Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
[appellanten],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerden],
1.De procedure in eerste aanleg (zaaknummer C/01/372383/HAZA21-447)
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 29 december 2022;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
2.Waar het in deze zaak over gaat
een voorgenomen oprichting van een varkenshouderij” van [X] .
“Bijzondere uitgangspunten”het volgende:
“Bij de waardering is […] uitgegaan van het feit dat op de waardepeildatum bekend was dat er een milieuvergunning is verstrekt voor het houden van 19.008 gespeende biggen aan Logtsebaan 2 te [woonplaats] .”
3.De procedure bij de rechtbank
primair:dat [geïntimeerden] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst,
subsidiair:dat de overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen,
meer subsidiair:dat [geïntimeerden] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld;
primairschadevergoeding,
subsidiairvergoeding van het door hem geleden nadeel, ter hoogte van een bedrag van € 190.000,00.
- primair: de door [geïntimeerden] aan hem geleverde woning bezit niet de eigenschappen die voor normaal gebruik nodig zijn (dat wil zeggen: de woning niet aan de overeenkomst beantwoordt), zodat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst,
- subsidiair: hij heeft gedwaald bij de totstandkoming van de overeenkomst en die dwaling is te wijten aan mededelingen en/of het achterhouden van informatie door [geïntimeerden] over het mogelijk in de nabije omgeving bouwen van een megastal; bij een juiste voorstelling van zaken zou hij nooit of in ieder geval niet onder dezelfde condities de overeenkomst hebben gesloten,
- meer subsidiair: [geïntimeerden] heeft onrechtmatig jegens hem gehandeld door informatie over de wijziging van een vergunning voor een megastal met betrekking tot een nabijgelegen perceel en de door hem aangegeven machtiging om daartegen te ageren, niet aan hem te melden.
4.De vordering en het verweer in hoger beroep
in geval van dwaling:
5.De beoordeling in hoger beroep
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de uitspraak vermeld)