Uitspraak
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de akten uitlaten mondelinge behandeling na aanbrengen van de zijde van ieder der partijen;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord;
- de incidentele vordering tot voeging van de zijde van [appellant] ;
- de antwoordconclusie in het incident van [geïntimeerde] en [x] .
3.De beoordeling
“Ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.”In artikel 218 Rv is vervolgens bepaald dat deze vordering moet worden ingesteld bij incidentele conclusie vóór of op de roldatum waarop de laatste conclusie in het aanhangige geding wordt genomen. Op grond van artikel 353 lid 1 Rv zijn deze bepalingen van overeenkomstige toepassing in hoger beroep.