3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
[de werknemer] is op 16 oktober 1991 in dienst getreden van de besloten vennootschap [B.V. 2] B.V. in de functie van kwaliteitscoördinator. De naam van deze vennootschap is later gewijzigd in [B.V 3] B.V. De activiteiten van de vennootschap bestaan uit het verwijderen en afvoeren van asbest. [vader] , (hierna te noemen bij zijn voornaam: [vader] ) de vader van [de werknemer] , is (indirect) bestuurder van de vennootschap. Er behoren meerdere vennootschappen tot de [groep] groep, opgericht door [vader] .
Op 31 december 2018 is [de werknemer] in dienst getreden van [de werkgever] , een personeelsvennootschap binnen de [groep] Groep. [halfbroer] (hierna te noemen bij zijn voornaam: [halfbroer] ), de halfbroer van [de werknemer] , is bestuurder van [de werkgever] . Ook na indiensttreding bij [de werkgever] is [de werknemer] werkzaamheden voor [B.V 3] B.V. blijven verrichten, laatstelijk in de functie van bedrijfsleider. [de werknemer] is voor 33,33% (indirect) aandeelhouder van [B.V 3] B.V. De overige aandelen zijn in gelijke delen (indirect) in handen van [betrokkene 1] en [vader] .
Het laatstverdiende salaris van [de werknemer] bedroeg € 5.353,74 per 4 weken, exclusief 8% vakantietoeslag, gebaseerd op een fulltime werkweek van 40 uur.
Onderdeel van de taken van [de werknemer] als bedrijfsleider betreft het aanleveren van opdrachtbonnen/inkoopbonnen ten behoeve van de facturatie. [de werkgever] heeft meerdere e-mails in het geding gebracht over de periode van 24 januari 2020 tot en met 30 augustus 2022 die deze taak als onderwerp hebben. Een aantal van de e-mails wordt hieronder geciteerd.
Op 22 augustus 2020 mailt [vader] aan [de werknemer] :
“(…) Ik heb jou afgelopen week ook een lijstje gestuurd van nog te factureren werkzaamheden. Dringend verzoek binnen de gestelde termijn de uitgevoerde werkzaamheden te doen factureren. [de werknemer] in ons aller belang is de tijd van zoete broodjes bakken voorbij en ik eis van jou dat je je schikt in je zakelijke verplichtingen. (…)”
Op 26 augustus 2020 volgt een e-mail van [vader] aan [de werknemer] met de volgende inhoud:
“Moet ik weer uren van zzp’ers accorderen terwijl wij nog niet eens gefactureerd hebben. bijv. Ikan week 34!!!”
Op 4 februari 2021 schrijft een opdrachtgever van [B.V 3] , de heer [betrokkene 2] van [aannemersbedrijf] aan [de werknemer] :
“Je moet echt eerder factureren, de volgende keer kan ik ze niet meer in behandeling nemen, die werken zijn afgesloten”
Op 18 mei 2021 stuurt [vader] per e-mail een overzicht van nog te factureren uren over een periode van 8 weken aan [de werknemer] :
“Totaal dus 2992 uren dus alleen al in uurtarief zo’n € 90.000,= Kun je ma wel bellen om te klagen over miscommunicatie en beweren dat alles oké is maar zoals je ziet is van ons laatste gesprek bij jou thuis om alles beter te regelen, weinig van terecht gekomen. Om te beginnen wil ik dat dit op de kortst mogelijke termijn wordt geregeld. De rest bespreken we donderdag.”
i. Na een herinnering antwoordt [de werknemer] op 19 mei 2021:
“ Pa
Zou je me deze lijst ook willen mailen met het geen je hebt open staan”
Op 9 juni 2021 stuurt [vader] aan [de werknemer] :
“Ik ben zwaar en zwaar teleurgesteld en belazerd in jou! Of het is onwil onkunde of de zaak expres besodemieteren. Ik denk van alle drie wat. Het is weken geleden dat je toezegde om het factureren binnen 3 weken te houden en nog moet er vanaf week 12 t/m 18 1550 uren!! En nog bijna 1200 uren t/m week 22Gefactureerd worden voornamelijk [betrokkene 3] en [betrokkene 4] , en KOM NOU NIET MET SMOESJES DAT ER WAT INTERNE FOUTJES OF ZO ZIJN GEMAAKT. DE FOUT LIGT GEHEEL BIJ JOU. IK VIND HET SCHOFTERIG DAT JE VAN ALLES BELOOFD EN NIETS MAAR DAN OOK NIETS NAKOMT. MET ’N VERLIES VN € 65000,= IN 2020 IS DIT VOOR MIJ NAAR NIEMAND TOE EN OOK NIET NAAR MEZELF NOG TE VERDEDIGEN. LAAT MIJ Z..M. WETEN HOE JE DENKT DOOR TE ZULLEN GAAN WANT ZO KAN HET GEEN DAG MAAR DAN OOK GEN DAG LANGER!!”
Deze e-mail wordt op 11 juni 2021 vervolgd met het volgende bericht van [vader] aan [de werknemer] :
“ [de werknemer] , ik hoor van [halfbroer] dat er pas 425 van de 2747 uren zijn gefactureerd. BLIJVEN ER NOG 2321 UREN OVER!!!Je hebt zelf in de hand of dit voor jou goed afloopt. Het enige wat je MOET doen is om te voorkomen voordat ik woensdag de stekker eruit trek, BIJNA ALLE ACHTERSTANDEN INGEHAALD HEBBEN. DE CONSEQUENTIE IS DAT ER FINANCIEEL NIETS MEER HAALBAAR ZAL ZIJN, OOK NIET VOOR JOU. DE AFGELOPEN JAREN HEEFT [groep] AL MEER DAN GENOEG VERLIES GELEDEN EN JIJ DOET GEEN ENKELE MOEITE OM ENIGSZINS CONTRUCTIEF DE ZAKEN MEE HELPEN OP TE LOSSEN. ADVIES: FLIKKER ALLES AAN DE KANT, GEBRUIK DIE K*T TELEFOON ALLEEN OM DEBITEUREN TE SPREKEN EN VERKNOEI JE TIJD NIET!!! DIT IS DE ALLERLAATSTE KANS. IK HEB [halfbroer] GEVRAAGD JOU TE ‘HELPEN’ DEZE ELLENDE TOT EEN GOED EINDE TE BRENGEN EN ALS JE NU MIJN OPDRACHT UITVOERT KUNNEN WE DAARNA BESPREKEN DAT DIT NOOIT MEER VOOR MAG KOMEN. (…)”
Op 17 juni 2021 mailt [de werknemer] aan [vader] wat betreft het factureren:
“Qua factureren heb ik vanmorgen met [halfbroer] eea uitgezocht en ben ik en [halfbroer] nu mee bezig en laten zien wat ik verstuurd heb en wat er openstaat.”
[vader] stuurt [de werknemer] op 16 februari 2022 via whatsapp het volgende bericht:
“ [de werknemer] , waarom kom jij je toezegging niet na? Er komt helemaal niets van het factureren en betalingen van klanten lopen ver achter waarom betaald [betrokkene 2] z’n facturen gedeeltelijk? Waarom stdl je me elke keer teleur?? Doe je ding op volgorde van belangrijkheid. Zit nu aan de dialyse”
[de werknemer] antwoordt:
“ Pa ik begrijp jou en ben aan factureren”
Op 17 mei 2022 stuurt [vader] [de werknemer] het volgende:
“Je had toegezegd vandaag een berg concepten te maken. Tot vanmiddag toe nog geen enkel resultaat. Als er niet binnen 48 uur iets gebeurt kunnen we de zzp’ers en vast personeel geen vergoeding/salaris meer betalen en ik niet bereid meer ben hier nog een cent in te steken. Ik heb de afgelopen maand nog 64.000.= saldo aangevuld maar dat is het dan ook. Als ik snel reken heb je t/m week 18 zo’n 2000 uren te factureren. Dit alles nog los van 2021 met 253 uren. De lijsten heb jij al dage in bezit. BEGIN ER AAN ANDERS GAAT HET COMPLEET FOUT!!”
[de werknemer] reageert dezelfde dag:
“Zorg ik voor beloof ik !!!”
Op 24 augustus 2022 kondigt [vader] per e-mail de opschorting van het loon van [de werknemer] aan:
“In 2014 zijn we met drieën gestart met ieder nieuwe [groep] Beheer waarvan eenieder voor 1/3e aandeelhouder werd. Helaas heeft [B.V 3] lang niet aan de verwachting voldaan en heeft de afgelopen 8 jaar 6x verlies geleden. Los daarvan heb ik al die jaren geprobeerd jou in het gareel te krijgen voor wat o.a. betreft binnen de gestelde tijd te factureren. De laatste 10 weken gaat het de schaamte voorbij en ik weiger nog langer mij hiervoor in te spannen. (…) Dat jij mijn integriteit in twijfel trok door na te vragen wat ik met die €7.000,= heb gedaan is voor mij echt de druppel. Ik stop op zo’n kort mogelijke termijn met jou en [B.V 3] , deze kun je onder voorwaarden evenals [B.V. 4] BV over/meenemen. (…) Zolang je de afspraken niet nakomt om alle openstaande uren te factureren schort ik jouw salarisbetaling op. (…)”
[de werkgever] heeft het loon van [de werknemer] tot 14 augustus 2022 voldaan. Vanaf deze datum is geen salaris meer uitbetaald.
[de werknemer] bericht [vader] op 30 augustus 2022 dat hij druk bezig is met de achterstand:
“Ik ben druk met achterstand en ook de uit te voeren klussen.
Zojuist [halfbroer] gezegd kom naast me zitten
Verwacht wel gewoon mijn salaris er vandaag op staat want ik moet de 1e ook mijn huur verzekeringen etc. betalen
Ik zorg dat deze week alle facturen weg zijn!”
[halfbroer] mailt [vader] later die dag:
“- [de werknemer] heeft vanmiddag enkel gevraagd aan mij om de uren die al gemaakt waren (door mij) te controleren op fouten… Terwijl hij in mijn mening eigenlijk gewoon uren moet kloppen, en zich daarna druk maken om de rest
Gisteren 14:00 uur weg, vandaag 14:30
Druk bezig met uren? Hij heeft vandaag 2 bonnen afgegeven van in totaal 70 uur…. super gedaan, en ook enkel NET voor vertrek”
Op 7 september 2022 heeft de accountant namens [de werkgever] aan [de werknemer] een voorstel gedaan om te komen tot een beëindiging van zijn dienstverband per 1 januari 2023.
[halfbroer] heeft op 8 september 2022 de mobiele telefoon van [de werknemer] laten afsluiten.
[de werknemer] heeft op 8 september 2022 bij vertrek van kantoor omstreeks 14.00 uur de harde schijf (de Z-schijf) meegenomen. Vervolgens is hij naar een klant gegaan, waar hij tot ongeveer 15.30 uur is geweest.
Op 8 september 2022 om 15.03 uur stuurt [halfbroer] de partner van [de werknemer] via whatsapp het volgende bericht:
“ [naam] ,
30 minuten heeft [de werknemer] de tijd om de z schijf terug te brengen. Zo niet zal de politie hem dadelijk op komen halen en zal hij wegens zijn opzettelijke en herhaaldelijk obstructie per direct op staande voet worden ontslagen. Kies maar”
Om 16:44 uur antwoordt [naam] dat de harde schijf terug op de zaak is.
[de werkgever] heeft [de werknemer] op 8 september 2022 op staande voet ontslagen. Het ontslag is aan [de werknemer] kenbaar gemaakt bij brief van die datum, per e-mail verzonden om 17.21 uur:
“U bent sinds 31 december 2018 in dienst van [B.V. 1] B.V., voor het laatst gedetacheerd naar [B.V 3] B.V. waarvoor wij administratie verrichten.
Al enige tijd werden wij geconfronteerd met uw wanpresteren. Deze situatie verergerde de laatste 5 weken en heeft u alle opdrachten, zoals het voorbereiden tot het factureren van uitgevoerde werkzaamheden, volledig genegeerd.
Daarom heeft [groep] Beheer B.V. besloten de samenwerking met ons in casu met u op te zeggen. Als reactie hierop heeft u het bestaan om eigendommen van [groep] te ontvreemden. Dat is de reden waarom wij u per vandaag op staande voet ontslag aanzeggen. (…)”
[de werkgever] heeft geen gehoor gegeven aan de sommatie van [de werknemer] om het ontslag op staande voet in te trekken. [de werknemer] heeft zich bij brief van 30 september 2022 uitdrukkelijk beschikbaar gesteld voor het op eerste afroep verrichten van zijn werkzaamheden.
[halfbroer] heeft op 7 oktober 2022 namens [groep] Beheer B.V. bij de politie aangifte gedaan van diefstal door [de werknemer] . Het proces-verbaal van aangifte vermeldt het volgende:
“Mijn halfbroer was van zijn functie ontheven vanwege zijn verzuim aan werkzaamheden, dit in combinatie van drank- en drugsgebruik, schulden van 500.000 euro. Hierdoor had ik maatregelen getroffen en hem een waarschuwing gegeven. Het tijdelijk opschorten van zijn salaris was er een van. Als gevolg hiervan had mijn halfbroer besloten om de spullen uit mijn bedrijf weg te nemen het gaat hier om het volgende:
Twee computerschermen
De server (Z-schijf) hierdoor lag mijn bedrijf plat.
Als gevolg van deze diefstal had ik mijn halfbroer op staande voet ontslagen. Nadat ik mijn halfbroer had ontslagen waren er meer spullen van mijn bedrijf weggenomen. Het gaat om de volgende spullen:
-Water management systeem
-Vier IPad’s
-Een blastrack asbest stofzuigerslang
-PBM- maskers
-Deco Unit
-Hogedrukspuit
-Onderdruk registratie monitor. (…)”
Na het ontslag op staande voet heeft [de werknemer] betaalde werkzaamheden verricht voor [aannemersbedrijf] .
De procedure in eerste aanleg
3.2.1.In de onderhavige procedure heeft [de werknemer] in de hoofdzaak in conventie de kantonrechter verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
* primair:
voor recht te verklaren dat [de werkgever] de arbeidsovereenkomst op 8 september 2022 heeft opgezegd in strijd met de wet;
de opzegging van 8 september 2022 te vernietigen;
[de werkgever] te veroordelen om [de werknemer] binnen 72 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de werkplek om de bedongen arbeid te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag;
[de werkgever] te veroordelen om vanaf 14 augustus 2022 tot het einde van de arbeidsovereenkomst het overeengekomen salaris van € 5.353,73 per vier weken exclusief 8% vakantietoeslag en emolumenten te betalen, vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
[de werkgever] te veroordelen tot het verstrekken van een bruto/netto specificatie en tot nakoming van de pensioenafspraken door afdracht van de verschuldigde premies aan het pensioenfonds, een en ander binnen 72 uur na betekening van de beschikking, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag;
* Subsidiair, in het geval het ontslag op staande voet niet vernietigd wordt:
[de werkgever] te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding, berekend over de duur van het dienstverband vanaf 16 oktober 1991 en met een salaris van € 6.263,86 bruto per maand, onder verstrekking van een bruto/netto specificatie, een en ander binnen 8 dagen na betekening van de beschikking;
* en in alle gevallen:
[de werkgever] te veroordelen in de proceskosten vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf 14 dagen na dagtekening van de beschikking;
en alle vorderingen uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.2.Aan deze verzoeken heeft [de werknemer] , kort samengevat, ten grondslag gelegd dat er geen sprake was van een dringende reden, zodat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd. Op grond van de bestaande, lopende arbeidsovereenkomst heeft hij nakoming verzocht van de verplichtingen van [de werkgever] als werkgever, namelijk om hem het loon door te betalen en hem tewerk te stellen.
[de werknemer] heeft bij voorlopige voorziening loondoorbetaling gevorderd.
3.2.3.[de werkgever] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en als (voorwaardelijk) tegenverzoek ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht op verschillende gronden. Daarnaast heeft zij een verklaring voor recht verzocht inhoudende dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen zodat zij geen transitievergoeding aan [de werknemer] verschuldigd is. Zij heeft verzocht om [de werknemer] in de proceskosten te veroordelen.
3.2.4.Aan haar verzoeken heeft [de werkgever] ten grondslag gelegd dat er sprake is van disfunctioneren, verwijtbaar handelen, een verstoorde arbeidsrelatie, diefstal of de zogenaamde cumulatiegrond.
3.2.5.Na een mondelinge behandeling heeft de kantonrechter in de bestreden beschikking de verzoeken van [de werknemer] beoordeeld; zij heeft (hieronder weergegeven onder handhaving van de door de kantonrechter gebruikte nummering)