In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eindvonnis van de rechtbank Limburg. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering in conventie toegewezen en in reconventie een bewijsopdracht verstrekt. Het eindvonnis van 4 mei 2022 heeft de vordering in reconventie afgewezen. Appellant heeft hoger beroep ingesteld, maar is niet-ontvankelijk verklaard voor zover het hoger beroep gericht is tegen het einduitspraakgedeelte van het tussenvonnis van 16 oktober 2019. Dit omdat hij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld tegen dat tussenvonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de appeldagvaarding van 2 augustus 2022 enkel betrekking had op het eindvonnis van 4 mei 2022 en niet op het tussenvonnis van 16 oktober 2019. Hierdoor is het hoger beroep tegen dat tussenvonnis niet rechtsgeldig ingesteld. Het hof heeft ook overwogen dat de 'meetrekregel' niet van toepassing is, omdat het tussenvonnis een gedeeltelijk eindvonnis betreft. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot de einduitspraak. De zaak is verwezen naar de rol voor beraad.