Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 januari 2024, nummer BRE 22/3569, en
5 januari 2024, nummer BRE 22/3571,
1.Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft tegen die uitspraak incidenteel hoger beroep ingesteld.
Ook heeft hij toegelicht welke passages zijn geschoond:
Dit geldt niet voor de aan de geheimhoudingskamer (in een gesloten envelop) gerichte (ongeschoonde) documenten, waarvan om beperkte kennisneming/geheimhouding is verzocht. Van deze documenten is uitsluitend de door de inspecteur overgelegde geschoonde versie aan belanghebbende verstrekt.
2.Verzoek
3.Beoordeling van het verzoek
Deze verplichting heeft ten doel te waarborgen dat een geschil over een door de inspecteur genomen besluit wordt beslecht op basis van alle relevante feitelijke gegevens die aan hem ter beschikking staan, zodat belanghebbende zich daarover kan uitlaten en de rechter daarmee bij zijn beoordeling rekening kan houden. [1] Het betreft stukken die in de zaak van enig belang kunnen zijn geweest voor de besluitvorming door de inspecteur of die van enig belang kunnen zijn voor de besluitvorming door de rechter. [2] Tot de over te leggen stukken behoren alle stukken die de inspecteur ter raadpleging ter beschikking staan of hebben gestaan en die van belang kunnen zijn voor de beslechting van de (nog) bestaande geschilpunten. [3]
geheimhouding) of het hof mee te delen dat uitsluitend de hoofdkamer kennis zal mogen nemen van deze stukken (
beperkte kennisneming). Ook biedt het bepaalde in artikel 8:29 Awb aan partijen, als daarvoor gewichtige redenen zijn, de mogelijkheid stukken niet volledig (maar met onleesbaar gemaakte delen) aan de andere partij en de hoofdkamer ter kennis te brengen.
De kenbaarheid van deze gegevens is ook niet direct van belang voor de beslissing in de hoofdzaak en belanghebbende heeft zelf bij de brief van 21 oktober 2024 aangegeven met geheimhouding van de gegevens ten aanzien van andere toenmalige [bedrijf] -managers in te stemmen. De geheimhoudingskamer is van oordeel dat voor deze gegevens sprake is van gewichtige redenen die geheimhouding rechtvaardigen. Hierbij heeft de geheimhoudingskamer in aanmerking genomen dat duidelijk is op welke plek de namen en andere gegevens zijn geschoond, zodat belanghebbende er niet in wordt gehinderd bij de behandeling van de hoofdzaak alsnog gericht zijn (processuele) standpunt te bepalen.