Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
- i) de rechtbank ten onrechte geen gevolgen heeft verbonden aan het feit dat de heffingsambtenaar de onderbouwing van de uitspraak op bezwaar in de bezwaarfase heeft laten varen en de uitspraak op bezwaar in die fase daarom op een onjuiste onderbouwing berustte;
- ii) de rechtbank voorbij gaat aan schending van het motiveringsbeginsel door de heffingsambtenaar;
- iii) de rechtbank een onjuiste uitleg geeft aan artikel 8:42 Awb.
4.Gronden
[voetnoot 4: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 februari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:1082]. Nog daargelaten dat een dergelijke algemene regel niet uit genoemde uitspraak is af te leiden, overweegt de rechtbank dat niet is gebleken dat de heffingsambtenaar een andere grondstaffel heeft gehanteerd. Dat de in bezwaar overgelegde grondstaffel bij een grondwaarde van € 0 begint en de in beroep overgelegde grondstaffel bij een grondwaarde van € 1, zoals eiser stelt, is onvoldoende om anders te oordelen. Overigens heeft de heffingsambtenaar ook gemotiveerd bestreden dat sprake is van een verschillende grondstaffel. Verder is de rechtbank van oordeel dat de heffingsambtenaar niet verplicht was de in bezwaar aan eiser verstrekte grondstaffel op grond van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe te voegen aan de op de (beroeps)zaak betrekking hebbende stukken. De heffingsambtenaar heeft bij het verweerschrift namelijk de grondstaffel verstrekt. Verder heeft eiser pas op de zitting aan de orde gesteld dat sprake is van een andere grondstaffel dan die in bezwaar is gehanteerd. De verplichting van de heffingsambtenaar om op grond van artikel 8:42 van de Awb de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toe te zenden gaat niet zover dat van de heffingsambtenaar wordt verwacht dat hij alle hem ter beschikking staande gegevens aan de rechtbank toestuurt zodat daarmee alle door eiser potentieel (op de zitting) nog aan te voeren beroepsgronden kunnen worden geadresseerd.”
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).