Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[YY] REAL ESTATE B.V,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer C/03/316611 / HA ZA 23-172)
2.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven met producties 2 tot en met 12;
- memorie van antwoord;
- akte met producties 13 en 14;
- antwoordakte met producties 6 en 7.
3.Waartoe leidt dit hoger beroep?
4.De beoordeling
“geen (feitelijke) grondslag bieden voor enige vordering van [XX] ”.
haar vermoeden dat [YY] dan wel Resort [ZZ] bewust de recreatiewoning van [XX] minder verhuurt dan andere vergelijkbare verhuurobjecten op geen enkele manier heeft onderbouwd, hetgeen wel van haar verwacht had mogen worden gelet op het verweer dat een softwaresysteem zorgt voor een evenredige verdeling van omzet over de diverse vakantiehuizen van hetzelfde type”.Het hof verenigt zich met het oordeel van de rechtbank dat [XX] haar stellingen op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd. Ook in hoger beroep heeft [XX] dat immers niet gedaan. Uit de e-mail waarnaar [XX] verwijst (productie 9 bij memorie van grieven) volgt niet dat het gehanteerde verdelingssysteem niet zou werken.
niet in te zien(valt)
welk belang [YY] en Resort [ZZ] daarbij zouden hebben, zeker nu zij hebben aangegeven dat zij [XX] gelet op de huidige markt naar alle waarschijnlijkheid een afstandsverklaring (van de in de algemene voorwaarde opgenomen aanbiedingsplicht) zullen geven op het moment dat [XX] haar beroep op ontbinding en vernietiging laat vallen en de recreatiewoning aan [YY] te koop aanbiedt.”[XX] stelt wel dat zij na de zitting in eerste aanleg geen antwoord van [YY] kreeg op de vraag om dit te bevestigen en dat daaruit volgt dat [YY] helemaal niet geïnteresseerd is om een afstandsverklaring te verstrekken, maar zij stelt niet dat [YY] en Resort [ZZ] een dergelijke mededeling niet hebben gedaan. Los daarvan heeft [XX] ook naar het oordeel van het hof onvoldoende toegelicht welk belang zij heeft bij de door haar gevraagde informatie over de (voorkeurs)boekingen en (in het verlengde daarvan) in welk opzicht zij in dit verband zou hebben gedwaald bij het aangaan van de overeenkomsten.
- Griffierechten € 798,--
- Salaris advocaat € 1.821,-- (1,5 punt(en) x tarief II)
- Nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De uitspraak
€ 92,00 extra betalen vermeerderd met de kosten van betekening.