ECLI:NL:GHSHE:2023:2939

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
200.319.608_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijkheid wegens niet nemen memorie van grieven

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten, Soul Community V.O.F. en twee andere personen, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg. Het hof heeft op 12 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep, waarbij het hof heeft vastgesteld dat de appellanten niet ontvankelijk zijn in hun hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de memorie van grieven niet is genomen, ondanks dat de appellanten meerdere kansen hebben gekregen om een nieuwe procesvertegenwoordiger aan te stellen en de memorie van grieven in te dienen. De procedure begon met een tussenarrest op 7 februari 2023, waarin een mondelinge behandeling was gelast. De advocaat van appellanten, mr. C.A.M.J.M. Joosten, heeft zich echter onttrokken, waardoor de appellanten zonder vertegenwoordiging kwamen te zitten. Ondanks herhaalde verzoeken om een nieuwe advocaat aan te stellen, is dit niet gebeurd. De rolraadsheer heeft uiteindelijk geoordeeld dat het recht van appellanten om de memorie van grieven te nemen is vervallen, omdat zij niet binnen de gestelde termijnen hebben gehandeld. Hierdoor zijn zij niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. De kosten van het hoger beroep zijn aan de appellanten opgelegd, die in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.319.608/01
arrest van 12 september 2023
in de zaak van

1.Soul Community V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats],

2.
[appellant],wonende te [woonplaats],
3.
[appellante],wonende te [woonplaats],
appellanten,
advocaat: mr. C.A.M.J.M. Joosten te Venlo (onttrokken),
tegen
Suyderland Venrode B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.J. Heynen te Venlo,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 7 februari 2023 in het hoger
beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, onder zaaknummer 9704842 \ CV EXPL 22-870 gewezen vonnis van 31 augustus 2022.

5.Het verloop van de procedure

5.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenarrest van 7 februari 2023 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen op 12 mei 2023 heeft gelast.
5.2.
Bij H2-formulier van 18 april 2023 heeft mr. Joosten te kennen gegeven zich te willen onttrekken als procesvertegenwoordiger van appellanten. Ten behoeve van deze onttrekking is de zaak op de rol van 25 april 2023 geplaatst en heeft de onttrekking op de rol plaatsgevonden. Vervolgens is de zaak naar de rol van 9 mei 2023 verwezen voor het stellen van een nieuwe procesvertegenwoordiger aan de zijde van appellanten en voor het overleggen van het procesdossier door appellanten.
5.3.
Op 10 mei 2023 heeft het hof mrs. Joosten en Heynen onder meer bericht dat de zitting van 12 mei 2023 niet doorgaat omdat zich nog geen nieuwe advocaat heeft gesteld voor appellanten en dat de zaak zal worden verwezen naar de rol van 20 juni 2023 voor het stellen van een nieuwe procesvertegenwoordiger voor appellanten en voor het nemen van de memorie van grieven.
5.4.
Op de rol van 20 juni 2023 heeft zich geen procesvertegenwoordiger namens appellanten gesteld. Wel heeft appellant sub 2 op 19 juni 2023 een door hem zelf opgemaakte memorie van grieven aan het hof toegestuurd. Tevens heeft hij op die dag met de griffie telefonisch contact gehad over het feit dat hij geen advocaat kon vinden.
5.5.
Nadat de zaak op 20 juni 2023 naar de rol van 27 juni 2023 voor “beslissing hof verdere voortgang” is verwezen, heeft de rolgriffier bij brief van 22 juni 2023 de door appellant sub 2 zelf opgemaakte memorie van grieven aan hem geretourneerd en hierbij vermeld dat alleen een advocaat namens een partij proceshandelingen mag verrichten. Voorts wordt in de brief vermeld dat gelet op de problemen die appellanten hebben om een nieuwe procesvertegenwoordiger te vinden zij contact op kunnen nemen met het juridisch loket of de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
In die brief is tot slot vermeld dat de zaak op 27 juni 2023 naar de rol van 4 juli 2023 zal worden verwezen voor onder meer het stellen van een nieuwe procesvertegenwoordiger en voor het nemen van de memorie van grieven. Hierbij is aangegeven dat het de laatste termijn betreft die voor het verrichten van deze proceshandelingen wordt gegeven.
5.6.
Op de rol van 4 juli 2023 heeft zich wederom geen nieuwe procesvertegenwoordiger gesteld namens appellanten en de memorie van grieven is niet genomen. De rolraadsheer heeft vastgesteld dat het recht van appellanten om de memorie van grieven te nemen is vervallen, omdat zich, na drie keer daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen procesvertegenwoordiger heeft gesteld ten gevolge waarvan de memorie van grieven niet binnen de daarvoor gegeven termijnen is genomen. De rolraadsheer heeft van dat feit aan de wederpartij akte van niet-dienen verleend.
5.7.
Nu appellanten tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven hebben aangevoerd, kunnen zij in het hoger beroep niet worden ontvangen. Zij zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in het door hen ingestelde hoger beroep. Geïntimeerde heeft niet verzocht een memorie van eis in incidenteel hoger beroep te mogen nemen (art. 2.19 LPR).
5.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen appellanten worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

6.De uitspraak

Het hof:
verklaart appellanten niet ontvankelijk in het door hen ingestelde hoger beroep;
veroordeelt appellanten in de proceskosten van het hoger beroep, en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van geïntimeerde op € 2.135,- aan griffierecht en op € 591,50 aan salaris advocaat (1/2 punt liquidatietarief II).
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 september 2023.
griffier rolraadsheer