ECLI:NL:GHSHE:2023:2149

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
20-000657-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake belaging met betrekking tot ex-partner en kinderen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, dat op 16 maart 2022 was gewezen. De verdachte, geboren op 1961, was in eerste aanleg veroordeeld voor belaging van zijn ex-partner en twee zonen. De politierechter had een taakstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd, evenals een contactverbod en locatieverbod voor 5 jaar. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze veroordeling.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan belaging, zoals gedefinieerd in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. Het hof concludeerde dat de verdachte stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-partner en zonen door herhaaldelijk contact te zoeken, ondanks dat zij geen contact meer met hem wilden. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en legde een taakstraf van 120 uren op, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een contact- en locatieverbod voor 5 jaar. De maatregelen zijn dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien de ernst van de situatie en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000657-22
Uitspraak : 12 mei 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 16 maart 2022, in de strafzaak met parketnummer 03-300919-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1961,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘belaging’ (feit 1 en feit 2) veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren subsidiair 50 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Voorts zijn voor de duur van 5 jaren als vrijheidsbeperkende maatregelen een contactverbod met [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] , alsmede een locatieverbod opgelegd, welke maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal bevestigen.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie betreffende het onder 1 tenlastegelegde feit
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie betreffende het onder 1 tenlastegelegde feit overweegt het hof het navolgende.
Juridisch kader
Aan de verdachte is onder 1 tenlastegelegde dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belaging (artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht) van [benadeelde 2] . Ingevolge artikel 285b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht vindt vervolging niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan. De klacht bestaat ingevolge artikel 164, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering uit een aangifte met het verzoek tot vervolging. Artikel 66, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat de klacht kan worden ingediend gedurende drie maanden na de dag waarop de tot klachtgerechtigde heeft kennisgenomen van het gepleegde feit.
Uit jurisprudentie blijkt dat in geval van belaging voor het bepalen van het aanvangsmoment van de termijn waarbinnen de klachtgerechtigde een klacht moet indienen, niet gekeken dient te worden naar het moment dat de belaging een aanvang neemt, maar uiterlijk naar het moment dat de belaging tot een einde is gekomen. Er kan immers pas van belaging gesproken worden, indien er sprake is van herhaaldelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer gedurende een bepaalde periode, waarbij juist ook de duur van het gewraakte handelen bepalend is voor de belaging een aanleiding zal zijn om ter zake strafvervolging te wensen (Hof Amsterdam 20 maart 2007, ECLI:NL:GHAMS:2007:BC7962 en Hof ‘s-Hertogenbosch 11 oktober 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4596).
In het geval dat de klacht niet voldoet aan alle formele wettelijke eisen of niet is ingediend bij de bevoegde ambtenaar, maar vaststaat dat de klachtgerechtigde de vervolging heeft gewenst, zal van die wens binnen die termijn van drie maanden moeten zijn gebleken (HR 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2242).
Indien een als klacht bedoeld stuk wel een aangifte maar geen verzoek tot vervolging inhoudt, kan het bestaan van een klacht als bedoeld in artikel 164, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering worden aangenomen als op grond van het onderzoek ter terechtzitting komt vast te staan dat de klager de wens had dat een vervolging zou worden ingesteld (HR 11 januari 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC8448).
Oordeel van het hof
In het strafdossier bevindt zich geen formele klacht die door [benadeelde 2] is gedaan.
Het hof ziet zich derhalve voor de vraag gesteld of anderszins kan worden vastgesteld dat [benadeelde 2] binnen de wettelijke klachttermijn de wens had dat een vervolging zou worden ingesteld.
[benadeelde 2] heeft op 21 september 2021 aangifte gedaan wegens belaging. Hij heeft verklaard dat het lastigvallen enige tijd eerder (op 30 juli 2021) is begonnen. [benadeelde 2] ontving meerdere betalingen, waarbij in het tekstveld telkens berichten stonden geschreven. De aangifte van [benadeelde 2] houdt geen uitdrukkelijk verzoek tot vervolging in.
Ongeveer een maand later, op 31 oktober 2021, heeft [benadeelde 2] wederom met de politie gesproken. Bij die gelegenheid heeft hij verklaard dat de verdachte hen ( [benadeelde 1] , [benadeelde 3] en [benadeelde 2] ) bij een eetgelegenheid heeft opgezocht en dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden die aan de verdachte naar aanleiding van een stopgesprek met de politie zijn opgelegd. Voorts heeft [benadeelde 2] verklaard dat hij graag wenst dat de aangifte die hij heeft gedaan verder in behandeling wordt genomen, ook om via het openbaar ministerie een contactverbod te krijgen waardoor aan de verdachte voorwaarden kunnen worden opgelegd.
[benadeelde 2] heeft zowel voor de behandeling van de strafzaak in eerste aanleg als bij het hof een schriftelijke slachtofferverklaring opgesteld welke verklaringen namens hem zijn voorgelezen.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat aangever [benadeelde 2] de wens had dat een vervolging van de verdachte zou worden ingesteld. Aan dit oordeel ligt in het bijzonder ten grondslag dat [benadeelde 2] op 31 oktober 2021 expliciet naar voren heeft gebracht dat hij wenst dat zijn aangifte wegens belaging verder in behandeling wordt genomen. Gelet hierop en op het gegeven dat [benadeelde 2] in de strafprocedure twee schriftelijke slachtofferverklaringen heeft opgesteld, begrijpt het hof dat met de wens van [benadeelde 2] dat zijn aangifte wegens belaging ‘verder in behandeling wordt genomen’ daarmee een vervolging van de verdachte wegens belaging is bedoeld.
Het openbaar ministerie is derhalve ontvankelijk in de vervolging van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 5 november 2021 te Heerlen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 2] , door voornoemde [benadeelde 1]
- via zijn rekeningnummer berichten te sturen en/of
- te bellen en/of
- berichten te sturen en/of
- op te zoeken bij zijn school met het oogmerk [benadeelde 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 5 november 2021 te Heerlen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 1] , door voornoemde [benadeelde 1]
- te bellen en/of
- berichten te sturen en/of
- voicemailberichten te sturen en/of
- op te zoeken bij een eetgelegenheid met het oogmerk die [benadeelde 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 1 juli 2021 tot en met 5 november 2021 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 2] , door voornoemde [benadeelde 2]
- via zijn rekeningnummer berichten te sturen en
- te bellen en
- berichten te sturen en
- op te zoeken bij zijn school met het oogmerk [benadeelde 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij in de periode van 1 juli 2021 tot en met 5 november 2021 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 1] , door voornoemde [benadeelde 1]
- te bellen en
- berichten te sturen en
- voicemailberichten te sturen en
- op te zoeken bij een eetgelegenheid met het oogmerk die [benadeelde 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van feit 1
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 september 2021 (p. 94-95), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde 2] :
Ik doe aangifte van stalking tegen mijn vader genaamd [verdachte] . Ik verklaar dat er wederrechtelijk en stelselmatig met opzet inbreuk wordt gemaakt op mijn persoonlijke levenssfeer met het oogmerk mij te dwingen iets te doen, dan wel niet te doen, te dulden dan wel vrees aan te jagen. Begin juli 2021 hebben mijn broertje en ik samen besloten om niet meer naar mijn vader toe te gaan en vanaf dat moment hebben buren ons verteld en hebben we zelf gezien op camera beelden dat mijn vader vaker door de straat komt rijden. Ik ben vaak van huis en heb gezien dat hij 4x in de buurt van de woning is geweest. Eerst had hij de smoes dat hij niet begreep wat er aan de hand was waarop ik besloten heb hem een brief te schrijven voor uitleg. Op vrijdag 30 juli 2021 is het lastigvallen begonnen. Ik kreeg op mijn [bank] (via app) met rekeningnummer [rekeningnummer 1] een 1 cent betaling binnen, in het tekst veld had mijn vader berichten bijgevoegd om te proberen weer contact met mij te krijgen; hij vermelde onder andere als ik niet zou reageren: "Papa komt naar jou ”, deze uitspraak voelt naar aanleiding van alles dat we meegemaakt hebben in het verleden bedreigend. Vanaf eind juli tot heden schat ik dat ik een 50-tal 1 cent berichten heb ontvangen van hem, met omschrijvingen hierin benoemd. De [bank] kan zijn 1 cent berichten niet blokken, wel heb ik een ander telefoonnummer genomen en een ander e-mailadres. Op vrijdag 10 september, omstreeks 18.00 uur, liep ik in de bibliotheek van de campus van school [school] . In het voorbij lopen zag ik mijn vader lopen, hij herkende mij niet waarop ik de kans kreeg om er vandoor te gaan. Hierop heb ik de beveiliging gebeld van de school, die hebben op camera’s gekeken of hij nog op het terrein van de school rond liep hetgeen niet het geval was. De school zou naar aanleiding van mijn aangifte van vandaag het in behandeling nemen voor een toegangsverbod voor school.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2021 (p. 100-102), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 26 oktober 2021 bekijk ik, [verbalisant 1] , de bankafschriften van dhr. [benadeelde 2] , zoals hij deze digitaal heeft doorgestuurd. Op de bankafschriften is te zien dat het gaat om het rekeningnummer [rekeningnummer 1] . Op de bankafschriften staat dat dit het rekeningnummer van [benadeelde 2] betreft. Het betreffen de bankafschriften in de periode van 26 juli 2021 tot en met 15 september 2021. Op de afschriften zijn alleen de betalingen te zien die afkomstig zijn van het rekeningnummer IBAN [rekeningnummer 2] . Op de bankafschriften is te zien dat de rekeningeigenaar van dit rekeningnummer dhr. [verdachte] betreft. In totaal zijn er 29 betalingen overgemaakt. De eerste betaling betreft een bedrag van
€0,05 en de overige betalingen betreffen een bedrag van €0,01. In totaal is een bedrag overgemaakt van €0.33. Bij elke betaling is een beschrijving toegevoegd. Onderstaand staan de beschrijvingen per betaling.
30-07-2021 om 22:48:33, betaling van €0,05. Omschrijving:
" [benadeelde 2] bel mij of mail mij gedraag je volwassen en vertel wat gaande is heb ik ook
rust komen jullie in vakantie waar is respect voor papa".
31-07-2021 om 08:57:51, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 3] [benadeelde 2] jullie maken mij overstuur nu 3wk zijn jullie onbereikbaar van uit t
niets ik ben altijd goed voor jullie geweest bel je vader".
31-07-2021 om 09:18:33, betaling van €0,01. Omschrijving:
"stoer om contact via Phone af te sluiten peuter gedrag jij volwassen bel papa JULLIE DOEN MIJ GROOT VERDRIET bel en vertel heb ik ook rust".
01-08-2021 om 09:26:37, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] [benadeelde 3] heb altijd mijn handen in het vuur voor jullie gestoken waar is het
respect voor je vader bel mij adat sumawat".
01-08-2021 om 09:39:01, betaling van €0,01. Omschrijving:
"jij moet laten weten of jullie nog komen nu je vakantie hebt je laat al 3 wk niks
horen hoe respectloos kun je zijn als kind".
01-08-2021 om 14:34:47, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] lees je mail [mail] t niet aan je voorbij gaan".
02-08-2021 om 21:18:09, betaling van €0,01. Omschrijving:
"ik ben al dagen bezig om contact met jou te krijgen jij laat je vader barsten jij
een [familienaam] een hufter is wat je bent".
02-08-2021 om 22:30:41, betaling van €0,01. Omschrijving:
"hoe halen jullie het eigenlijk in je hoofd om je vader zo links te laten liggen die
zich altijd ontfermd heeft om jullie schaam je diep".
07-08-2021 om 19:34:41, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Jij een zoon ?lafaard je weet papa zoekt jullie onthoud nu laatste kans voor uit leg
een maand onbereikbaar jou nooit in de steek gelaten".
07-08-2021 om 19:38:28, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Jij blanda mentaliteit geen trots eerder anchien jij verraad jou eigen bloed vergeet
nooit papa zoon van knil vreet nooit meer indisch".
08-08-2021 om 20:12:52, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] en [benadeelde 3] wat is de reden dat jullie geen contact meer willen papa snapt t niet
ik mis jullie mijn hart huilt papa houd van jullie".
09-08-2021 om 16:29:55, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Waar om maak jij van papa zondebok wordt je gechanteerd door je moeder.".
09-08-2021 om 19:43:38, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] hoe kun jij zo oneerbiedig en respectloos met mij om gaan noem jij jezelf een
zoon. " .
13-08-2021 om 13:03:04, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Papa ook maar een mens met minnen en plusjes ben niet perfect mis jou hou van jou xxx" .
15-08-2021 om 01:56:49, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Papa alleen maar slecht in jullie ogen papa verdriet papa Bonaire alleen jij weet ik
verteld".
15- 08-2021 om 17:28:19, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Papa [benadeelde 2] [benadeelde 3] wij met 3 Indische groet mogen elkaar nooit laten gaan [telefoonnummer 1]
xx " .
16-08-2021 om 21:02:10, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Zo [benadeelde 2] zelfs oma trein kon jij op haar laatste verjaardag niet feliciteren 87
laffaard".
16-08-2021 om 21:04:46, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Ik zie jou sneller dan jij denkt geloof me xxxx".
19-08-2021 om 07:55:00, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Papa altijd goed voor jou geweest vertel wat is er gaande".
20-08-2021 om 10:20:04, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Je hebt maar 1 vader die altijd er voor jou was en plots laat jij mij barsten hoe
wreed kun jij zijn".
21-08-2021 om 09:02:04, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Ik leef nog je doet als of ik nooit bestaan heb hoi van jullie doe mij geen pijn en
verdriet".
25-08-2021 om 07:47:44, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Waar om zit [benadeelde 3] gescheiden van jou en je moeder. Papa ziet xx".
26-08-2021 om 11:51:07, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Onthoud hoe kun jij vrede hebben als je papa doodzwijgt beter is uitpraten dan in de steek laten papa houd van jullie waar om missere veroor".
29-08-2021 om 12:59:44, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] bel is onmenselijk om niks meer te laten horen xx".
01-09-2021 om 23:18:33, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] begrijp goed wat jij papa hebt aangedaan en op wat voor manier de maat is vol papa komt".
11-09-2021 om 09:44:53, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] ik hen jou 2 mnd niet gesproken leg de situatie uit zo niet papa komt naar jou
ben jij nou echt karakterloos".
12-09-2021 om 08:58:03, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] diep in je hart houd je van papa waar om die je ons dit aan papa houd van jou
dus waar om.".
12-09-2021 om 11:28:29, betaling van €0,01. Omschrijving:
"Het gevoel dat wij bij elkaar horen ben je aan het vernietigen waar om die je mij zo
veel verdriet".
15-09-2021 om 00:14:41, betaling van €0,01. Omschrijving:
" [benadeelde 2] papa is moe hoe kun jij zo gemeen zijn ik heb altijd alles voor jou over jij
en ik altijd voor elkaar en nu papa heeft verdriet".
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2021 (p. 124-125), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Bevindingen onderzoek mobiele telefonie:
Ik, [verbalisant 2] , zag dat de ingestelde datum en tijd van deze mobiele telefoon correct was ingesteld en correspondeerde met de huidige datum en tijd van vandaag. Ik, [verbalisant 2] , zag dat deze mobiele telefoon voorzien was van een toegangscode. In het verhoor heeft de verdachte deze toegangscode afgegeven. Ik, [verbalisant 2] , kon door middel van deze toegangscode de mobiele telefoon openen en handmatig uitlezen. Ik, [verbalisant 2] , zag dat de provider van deze mobiele telefoon [provider] betrof. Ik, [verbalisant 2] , heb middels het verhoor het huidige mobiele telefoonnummer van deze mobiele telefoon achterhaald. Dit betrof: [telefoonnummer 1] .
Aangetroffen contactpersonen:
Ik, [verbalisant 2] , zag dat er vierentwintig contactpersonen stonden opgeslagen in deze mobiele telefoon, waaronder:
[benadeelde 2] & [benadeelde 3] Thuis [telefoonnummer 2]
[benadeelde 2] (
het hof begrijpt: [benadeelde 2]) [telefoonnummer 3]
Oproep historie:
(…)
Verder stond er in deze lijst dat [benadeelde 2] op zaterdag 30 oktober 2021 om 00.33 uur en woensdag 3 november om 07.18 uur werd gebeld met dit toestel.
Aan contactpersonen [benadeelde 3] en [benadeelde 2] en [benadeelde 1] ( [benadeelde 1] ) werden een aantal SMS en Whatsapp berichten toegestuurd door de gebruiker van deze inbeslaggenomen Nokia telefoon. Ook werden er een aantal spraakberichten gestuurd aan [benadeelde 3] .
(…)
SMS berichten aan [benadeelde 2] : datum 25 augustus 2021, tijdstip 21.28 uur Blijf jij papa negeren? Dan papa komt.
SMS berichten aan [benadeelde 2] : datum 13 september 2021, tijdstip 23.00 uur Zo [benadeelde 2] jij en [benadeelde 3] wonen dus niet op oude adres jij achterbakse ik ga nu erachteraan waar jullie je verstoppen is het geen therapeutische opvang dan wordt t vuurwerk jij weet wel wat ik bedoel lafaard dat jij papa niet belt doet als of ik nooit bestaan heb [benadeelde 2] ketesch
Opmerking verbalisant: Bovengenoemde berichten werden door mij, [verbalisant 2] , gelezen van het displayscherm van de inbeslaggenomen mobiele telefoon en vervolgens letterlijk 1 op 1 overgenomen in bovenstaande SMS en Whatsapp tekst- en spraakberichten. In de gesprekken werden meerdere berichten aangetroffen, welke van gelijke strekking waren.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 5 november 2021 (p. 15) van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V = Vraag verbalisant
A = Antwoord verdachte
V: Van welke telefoonnummers maak je gebruik?
A: Van een nummer [telefoonnummer 1] .
5.
Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek camerabeelden [school] d.d. 15 oktober 2021 (p. 98-99), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] :
Op 15 oktober 2021 bekeken wij verbalisanten de gevorderde beveiligingscamerabeelden van de [school] . Op genoemde beelden is te zien dat op 10 september 2021, te 17.31.53 uur, een manspersoon via de draaideur van de hoofdingang genoemde Universiteit binnenkomt. Te zien is dat de manspersoon gekleed is in een groenkleurig T-shirt met korte mouwen en een blauwkleurige broek. Ik, verbalisant [verbalisant 4] , herkende deze man als zijnde de verdachte [verdachte] . Dit naar aanleiding van het stopgesprek dat ik op 17 september 2021 met [verdachte] had gehouden.
6.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank d.d. 16 maart 2022, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik heb via de bank een aantal overboekingen naar hem (
het hof begrijpt: [benadeelde 2]) gedaan, voorzien van een begeleidende tekst, omdat ik dan zeker wist dat hij die berichten zou lezen. U, politierechter, vraagt aan mij of ik mijn ex-vrouw (
het hof begrijpt: [benadeelde 1]) of kinderen (
het hof begrijpt: [benadeelde 2] en [benadeelde 3]) wel eens heb gebeld, ook ‘s nachts. Dat klopt, maar ik wist niet eens of hun telefoons wel aanstonden en of zij mijn berichten überhaupt hadden ontvangen. Op een gegeven moment brak de zomervakantie aan en ging ik op een vrijdagavond naar mijn kinderen toe om hen op te halen. Op dat moment waren zij niet thuis, waarna ik de volgende dag ben teruggegaan. Toen waren zij echter wederom niet thuis.
Ten aanzien van feit 2
1.
Het proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie d.d. 17 september 2021, voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 5] :
Op 17 september 2021 om 09:00 uur, heb ik, als hulpofficier van justitie van Eenheid Limburg te Heerlen een schriftelijke klacht ontvangen terzake van belaging/stalking en diverse verbale bedreigingen.
De klacht werd gedaan door:
Achternaam: [benadeelde 1]
Voornamen: [benadeelde 1]
Geboren: [geboortedag 2] 1966
Geboorteplaats: [geboorteplaats 2] in Oostenrijk
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit: Nederlandse
Adres: [adres 2]
Postcode plaats: [adres 2]
BRP-nummer: [BRP-nummer]
De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan. De klaagster verklaarde tegenover mij het volgende:
Zie voor de inhoud van deze klacht het uitgebreide proces-verbaal van klacht onder het BVHnummer [BVH nummer 1] . Deze klacht wordt gedaan tegen de verdachte [verdachte] geboren op [geboortedag 1] 1961.
2.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 17 september 2021 (p. 30-32), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [benadeelde 1] :
Ik wens aangifte/klacht te doen tegen mijn ex- partner [verdachte] in verband met het feit dat hij mij stelselmatig blijft lastig vallen (stalking) en daarbij ook verbale bedreigingen richting mij en onze twee zonen blijft uiten. Door de desbetreffende wijkagent van Heerlen werd reeds een stop gesprek met mijn ex-partner [verdachte] gevoerd. Dit heeft niet geholpen. [verdachte] gaat door met zijn stalkgedrag en zijn bedreigingen die hij hierbij blijft uiten. Ik voel mij hierdoor dan ook enorm angstig en ben ook echt bang dat er iets ergs gaat gebeuren. Mijn zonen betreffen [benadeelde 2] (23 jaar) en [benadeelde 3] (18 jaar). Ik wil hierbij vermelden dat onze zoon [benadeelde 2] enkele dagen geleden aangifte heeft gedaan tegen zijn vader [verdachte] in verband met voortdurende stalking. Dit is vastgelegd onder het BVH nummer [BVH nummer 2] . Mijn zoon [benadeelde 3] is vanwege geestelijke omstandigheden niet in staat om aangifte doen. Maar ook mijn zoon [benadeelde 3] wordt bedreigd en lastig gevallen.
8 juli 2021 escalatie:
Maar zoals gezegd sinds 8 juli 2021 hebben onze zonen [benadeelde 3] en [benadeelde 2] dus uit zichzelf besloten om niet meer naar hun vader [verdachte] te willen gaan. Sindsdien is het echt hopeloos en worden wij dagelijks lastig gevallen en geconfronteerd met bedreigingen geuit door [verdachte] . Ik vertrouw het niet en ik ben bang dat het fout gaat. Zeker gezien [verdachte] mijn zoon al in de school in Eindhoven heeft proberen op te zoeken. Sindsdien is [verdachte] zeer bedreigend. Deze bedreigingen uit [verdachte] via zijn mobiele telefoon waarmee hij dan richting mij in belt. Mijn eigen mobiele telefoon nummer betreft [telefoonnummer 4] . Mijn ex-partner [verdachte] heeft het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [verdachte] belt ook heel vaak anoniem richting mij. Dit gaat soms wel van 5 keer tot 20 keer per dag. Vaak zelfs nog wel vaker. Dit gebeurt ook heel vaak rond middernacht rond 00:00 uur. Ik neem mijn mobiele telefoon nooit op als ik een anoniem gesprek zie of op het moment dat ik het telefoonnummer van [verdachte] zie. Ik heb mijn telefoon bij mij. U kunt de oproephistorie direct inzien. Op de momenten dat ik dus niet opneem wordt automatisch mijn voicemail in werking gesteld. [verdachte] spreekt dan ook heel vaak bedreigende voicemailberichten in waarvan ik er nog 8 bewaard heb. Dit waren er in eerste instantie veel meer maar helaas worden mijn voicemail berichten na een week automatisch door mijn huidige provider aanbieder gewist. Het is daarom noodzakelijk dat ik deze berichten zo meteen ook aan u zal laten horen zodat u de inhoud en toon waarmee [verdachte] mij bedreigd zelf kan inschatten. Door de verbale bedreigingen die hij uit voel ik mij enorm bedreigd. Maar niet alleen ik. Ik maak mij ook ernstige zorgen over het welzijn van mijn twee zonen [benadeelde 2] en [benadeelde 3] . In de voicemail berichten bedreigt [verdachte] namelijk niet alleen mij. Hij bedreigt ook [benadeelde 2] en [benadeelde 3] en geeft meermaals aan dat hij weet waar ze op school zitten. [verdachte] is zelfs reeds op de school in Eindhoven geweest. Mijn zoon heeft hem daar gezien.
Ik verzoek uitdrukkelijk om strafvervolging jegens mijn ex-partner [verdachte] . Ik heb vernomen dat ik 8 dagen de tijd heb om mijn klacht eventueel in te trekken. Via deze weg laat ik u direct weten dat ik van dit intrekken geen gebruik zal maken. (Noot-verbalisant: De aangeefster overhandigde aan mij, [verbalisant 4] , haar mobiele telefoon. Door mij, [verbalisant 4] , werd de oproephistorie van inkomende oproepen op deze mobiele telefoon ingezien. Hier werden printscreens van gemaakt. Ook werden de bedreigende 8 voicemail berichten middels een recorder opgenomen). Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
3.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 17 oktober 2021 (p. 33-35), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [benadeelde 1] :
Ik heb op 17 september 2021 aangifte gedaan van stalking, gepleegd door mijn
ex-partner [verdachte] . Ik word sinds 6 juli 2021 gestalkt door mijn ex-partner en ondanks mijn aangifte van stalking en het stopgesprek wat heeft plaatsgevonden blijft hij doorgaan met mij en mijn kinderen lastigvallen.
Ik kan het volgende verklaren over het stelselmatige lastigvallen door mijn
ex-partner: Mijn ex-partner en ik hebben samen 2 zonen, genaamd [benadeelde 3] 19 jaar oud en [benadeelde 2] 23 jaar oud. Op 8 juli 2021 hebben [benadeelde 3] en [benadeelde 2] na lang nadenken besloten dat ze geen contact meer wilden met hun vader. Ze moesten een aantal weken van hun vader bij hem verblijven en zagen daar heel erg tegenop. Wij zijn omdat we bang waren dat [verdachte] aan de deur zou komen ons huis uit gevlucht. Ze hebben beiden omdat ze heel bang zijn voor hun vader lange tijd deze beslissing niet durven nemen. Ze zijn beiden doodsbang voor hun vader. [benadeelde 3] heeft hierdoor zelfs gezondheidsproblemen gekregen en is hiervoor onder behandeling bij een uroloog. Hij heeft een tijdlang een katheter gehad omdat hij niet kon plassen door de spanningen. [benadeelde 3] , [benadeelde 2] en ik zijn door de impact wat het lastigvallen van mijn ex op ons leven heeft in behandeling bij een psycholoog.
Op 7 oktober waren [benadeelde 3] , [benadeelde 2] en ik in een frituur, genaamd [frituur] . We wilden daar gaan eten ter
gelegenheid van de verjaardag van [benadeelde 3] . Wij zaten aan een tafeltje bij het raam. Mijn zoon [benadeelde 3] zag ineens zijn vader twee keer langs de frituur rijden. De eerste keer dat hij langsreed keek hij naar binnen bij de frituur. De tweede keer dat hij langsreed, zag [benadeelde 3] dat zijn vader zijn auto voor de frituur parkeerde en aanstalten maakte om naar binnen te gaan. Uit angst hebben wij het personeel van de frituur gewaarschuwd en ons opgesloten in het toilet. Ik heb op het toilet de 112 gebeld.
Na een tijdje werden we gewaarschuwd door het personeel van de frituur dat de politie was gearriveerd. Toen wij uit het toilet kwamen, zag ik dat mijn ex aan ons tafeltje was gaan zitten. Onze borden met eten stonden nog onaangeroerd op tafel. Hij zat daar aan ons tafeltje te wachten op zijn bestelling. Volgens mij komt mijn ex nooit in deze frituur. Ik heb aan het personeel van de frituur gevraagd of mijn ex hier vaker komt en kreeg te horen dat ze hem nog nooit eerder hebben gezien.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021 met bijlagen (p. 37-77), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
De aangeefster [benadeelde 1] gaf aan dat zij sedert de maand juli tot en met heden voortdurend gebeld wordt door de verdachte [verdachte] . De aangeefster [benadeelde 1] liet aan mij, [verbalisant 4] , haar inkomende oproephistorie zien waaruit mij, [verbalisant 4] , bleek dat de aangeefster [benadeelde 1] meermaals per dag gebeld wordt door het mobiele telefoon nummer [telefoonnummer 1] . Dit telefoonnummer staat in het bedrijfsprocessen systeem van de politie gekoppeld aan de persoon [verdachte] . Ik, [verbalisant 4] , zag ook dat er vanaf de maand september 2021 meermaals per dag anoniem ingebeld werd op het telefoonnummer van de aangeefster [benadeelde 1] . Naar zeggen van de aangeefster [benadeelde 1] was dit voorheen niet het geval en bestaat het vermoeden dat [verdachte] zijn mobiele nummer herkenning uit heeft gezet waardoor hij mogelijk dus anoniem blijft in bellen. De aangeefster [benadeelde 1] overhandigde aan mij, [verbalisant 4] , enkele printscreens van haar mobiele telefoon waarop de oproep historie te zien is. Deze zijn als bijlagen bij dit proces-verbaal gevoegd. Gezien de hoeveelheid in bel momenten op de mobiele telefoon van de aangeefster [benadeelde 1] zal het onderzoeksteam onderzoek doen naar de historische belgegevens van de verdachte [verdachte] .
5.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 september 2021 (p. 78-80), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Door mij, [verbalisant 4] , werden op 22 september 2021 de voicemailberichten die als bijlagen zijn genoemd in de aangifte van aangeefster [benadeelde 1] beluisterd en omschreven.
Stemherkenning in voicemail berichten:
Ik, [verbalisant 4] , merk hierbij op dat de verdachte [verdachte] op vrijdag 17 september 2021 door mij, [verbalisant 4] , telefonisch gesproken werd. Ook werd de verdachte [verdachte] door mij, [verbalisant 4] , op vrijdag 17 september 2021 persoonlijk gezien in het politiebureau te Heerlen in verband met diens stopgesprek in deze stalking zaak. Dit betrof langdurige gesprekken waarbij [verdachte] meerdere malen langdurig aan het woord is geweest. De stem die ik, [verbalisant 4] , hoor tijdens het afluisteren van deze voicemailberichten herken ik direct terug als zijnde de stem van de verdachte [verdachte] .
Voicemailbericht 1:
[benadeelde 1] , het is nu de tweede keer voor mijn mijn leven dat je mijn leven aan het
verwoesten bent. Het ergste nu nog dat je zelfs [benadeelde 2] en [benadeelde 3] de familieband tussen
nu helemaal verstoord.
Niet te verstane zin. Weet niet eens waar hij uithangt of niet eens belt. Jij hebt
dat veroorzaakt. Jij bent diegene die deze rotzooi . . niet verstaanbaar woord.
Ik heb niets meer te verliezen nu. En ik hoop dat die stomme kutkop van je .. niet
verstaanbaar woord.
Voicemailbericht 2: 16 september 2021 te 16:08 uur
Zo [benadeelde 1] jij bent verantwoordelijk dat ik mijn eigen kinderen [benadeelde 2] [benadeelde 3] al twee
maanden niet kan spreken en niet kan zien. Je bent je ergens aan het verstoppen en ik reken je dat zwaar aan. En ik gun je één waarschuwing dat [benadeelde 2] zich snel meldt..
niet te verstane woorden.
En geloof me nu maar, buiten dat nu, reken maar niet dat jij er zo maar van af komt.
Ik wil weten hoe het zit en wij gaan dat uitvinden en als jij hier de reden van bent
of dat je je verstopt misschien wel bij een vriend van je..
Nou dan reken maar dan brengt de hel los, dan krijgen we een familie drama. Geloof me nou maar.
Voicemailbericht 3: 16 september om 13:44 uur.
Zo [benadeelde 1] , nogmaals jullie wonen niet meer op het adres dus mijn kinderen ook niet. En ik ga morgen als de donder uitvinden waar ze wel zitten. Want dat kun niet
onthouden. Ze staan waarschijnlijk onder druk van jou maar daar kom ik wel achter.
En dan geeft het pas goed gedonder, onthoud dat.
Voicemailbericht 5: 11 september omstreeks 09:27 uur
Zo [benadeelde 1] , heb je weer een goed gevoel erbij. Heb je weer iemand van me afgekapt. En de vakanties en alles wat erom heen hing he zo dat ik helemaal geen contact meer kon hebben met [benadeelde 2] en [benadeelde 3] he.
Het interesseert je gewoon geen moer he dat ik niet met hun samen ben. He dat ik ze
ook mis en dat het ook gewoon een sociaal gebeuren is dat je gewoon met elkaar in
principe dingen en overleggen hoe het gaat op school en noem maar op. Je hebt me dit weer allemaal ontnomen. Waarvoor. Waaraan heb ik dit verdiend? Nergens aan?
Je hebt ze ergens mij weer in een of andere therapie laten stoppen of weet ik veel
wat. Jullie zijn nergens te bekennen. Zover ik dit weet. Het is gewoon niet normaal
wat je weer geflikt hebt. Maar geniet er maar van. Zolang het nog kan. Het is toch
niet meer normaal wat er nu gebeurd. Ze zijn mijn enige twee verwanten. En die heb je me afgepakt. Je hebt me al eens alles afgepakt voor een 2e keer. Denk daar maar eens over na. Ik heb niets meer te verliezen denk erover na. Mij interesseert niets meer en jij bent hier schuld aan.
Voicemailbericht 6: 11 september 09:20 uur
Zo [benadeelde 1] nog hartelijk bedankt voor uh dat je er voor gezorgd hebt dat ik totaal
geen contact kan krijgen met [benadeelde 2] en [benadeelde 3] . Jij hebt hier een grote rol in. En wat ik
helemaal niet begrijp is dat ik niet weet waar het over gaat. Maar goed dat zou voor
jou (niet te verstaan). Maar omdat jij dit contact verbroken hebt tussen mij [benadeelde 2] en
[benadeelde 3] betekent wel he dat jullie ook ontwricht daardoor. Maar ja goed dat zal je
allemaal worst wezen he. Nu zul je er wel van genieten he. Hij kan zijn kinderen niet meer bereiken. Niet te verstane zin. Maar 1 ding [benadeelde 1] ik heb niets meer te verliezen he. Je hebt me al twee keer in je leven kapot gemaakt. Maar dit is de laatste keer geweest. Je denkt dat je kan schuilen met [benadeelde 2] en [benadeelde 3] . Alleen scholen lopen niet weg. Dus ik ga ze spreken. Geef de boodschap maar door en misschien dat je dit dan wel doet.
Voicemailbericht 7: 11 september 09:16 uur
Zo [benadeelde 1] , wat vind je ervan nu je ervoor gezorgd hebt dat zowel [benadeelde 2] en [benadeelde 3]
geen contact meer met mij hebben. Dankzij jou. Ik weet niet wat er allemaal gaande is he maar jij bent de grote hier de oorzaak in. Dat ze zich verwijderen van hun vader om wat voor reden dan ook. En dat jullie je verbergen. Maar er is 1 ding he [benadeelde 1] . Ik weet ze toch wel te vinden. Een school kun je niet verplaatsen. En wat er dan gebeurt ja dat is volledig aan jou te wijten. Had je maar gewoon eerlijk moeten zijn.
6.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 november 2021 (p. 120), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 2 november 2021 bekeek ik, [verbalisant 1] , de historische gegevens van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit betreft het mobiele telefoonnummer van verdachte [verdachte] . De historische gegevens geven een totaal overzicht van de uitgaande gesprekken, de inkomende gesprekken, de verstuurde sms berichten, de ontvangen sms berichten, de doorgeschakelde gesprekken en het data verkeer voor de periode van 1 juli 2021 om 00.00 uur tot en met 25 oktober 2021 om 23.59 uur.
Uit de analyse van de historische gegevens van het bovenstaande mobiele telefoonnummer bleek dat er 180 contactmomenten zijn geweest tussen de verdachte [verdachte] en zijn ex-partner. Alle 180 contactmomenten betreffen uitgaande gesprekken en sms berichten van verdachte [verdachte] naar zijn ex-partner. In de periode van 7 juli 2021 tot en met 15 september 2021 zijn er 156 uitgaande gesprekken geregistreerd van het mobiele telefoonnummer van verdachte [verdachte] naar het mobiele telefoonnummer van zijn ex-partner. In de periode van 9 juli 2021 tot en met 10 augustus 2021 zijn er 24 uitgaande sms berichten geregistreerd van het mobiele telefoonnummer van verdachte [verdachte] naar het mobiele telefoonnummer van zijn ex-partner.
7.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank d.d. 16 maart 2022, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
U, politierechter, vraagt aan mij of ik mijn ex-vrouw of kinderen wel eens heb gebeld, ook ‘s nachts. Dat klopt, maar ik wist niet eens of hun telefoons wel aanstonden en of zij mijn berichten überhaupt hadden ontvangen.
Bewijsoverwegingen
Algemene overwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Standpunt van de verdediging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging bepleit dat de verdachte van het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Daartoe is – kort gezegd – primair naar voren gebracht dat de verdachte aanvankelijk helemaal niet wist dat zijn kinderen, [benadeelde 3] en [benadeelde 2] , hem niet meer wilden zien en subsidiair dat de verdachte van mening is dat hij van zijn kinderen mocht verwachten dat zij hem tenminste eenmaal persoonlijk hadden verteld waarom hij niet meer welkom was in hun leven. Omdat die duidelijkheid nooit is gegeven, kon de verdachte niet met zekerheid weten of het contact ongewenst was. Het als bezorgde ouder contact leggen ziet de verdachte om die reden dan ook niet als wederrechtelijk.
Oordeel van het hof
Vooropgesteld moet worden dat voor een bewezenverklaring van belaging ex artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht sprake dient te zijn van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van een ander, welke inbreuk opzettelijk en wederrechtelijk moet zijn. Bij het plegen van belaging wordt de opzet op de wederrechtelijkheid van de gedraging verondersteld aanwezig te zijn, oftewel: bij belaging ex artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is kleurloos opzet vereist. De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van een ander moet ook stelselmatig plaatsvinden. Ten slotte moet de verdachte het oogmerk hebben gehad die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht zijn volgens bestendige jurisprudentie verschillende beoordelingsfactoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer (vgl. HR 29 juni 2004, ECLI:NL:HR:AO5710; HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625 en HR 10 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:4). Deze in aanmerking te nemen beoordelingsfactoren zijn daarbij in zekere mate communicerende vaten. Het gaat dus niet zozeer om een weging van elke factor op zichzelf, maar om de waardering van het gehele handelen van de verdachte en de vraag of dat handelen in zijn totaliteit bezien voldoet aan de eisen die aan belaging in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht worden gesteld.
Het hof overweegt verder als volgt.
Gelet op de inhoud van het dossier is het hof van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgehad en de invloed daarvan op het persoonlijk leven van [benadeelde 2] en [benadeelde 1] – naar objectieve maatstaven bezien – zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Hierbij verwijst het hof in het bijzonder naar de inhoud van de teksten die de verdachte bij de overschrijvingen naar het rekeningnummer van [benadeelde 2] heeft geschreven en de voicemailberichten die de verdachte bij [benadeelde 1] heeft ingesproken.
Ten aanzien van [benadeelde 2] volgt bovendien uit de inhoud van het dossier dat er in de periode van 26 juli 2021 tot en met 15 september 2021 in totaal 29 betalingen – soms meerdere betalingen per dag – door de verdachte zijn overgemaakt naar het rekeningnummer van [benadeelde 2] en dat bij iedere betaling door de verdachte een tekst was geschreven.
Ten aanzien van [benadeelde 1] blijkt uit de inhoud van het dossier dat in de periode van 7 juli 2021 tot en met 15 september 2021 er 156 uitgaande gesprekken zijn geregistreerd van het mobiele telefoonnummer van de verdachte naar het telefoonnummer van [benadeelde 1] en dat in de periode van 9 juli 2021 tot en met 10 augustus 2021 er 24 uitgaande sms-berichten zijn geregistreerd van het mobiele telefoonnummer van de verdachte naar het mobiele telefoonnummer van [benadeelde 1] .
Door de verdediging is naar voren gebracht dat het door de verdachte contact zoeken met [benadeelde 2] en [benadeelde 1] niet wederrechtelijk was. Het hof volgt de redenering van de verdediging op dit punt niet. Op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is komen vast te staan dat de verdachte op verschillende manieren contact heeft gezocht met [benadeelde 2] en [benadeelde 1] . Ook is gebleken dat [benadeelde 2] en [benadeelde 1] niet op berichten van de verdachte hebben gereageerd. Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte daaruit kunnen afleiden dat zij geen contact met de verdachte wensten te hebben. Daarenboven heeft [benadeelde 2] blijkens zijn eigen verklaring en die van de verdachte, in juli 2021 een brief geschreven aan zijn vader waarin hij hem duidelijk heeft gemaakt dat hij en zijn broer geen contact meer met hem wilden. Desalniettemin heeft de verdachte contact met [benadeelde 2] en [benadeelde 1] proberen te zoeken. Op enig moment heeft de verdachte ook nog van de wijkagent gehoord dat de slachtoffers geen contact met hem wilden hebben, zodat voor de verdachte ook uit die mededeling duidelijk moet zijn geworden dat [benadeelde 2] en [benadeelde 1] geen contact met hem wensten te hebben. Tot slot heeft de politie op 17 september 2021 met de verdachte een stopgesprek gevoerd. Ook naar aanleiding van dit gesprek moet voor de verdachte duidelijk zijn geweest dat de slachtoffers geen contact met hem wilden hebben en dat hij moest stoppen met het zoeken van contact met [benadeelde 2] en [benadeelde 1] . Het stopgesprek heeft de verdachte er echter evenmin toe bewogen om geen contact meer te zoeken met zijn zonen en zijn thans ex-partner.
Gelet op het vorenstaande verwerpt het hof het verweer van de verdediging strekkende tot vrijspraak van het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:

belaging.

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:

belaging.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sancties
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging – indien en voor zover het hof tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde zou komen – bepleit dat aan de verdachte een grotendeels voorwaardelijke taakstraf zal worden opgelegd. Oplegging van een contact- en locatieverbod voor de duur van 5 jaren – zoals door de politierechter is opgelegd – is in de onderhavige zaak onevenredig hoog. Om die reden wordt verzocht het contact- en locatieverbod als bijzondere voorwaarde op te leggen met een proeftijd van 2 jaren, dan wel als maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 2 jaren. Bovendien heeft de politierechter ook ten aanzien [benadeelde 3] een contactverbod opgelegd, terwijl hij geen aangifte heeft gedaan en de verdachte ook niet is veroordeeld wegens belaging van [benadeelde 3] , aldus de verdediging.
Bij de bepaling van de op te leggen sancties heeft het hof gelet op:
- de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan,
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd en
- de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim 4 maanden schuldig gemaakt aan belaging van zijn zoon [benadeelde 2] en zijn ex-partner [benadeelde 1] . De verdachte heeft met het bewezenverklaarde handelen herhaaldelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn zoon en ex-partner. Het hof rekent dit de verdachte aan. Op basis van het verhandelde ter terechtzitting is het hof niet gebleken dat de verdachte het laakbare van zijn handelen in ziet. Bij de verdachte overheerst onbegrip omtrent de vraag waarom de slachtoffers geen contact meer met hem wensen en waren zij naar de mening van de verdachte hem daarover uitleg verschuldigd.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 4 maart 2023. Uit dit uittreksel blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde handelen niet eerder ter zake van een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het hof voorts rekening gehouden met de inhoud van een reclasseringsadvies d.d. 21 februari 2022. Uit dit advies blijkt dat de verdachte zijn (praktische) leven op orde heeft. Voorts blijkt daaruit dat hij een (sterke) eigen visie/beleving van de delictsituatie heeft. Gelet op de (sterke) zelfovertuiging en het gegeven dat de verdachte geen hulpvragen heeft, zal een toezicht/interventies geen bijdrage leveren aan gedragsverandering en/of risicobeheersing. Volgens de reclassering zal hij voornamelijk moeten accepteren/leren om te gaan met de voor hem onbeantwoorde vragen, hoe moeilijk dit ook voor hem zal zijn. Gelet op het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is het hof gebleken dat die situatie nog steeds actueel is. De reclassering adviseert dat aan de verdachte een contactverbod zal worden opgelegd.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een sanctie zoals die door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal in hoger beroep is gevorderd, omdat daarin de aard en de ernst van het bewezenverklaarde handelen onvoldoende tot uitdrukking komen.
Alle omstandigheden afwegende acht het hof het passend en geboden de verdachte te veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Maatregelen ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht
Gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde handelen en de inhoud van voornoemd reclasseringsadvies, is het hof van oordeel dat ter voorkoming van strafbare feiten vrijheidsbeperkende maatregelen moeten worden opgelegd voor de duur van 5 jaren. Deze vrijheidsbeperkende maatregelen zullen bestaan uit een contactverbod met [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] , alsmede een locatieverbod. In hetgeen van de zijde van de verdediging naar voren is gebracht ziet het hof geen aanleiding om voornoemde maatregelen voor een kortere duur op te leggen. Nu de politierechter de betreffende vrijheidsbeperkende maatregelen eerder heeft opgelegd en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan heeft verklaard, zal het hof bepalen dat de maatregelen worden opgelegd voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de periode gedurende welke de maatregelen al van kracht zijn geweest.
Gelet op hetgeen [benadeelde 1] in haar aangifte en latere verhoor als aangeefster naar voren heeft gebracht, ziet het hof aanleiding om aan de verdachte ook een contactverbod met [benadeelde 3] op te leggen. Het hof heeft hierbij in het bijzonder gelet op hetgeen [benadeelde 1] heeft verklaard over verdachtes handelen ten aanzien van haar en de twee kinderen, alsmede de gevolgen van het handelen voor (de gezondheidstoestand) van [benadeelde 3] . Uit de aangifte blijkt dat [benadeelde 3] vanwege geestelijke omstandigheden niet in staat was om aangifte te doen wegens belaging, maar dat ook hij door de verdachte wordt lastiggevallen. Uit het latere verhoor van [benadeelde 1] volgt dat [benadeelde 3] doodsbang is voor de verdachte en dat hij hierdoor gezondheidsproblemen heeft gekregen. Bovendien zijn [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] ten gevolge van het handelen van de verdachte in behandeling bij een psycholoog.
Gelet op het vorenstaande – de aard van het bewezenverklaarde handelen en de houding van de verdachte dienaangaande, zoals ook door de reclassering is beschreven in het bijzonder – moet er naar het oordeel van het hof ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaald persoon, te weten [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] . Het hof zal om die reden bevelen dat de op te leggen vrijheidsbeperkende maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38v, 38w, 57 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 5 jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de navolgende personen:
- [benadeelde 1] (geboren op [geboortedag 2] 1966 te [geboorteplaats 2] );
- [benadeelde 2] (geboren op [geboortedag 3] 1998 te [geboorteplaats 3] );
- [benadeelde 3] (geboren op [geboortedag 4] 2002 te [geboorteplaats 4] ),
met aftrek van de periode gedurende welke de maatregel al van kracht is geweest.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 7 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 5 jaren zich niet zal bevinden op de Jan Maenenstraat in Heerlen en de Delfstofweg in Heerlen, met aftrek van de periode gedurende welke de maatregel al van kracht is geweest.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 7 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Aldus gewezen door:
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. G.C. Bos en mr. E.E. van der Bijl, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. T.H.J. Menting, griffier,
en op 12 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Bos en mr. Van der Bijl zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Onder dit kopje wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar dossierpagina’s van het doorgenummerde dossier van de politie eenheid Limburg, district Parkstad-Limburg, basisteam Heerlen, zaakregistratienummer PL2300-2021146502, datum sluiten 10 november 2021, pagina 1 tot en met pagina 130. Alle tot bewijs gebezigde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.