Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het verzoek om gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige] werd afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door mr. M.M.M. Minkels, verzocht om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling, terwijl de moeder, bijgestaan door mr. P.B.J. Dekker, zich hiertegen verzette. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders, en dat de vader niet in het belang van het kind handelde. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 11 maart 2025, werd duidelijk dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord was, mede door een recente strafrechtelijke veroordeling van de vader voor mishandeling van de moeder. Het hof concludeerde dat de vader niet bereid was om hulpverlening te accepteren en dat er geen zicht was op verbetering van de situatie. De raad voor de kinderbescherming adviseerde om geen gezamenlijk gezag of omgang te realiseren, wat het hof onderschreef. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond.