Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
4 februari 2020, nummers BRE 18/6953 en 18/6954, in het geding tussen belanghebbende en
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3. Geschil, alsmede conclusies van partijen
4.Gronden
5. Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraak op bezwaar bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag Zvw 2016 naar een bijdrage-inkomen van nihil en verlaagt de daarbij gegeven beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2016 naar een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 360 en verlaagt de daarbij gegeven beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank en het hoger beroep bij het hof van, in totaal, € 177 vergoedt, en
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van € 82,24.
aangetekend aan partijen verzonden.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl. Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).