Uitspraak
5.Het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 18 januari 2022;
- de akte van appellante van 15 februari 2022.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een hoger beroep over een tekortkoming in een overeenkomst tot levering van 186 taxus baccata planten. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.M. Vermeulen, had een rechtszaak aangespannen tegen de geïntimeerde, Boomkwekerij B.V., die niet verschenen was. De procedure volgde op een eerder vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 12 augustus 2021 was gewezen. Het hof had eerder op 18 januari 2022 een tussenarrest gewezen, waarin het de appellante de gelegenheid gaf om aan te tonen dat de geïntimeerde ook als schuldenaar kon worden beschouwd.
In de akte van 15 februari 2022 heeft de appellante gesteld dat er een mondelinge overeenkomst was gesloten, waarbij de geïntimeerde als schuldenaar was erkend. Het hof oordeelde dat de appellante voldoende had aangetoond dat Boomkwekerij B.V. in plaats van de geïntimeerde als schuldenaar was aangemerkt, en dat zij daarmee had ingestemd. Het hof besloot de zaak te verwijzen naar de rol van 17 mei 2022 voor memorie van grieven, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden.
De uitspraak werd gedaan door de rechters M.G.W.M. Stienissen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en vond plaats op 5 april 2022. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.