3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten, zoals deze onbestreden door de rechtbank zijn vastgesteld en aangevuld door het hof met andere relevante vaststaande feiten.
( i) Partijen hebben op 26 november 2013 een beheerovereenkomst (hierna: “de
overeenkomst”) gesloten. In de overeenkomst is bepaald:
“(...)
[Vastgoed Management] verleent aan genoemde Vereniging van Eigenaren ‘Residentie [Residentie] ’ te [vestigingsplaats]
de diensten zoals hierna vermeld onder:
Pakket A: Bestuurlijke & Juridische ondersteuning (...)
B: Het Financieel- en Administratief beheer (...)
C: Bouwkundig- en Technisch Beheer (...)
De vergoeding voor de hiervoor genoemde diensten bedraagt € 8.500,00 per jaar en
eenmalig € 245,00 overdrachtskosten exclusief BTW, thans 21%, en wordt per kwartaal aan
de VvE vooraf in rekening gebracht. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd, voor het
eerst op 1 januari 2014, op basis van CPI- index alle huishoudens, 2006 = 100.
Voor zover buiten de onder A, t/m C genoemde werkzaamheden extra diensten worden
afgenomen waarvoor geen vaste prijs is vermeld of anders is overeengekomen, worden deze
diensten verricht tegen een uurtarief van €57,00 exclusief BTW, thans 21% en prijspeil
2013. Indien het tarief van de BTW wijzigt, zal dit worden verrekend.
De overeenkomst wordt aangegaan met ingang van 1 januari 2014 of zoveel eerder voor de
duur van een jaar en zo eindigend op 1 januari 2015. Indien overeengekomen kan de
overeenkomst wederzijds schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een
opzegtermijn van drie maanden, dit ter redelijke afwikkeling en overdracht van zaken en
lopende betalingen.
(…)”
Onder de laatste bepaling is met de hand geschreven: “ZIE BLAD 5”. Op pagina 5 van de
overeenkomst is onder andere vermeld:
“(...)
Deze overeenkomst wordt te alle tijden aangegaan voor een geheel boekjaar en zo
eindigend telkens met een boekjaar verlengt met in achtneming van een schriftelijke
opzegtermijn van drie maanden. (...)”
In het onderdeel pakket A “Bestuurlijke & juridische ondersteuning” van de
overeenkomst is onder meer bepaald:
artikel 9 “Indien gekozen wordt voor een volledige bestuursfunctie bij [Vastgoed Management] dan zal dit afzonderlijk contractueel worden vastgelegd. Dit ingevolge of op grond van art. 131 BW 5”
artikel 10 “Volledige juridische advisering in de voor de VvE gerelateerde vraagstukken en/of diens rechtsgebieden. Ingeval het voorgelegde vraagstuk inhoudelijk veelomvattend zal worden, biedt [Vastgoed Management] een volledige juridische dienstverlening aan vanuit haar eigen collectief tegen een verlaagd en vast uurtarief. Het collectief van [Vastgoed Management] bestaat uit een samenwerking van gerenommeerde advocaat kantoren welke zich hebben bewezen in de betreffende VvE
gerelateerde vraagstukken/ materie."
In artikel 1 van het onderdeel pakket B “Financieel- en administratief beheer” van de
overeenkomst is bepaald:
“Het verzorgen van de complete financiële administratie inclusief het (automatisch)
incasseren en administreren van de door de leden verschuldigde voorschot- en extra
bijdrage alsook het verbruik van de Nutsvoorzieningen. Het na goedkeuring van het bestuur
te verrichten betalingen voortvloeiende uit de werkzaamheden voor de vereniging ten laste
van de bankrekening van de VvE én het betalen van alle voor rekening van de VvE komende
gemeenschappelijke kosten en lasten.
In artikel 1 van het onderdeel pakket C “Volledig technisch- en bouwkundig beheer” is bepaald:
Het administratief afwikkelen van het dagelijks (klachten-onderhoud met betrekking tot de gemeenschappelijk voorzieningen en installaties. Uitbesteding van de uit te voeren werkzaamheden in overleg met bestuur of technische commissie en verwerking van facturen. Controle op de uitvoering van de werkzaamheden geschiedt door het bestuur en/of een technische commissie. Indien gewenst kan er door een bouwkundige vertegenwoordiging vanuit [Vastgoed Management] extra controles, tegen uurtarief, worden uitgevoerd.
En in artikel 4
“het aanvragen van offertes en het beoordelen hiervan op hoofdlijnen.
Onder het kopje “Beheervergoeding” op pagina 4 van de overeenkomst is vermeld:
* 72 App. met bergingen : Opstartkosten & Overdracht (eenmalig te voldoen) € 245,00”
Onder het kopje “Overige diensten” op pagina 4 van de overeenkomst is bepaald:
Voor zover buiten de taakomschrijving extra diensten moeten worden aangeboden waarbij
vooraf geen vaste prijs is overeengekomen, worden deze diensten verricht tegen een
uurtarief van € 57,00 vastgesteld tot 1 januari 2015. Extra diensten kunnen zijn die kosten
welke bij specifieke expertise, bouwkundige en/of installatietechnische rapportage en/of
verzekeringsaangelegenheden benodigd zijn.”
Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing. Artikel 16 van deze
Algemene Voorwaarden bepaalt:
“(...)
2. Indien de verzekeraar in enig geval niet tot uitkering overgaat of schade niet door
de verzekering wordt gedekt, is de aansprakelijkheid van [Vastgoed Management] beperkt tot € 1.500,00 per
gebeurtenis met een maximum van tweemaal de factuurwaarde van de opdracht, althans dat
gedeelte van de opdracht waarop de aansprakelijkheid betrekking heeft.
3. In afwijking van hetgeen hierboven in lid 2 van dit artikel is bepaald, wordt bij een
opdracht met een langere looptijd dan zes maanden, de aansprakelijkheid verder beperkt tot
het over de laatste zes maanden verschuldigde honorariumgedeelte
4. De in deze voorwaarden opgenomen beperkingen van de aansprakelijkheid gelden
niet indien de schade te wijten is aan opzet of grove schuld van [Vastgoed Management] of haar
ondergeschikten die in het object met de feitelijke leiding zijn belast.
5. Overige aansprakelijkheid wordt (...) hierbij uitgesloten. ”
(ii) In de brief van 17 maart 2015 van de VvE aan [Vastgoed Management] is gesteld:
“(...)
Naar aanleiding van de uitslag van de schriftelijke stemming tijdens de Algemene
Ledenvergadering van Vereniging van Eigenaars [adres] in [vestigingsplaats]
, gehouden op 11 maart 2015, over het al dan niet voortzetten van het contract
tussen onze VvE en uw organisatie, bevestigen wij middels deze brief dat een meerderheid
van de eigenaars heeft gekozen voor beëindiging van dit contract.
(...)
Overeenkomstig uw contract met onze Vereniging van Eigenaars [Residentie] eindigt dit, met
inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, per 1 juli 2015.
(...)”
(iii) In de brief van 22 juni 2015 van de VvE aan [Vastgoed Management] is gesteld:
“(...)
Tijdens diezelfde vergadering is als nieuwe beheerder per 1 juli 2015 aangewezen [Vastgoedbeheer]
Vastgoedbeheer te [vestigingsplaats] .
Om te bevorderen dat de laatste haar werkzaamheden effectief kan aanvangen per 1 juli
2015, verzoekt VVE [Residentie] u ommegaand doch uiterlijk op 1 juli 2015 uw
werkzaamheden en daarmee verband houdende administratieve bescheiden over te dragen
aan [Vastgoedbeheer] Vastgoedbeheer
Verder bracht de kascommissie ter sprake dat zij nog altijd niet in de gelegenheid is gesteld
De financiële administratie van de VvE over 2014 te beoordelen.
Langs deze weg verzoekt VVE [Residentie] u ommegaand doch uiterlijk binnen acht dagen na
heden, de integrale financiële administratie, onder het verrichten van deugdelijke
verantwoording voor het sedert 1 januari 2014 gevoerde financieel beleid, af te geven aan
ondergetekende, zodat deze in handen van de kascommissie gesteld kan worden.
(...)”
(iv) Bij brief van 7 augustus 2015 stelt SRK Rechtsbijstand namens de VvE [Vastgoed Management]
aansprakelijk voor schade “als gevolg van onzorgvuldigheden en fouten in uw
werkzaamheden". Bij brief van 13 september 2016 handhaaft SRK Rechtsbijstand namens
de VvE deze aansprakelijkheid en sommeert zij [Vastgoed Management] om binnen 14 dagen het bedrag van
€ 32.985,78 te betalen.
( v) Bij kortgedingvonnis van 21 augustus 2015 is [Vastgoed Management] op vordering van VvE op
straffe van een dwangsom veroordeeld om de administratie over te dragen aan het bestuur
van de VvE.
(vi) Als productie 15 bij inleidende dagvaarding heeft VvE een in opdracht van SRK Rechtsbijstand tot stand gekomen rapport van 27 februari 2017 van de heer drs. [deskundige aan de zijde van de VvE] (hierna ook: “ [deskundige aan de zijde van de VvE] ’) in het geding gebracht.
(vii) De VvE is naast de statuten en de bepalingen uit de akte van splitsing onderworpen aan een Modelreglement 1992 en de nadere bepalingen als opgenomen in de akte rectificatie splitsing van 15 september 1995.
Artikel 41 luidt dan aldus:
1. Het bestuur berust bij één of meer administrateurs, die -
benoemd worden door de vergadering. Als eerste administrateur,
wordt echter bij deze Exploitatie-Maatschappij [vestigingsnaam] B.V. benoemd.
(..)
3. Het bestuur beheert de middelen van de vereniging, waaronder begrepen de gelden gereserveerd voor het periodiek onderhoud en de noodzakelijke vernieuwingen als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 32. De vergadering kan regelen vaststellen met betrekking tot het beheer van middelen van de vereniging.
De vergadering kan besluiten de administratie - waaronder dient te worden verstaan het incasseren van alle ontvangsten en het doen van alle uitgaven, het voeren van de boekhouding in de meest uitgebreide zin en het verstrekken van de nodige specificaties en opgaven aan de eigenaars en het bestuur, zoals een en ander nader zal worden geregeld in de desbetreffende overeenkomst - op te dragen aan een door haar aan te wijzen administratief beheerder en onder de voorwaarden als door haar met die beheerder zullen worden overeengekomen.
4. Het bestuur behoeft de machtiging van de vergadering voor het instellen van en berusten in rechtsvorderingen en het aangaan van dadingen, alsmede voor het verrichten van rechtshandelingen en het geven van kwijtingen een belang van een nader door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaande.
Het bestuur behoeft geen machtiging om in een geding verweer te voeren en voor het nemen van conservatoire maatregelen.
(viii) [Vastgoed Management] stond vanaf 31 december 2013 tot 22 juli 2015 ingeschreven als bestuurder van de VvE bij de Kamer van Koophandel als “alleen/zelfstandig bevoegd met beperkingen”.
(ix) Aan de VvE is een Raad van Toezicht (hierna ook: “RvT”) verbonden. Daartoe is in een huishoudelijk reglement onder meer het volgende opgenomen.
HOOFDSTUK F: RAAD VAN TOEZICHT
Artikel 12: SAMENSTELLING