ECLI:NL:GHSHE:2022:4487

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
13 december 2022
Zaaknummer
200.316.595_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de tenuitvoerlegging van een verstekarrest in een verzetzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 13 december 2022 een arrest gewezen in een verzetprocedure. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.H.J.M. Stassen, heeft verzet aangetekend tegen een eerder verstekarrest van 5 juli 2022, waarbij hij was veroordeeld tot betaling van € 55.000,- aan de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. A.M. Engelen. De appellant verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekarrest, stellende dat zijn belangen zwaarder wegen dan die van de geïntimeerde. Hij voerde aan dat hij niet op de juiste wijze was gedagvaard, waardoor hij niet in staat was zijn verweer te voeren.

De geïntimeerde gaf aan geen bezwaar te hebben tegen de incidentele vordering van de appellant en refereerde zich aan het oordeel van het hof. Het hof overwoog dat artikel 351 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de mogelijkheid biedt om de tenuitvoerlegging van een vonnis te schorsen, ook van toepassing is op deze verstekzaak. Het hof besloot de tenuitvoerlegging van het verstekarrest te schorsen en de proceskostenveroordeling aan te houden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak werd verwezen naar de rol voor een antwoordakte van de geïntimeerde op 10 januari 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.316.595/01
arrest van 13 december 2022
gewezen in het incident ex artikel 351 Rv in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
opposant in de hoofdzaak (oorspronkelijk geïntimeerde),
eiser in het incident,
hierna aan te duiden als: [appellant] ,
advocaat: mr. M.H.J.M. Stassen te Valkenburg,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geopposeerde in de hoofdzaak (oorspronkelijke appellante),
verweerster in het incident,
hierna aan te duiden als: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. A.M. Engelen te Velp, gemeente Land van Cuijk,
op het bij exploot van dagvaarding van 5 september 2022 ingeleide verzet tegen het bij verstek gewezen arrest van dit hof van 5 juli 2022 gewezen tussen [appellant] als geïntimeerde en [geïntimeerde] als appellante.

1.Het arrest van 5 juli 2022 (zaaknummer 200.299.229/01)

Bij voormeld arrest heeft het hof:
- het bestreden vonnis van 17 februari 2021 door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch (zaak-/rolnummer C/01/365316 / HA ZA 20-797), vernietigd,
en opnieuw rechtdoende:
  • de overeenkomsten die zijn genoemd in de dagvaarding in eerste aanleg en die volgens de tekst daarvan zijn gesloten tussen [geïntimeerde] en [appellant] en/of [XX] Exclusief Invest B.V. en/of [XX] Exclusief en/of Block Invest Ltd, inzake het beleggen en/of investeren van gelden vernietigd;
  • [appellant] veroordeeld om € 55.000,- aan [geïntimeerde] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2020 tot aan de dag van betaling;
  • [appellant] veroordeeld in de proceskosten.
Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

2.Het geding in verzet

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • gemelde verzetdagvaarding met producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident van [geïntimeerde] ;
  • de akte van [appellant] van 29 november 2022.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest in het incident bepaald.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
[appellant] heeft in gemelde verzetdagvaarding een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring in het arrest van 5 juli 2022 opgeworpen. Hij stelt dat de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het verstekarrest geschorst moet worden omdat zijn belangen zwaarder wegen dan het belang van [geïntimeerde] . Hierbij is volgens [appellant] van belang dat door [geïntimeerde] gesteld wordt dat [appellant] geen bekende woon- en/of verblijfplaats in Nederland of elders zou hebben, terwijl hij gewoon gedagvaard had kunnen worden op het adres waar hij op het moment van dagvaarden in eerste aanleg en in hoger beroep stond ingeschreven. Hierdoor heeft [appellant] nimmer de gelegenheid gekregen zijn standpunt/verweer kenbaar te maken bij de rechter.
3.2.
[geïntimeerde] geeft aan geen problemen te hebben met de incidentele vordering van [appellant] en zij refereert zich aan het oordeel van het hof.
3.3.
Het hof overweegt als volgt.
Artikel 351 Rv bepaalt dat een hogere rechter op vordering van een partij alsnog de tenuitvoerlegging van een vonnis waartegen hoger beroep wordt ingesteld kan schorsen. In beginsel ziet dit artikel niet op schorsing van een in hoger beroep gewezen verstekarrest, waartegen verzet is ingesteld. Desalniettemin is het hof van oordeel dat art. 351 Rv op deze verstekzaak analoog van toepassing is. Door het instellen van het verzet, zal immers het vonnis van de eerste aanleg opnieuw beoordeeld moeten worden.
3.4.
Nu [geïntimeerde] heeft aangegeven geen problemen te hebben met de door [appellant] opgeworpen incidentele vordering en zich refereert aan het oordeel van het hof, zal het hof deze toewijzen. Het hof zal de proceskostenveroordeling in het incident aanhouden totdat in de hoofdzaak is beslist.
In de hoofdzaak
3.5.
De zaak wordt naar de rol verwezen voor antwoordakte aan de zijde van [geïntimeerde] . Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident:
schorst de tenuitvoerlegging van de beslissingen in het arrest van dit hof van 5 juli 2022 in de zaak 200.299.229/01;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 10 januari 2023 voor antwoordakte aan de zijde van [geïntimeerde] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 13 december 2022.
griffier rolraadsheer