Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] , Denemarken,
[de vennootschap naar het recht van het Vorstendom Lichtenstein] ,gevestigd te [vestigingsplaats] , Liechtenstein,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/300388/ HA ZA 15-375)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties, verzoek ex artikel 392 Rv en incidentele vordering;
- de antwoordmemorie in het incident;
- de memorie van antwoord (met producties) tevens houdende vermeerdering van eis en een verzoek ex artikel 118 Rv om STAK in het geding op te roepen.
3.De beoordeling
;
waarvoor [geïntimeerde 1] als vennoot hoofdelijk aansprakelijk is;
gevolg van onbehoorlijke taakvervulling door [geïntimeerde 1] als bestuurder van [de Holding]
(in de zin van artikel 2:9 BW).