Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Tuition fee and/or Living Costs
Non-EU/EFTA nationals need a visa and a residence permit for the Netherlands. (…)”
.
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
Naar het oordeel van het hof volgt hieruit dat de betaling van belanghebbende in april 2015 aan [de opleiding] het karakter heeft van een waarborgsom ter verkrijging van het verblijfsvisum en daarom als een depotstorting aangemerkt dient te worden. Bij een depotstorting heeft het bedrag het vermogen van belanghebbende ten tijde van de storting niet definitief verlaten en kan de belanghebbende daarover vrijelijk beschikken.
€ 310 (waarde per punt) x 1 (factor gewicht van de zaak) is € 620. Belanghebbende heeft dan recht op een vergoeding van € 620 : 2 = € 310.
Het hof overweegt dat gezien het feit dat door de rechtbank aan belanghebbende een vergoeding van € 837 is toegekend voor de procedure bij de rechtbank, er geen reden is om een aanvullende vergoeding toe te kennen.
€ 262,50.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank met uitzondering van beslissing over de immateriële schadevergoeding, de vergoeding van het griffierecht en de proceskostenvergoeding;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat de inspecteur een beschikking nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek 2015 naar een bedrag van € 13.310 afgeeft aan belanghebbende;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht van € 136 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het bezwaar en het geding bij het hof van € 572,50.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).