
Voornamen: [medeverdachte 5]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: 8320
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 26] .
Voornamen: [betrokkene 26] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: Zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Pagina: Z 8332
In een aanvullend proces verbaal werd vermeld dat bovengenoemde [betrokkene 26] tevens gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer] . [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Pagina: Z 8376
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 16] .
Voornamen: [medeverdachte 16] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8384
De gebruiker van de Duitse telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd
geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 6] .
Voornamen: [betrokkene 6] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1]
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8392
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 7] .
Voornamen: [betrokkene 7]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8405
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 6] .
Voornamen: [medeverdachte 6] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8411
De gebruiker van de Duitse telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] en de Nederlandse nummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 36] .
Voornamen: [betrokkene 36] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8417
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 37] .
Voornamen: [betrokkene 37] .
[geboorteplaats 1] : [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: 8435
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 38] .
Voornamen: [betrokkene 38] .
[geboorteplaats 1] : [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8442
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 39]
Voornamen: [betrokkene 39] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8452
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 24] .
Voornamen: [betrokkene 24] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8462
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 12] .
Voornamen: [medeverdachte 12] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8479
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] . [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 17] .
Voornamen: [medeverdachte 17]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: z.v.w.o.v.p.
Pagina: Z 8498
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 40] .
Voornamen: [betrokkene 40]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1]
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8523
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd
geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 10] .
Voornamen: [medeverdachte 10]
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8540
De gebruikers van het telefoonnummer 06- [telefoonnummer] werden geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 13] .
Voornamen: [medeverdachte 13] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
En
Naam: [medeverdachte 13] .
Voornamen: Ismail.
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8553
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] w erd
geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 13] .
Voornamen: [betrokkene 13] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8570
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 85] .
Voornamen: [betrokkene 85] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8593
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 56] .
Voornamen: [betrokkene 56] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8606
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 43] .
Voornamen: [betrokkene 43] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] ,.
Pagina: Z 8616
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 86] .
Voornamen: [betrokkene 86] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8625
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 1] .
Voornamen: [betrokkene 1] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8634
De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 3] .
Voornamen: [medeverdachte 3] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres] .
Pagina: Z 8640
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [betrokkene 9] .
Voornamen: [betrokkene 9] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: [adres]
Pagina: Z 8650
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 11] .
Voornamen: [medeverdachte 11] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Pagina:
Z8666
De gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] werd geïdentificeerd als:
Naam: [medeverdachte 11] .
Voornamen: [medeverdachte 11] .
Geboren: [geboortedatum] te [geboorteplaats 1] .
Wonende: zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Pagina: Z 8690
De deelnemers aan de organisatie
Met betrekking tot het samenwerkingsverband blijkt naar het oordeel van het hof dat er "een breuk" is ontstaan in de samenwerkingsverband. In december 2012 is er onenigheid ontstaan tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] . [medeverdachte 12] heeft kennelijk iets gedaan dat [medeverdachte 11] niet zinde. [medeverdachte 12] wilde daarna geen contact meer met [medeverdachte 11] , hij nam geen contact meer met hem op en reageerde niet meer op berichten van [medeverdachte 11] . [medeverdachte 12] , zo volgt uit tap- en OVC-gesprekken, wilde zich terugtrekken uit de criminele activiteiten. Vervolgens hebben ook [medeverdachte 13] en [medeverdachte 17] ruzie gekregen met [medeverdachte 11] . Er is duidelijk sprake van een vertrouwensbreuk. Deze vertrouwensbreuk heeft plaatsgevonden medio mei 2013. Na deze
vertrouwensbreuk is de criminele organisatie zonder [medeverdachte 11] en [medeverdachte 14] verder gegaan.
Gebleken is dat ook [medeverdachte 12] hierin uiteindelijk toch verder gaat. Degenen die in de voortgezette
criminele organisatie de meeste zeggenschap hebben, zijn [medeverdachte 17] , [medeverdachte 13] en [medeverdachte 12] . In een OVC-gesprek heeft [medeverdachte 17] de voortzetting als volgt verwoord: "wat zeg ik
tegen de meester? Wij drieën, [medeverdachte 13] ook, wij vormen een geheel. Tussen ons is er geen sprake van bedrog, niemand kan ons scheiden".
[medeverdachte 11]
Door het hof wordt [medeverdachte 11] beschouwd als een prominent lid van de groep. Uit de bovenstaande bewijsmiddelen komt naar voren dat hij door de anderen van de groep wordt aangeduid als meester. [medeverdachte 11] heeft voortdurend mensen om zich heen uit de groep die hem helpen en verzorgen. [medeverdachte 11] is voortdurend bewapend. Wanneer [medeverdachte 11] wordt gearresteerd, wordt (de financiering van) een advocaat voor hem geregeld en is [medeverdachte 13] bereid om de zaak van het bezit van het vuurwapen op zich te nemen. [medeverdachte 11] wordt op belangrijke momenten geraadpleegd door de leden van de groep, in het bijzonder als er problemen optreden, en verdachte heeft in die zin gezag binnen de organisatie en in die zin behoort hij tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Anders dan de rechtbank ziet het hof [medeverdachte 11] echter niet als de leider van de gehele groep omdat voldoende redengevend bewijs daarvoor ontbreekt, maar verdachte vormt tezamen met enkele anderen wel een vooraanstaand en gerespecteerd lid van de groep.
[medeverdachte 14]
was één van de mensen die de invalide [medeverdachte 11] verzorgde. De rol van [medeverdachte 14] ging naar het oordeel van het hof echter verder dan uitsluitend de persoonlijke verzorging van [medeverdachte 11] . [medeverdachte 14] maakt naar het oordeel van het hof ook deel uit van de criminele organisatie. Hij was aanwezig op cruciale momenten. Hij was gedurende een groot deel van de ten laste gelegde periode tijd aanwezig om en rond [medeverdachte 11] . Het was niet zo dat hij uitsluitend kwam om [medeverdachte 11] te verzorgen en daarna weer ging. Hij verbleef regelmatig bij [medeverdachte 11] in de woning aan de [adres] en bleef eveneens regelmatig aanwezig nadat hij [medeverdachte 11] ergens naar toe had gebracht. De gesprekken die door [medeverdachte 11] werden gevoerd zowel telefonisch als in persoon werden daardoor door [medeverdachte 14] gehoord. [medeverdachte 14] wist dat [medeverdachte 11] altijd een wapen bij zich droeg. Ook ter zitting bij het hof heeft verdachte [medeverdachte 14] aangegeven dat hij wel het een en ander had meegekregen van het functioneren van verdachte [medeverdachte 11] en de groep. Hieruit leidt het hof af dat hij op de hoogte was van het doel van de organisatie. Door het verzorgen van [medeverdachte 11] , ondersteunde hij de organisatie, maar daar is zijn handelen niet toe beperkt gebleven. Hij verrichtte ook hand- en spandiensten door boodschappen door te geven of anderen in opdracht van [medeverdachte 11] te benaderen of weg te brengen. Daardoor behoort verdachte [medeverdachte 14] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 12]
wordt door het hof aangemerkt als een prominent lid van de criminele organisatie. Hij heeft contacten met [medeverdachte 11] en durft die op een gegeven moment te verbreken. Uit de in verband hiermee en hierboven opgenomen bewijsmiddelen leidt het hof af dat [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] zich ongeveer op hetzelfde niveau in de organisatie bevinden. [medeverdachte 12] stelde zijn sportschool Balans ter beschikking voor leden van de criminele organisatie voor overleg over criminele zaken. Uit gesprekken zoals afgeluisterd in de sportschool blijkt dat [medeverdachte 12] op de hoogte is van het reilen en zeilen van de organisatie, daar ook initiatieven in neemt en het gebruik van geweld niet schuwt. Tevens wordt hij geraadpleegd wanneer er zich problemen voordoen binnen de organisatie. Daardoor behoort verdachte [medeverdachte 12] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 13]
Uit gesprekken zoals afgeluisterd in de sportschool en via de telefoon blijkt dat [medeverdachte 13] op de hoogte is van het reilen en zeilen van de organisatie, daar ook initiatieven in neemt en het gebruik van geweld niet schuwt. Hij is ook degene die het geweld daadwerkelijk zelf uitoefent of dreigt dat te doen. Tevens is hij één van degenen die wordt geraadpleegd wanneer er zich problemen voordoen binnen de organisatie. [medeverdachte 13] is betrokken bij drugshandel, bedreigingen en het organiseren van een gewapende overval (die door ingrijpen van de politie geen doorgang heeft gevonden). [medeverdachte 13] heeft regelmatig contact met andere leden van de groep waaronder, naast [medeverdachte 11] , [verdachte] , [medeverdachte 17] en [medeverdachte 9] . Ook hij heeft gelijk [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] een prominente, gezaghebbende rol binnen de organisatie. Daardoor behoort verdachte [medeverdachte 13] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 17]
is een van de prominente leden van de organisatie die handelt in drugs en geraadpleegd wordt door de andere leden van de groep bij moeilijkheden. Het hof is van oordeel dat hij eveneens een belngrijk lid is van de organisatie. Uit gesprekken zoals afgeluisterd in de sportschool en via de telefoon blijkt dat [medeverdachte 17] op de hoogte is van het reilen en zeilen van de organisatie, daar ook initiatieven in neemt en het gebruik van geweld niet schuwt. Tevens is hij één van degenen die wordt geraadpleegd wanneer er zich problemen voordoen binnen de organisatie. Hij heeft in die zin een gezaghebbende rol. Daardoor behoort ook verdachte [medeverdachte 17] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[verdachte]
is actief in diverse takken van de organisatie; hij is betrokken bij internationale handel in harddrugs en bij de internationale en nationale handel in hennep met andere leden van de organisatie. Hij heeft contact met alle leden van de groep voor zover in hoger beroep aan de orde, in het bijzonder met de prominente leden [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 17] en [medeverdachte 13] . Hij is zeer actief bij uitvoerende handelingen op alle onderdelen van de strafbare feiten zoals door de organisatie gepleegd, zoals hierboven uit de bewijsmiddelen naar voren is gekomen. Daardoor behoort ook verdachte [verdachte] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 16]
werkt mee aan de internationale handel in harddrugs en in hennep. Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen komt naar voren dat hij binnen de organisatie regelmatig wordt genoemd en de prominente leden van de organisatie vertrouwen in hem hebben voor het uitvoeren van (ernstige) strafbare feiten. Weliswaar is het aandeel van verdachte [medeverdachte 16] minder zwaarwegend dat dat van de andere deelnemers aan de organisatie maar het hof acht zijn betrokkenheid op diverse onderdelen van dusdanig gewicht dat het hof het bewijs van feelneming aan de organisatie voldoende redengevend acht voor bewezenverklaring. Ook verdachte [medeverdachte 16] behoort naar het oordeel van het hof dan ook tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
[medeverdachte 9]
Ook verdachte [medeverdachte 9] wordt door het hof gezien als deelnemer aan de organisatie. Hij exploiteert een aanzienlijk aantal hennepkwekerijen en werkt daarbij ook samen en heeft ook contacten met anderen van de organisatie. Hij verhandelt grote partijen drugs en wanneer het moeilijk wordt, wordt de groep ingeschakeld om hulp te verlenen. Het hof verwijst hierbij naar de bewijsmiddelen zoals hierboven weergegeven van zaak 6. Door het inschakelen van andere leden van de groep in deze zaak is het verdachte die teweeg brengt dat door andere leden van de groep geweld wordt gebruikt tegen personen. Uit de afgeluisterde gesprekken zoals hierboven weergegeven komt naar voren dat verdachte op de hoogte was van hetgeen zich binnen de organisatie afspeelde. Daardoor behoort ook verdachte [medeverdachte 9] naar het oordeel van het hof tot de organisatie/het samenwerkingsverband en had hij een aandeel in, dan wel ondersteunde hij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Het verweer wordt daarom verworpen.
Met betrekking tot feit 2 en 3 (zaak 6)
De bewezenverklaring van de feiten 2 en 3 berust op de hierboven reeds opgenomen bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 6.
Bewijsoverweging m.b.t. het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe – op de gronden als nader verwoord in de pleitnota, kort gezegd – aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte de bedoelde hoeveelheid van zes kilo hennep voorhanden heeft gehad.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe – grotendeels overeenkomstig de rechtbank – het volgende.
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 6 in onderlinge samenhang bezien, stelt het hof het volgende vast.
Uit de verklaring van [betrokkene 1] (verder: [betrokkene 1] ) volgt dat hij een klus zou doen voor
[verdachte] en [medeverdachte 9] (hierna: [medeverdachte 9] ). Daarbij ging het volgens hem om het
vervoeren van hennep naar Eindhoven. [betrokkene 1] heeft de hennep opgehaald bij de vader
van [medeverdachte 9] alwaar [medeverdachte 9] zelf ook aanwezig was. Onderweg naar Eindhoven is de hennep
geript. [betrokkene 1] heeft [medeverdachte 9] hierover opgebeld waarna [medeverdachte 9] samen met [verdachte] en
nog een persoon hem op is gaan halen.
Voor zover de verdediging in hoger beroep opnieuw de betrouwbaarheid van de verklaring van [betrokkene 1] betwist, overweegt het hof met de rechtbank dat inderdaad is gebleken dat [betrokkene 1] niet op alle punten direct openheid van zaken heeft gegeven en dat hij op een aantal punten niet geheel conform de waarheid lijkt te hebben verklaard. Echter, zijn verklaring dat hij hennep vervoerde voor [medeverdachte 9] en [verdachte] wordt niet alleen ondersteund door het feit dat [betrokkene 1] na de rip door hen is opgehaald maar ook door de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2014 te 18. 14 uur tussen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] en het gesprek van 5 januari 2013 van 14.48 uur tussen [verdachte] en [betrokkene 17] . Daaruit blijkt immers dat [medeverdachte 9] en [verdachte] beiden aangeven te zijn geript. Dat deze informatie is verkregen na de rip, doet – anders dan de verdediging lijkt te veronderstellen – niet af aan de bruikbaarheid voor het bewijs van deze gesprekken. Daar komt bij dat uit de tapgesprekken blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 9] zich beiden intensief hebben bemoeid met het terug halen van de hennep, hetgeen zonder enig eigen belang daarbij naar het oordeel van het hof niet voor de hand ligt. De stelling van de verdediging dat het 'eigen belang' van [verdachte] zou zijn gelegen in de omstandigheid dat hij [medeverdachte 9] wilde helpen om aldus toekomstige (zakelijke) contacten met hem veilig te stellen schuift het hof, gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, als niet geloofwaardig terzijde.
Het hof stelt daarom in navolging van de rechtbank dat [betrokkene 1] de hennep vervoerde voor [medeverdachte 9] en [verdachte] en dat [betrokkene 1] deze hennep van [medeverdachte 9] overhandigd heeft gekregen. Op grond van de verklaring van [betrokkene 1] , [verdachte] alsmede de tapgesprekken waaronder het gesprek van 4 januari 2013 te 14.52 uur tussen [medeverdachte 13] en [betrokkene 37] , stelt het hof voorts vast dat de door [betrokkene 1] te vervoeren hoeveelheid hennep minimaal zes kilo bedroeg. Daarmee acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] tezamen en in vereniging met anderen ongeveer zes kilo hennep aanwezig heeft gehad.
Het verweer wordt verworpen.
Bewijsoverweging m.b.t. het onder 3 bewezen verklaarde
De verdediging heeft – op de gronden als nader verwoord in de pleitnota – betoogd dat het onder 3 ten laste gelegde niet kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Volgens de verdediging is slechts sprake geweest van een verhitte communicatie.
Het hof overweegt als volgt.
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 6 en 7 in
onderlinge samenhang bezien, stelt het hof, met de rechtbank, het volgende vast.
Op 3 januari 2013 heeft er een rip plaatsgevonden van een partij hennep die, zoals hiervoor
reeds is vastgesteld, aan [verdachte] en [medeverdachte 9] toebehoorde. Op grond hiervan wordt het
verweer dat [verdachte] enkel voor anderen bemiddeld zou hebben, reeds verworpen.
Bij die rip zouden [betrokkene 2] en [betrokkene 3] betrokken zijn geweest. Uit de diverse
tapgesprekken, die in het dossier zijn gevoegd, blijkt dat naar aanleiding van die rip diverse
gesprekken met [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of de vrouw van [betrokkene 3] zijn gevoerd door [verdachte]
, [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] .
Anders dan de verdediging, is het hof van oordeel dat gelet op de verklaring van [betrokkene 1] , de aangifte van [betrokkene 2] , de verklaring van [betrokkene 18] alsmede de verklaring van [verdachte] zelf, en de voor het bewijs gebruikte tapgesprekken niet voor meerderlei uitleg vatbaar zijn
en zien op de geripte hennep en het terughalen daarvan.
Naar het oordeel van het hof blijkt hieruit dat [medeverdachte 13] op 4 januari 2013 is gaan informeren naar [betrokkene 3] omdat hij gisteren iets zou hebben meegenomen en dat hij dit moet teruggeven omdat het anders een probleem wordt. Tegen ene [betrokkene 37] heeft hij vervolgens gezegd dat hij [betrokkene 3] op moet bellen en hem moet zeggen dat het niet het werk van [medeverdachte 9] , [verdachte] of zo is maar van [medeverdachte 13] en dat hij één uur heeft en zij anders langs komen en dat dit de enige waarschuwing is. Verder heeft [medeverdachte 13] in dit gesprek tegen die [betrokkene 37] gezegd dat hij ze lekker op moet naaien op een panische toon zodat de flikker bang wordt. Hij moet verder zeggen dat als hij niet binnen het uur komt, ze naar hem komen, naar het adres dat ze hebben achterhaald en dat ze geen mededogen hebben met zijn moeder, vader, zus of wat dan ook en dat ze ze zullen neuken. Verder blijkt uit een aantal gesprekken tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] dat [medeverdachte 13] [medeverdachte 9] heeft geïnstrueerd over wat hij moet doen en wat hij tegen [betrokkene 2] moet zeggen. Zo moet [medeverdachte 9] van [medeverdachte 13] tegen [betrokkene 2] zeggen dat de tijd nadert en dat hij ze niet meer tegen kan houden. [medeverdachte 9] moet er druk op zetten van [medeverdachte 13] . In de avond van 4 januari 2013 heeft [medeverdachte 13] zelf met [betrokkene 2] gesproken en heeft tegen hem gezegd dat hij [medeverdachte 9] niet meer hoeft te bellen omdat hij vanaf nu zijn gesprekspartner is. In dit gesprek wordt tevens een afspraak gemaakt om elkaar te treffen in Lalezar.
Over deze ontmoeting die geresulteerd heeft in een aangifte van [betrokkene 2] , is door [betrokkene 2]
verklaard dat hij [medeverdachte 13] samen met [medeverdachte 9] en [verdachte] zag binnenkomen. [betrokkene 2] wilde tegen
[medeverdachte 13] vertellen dat hij niets met de ripdeal te maken had maar dat wilde hij niet horen. Toen
de eigenaar aan de tafel kwam om te zeggen dat het rustiger moest, trok [medeverdachte 13] een vuurwapen
uit zijn broeksband en liet dit zien aan degene die achterin het restaurant waren. Dat [medeverdachte 13] een
vuurwapen naar [betrokkene 2] heeft getrokken volgt ook uit het OVC-gesprek 27 januari 2013.
Nadat [betrokkene 2] er op 5 januari 2013 vier heeft gegeven, heeft [medeverdachte 13] met [betrokkene 3] gesproken en
hem gezegd dat wat er is gebracht niets is en dat als het zo doorgaat alleen maar erger en
erger wordt en zij hem een kans geven.
Ook heeft [verdachte] zelf gesprekken met [betrokkene 2] gevoerd waarin hij o.a. op 7 januari 2013
heeft gezegd. Die vijf hoef je niet meer te brengen, kijk maar eens wat er met jou gaat
gebeuren en dat er niet meer gerekt kan worden en het anders echt gaat escaleren. In een
gesprek tussen hen op 8 januari 2013 zegt [betrokkene 2] tegen [verdachte] dat [medeverdachte 9] tegen hem heeft
gezegd dat hij tot donderdag de tijd heeft en dat hij dan betaald moet hebben.
Op grond van het voorgaande is het hof met de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] zich samen met [medeverdachte 13] en [medeverdachte 9] schuldig heeft gemaakt aan de afpersing van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . [medeverdachte 13] had hierin weliswaar een leidende positie maar hij deed dat voor [medeverdachte 9] en [verdachte] om hun hennep terug te verkrijgen. [medeverdachte 13] heeft op een dwingende wijze naar [betrokkene 2] en [betrokkene 3] gehandeld door hen te bedreigen met geweld.
Uit de tapgesprekken komt naar voren dat [betrokkene 2] en [betrokkene 3] bang moesten worden voor de gevolgen voor henzelf en hun familie als zij binnen een bepaalde tijd geen gehoor zouden geven aan hetgeen hen werd verzocht. [medeverdachte 9] en [verdachte] waren volledig van deze handelwijze op de hoogte en hebben zich hiertegen niet verzet of zich hiervan gedistantieerd. [medeverdachte 9] en [verdachte] hebben hierin bovendien ook zelf een rol gehad. Zo namen zij telkens contact op met [medeverdachte 13] over de stand van zaken en gaf [medeverdachte 13] hen instructies over hoe te handelen en wat te zeggen. Uit de contacten die zij hebben gehad met [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] blijkt naar het oordeel van het hof dat ook zij druk op deze personen hebben gezet om iets van hen gedaan te krijgen. Dat het door hen gebruikte taalgebruik gangbaar taalgebruik was in het milieu waarvan zij deel uitmaakten, doet aan de kwalificeerbaarheid daarvan als afpersing in strafrechtelijke zin niet af.
Het hof is dan ook van oordeel dat er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking gericht op het afpersen van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] teneinde de geripte hennep terug te verkrijgen. Het hof rekent hem daarbij ook aan het tonen van het vuurwapen door [medeverdachte 13] aan [betrokkene 2] in Lalezar. Gelet op het doel van de bijeenkomst, namelijk het ervoor zorgen dat [betrokkene 2] de geripte waar zou terug geven en het feit dat uit de tapgesprekken blijkt dat geweld dan wel bedreiging met geweld naar [betrokkene 2] niet geschuwd zou worden, maakt dat [verdachte] er rekening mee diende te houden dat een van zijn medeverdachten een wapen mee zou nemen.
De handelwijze van [medeverdachte 13] , [verdachte] en [medeverdachte 9] is effectief geweest want alle hennep is terug gekomen en als boete c.q. extraatje zelfs een hoeveelheid speed. Blijkbaar was de handelwijze van verdachte en zijn medeverdachten ook voor de in de wereld van verdachte levende [betrokkene 2] dermate bedreigend dat hij zich genoodzaakt heeft gezien om aangifte te doen. Het hof acht het ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen ten aanzien van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . De afpersing van de vrouw van [betrokkene 3] acht het hof onvoldoende bewezen. Het hof spreekt verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging vrij.
Het verweer wordt verworpen.
Met betrekking tot feit 4 (zaak 6 en 7)
De bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde berust op de navolgende bewijsmiddelen.

Map 23, pagina's G 55 tot en met G 57:

Het proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 2] d.d. 4 januari 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op vrijdag 4 januari 2013 omstreeks 21.00 uur ben ik naar café Lalezar te Tilburg gegaan. Ik ben samen met [medeverdachte 17] gegaan. Ik had een afspraak met [medeverdachte 13] . Op enig moment kwam de eigenaar bij ons aan tafel om te zeggen dat het rustiger moest. Wij stonden toen op. Ik zag dat [medeverdachte 13] naar zijn broeksband greep. Ik zag dat hij hieruit een vuurwapen haalde en dit liet zien aan degene die achterin het restaurant waren. Dit waren wij en de eigenaar. Ik zag een zilverkleurige revolver van 20-25 cm lang. Hij heeft het wapen niet op mij gericht. Doordat [medeverdachte 13] dit deed ontstond er rumoer in het restaurant. De eigenaar riep dat wij allemaal naar buiten moesten.

Map 22, pagina's F 287 tot en met F 294:

Het verslag OVC van 25 januari 2013 tot 28 januari 2013 te 08.10 uur. Dit verslag houdt onder meer in:
F290
[medeverdachte 13] : Ik heb de jongeren voor de deur van [betrokkene 23] gezet, ik heb een aantal strategische stappen
gedaan, een aantal dingen zijn weer teruggekomen, ik heb een vuurwapen naar [betrokkene 2]
getrokken en verder nog zus en zo gegaan.
Met betrekking tot feit 5 (zaak 8)
De bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde berust op de hiervoor reeds opgenomen bewijsmiddelen van zaak 8.
Op grond van deze bewijsmiddelen stelt het hof in navolging van de rechtbank het navolgende vast met betrekking tot zaak 8
[verdachte] had contact met mensen in Turkije over het naar Turkije vervoeren van XTC-pillen. [verdachte] heeft samen met [betrokkene 6] een personenauto, een Ford C-max met kenteken [kenteken ] , in Duitsland gekocht. De auto is vervolgens op verzoek van [verdachte] door [medeverdachte 6] bij diens [bedrijf 2] geprepareerd. [medeverdachte 6] heeft een ruimte in het dashboard
gemaakt om daar pakketjes in te verstoppen. [verdachte] had contact met [medeverdachte 5] over het
leveren van de XTC-pillen. Door tussenkomst van [medeverdachte 5] zijn XTC-pillen aan [verdachte]
verstrekt. [verdachte] heeft [medeverdachte 10] gevraagd er één te testen. [medeverdachte 16] heeft geholpen
met het in orde maken van de autopapieren en het verstoppen van de pakketjes in het dashboard van de auto. [verdachte] regelde de chauffeur, [betrokkene 6] , om met de geprepareerde auto naar Turkije te rijden. [verdachte] zou met het vliegtuig naar Turkije gaan en [betrokkene 6] aldaar
opvangen. [medeverdachte 10] wist dat de auto was geprepareerd, immers [verdachte] heeft op 4 maart
2013 met [medeverdachte 10] besproken dat de pakketjes die ze samen hadden gedaan langer en
smaller gemaakt moesten worden en ze bespraken welke garage de auto kon maken. Ook
werd tijdens een observatie gezien dat [medeverdachte 10] op 2 maart 2013 met zijn knokkels
meerdere keren op de bovenzijde van de gehele rechterhelft van het dashboard sloeg. [verdachte]
en [medeverdachte 10] hebben de geprepareerde auto met daarin de drugs op 2 maart 2013 naar
Kerpen, Duitsland gebracht, van waaruit [betrokkene 6] de reis naar Turkije op zich heeft genomen.
Op 7 maart 2013 is de auto vanuit Kerpen, Duitsland, via Oostenrijk, Slovenië, Kroatië,
Servië en Bulgarije, naar Turkije gereden, alwaar de auto op 8 maart 2013 aankwam.
Tijdens de reis naar Turkije onderhield [verdachte] contact met [betrokkene 6] en met [medeverdachte 10] over
het verloop van de reis. Vanaf de Turkse grens vond een gecontroleerde aflevering plaats. In
Turkije heeft [betrokkene 6] contact gehad met twee Turkse mannen. Op dat moment zijn zij
aangehouden door de Turkse politie. Deze trof een hoeveelheid van 4,3 kilogram pillen
bevattende MDMA, ongeveer 21.000 XTC-pillen, in een verborgen ruimte in het dashboard
van de auto aan. Na de aanhouding van [betrokkene 6] kon [verdachte] geen contact meer met hem krijgen,
waardoor hij begreep dat er iets mis was gegaan. Hij is samen met [medeverdachte 10] naar
Turkije gegaan om uit te zoeken wat er aan de hand was en om geld op te halen. Uit
tapgesprekken blijkt dat niet alleen [verdachte] , maar ook [medeverdachte 10] een financieel belang bij
het transport van de pillen had.
Uit het voorgaande volgt dat verdachte als initiator kan worden gezien van het transport van
de XTC-pillen. Hij heeft bekend de auto te hebben geregeld waarmee de pillen naar Turkije
werden gebracht, de pillen te hebben geregeld en deze naar Turkije te hebben gestuurd.
Tijdens het transport onderhield verdachte contact met de chauffeur over de voortgang
ervan. Toen het transport mislukt bleek te zijn, is hij samen met [medeverdachte 10] naar Turkije
gegaan om de zaak op te helderen en om geld te halen.
Het hof is dan ook met de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 5 ten laste gelegde medeplegen van de uitvoer van ongeveer 21.000 XTC-pillen.
Met betrekking tot feit 6 (zaak 9)
De bewezenverklaring het onder 6 ten laste gelegde berust op de navolgende bewijsmiddelen.

Map 26, pagina's I 75 tot en met I 78:

Het proces-verbaal van doorzoeking [adres] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 28 februari 2013 werd de woning, aan de [adres] ter inbeslagname
betreden.
Begane grond
In een kelderruimte in de hal werd een doos aangetroffen met daarin:
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 2,070 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 1,022 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 0,253 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen
Berging
In de vrijstaande berging werd in een openstaande juten tas aangetroffen:
• 1 blok met daarin (na eerste weging) 0,994 kilogram (vermoedelijk) hashish
• 1 blok met daarin (na eerste weging) 1,028 kilogram (vermoedelijk) hashish
• 1 blok met daarin (na eerste weging) 1,018 kilogram (vermoedelijk) hashish
Op een weegschaal die op een werkbank in de berging stond werd aangetroffen:
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 0,199 kilogram (vermoedelijk) gedroogde
henneptoppen.
Binnenplaats/tuin
In een papiercontainer welke zich bevond in de tuin van de woning werd aangetroffen:
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 1,791 kilogram (vermoedelijk) amfetamine
• 1 sealbag met daarin (na eerste weging) 1,993 kilogram (vermoedelijk) amfetamine

Map 26, pagina I 53:

Het proces-verbaal 'relaas ten behoeve van slotdossier’, onder meer inhoudende:
3827 gram wit poeder. Van de genoemde hoeveelheid is ongeveer 5 gram naar het NFI
gestuurd voor nader onderzoek onder SIN nummer AACL2855NL.
20 wit/crème capsules zijn niet indicatief getest. De genoemde hoeveelheid is gestuurd naar
het NFI voor nader onderzoek onder SIN nummer AACL2871NL.
Verschil in gewicht inbeslaggenomen drugs en testen drugs
In het proces-verbaal van doorzoeking wordt gesproken over:
- 3.544,00 gram gedroogde henneptoppen
- 3.040,00 gram hashish
- 3.784,00 gram amfetamine
De totale gewichten waarvan wordt gesproken in de proces-verbalen van drugstesten betreft:
- 3.547,00 gram gedroogde henneptoppen
- 3.034,00 gram hashish
- 3.827,00 gram amfetamine
Het gewicht van de inbeslaggenomen drugs zoals vermeld in de verschillende kennisgevingen van inbeslagname zijn correct en gewogen met behulp van een daartoe bestemd weegmiddel. Het genoemde gewicht in het proces-verbaal van doorzoeking is niet juist.
Map 1, de kennisgevingen van inbeslagneming met hierna vermelde registratienummers (niet genummerde pagina's):
  • Registratienummer PL204F 2013035549-9; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (amfetamine). Aantal/eenheid: 3827 gram. Bijzonderheden: Bruto gewogen.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-10; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hashish). Aantal/eenheid: 3034 gram.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-11; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 2044 gram.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-12; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 253 gram.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-13; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 1020 gram.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-16; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 198 gram.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-18; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 10 gram.
  • Registratienummer PL204F 2013035549-19; plaats: [adres] . Beslagene: [medeverdachte 9] . Object: verdovende middelen (hennep). Aantal/eenheid: 22 gram.

Map 26, pagina I 91:

Het proces-verbaal van bevindingen, onder meer inhoudende:
Op 28 februari 2013 was ik, verbalisant, doende met een doorzoeking van een woning aan de [adres] . Ik kreeg van een mij onbekend gebleven man een mobiele, telefoon overhandigd. Ik hoorde dat een mannenstem tegen mij zei: "Met [medeverdachte 9] . Ik
begreep dat jullie in mijn woning zijn. Wat in de woning wordt gevonden, is van mij".

Map 26, pagina I 94:

Het proces-verbaal van bevindingen, onder meer inhoudende:
Het onderzoek vond plaats aan een hoeveelheid verdovende middelen. Deze partij was
inbeslaggenomen bij verdachte [medeverdachte 9] .
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
0,8 gram gedroogde bloemtoppen, afkomstig uit een sealbag met een totaalgewicht van 198
gram aangetroffen in de garage achter de woning aan het adres [adres] .
De genoemde plantdelen werden door ons herkend als hennep. Door ons werd een
representatief monster genomen dat werd getest met behulp van MMC Narcotest Cannabis. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor THC zijnde de werkzame stof in hennep en
hashish.

Map 26, pagina I 100:

Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, onder meer inhoudende:
Het onderzoek vond plaats aan een hoeveelheid verdovende middelen. Deze partij was
inbeslaggenomen bij verdachte [medeverdachte 9] .
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
0.3
gram vermoedelijk hasjiesj, afkomstig uit een sealbag met een totaalgewicht van 3034 gram aangetroffen in de garage van de woning aan het adres [adres] . De brok(ken) bruine samengeperste substantie werd door mij herkend als hasjiesj. Door mij werd een representatief monster genomen dat werd getest met behulp van MMC Narcotest
Cannabis. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor THC zijnde de werkzame stof in
hennep en hashish.

Map 26, pagina I 104:

Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, onder meer inhoudende:
Op 28 februari 2013 werd door mij een onderzoek ingesteld. Deze partij n,kas inbeslaggenomen bij verdachte [medeverdachte 9] .
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
5 gram wit poeder, afkomstig uit een sealbag met een totaalgewicht van 3827 gram
aangetroffen in de papierbak in de achtertuin van de woning gelegen aan de [adres] . Door mij werd een representatief monster genomen dat werd getest met behulp van MMC Narcotest Opiaten/Amphetaminen. De test gaf een positieve reactie op de aanwezigheid van Opiaten.

Map 26, pagina’s I 110 en I 111:

Het rapport Gehaltebepaling van veel voorkomende drugs, van het Nederlands Forensisch Instituut.
Dit rapport houdt onder meer in:
Verdachte: [medeverdachte 9]
Het resultaat van het identificatieonderzoek van AACL2871NL, AACL2855NL is gerapporteerd in de aanvraag. Hierbij werd vastgesteld dat beide onderzoeksmaterialen amfetamine bevatten.
Resultaten en conclusie
AACL2871NL 22,3 ± 0,4
AACL2855NL 4,5 ± 0,1

Map 26, pagina’s I 114 tot en met I 117:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 9] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Ik woon en verblijf meestal bij mijn vader aan de [adres] .
Die spullen, de hennep, zijn niet van mij, maar ik heb ze daar wel weggelegd. Het was hasj en hennep. Ik heb het pas de avond voor de inval daar gelegd. Hasj heb ik in de garage gelegd en de hennep gewoon binnen in de kelder.
V: er is ook amfetamine aangetroffen. Weet jij daar iets vanaf?
A: Ja
,daar ga ik liever niets over vertellen. Ik heb het weggelegd.

Map 4, pagina 1519:

Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 9] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De tenlastelegging ten aanzien van 28 februari 2013 klopt. Ik kreeg van die persoon 50 euro
om het bij mij weg te leggen. Mijn ouders waren op dat moment op vakantie.

Map 26, pagina I 128:

Op 26 februari 2013 te 11.42 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 24] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] zegt dat hij zelf niet thuis is. [verdachte] zegt dat zijn broertje thuis is en als [betrokkene 24] voor de
deur staat hij [verdachte] even moet bellen. [betrokkene 24] zegt dat hij die hasj gewoon geeft, maar wel wil dat [verdachte] zich aan zijn woord houdt. [betrokkene 24] gaat nu naar het huis van [verdachte] om het te geven en hij belt [verdachte] dan.

Map 26, pagina I 130:

Op 26 februari 2013 te 11.50 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] : De jongen staat voor de deur, heeft de hash teruggebracht, neem je dat even in ontvangst.
[medeverdachte 16] : Okee

Map 26, pagina I 131:

Op 26 februari 2013 te 11.58 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] : Heb je het in ontvangst genomen
[medeverdachte 16] : Ja
[verdachte] : Heb je geteld
[medeverdachte 16] : Nee
[verdachte] : Goed, straks, maar dat is... of leg maar weg op de zolder dan haal ik het straks wel op
oke
[medeverdachte 16] : Ja dat is goed.

Map 26, pagina I 138:

Op 27 februari 2013 te 11.43 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 24] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] vraagt hoeveel [betrokkene 24] gisteren heeft teruggebracht naar hem. [betrokkene 24] zegt vijf. [verdachte]
vraagt of hij niet die tien heeft gebracht. [betrokkene 24] zegt dat hij alle kleinen heeft gegeven. [verdachte]
vraagt of [betrokkene 24] de rest ook kan brengen, dan kan [verdachte] het meteen verkopen.

Map 26, pagina I 139:

Op 27 februari 2013 te 12.23 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 24] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] zegt dat hij niet thuis is, maar er is wel iemand, zijn broertje of moeder. [betrokkene 24] zegt dat
hij 4 stuks over heeft. [betrokkene 24] staat bij [verdachte] voor de deur. [verdachte] zal zijn broertje sturen.

Map 26, pagina I 140:

Op 27 februari 2013 te 12.24 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 16] .
In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] zegt, [medeverdachte 16] ...die jongen van gisteren staat voor de deur. Hij heeft wat gebracht…neem
dat eens van hem.
[medeverdachte 16] zegt, God toch.
[verdachte] zegt, toe maar mijn jongen.

Map 26, pagina I 141:

Op 27 februari 2013 te 12.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 24] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] vraagt of [betrokkene 24] de spullen aan zijn broertje heeft gegeven. [betrokkene 24] zegt ja en zegt dat hij het spul eerst moet wegen voordat [verdachte] het weg doet. [betrokkene 24] zegt dat het bijna zes kilo is.

Map 26, pagina I 142:

Op 27 februari 2013 te 12.49 uur wordt door [medeverdachte 9] een SMS-bericht gestuurd naar [verdachte] met de inhoud:
Breng 5 stuks naar die jongen die je huis heeft laten zien.

Map 26, pagina I 151:

Op 28 februari 2013 te 13.50 uur Vindt er een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 7] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
F: Ze zijn het huis van [medeverdachte 9] binnengevallen.
0: Wanneer?
F: Nou
0: Ooooo weet je waarom ze zijn binnengevallen... of er thuis wiet was of niet?
F: Het was er wel... binnen was er een bedrag van 15 a 20 duizend... van gisteren nog.

Map 26, pagina I 159:

Op 28 februari 2013 te 17.05 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
S: ....heette de straat van [medeverdachte 9] [adres] ?
F: Ja
S: Het staat al in de krant.
F: Wat staat erin?
S: Ze hebben 4 Amcik (Amnesia) gevonden en die drie van jou
F: Staat het erin?
S: Ja het staat erin... Je had toch gezegd dat het tweeënhalf stuk was, het waren er vier.
F: Echt? Klopt man... Hij had er gisteren 8... Hij heeft vierenhalf naar die van hem gestuurd
en drieënhalf had hij ervan over en hij had nog een halve 1 op 1 liggen, dat zijn er dus vier.
S: En dan nog die drie van jou, dus hij is er wel mooi mee genaaid.

Map 26, pagina I 160:

Op 28 februari 2013 te 17.32 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] / [betrokkene 31] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] : ... In Brabants Dagblad staat het er al in... [adres] . 4 kg gedroogde
henneptoppen en 3 kg hasj.
[medeverdachte 9] : en verder?
[verdachte] : en meer staat er niet.
[medeverdachte 9] : Oooh yes.

Map 26, pagina I 161:

Op 28 februari 2013 te 17.43 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] . In dit gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
[verdachte] : Ze zouden ook gevonden hebben wat jij aan [medeverdachte 1] zou geven.
[medeverdachte 9] : Echt waar?
[verdachte] : Echt waar!
[medeverdachte 9] : Maar het staat niet in de krant?!
[verdachte] : Had jij dat niet in de vuilnisbak geplaatst?
[medeverdachte 9] : Ja

Map 26, pagina I 168:

Op 1 maart 2013 te 12.03 uur is er een sms-bericht verzonden door [verdachte] aan NNman. Dit sms-bericht houdt in:
Brabants Dagblad kijk maar wat er mij is overkomen gisteren. [adres] dat is die huis van mij neef waar er voor mij geknipt was bij textiel buurt.
Bewijsoverweging m.b.t. het onder 6 bewezen verklaarde
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 9 stelt het hof in navolging van de rechtbank het volgende vast.
Amfetamine/hennep
In de woning aan de [adres] zijn bij een doorzoeking op 28 februari
2013 verdovende middelen gevonden. Het ging daarbij onder meer om een bruto/netto
hoeveelheid amfetamine van 3.827/3.784 gram en om bruto/netto hoeveelheid hennep van
3.547/3.544 gram. Uit het tapgesprek van [betrokkene 14] en [verdachte] blijkt dat er bij die
doorzoeking ook verdovende middelen van [verdachte] zijn aangetroffen. Hierin wordt
immers gesproken over de drie van [verdachte] . Dat er verdovende middelen van [verdachte]
in de woning aan de [adres] lagen, blijkt niet alleen uit de bevestiging door
hem in dit tapgesprek maar ook uit de verklaring van [medeverdachte 9] die heeft verklaard dat hij de
verdovende middelen voor een ander in bewaring had. Voor het vaststellen van welk
verdovend middel de betreffende drie betrof, baseert het hof zich op het door [verdachte] verzonden sms-bericht waarin hij het heeft over het huis aan de [adres]
waar er voor hem geknipt was. Naar het oordeel van het hof duidt dit op hennep. Het hof acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat de aangetroffen hennep van [verdachte] was. Het hof gaat daarbij voor wat betreft de hoeveelheid uit van het in het tapgesprek genoemde aantal, te weten drie kilo. Ten aanzien van de aangetroffen amfetamine is het hof van oordeel dat niet is vast komen te staan dat [verdachte] deze aanwezig heeft gehad. Het hof zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Hasjiesj
Uit de tapgesprekken tussen [verdachte] , [medeverdachte 17] en ene [betrokkene 24] blijkt onder meer naar
het oordeel van het hof dat [betrokkene 24] op 26 februari 2013 vijf kilogram hash aan [verdachte] heeft verstrekt. Omdat [verdachte] op het moment dat [betrokkene 24] de hash kwam afleveren niet thuis was, heeft [medeverdachte 17] deze in ontvangst genomen. Op 27 februari 2013 heeft [medeverdachte 16] nogmaals een hoeveelheid hash van [betrokkene 24] voor [verdachte] in ontvangst genomen. Dit betrof een hoeveelheid van ongeveer zes kilogram. In de gesprekken van 27 februari 2013 wordt niet
expliciet over hash gesproken maar uit het gesprek dat op die dag plaatsvond om 11.43 uur
waarin gesproken wordt over een levering van de rest van de hoeveelheid die de vorige dag
is geleverd, kan naar het oordeel van het hof worden afgeleid dat het hier wederom om
hash gaat.
Met betrekking tot de tapgesprekken is gebleken dat hierin expliciet over hash en over aantallen hash wordt gesproken. Gelet daarop in samenhang met het tijdsbestek waarin het een en ander heeft plaatsgevonden, zijn deze gesprekken naar het oordeel van het hof slechts voor één uitleg vatbaar namelijk dat [verdachte] van [betrokkene 24] in totaal elf kilo hash geleverd heeft gekregen. De tapgesprekken zijn aldus bruikbaar als bewijsmiddelen. Daarmee is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander opzettelijk elf kilogram hasjiesj aanwezig heeft gehad, zoals aan hem onder dit feit is ten laste gelegd.
Met betrekking tot feit 7 (zaak 10)
De bewezenverklaring het onder 7 ten laste gelegde berust op de navolgende bewijsmiddelen.

Map 27, pagina's J 405 en J 406:

Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Op 27 juni 2013 was ik, verbalisant, bij de woning aan de [adres] . De
bewoners waren [betrokkene 7] en [medeverdachte 16] . Ik trad de woning binnen. Op de eerste verdieping was
een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig. In 'hennepruimte l' stonden 210 planten in
206 potten, van ongeveer 110 cm hoog.

Map 27, pagina's J 409 en J 410:

Het proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Er werd een onderzoek ingesteld naar de verdovende middelen die in de woning Wittemstraat 34 te Tilburg in beslag zijn genomen onder [verdachte] en [betrokkene 7] . Er zijn drie monsters van plantdelen genomen uit hennepruimte 1. De monsters werden getest waarbij gebruik werd gemaakt van MMC Narcotest Cannabis. De tests gaven een positieve reactie, indicatief voor THC zijnde de werkzame stof in hennep.

Map 27, pagina's J 315 tot en met J 319:

Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
Die hennepkwekerij is van mij. Ik ben 5 april begonnen met bouwen. Het duurde 10 dagen. [betrokkene 7] wist dat er boven een hok was. Het waren volgens mij 238 planten. Ik heb in een aantal potten meerdere planten gezet. Ik had volgens mij 280 potten. Ik had de stekjes via via geregeld. Ik betaalde daar 1,50 voor. Ik had 250 stekjes gekocht in 238 potten.

Map 27, pagina's J 345 en J 346:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 7] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
De bewoners van het pand zijn [verdachte] en ik. We wonen hier sinds januari 2013. De eigenaar van de hennepkwekerij is [verdachte] . Ik weet dat het ongeveer twee maanden geleden is opgezet. Ik weet dat het nog ongeveer twee weken moest. Ik ben ermee akkoord gegaan dat de hennepkwekerij in de woning zat.

Map 27, pagina J 67:

Op 18 maart 2013 te 19.00 uur wordt door [verdachte] een sms-bericht verstuurd met de inhoud:
mrgn bouwen gewoon

Map 27, pagina J 68:

Op 18 maart 2013 te 19:00 uur wordt door [verdachte] een sms-bericht ontvangen met de inhoud:
ok vanaaf spulle halen?

Map 27, pagina J 75:

Op 20 maart 2013 te 15.52 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: heb je een busje gehuurd? Die euh... ringen passen niet in jongen. Ik heb dinge gebeld.
Alleen Kombo hebben... euh... [betrokkene 35] . Want hij wil vijf keer drie meter 20 centimeter latjes
kopen. Die past niet in de auto.

Map 27, pagina J 80:

Op 23 maart 2013 te 12.57 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
D: Jullie moeten daar vandaag naartoe van mij. Al is het alleen maar euh, neem [betrokkene 35] mee
dan kan hij alles noteren en tekenen wat nodig is, snap je? Dan komen ze hier wel van dat 2e
hands hout. Want er moet ook een vloer gemaakt worden. En de bovenkant moet ook gemaakt worden dan ben je zeker 7-800 lira kwijt. En geef 100-150 lira zakgeld aan die man. Aan die huisbaas, die Nederlander.

Map 27, pagina's J 84 tot en met J 87:

Op 23 maart 2013 worden door [verdachte] en [medeverdachte 1] sms-berichten naar elkaar verstuurd. Het gaat om de navolgende sms-berichten:
[verdachte] : hoeveel lampen en wa allemaal
[medeverdachte 1] : Trav. En kapset
[verdachte] : 30 stuks?
[verdachte] : 25 stuks ook goed, 600 wat

Map 27, pagina J 109:

Op 25 maart 2013 te 16.11 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 2113 ( [betrokkene 35] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] vraagt hoe het gaat en of hij vooruit is gegaan. [betrokkene 35] zegt dat hij bezig is met een wand, de andere twee zijn al dicht.

Map 27, pagina J 113:

Op 26 maart 2013 te 12.20 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : zal ik die kusjes… voor bij ons... zal ik die halen/kopen vrijdag?
[medeverdachte 9] : nee niet vrijdag. Je kan het maandag halen/kopen. Vraag 280 stuks want 300 stuks past er niet in.

Map 27, pagina J 115:

Op 26 maart 2013 te 13.53 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : die baby's komen zaterdag.
[medeverdachte 9] : voor hoeveel heb je gekocht/genomen dan
[verdachte] : 4 lira (lees euro)
[medeverdachte 9] : heb je am gekocht/genomen
[verdachte] : ja.
[medeverdachte 9] : hey jongen iedereen doet nu am man daarom rrioetje geen am doen eigenlijk
[verdachte] : het maakt toch niet uit? Wij moeten nu ons schuld betalen. Nou dat we nu am doen wil
niet zeggen dat we am blijven verkopen? We moeten schuld betalen man!
[medeverdachte 9] : 18. Dat is ook xtc-pil maar euh"
[verdachte] : dan kunnen we 20 ontploffen. Bel jij dan hier en daar en regel dinges.

Map 27, pagina J 117:

Op 26 maart 2013 te 12.20 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 2113 ( [betrokkene 35] ). In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
F: hee wij moeten morgen effen naar Utrecht he? Die trafo's en kappen en zo gaan halen.
S: oke is goed gaje daar vanavond nog heen, ik wil vanavond wel verder gaan. Heb je gisteren nog gezien?
F: ja man is goed, maar je moet wel effen dichtkitten die houten uh... want die schijnt(... ) En die zwart-wit folie kun je ook alvast doen.

Map 27, pagina J 123:

Op 29 maart 2013 te 14.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : we hebben een combo nodig... want ik denk dat ik vanavond geld heb. Ik ga vanavond langs hem... en pak vierenhalf meier en zeg busje huren
[verdachte] : je hoeft geen combo... breng alvast die trafo, lamp en kap
[medeverdachte 1] : laat ik alles in een keer brengen. Ik wil er niet teveel gedoe over hebben.
[verdachte] : je kunt toch niet alles in 1 dag naar binnen brengen... alles moet om de dag naar binnen .. ga jij maar alvast de lampenkap en de transformator halen
[medeverdachte 1] : oke

Map 27, pagina J 124:

Op 30 maart 2013 te 12.24 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[betrokkene 26] : jongen je hebt wat besteld en kom het dan ophalen.

Map 27, pagina J 125:

Op 30 maart 2013 te 16.36 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 26] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: hij komt over een half uur a drie kwartier naar je toe en brengt dan 10 lira naar je toe... en de rest maandag maar uiterlijk dinsdag.
H: dat is niet belangrijk maar ik heb een auto laten stoppen en een auto stilgelegd. Hij wilde
toch wat hebben die kleintjes. Ik heb tegen hem gezegd, kom het ophalen. De hele ochtend ligt het in de auto... we kunnen het ook niet naar binnen brengen dat weetje. Hij zou toch stekjes komen ophalen... je hebt het me door de telefoon laten zeggen. Ik heb hem wel 50 keer gebeld jongen kom het ophalen. De auto kan niet naar links of naar rechts.

Map 27, pagina J 126:

Op 30 maart 2013 te 16.59 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 26] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : oom ik ben over 15 minuten in de winkel
[betrokkene 26] : gaje de baby's ook gelijk meenemen?
[verdachte] : ja.

Map 27, pagina J 130:

Op 31 maart 2013 te 15.03 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : dat moetje thuis in de badkamer leggen, oke? Doe de bovenkant ervan open en zet ook
het raam open. Stapel ze niet op elkaar hè.

Map 27, pagina J 131:

Op 3 april 2013 te 14.21 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en moeder. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Doe de verwarming van de badkamer aan, doe het raam en de deur dicht en sproei wat
water (...) doe het raam en de deur dicht, zodat het binnen erg warm wordt.. sproei ook wat
water met je handpalm.

Map 27, pagina J 160:

Op 1 mei 2013 te 13 .48 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Er waren kant en klare dozen met aarde erin, maar ze kosten iets duurder (... ) we hoeven dus geen aparte dozen halen en erin te doen (... ) ik heb er 90 stuks van gekocht (... ) en heb 300 dinges gekocht.. potten ...
[medeverdachte 13] : Jongen als je daar 200 van gekocht had, was wel voldoende hoor.
[verdachte] : Ja maar we kunnen beter ongebruikte gaan gebruiken, want anders, wie moet die andere schoonmaken? Bovendien neef, waar zouden we die dan moeten schoonmaken? Dat kan je niet een voor een in de tuin schoonmaken.

Map 27, pagina J 164:

Op 3 mei 2013 te 14.14 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : Kun jij voor die kleintjes eens de oom bellen" als ik hem bel dan wordt hij kwaad omdat ik door de telefoon dat met hem ga bespreken(... ) als je nu zegt, onze dinges is klaar en dat hij voor morgen die kleintjes kan afhandelen" met jou praat hij wel door de telefoon maar niet met mij.
[medeverdachte 13] : Is goed. Is het nu klaar dan?
[verdachte] : ja het is klaar. Er passen er 290 stuks.
[medeverdachte 13] : Dan zal ik wel 300 zeggen want je weet het maar nooit, misschien dat het geen wortel
schiet.
[verdachte] : Ja 10 stuks meer voor het geval dat het doodgaat ofzo" dus 300 stuks. Maar voor twee
vijfenzeventig.

Map 27, pagina J 176:

Op 11 mei 2013 te 12.30 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 35] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] zegt dat hij gisteren die lampen heeft aangesloten en dat toen bijna het hok in de fik is
gevlogen. [verdachte] zegt ja hoezo jij hebt kei veel stekkers niet aangesloten. Ik douw paar stekker
koppen er in en tien minuten later ruik ik brandgeur, doe ik open en kwam er draad tegen
draad en begon te vonken en er kwam een vlam uit man! [verdachte] vraagt waarom [betrokkene 35] die
stekkers niet heeft afgemaakt? Dat is toch het belangrijkste de electra.

Map 27, pagina J 113:

Op 13 mei 2013 te 21.08 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NN-man 7192. In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[verdachte] : weetje wat het probleem is broer? Ik ben net naar binnen gegaan. Binnen was geloof ik iets van 60 graden.
NN-man: Ben jij soms niet vergeten de motor aan te zetten.
Of verminder het aantal lampen, doe vier lampen aan, laat hem 12 uur draaien, volgens mij
ventileert het daar niet en dan gebeuren er zulke dingen. Kom mij even ophalen en dan kom ik kijken naar jouw plek.

Map 28, pagina J 628:

Op 27 juni 2013 te 13.24 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] : Heb je het nieuws gehoord broer. Plek is geklapt. [verdachte] en zijn vrouw zijn
meegenomen. Ik keek net naar het huis en ik zag dat ze heel groot op het raam hebben geplakt over dat het is verzegeld vanwege die, je weet wel, bloemen.

Map 28, pagina J 630:

Op 27 juni 2013 te 14.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] : Zet je oren goed open binnen die familie, snap je, en als er iemand is die zegt; net goed
voor die pooier ik heb getipt, als er zoiets wordt gezegd door iemand. Dan ga ik godverdomme de tong van diegene eraf snijden. En ik laat het niet bij de tong, ik snij zijn/haar hoofd er ook af en als diegene kinderen heeft dan ga ik die ook allemaal afslachten. Die plek van [verdachte] weetjewel, dit is gewoon getipt, een ander alternatief is er niet. Net op het moment dat hij er bovenop zou komen.

Map 28, pagina J 636:

Op 27 juni 2013 te 18.46 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 48] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
A: Ik heb echt pech man. Ik had toch een plek samen met [verdachte] ? De ambtenaren hebben het
meegenomen.

Map 28, pagina J 637:

Op 27 juni 2013 te 19.22 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 43] en [medeverdachte 13] . In dit gesprek wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 13] vertelt dat hun plek vandaag is ontploft.
A: Ik zweer het je man, de politie heeft het meegenomen. We zouden het naar Waalwijk
brengen. Het was van [verdachte] en mij. Daarmee zouden wij Waalwijk betalen.

Map 4, pagina's 1736 tot en met 1740:

Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 26] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
[verdachte] heeft spullen van de Tuinstraat in Waalwijk meegenomen. Het gaat over wietstekjes. De Tuinstraat in Waalwijk was mijn pand. Dat is een growshop geweest. Met baby's bedoel ik stekjes van hennep. Ik heb alleen gebeld. Ik heb dit alleen gedaan voor [medeverdachte 13] . De
stekjes hebben ze gebracht. Ik heb alleen [verdachte] maar opgebeld dat hij ze moest komen halen. Ik heb namens [medeverdachte 13] gebeld naar [verdachte] om de stekjes op te halen in de Tuinstraat.
Bewijsoverweging m.b.t. het onder 7 bewezen verklaarde
Op grond van de hierboven weergegeven bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 10 stelt
het hof in navolging van de rechtbank het volgende vast.
Op 27 juni 2013 werd in de woning van [verdachte] en [betrokkene 7] aan de [adres]
een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen, bestaande uit 210
hennepplanten. De hennepkwekerij was van [verdachte] en [medeverdachte 13] . [betrokkene 7] was van het bestaan
op de hoogte en heeft ermee ingestemd dat de hennepkwekerij in haar huis werd opgezet.
Vanaf 18 maart 2013 werd de ruimte geschikt gemaakt voor het telen van hennepplanten.
[betrokkene 35] en [medeverdachte 1] hebben [verdachte] meegeholpen met het opbouwen van de kwekerij en
het aanleveren van de daarvoor benodigde spullen, zoals een trafo en lampen. De stekjes
werden door tussenkomst van [betrokkene 26] geleverd.
Verdachte heeft dit feit bekend. Naar het oordeel van het hof kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt
aan het telen van 210 hennepplanten.
Met betrekking tot feit 8 en 9 (zaak 11)
De bewezenverklaring van het onder 8 en 9 ten laste gelegde berust op de hiervoor reeds opgenomen bewijsmiddelen van zaak 11.
Bewijsoverweging m.b.t. het onder 8 bewezen verklaarde
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 11 stelt
het hof in navolging van de rechtbank het volgende vast.
In april 2013 heeft [verdachte] contact met [betrokkene 4] in Duitsland over de levering van vijf
kilo weed. De weed is aan [verdachte] en [medeverdachte 13] geleverd, waarbij [betrokkene 26] voor [verdachte] garant heeft gestaan.
[betrokkene 4] heeft [verdachte] laten weten dat het geld klaarligt. [medeverdachte 16] heeft [medeverdachte 7] bereid
gevonden om tegen betaling de weed in zijn auto, een Audi A6 met Duits kenteken [kenteken ] , naar Duitsland te brengen.
Op 22 april 2013 hebben [verdachte] en [medeverdachte 1] een sporttas met weed in de kofferruimte van hun Mini Cooper met kenteken [kenteken ] gelegd. Ze zijn vanuit Tilburg naar Venlo gereden en
[medeverdachte 7] is achter hen aangereden. Bij Venlo/Tegelen zijn ze naar MacDonalds gegaan, alwaar [medeverdachte 1] op de parkeerplaats de tas met weed uit de Mini heeft gehaald en in
de kofferbak van de Audi van [medeverdachte 7] heeft gelegd. Vervolgens zijn beide auto's
achter elkaar aan naar Frankfurt am Main/Duitsland gereden. Daar zijn ze gestopt op een
parkeerplaats bij een sportschool. De tas werd uit de kofferbak van de Audi gehaald en aan
een Turkse man overgedragen. In de tas zat een hoeveelheid van ongeveer 6 kilogram weed.
De man heeft de weed meegenomen, maar de betaling is uitgebleven. [betrokkene 26] is boos geworden,
omdat hij borg stond en hieraan een schuld zou overhouden. [verdachte] en [medeverdachte 13] zijn op 26 april 2013 naar Duitsland gegaan om te proberen het geld te krijgen. Ze hebben doodsbedreigingen geuit richting [betrokkene 4] om hem te dwingen tot de afgifte van geld.
Naar het oordeel van het hof heeft verdachte een wezenlijke bijdrage geleverd aan de uitvoer van de weed naar Duitsland. In de vermelde tapgesprekken spreekt [verdachte] zelf over zes Amcik/zes stuks Haze, die hij heeft gegeven. Op grond van het voorgaande acht het hof het ten laste gelegde medeplegen van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer zes kilogram hennep, wettig en overtuigend bewezen.
Naast deze hoeveelheid weed heeft [verdachte] twee kilogram amfetamine naar Duitsland laten
brengen. Het hof baseert dit oordeel op de gesprekken die [verdachte] met [betrokkene 4] op 23 en 27 april heeft gevoerd. Op 23 april 2013 om 12.05 uur heeft [verdachte] tegen [betrokkene 4] gezegd dat hij zes
Amcik en twee stuks Pep heeft gegeven. In het gesprek dat op dezelfde dag om 18.23 uur
met [betrokkene 4] plaatsvond, heeft [verdachte] gezegd dat hij tegen de man die de tas kwam ophalen heeft
gezegd dat het om zes stuks Haze en twee van die andere ging. Tenslotte blijkt uit de
berekening die hij op 27 april 2013 aan [betrokkene 4] voorhield, dat het naast zes stuks ook nog om
'1 a 2 dingetjes' ging. Nu uit het dossier is niet gebleken dat de medeverdachten van de
aanwezigheid van de amfetamine bij het transport op de hoogte waren, is het hof van
oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte] deze amfetamine alleen buiten het
grondgebied van Nederland heeft gebracht.
Bewijsoverweging m.b.t. het onder 9 bewezen verklaarde
Op grond van de bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 11 stelt het hof met de rechtbank vast dat verdachte en [medeverdachte 13] samen naar Duitsland zijn gegaan om te proberen hun geld van de onder feit 8 bewezenverklaarde export van verdovende middelen in handen te krijgen. Op 27 april 2013 heeft [verdachte] contact opgenomen met [betrokkene 4] om druk op hem uit te oefenen. Hierbij uitte hij bedreigingen, waaronder: "Maak mij niet woest, anders kom ik daarheen. Ik hak je kop af' en "Niemand zal je redden uit mijn klauwen, je krijgt tot maandag de tijd". Toen dat niet voldoende bleek te helpen, heeft [medeverdachte 13] met instemming van [verdachte] bedreigingen naar [betrokkene 4] geuit om hem tot betalen te dwingen.
Met betrekking tot het ‘toebehoren’ overweegt het hof als volgt. In het arrest (HR 7 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1786) heeft de Hoge Raad het oordeel van het hof bevestigd, inhoudende dat de bezitter van een goed, ongeacht de vraag of hij tevens eigenaar daarvan is, kan worden aangemerkt als degene aan wie het goed toebehoort in de zin van artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht. Daarbij is het niet van belang of het een illegaal goed is van een zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang, dan wel dat het enkele aanwezig hebben van dat goed reeds strafrechtelijke aansprakelijkheid met zich brengt. De sporttas met verdovende middelen behoorde vanaf het moment dat deze op 26 april 2013 in Duitsland aan een Turkse man werd overhandigd, aan deze Turkse man toe, in de zin van artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht. Hij kon er als heer en meester over beschikken. Gelet daarop kunnen de handelingen van verdachte worden gekwalificeerd als afpersingshandelingen.
Voorts is het hof van oordeel dat op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan poging tot afpersing van [betrokkene 4] van ongeveer 40.000 euro.
Met betrekking tot feit 10 (zaak 12)
De bewezenverklaring van het onder 10 ten laste gelegde berust op de hiervoor reeds opgenomen bewijsmiddelen van zaak 12.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 10 ten laste gelegde feit, omdat verdachte ontkent dit feit te hebben gepleegd.
Het hof overweegt het volgende.
Op grond van de gebruikte bewijsmiddelen met betrekking tot zaak 12 stelt het hof in navolging van de rechtbank het volgende vast.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken vanaf 7 mei 2013 bleek dat [medeverdachte 13] en [verdachte] een gewapende overval of een ripdeal wilden laten uitvoeren door twee of drie Bulgaren. [medeverdachte 13]
heeft Bulgaren benaderd c.q. laten benaderen en hen gevraagd deze ripdeal te plegen.
De politie zag dat [medeverdachte 13] en [verdachte] op 14 mei 2013 in een theehuis te Tilburg drie mannen
ontmoetten die kort daarna in een grijze Peugeot met Bulgaars kenteken [kenteken ] stapten
en wegreden. Op 16 mei 2013 reed [verdachte] naar een parkeerterrein aan de Rucphensebaan
te Roosendaal. Aldaar stapte hij in de eerder geobserveerde grijze Peugeot met Bulgaars
kenteken [kenteken ] , waarin zich drie inzittenden bevonden. De auto reed door diverse
straten in Roosendaal, waaronder tweemaal – met geringe snelheid – door de [adres] .
Hierna stapte [verdachte] op het parkeerterrein aan de Rucphensebaan te Roosendaal weer uit
de auto en vertrok. Hij liet [medeverdachte 13] telefonisch weten dat hij het adres had laten zien, dat ze er
twee keer waren langsgereden en dat hij het toevertrouwde had gegeven. Ook zei hij: "Zij
aan het werk, ze gaan nu naar binnen". Enkele minuten nadat [verdachte] uit de grijze Peugeot
was gestapt, hield de politie de inzittenden van deze auto, zijnde [medeverdachte 4] , [betrokkene 9] en
[betrokkene 8] , aan. [betrokkene 9] droeg een geladen revolver, merk Rossi, in een elastische band om
zijn middel. Het wapen was geladen met vier patronen van het merk Sellier & Bellot en één
patroon van het merk Remington-Peters. In de auto trof de politie voorts onder meer tie rips,
een scream masker, een valhelm, een rol duet-tape en reservekleding aan. In het
navigatiesysteem dat zich in de auto bevond was als meest recente bestemming het adres
[adres] ingevoerd.
Hieruit volgt dat verdachte tezamen met zijn mededaders ter voorbereiding van het misdrijf – kort gezegd – diefstal met geweld en/of afpersing opzettelijk een geladen revolver, tie rips, een valhelm, een Scream masker, een rol duct tape en een Peugeot bestemd tot het begaan van die misdrijven, voorhanden heeft gehad.
Het verweer wordt daarom verworpen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 9 bewezen verklaarde levert op:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 10 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van voorbereiding van:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren

en/of

afpersing

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie. Hierin
werd gedurende een langere periode gehandeld in met name softdrugs, maar ook in harddrugs, waarbij tevens sprake was van export naar het buitenland. Daarnaast werden er
hennepkwekerijen geëxploiteerd. De organisatie bestond uit een aantal personen die in
wisselende samenstelling hebben geopereerd. Dit betroffen [medeverdachte 11] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 12] ,
[medeverdachte 1] . [verdachte] . [medeverdachte 16] , [medeverdachte 13] en [medeverdachte 9] . Met uitzondering van [medeverdachte 11] kenden alle deelnemers elkaar reeds vóór het ontstaan van de criminele organisatie uit de Tilburgse
Turkse gemeenschap. Zij zijn familie en/of vrienden van elkaar.
Op enig moment is er een vertrouwensbreuk ontstaan tussen [medeverdachte 11] en [medeverdachte 14] en de overige deelnemers, en is de criminele organisatie vervolgens zonder hen verder gegaan tot 1 oktober 2013, de dag van de aanhouding. [verdachte] was met name actief in de hennephandel. Maar hij hield zich ook bezig met de export van XTC en amfetamine.
Dit blijkt ook uit de overige bewezenverklaarde feiten. Hij viel met name terug op de
criminele organisatie bij ontstane problemen.
Door deel te nemen aan een dergelijke organisatie hebben verdachte en zijn medeverdachten
geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de handel in drugs met zich meebrengt. Niet alleen op het gebied van de effecten van het gebruik van verdovende
middelen voor de volksgezondheid. Maar ook het criminele circuit waarvan deel wordt
uitgemaakt. Andere vormen van criminaliteit worden door de deelnemers immers niet
geschuwd, zoals het door middel van geweld achterhalen van geripte drugs of het afdwingen
van betalingen. Diverse leden van de organisatie beschikten ook over wapens om zo nodig
te gebruiken en om zichzelf of andere leden van de organisatie te beschermen.
Criminele organisaties als deze hebben bovendien een ontwrichtend effect op de rechtsorde,
door de interne normen en omgangsvormen die worden gehanteerd, en door de winsten die
dergelijke organisaties maken en die op enig moment weer in de bovenwereld geïnvesteerd
worden. Op deze wijze vindt vermenging van de (illegale) onderwereld met de (legale)
bovenwereld plaats. Dit werkt ontwrichtend en ondermijnend voor de maatschappij.
Gebleken is dat verdachte zich naast de deelname aan de criminele organisatie schuldig
heeft gemaakt aan diverse drugsfeiten waaronder het telen, de export en het voorhanden
hebben van hennep alsmede de export en het voorhanden hebben van XTC en amfetamine.
Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan drugsgerelateerde afpersingen en voorbereiding van een woningoverval. De ernst van dergelijke feiten is reeds hiervoor aan de orde gekomen bij de bespreking van de criminele organisatie.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft het hof acht geslagen op een Uittreksel van de Justitiële Informatiedienst d.d. 5 september 2019, de verdachte betreffend, waaruit blijkt dat hij meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer geweldsdelicten (openlijke geweldpleging). Tevens blijkt daaruit dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld op grond van de Wet wapens en munitie.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op het vorenstaande en de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, in beginsel niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof zich tevens rekenschap gegeven van de redelijke termijn. Het hof stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkómen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. Deze termijn vangt vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem of haar ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Bij de vraag of sprake is van een schending van de redelijke termijn moet rekening worden gehouden met de omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de processuele houding van verdachte, de aard en ernst van het ten laste gelegde, de ingewikkeldheid van de zaak, de vraag of verdachte al dan niet preventief is gedetineerd en de mate van voortvarendheid waarmee deze strafzaak door de justitiële autoriteiten is behandeld.
De onderhavige zaak maakt deel uit van het omvangrijke onderzoek Kapel, waarin in totaal 28 personen als verdachten zijn aangemerkt. De redelijke termijn is aangevangen op
1 oktober 2013, de dag waarop verdachte in verzekering is gesteld. De rechtbank heeft in deze zaak vonnis gewezen op 18 september 2017. De behandeling in eerste aanleg is derhalve niet afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na de aanvang van de hiervoor genoemde termijn. Er is in eerste aanleg sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met bijna twee jaar. Een deel van deze overschrijding vindt echter zijn rechtvaardiging in de omvang en de complexiteit van het onderzoek.
Verdachte heeft op 2 oktober 2017 hoger beroep ingesteld. Het hof wijst dit arrest op
5 december 2019. Ook in hoger beroep is dus sprake van een termijnoverschrijding, nu de behandeling in hoger beroep niet is afgerond met een eindarrest binnen twee jaar na het instellen van het hoger beroep. De overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep bedraagt iets meer dan twee maanden. Deze overschrijding is, gelet op de omvang en de complexiteit van de zaak, dermate gering dat het hof dat het hof hieraan geen gevolg zal verbinden.
Aan de termijnoverschrijding in eerste aanleg zal het hof wel consequenties verbinden. Zonder schending van de redelijke termijn zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen jaar en zes maanden passend zijn geweest. Nu de redelijke termijn is geschonden, zal worden volstaan met het opleggen van na melden straf.
In de door de verdediging aangevoerde omstandigheden vindt het hof geen aanleiding om een andere straf op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 45, 46, 47, 57, 63, 140, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte en het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in hun hoger beroep, voor zover gericht tegen het onder 4 ten laste gelegde;
Vernietigt het vonnis, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging met betrekking tot het onder 2, primair en subsidiair, eerste cumulatief/alternatief, ten laste gelegde feit.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 10 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 subsidiair, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. A.R. Hartmann en mr. J. Nederlof, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I. Kroes, griffier,
en op 5 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.